4127
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Rijd langzaam naar voren en houd
daarbij een afstand aan van ongeveer 50
- 150 cm tot geparkeerde auto's. Als van
deze afstand wordt afgeweken, kan er
door het systeem mogelijk geen
parkeerplaats worden gevonden.
OPMERKING
Blijf het systeem gebruiken nadat u een parkeerplaats hebt gevondenen de omgeving hebtgecontroleerd.
OLM041273
50~150 cm
ODMEDR2103
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2116/ODMEDR2116HO
OPMERKING
Als het Auto Hold-systeem wordt
geactiveerd terwijl u het Smart
Parking Assist-systeem gebruikt, verschijnt bovenstaande melding.Schakel het Auto Hold-systeem uit. Controleer, wanneer u het Auto
Hold-systeem uitschakelt door hetgaspedaal in te trappen, altijd de omgeving rond uw auto.
4131
Kenmerken van uw auto
✽✽AANWIJZING
Tijdens het parkeren van de auto moet
het rempedaal door de bestuurder
worden bedient.
Onder de volgende omstandigheden
wordt het systeem mogelijk
uitgeschakeld:
U negeert de melding om te schakelen en rijdt ongeveer 150 cm verder.
De waarschuwingsgeluiden voor de voor- en achterzijde van de
parkeerhulp klinken tegelijkertijd((afstand tot object is minder dan 30
cm: onafgebroken piepsignaal).
Er zijn 6 minuten verstreken sinds de auto werd bediend via het Smart
Parking Assist-systeem.
De selectiehendel wordt in stand P (parkeren) of R (achteruit) gezet terwijl
naar een parkeerplaats wordt gezocht. Extra aanwijzingen (meldingen)
Wanneer het Smart Parking Assist-
systeem in werking is, verschijnt ermogelijk een melding, ongeacht de
volgorde van parkeren.
De meldingen verschijnen
overeenkomstig de omstandigheden.
Volg de gegeven instructies terwijl u de
auto parkeert met het Smart ParkingAssist-systeem.
■
Type A
■Type B
■Type C
ODMEDR2109/ODMEDR2111
ODMEDR2119/ODMEDR2124
ODMEDR2119HO/ODMEDR2124HO
Rijden met uw auto
28
5
✽✽
AANWIJZING
Rijd niet in water dat hoger staat dan de onderzijde van de auto.
Controleer de werking van de
remmen nadat u door modder of
water bent gereden. Trap het
rempedaal tijdens het rijden licht in
totdat u voelt dat de remmen weer
normaal werken.
Verkort het onderhoudsinterval als u
op onverhard terrein, zoals in zand,
modder of water rijdt (zie
"Onderhoud bij gebruik onder zware
gebruiksomstandigheden" in
hoofdstuk 7). Was uw auto altijd
grondig na gebruik in het terrein, met
name de onderkant van de auto moet
schoongemaakt worden.
De prestaties van een auto met vierwielaandrijving zijn in hoge mate
afhankelijk van de toestand van de
banden, aangezien het aandrijfkoppel
altijd wordt overgebracht op de vier
wielen. Zorg ervoor dat op alle wielen
banden van hetzelfde type en met
dezelfde maat zijn gemonteerd.
De auto met permanente vierwielaandrijving kan niet op een
normale manier gesleept worden. Als
de auto verplaatst moet worden dient
dit op een autoambulance te
gebeuren. WAARSCHUWING - Rijden in 4WD
Vermijd hoge snelheid in de bochten.
Maak geen plotselinge stuurbewegingen bij het wisselen
van rijbaan of bij het nemen van
snelle, scherpe bochten.
De kans dat de auto over de kop slaat wanneer u de macht over
het stuur verliest, is veel groter
bij hogere snelheden.
De kans dat een persoon die zijn of haar veiligheidsgordel niet
draagt bij een aanrijding zeer
ernstig gewond raakt, is
aanmerkelijk groter dan bij een
persoon die zijn of haar
veiligheidsgordel wel draagt.
Meestal verliest de bestuurder de macht over het voertuig wanneer
twee of meer wielen van de weg
raken en de bestuurder het stuuromgooit om de auto weer de weg
op te sturen. Gooi het stuur niet
om wanneer uw auto van de weg
raakt. Minder in plaats daarvan
snelheid voordat u de auto terug
de weg op stuurt.OPMERKING - Modder en sneeuw
Als één van de voor- of
achterwielen doorslipt in de
modder, in sneeuw, enz. kan de autosoms loskomen door het gaspedaalverder in te trappen. Voorkom datde motor gedurende een langere
periode met een hoog toerentaldraait, om schade aan de vierwielaandrijving te voorkomen.
Rijden met uw auto
38
5
De EPB (elektronische parkeerrem) kan
automatisch geactiveerd worden als:
De EPB oververhit is
Het systeem aangestuurd wordt door
andere systemen
✽✽
AANWIJZING
Als de bestuurder per ongeluk de motor
uitzet terwijl het Auto Hold-systeem in
werking is, zal de EPB automatisch
worden geactiveerd. (Auto's met Auto
Hold-systeem)
Systeemwaarschuwing
Als u probeert weg te rijden door het gaspedaal in te trappen terwijl de EPB
geactiveerd is en het systeem niet
automatisch wordt gedeactiveerd,
klinkt er een waarschuwingssignaal en
wordt er een melding weergegeven. Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt en de
motorkap (als de selectiehendel in
stand D of R staat) of de achterklep(als de selectiehendel in stand D of R
staat) wordt geopend, klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt er een
melding weergegeven.
Als er een probleem met de auto is, klinkt er een waarschuwingssignaal en
wordt er een melding weergegeven.
Trap, indien bovenstaande situatie zich
voordoet, het rempedaal in en deactiveer
de EPB met de EPB-schakelaar.
ODMEDR2129/ODMEDR2129HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2126
539
Rijden met uw auto
Systeemwaarschuwing
Als de overgang van Auto Hold naar EPB
niet op de juiste wijze verloopt, klinkt er
een waarschuwingssignaal en wordt er
een melding weergegeven.
WAARSCHUWING
Gebruik de selectiehendel niet in plaats van de parkeerrem om de auto op zijn plaats te houden.
Schakel de parkeerrem in en zetde selectiehendel goed in stand P(parkeren).
Laat personen die niet bekend zijn met de auto niet aan de
parkeerrem komen. Als de
parkeerrem per ongeluk wordt
gedeactiveerd, kan er ernstigletsel ontstaan.
Bij het parkeren van de auto moet altijd de parkeerrem worden
geactiveerd om te voorkomen dat
de auto zich onbedoeld in
beweging zet, waardoor de
inzittenden of voetgangers letselop zouden kunnen lopen.OPMERKING
Er kan een klikkend geluid
hoorbaar zijn bij het activeren of
deactiveren van de EPB maar datis normaal en geeft aan dat deEPB goed werkt.
Informeer, als u uw sleutels afgeeft aan een parkeerwachterof iemand die uw auto voor uparkeert, hem of haar over debediening van de EPB.
De EPB kan defect raken als u rijdt terwijl de EPB geactiveerd is.
Trap het gaspedaal langzaam in als u de EPB automatischdeactiveert.
ODMEDR2130/ODMEDR2130HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDR2127
563
Rijden met uw auto
2. Beweeg de hendel omlaag (naar SET-).
3. Beweeg de hendel omhoog (naarRES+) of omlaag (naar SET-) en laat
hem los bij de gewenste snelheid.
Beweeg de hendel omhoog (RES+) of
omlaag (SET-) en houd hem in die
stand vast. De snelheid wordt met 5
km/h verhoogd of verlaagd.
De ingestelde snelheidslimiet wordt in
het instrumentenpaneel weergegeven. De ingestelde snelheidsbegrenzing
wordt weergegeven.
Om harder te rijden dan de ingestelde
snelheid moet u het gaspedaal ver
intrappen (verder dan voor ongeveer
80%) totdat het kick-downmechanisme
met een klikkend geluid in werking
treedt. Dan wordt de ingestelde snelheid
knipperend weergegeven en klinkt de
zoemer totdat u weer langzamer gaat
rijden dan de ingestelde snelheid.
✽✽
AANWIJZING
Als het gaspedaal voor minder dan ongeveer 50% ingetrapt wordt, zal de
auto niet harder gaan rijden dan de
ingestelde snelheid.
Een klikkend geluid van het kick-
downmechanisme bij het geheel
intrappen van het gaspedaal is
normaal.
ODMEDR2008ODMEDR2013ODMEDR2014
■
Type A ■Type B ■Type A ■Type B
Rijden met uw auto
72
5
Rijden onder moeilijke omstandigheden
Neem de volgende raadgevingen in acht
als ten gevolge van zware regenval,
sneeuw, ijzel, modder of zand het rijden
bemoeilijkt wordt:
Rijd voorzichtig en bewaar extra
afstand tot het overige verkeer.
Vermijd abrupt remmen of sturen.
Rem “pompend”als uw auto niet voorzien is van ABS.
Probeer weg te rijden in de tweede versnelling als de auto vastzit in
sneeuw, modder of zand. Geef
voorzichtig gas om te voorkomen datde wielen doorslippen.
Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen of ander anti-slipmateriaal onder de
aangedreven wielen als de auto vast is
komen te zitten in ijs, sneeuw of
modder. Verkleinen van de kans op over
de kop slaan
Dit type personenauto, dat geschikt is
voor meerdere doeleinden, wordt een
Sports Utility Vehicle (SUV) genoemd.
Een SUV heeft een grotere
bodemvrijheid en een kleinere
spoorbreedte voor een grotere
inzetbaarheid. Door het specifieke
ontwerp ligt het zwaartepunt hoger dan
bij normale auto's. Een voordeel van de
grotere bodemvrijheid is dat u een beter
overzicht over de weg hebt. Hierdoor
kunt u beter anticiperen. MPV's zijn niet
ontworpen voor dezelfde
bochtsnelheden als normale
personenauto's. Vanwege dit risico,
raden wij de bestuurder en passagiers
sterk aan om hun veiligheidsgordel vast
te maken. De kans dat een persoon die
zijn of haar veiligheidsgordel niet draagt
zeer ernstig gewond raakt als de auto
over de kop slaat, is aanmerkelijk groter
dan bij een persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Er zijn stappendie een bestuurder kan nemen om de
kans op over de kop slaan te verkleinen.
Voorkom indien mogelijk scherpe
bochten en abrupte stuurbewegingen,
vervoer nooit zware ladingen op het roof
rack en breng geen wijzigingen aan uwauto aan.
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN
WAARSCHUWING - Remsysteem met ABS
Rem niet “pompend” als uw auto is
uitgerust met ABS.
WAARSCHUWING
- Terugschakelen
Op een glad wegdek
terugschakelen bij een
automatische transmissie kan
ongelukken veroorzaken. Door de
plotselinge verandering inwielsnelheid kunnen de banden
slippen. Wees voorzichtig met het
terugschakelen op een gladwegdek.