Page 25 of 710

37
Veiligheidssysteem van uw auto
Lendensteun (bestuurdersstoel)(indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld met
de schakelaar aan de zijkant van destoel.
1. Druk op de voorzijde van de schakelaar voor meer steun en op de
achterzijde voor minder steun.
2. Laat de knop los zodra de gewenste stand is bereikt. Afstellen van voorstoel
- elektrisch
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
ONCESA2005
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door
elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen deelektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
Page 26 of 710
Veiligheidssysteem van uw auto
8
3
Voorwaartse/achterwaartse richting
1. Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Rugleuning
1. Druk de knop naar voren of naarachteren om de rugleuning in de
gewenste stand te zetten.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel)
1. Druk het voorste deel van de knop naar boven of naar beneden om de
voorzijde van de zitting omhoog of
omlaag te verstellen.
ONCESA2006ONCESA2007ONCDSA2009
ONCDSA3113
Page 27 of 710

39
Veiligheidssysteem van uw auto
Beweeg het achterste deel van de
knop naar boven of naar beneden om
de achterzijde van de zitting omhoog
of omlaag te verstellen.
2. Laat de knop los zodra de zitting in de gewenste stand staat.Lendesteun (bestuurdersstoel)
De lendesteun kan worden afgesteld
door op de schakelaar te drukken.
1. Druk op de voorzijde (1) van deschakelaar voor meer steun en op de
achterzijde (2) van de schakelaar voorminder steun.
2. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat.
3. Druk op het bovenste gedeelte (3) van de schakelaar om de steun omhoog te
bewegen en druk op het onderste
gedeelte (4) van de schakelaar om de
steun omlaag te bewegen.
4. Laat de schakelaar los zodra de steun in de gewenste stand staat. Geheugen bestuurdersstoel
(indien van toepassing, elektrisch
verstelbare stoel) De bestuurdersstoel heeft een
geheugen, waarin de stand van de stoel
en van de buitenspiegel met een druk op
de knop kunnen worden opgeslagen of
opgeroepen. Verschillende personen
kunnen zodoende elk hun eigen
voorkeursinstelling bewaren. Als de
accukabels worden losgenomen, wordt
het geheugen van de bestuurdersstoel
gewist. De voorkeursposities dienen in
dat geval opnieuw te wordenopgeslagen.
ONCESA2008
ODM042335
Page 28 of 710

Veiligheidssysteem van uw auto
10
3
Opslaan van stoelposities met
toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Verstel de bestuurdersstoel en de buitenspiegel naar de voor de
bestuurder meest comfortabele
positie.
3. Druk op toets SET op het bedienings- paneel. Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het indrukken van toets SET op één van
de geheugentoetsen (1 of 2). Het
systeem geeft met twee piepjes aandat de instellingen met succes zijnopgeslagen. Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N
(bij een automatische transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te
roepen. Het systeem geeft één piepje
en de bestuurdersstoel wordt automa-
tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van deinstellingen uit het geheugen de
schakelaar voor het verstellen van de
bestuurdersstoel wordt bediend, wordt
het instellen vanuit het geheugen
afgebroken en wordt de stoel in de
richting waarin de schakelaar wordt
bediend, bewogen.
WAARSCHUWING
Bedien het geheugen van de
bestuurdersstoel nooit tijdens hetrijden.
Hierdoor kunt u de controle
verliezen waardoor een ongeluk
met ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.
Page 29 of 710

311
Veiligheidssysteem van uw auto
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders-stoel als volgt automatisch:
Zonder Smart Key-systeem- De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het
contactslot gestoken wordt.
Met Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de toets ENGINE
START/STOP UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE
START/STOP in stand ACC of
START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of
deactiveren. Zie "Gebruikersinstell" in dithoofdstuk 4. Hoofdsteun (Voorstoel)
De stoelen van de bestuurder en
voorpassagier zijn voor extra veiligheid
en comfort voorzien van een hoofdsteun.
De hoofdsteun biedt niet alleen comfort,
maar helpt tevens bij de bescherming
van hoofd en nek van de inzittenden bij
een aanrijding.
OHM038048N
WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u
posities instelt vanuit het geheugen
als u in de auto zit. Duw de
schakelaar voor het verstellen van
de stoel onmiddellijk in de
gewenste richting als de stoel te
ver in een bepaalde richting
beweegt.
Page 30 of 710

Veiligheidssysteem van uw auto
12
3
Verstellen in voorwaartse /
achterwaartse richting (indien van toepassing)
De hoofdsteun kan in vier standen naar
voren worden gedrukt. Druk de
hoofdsteun vanuit de voorste positie
nogmaals naar voren om de hoofdsteun
naar achteren te plaatsen. Zorg ervoordat de hoofdsteun hoofd en nek goedondersteunt.
Afstellen van de hoogte
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in de gewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
■Type A
ODMESA2220CN
ONCESA2015
WAARSCHUWING
Voor een optimale bescherming in geval van een aanrijding moet
de hoofdsteun zo afgesteld zijn
dat het midden van de
hoofdsteun zich op dezelfde
hoogte bevindt als het
zwaartepunt van het hoofd van
de inzittende. Over het algemeen
bevindt het zwaartepunt van het
hoofd zich op dezelfde hoogte als
de bovenzijde van de ogen. Zorg
dat de hoofdsteun zich zo dicht
mogelijk bij uw hoofd bevindt.
Gebruik daarom geen kussen
waardoor het lichaam verder van
de rugleuning af komt.
Gebruik de auto niet als de hoofdsteunen zijn verwijderd
omdat dan in geval van eenaanrijding ernstig letsel kan
ontstaan. Een goed afgesteldehoofdsteun biedt een zo optimaal
mogelijke bescherming tegennekletsel.
Verstel de hoofdsteun van de bestuurder niet als de auto rijdt.
Page 31 of 710
313
Veiligheidssysteem van uw auto
De hoofdsteun hoger afstellen:
1. Trek hem omhoog om hem in degewenste positie (1) te zetten.
De hoofdsteun lager afstellen:
1. Houd de ontgrendelknop (2) op de hoofdsteun ingedrukt.
2. Laat de hoofdsteun in de gewenste positie (3) zakken.
Verwijderen en plaatsen
Verwijderen van de hoofdsteun:
1. Zet de rugleuning (2) rechtop met derugleuningverstelling of
rugleuningschakelaar (1).
2. Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog. 3. Druk de ontgrendelknop hoofdsteun
(3) in terwijl u de hoofdsteun naar
boven (4) trekt.
WAARSCHUWING
Laat iemand tijdens het rijden
NOOIT zitten in een stoel waarvan
de hoofdsteun verwijderd is.
ONCESA2016
■ Type B
ONCNSA3150
ONCNSA3152
■
Type A
■ Type B
Page 32 of 710
Veiligheidssysteem van uw auto
14
3
Plaatsen van de hoofdsteun:
1. Stop de pennen van de hoofdsteun (2)
in de gaten terwijl u de
ontgrendelknop (1) indrukt.
2. Zet de rugleuning (4) rechtop met de rugleuningverstelling of
rugleuningschakelaar (3). 3. Stel de hoofdsteun vervolgens af op
de gewenste hoogte. Stoelverwarming
(indien van toepassing)
Met de stoelverwarming kunnen de
voorstoelen bij lage buitentemperaturen
verwarmd worden.
WAARSCHUWING
Controleer of de hoofdsteunen
goed vergrendeld zijn nadat ze
opnieuw geplaatst zijn en of ze
goed zijn afgesteld.
ODM032014
ODM032016
■ Type A
■Type B
ONCNSA3151
ONCNSA3153
■
Type A
■ Type B