
Kenmerken van uw auto
200
4
EXTERIEUR
Roof rack (indien van toepassing)
Als uw auto is voorzien van een roof
rack, kunt u bagage op het dak
vervoeren.
✽✽ AANWIJZING
Plaats als de auto is uitgerust met een
schuif-/kanteldak de lading zodanig op
het roof rack dat de werking van het
dak niet gehinderd wordt.WAARSCHUWING
Hieronder wordt aangegeven wat het maximale gewicht is dat kan
worden geladen op het roof rack.
Verdeel de lading gelijkmatig
over het roof rack en zet de
lading goed vast.
Er kan schade aan uw auto
ontstaan, als u meer dan het
toegestane gewicht op het roof
rack vervoert.
Het zwaartepunt van de auto ligt hoger als er zich lading op het
roof rack bevindt. Vermijd
plotseling starten of remmen,
scherpe bochten, abrupte
manoeuvres of hoge snelheden
waardoor u de macht over hetstuur kunt kwijtraken of de auto
over de kop kan slaan.
(Vervolg)
DAK 100 kg (220 lbs.)
DRAGER GELIJKMATIG VERDEELD
OPMERKING
Neem de juistevoorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat lading op het roofrack het dak beschadigt.
Zorg ervoor dat grote objecten nooit aan de achterzijde of aan dezijkant buiten de auto uitsteken.
ODM042345

4201
Kenmerken van uw auto
(Vervolg)
Rijd altijd langzaam en neembochten voorzichtig als u
voorwerpen op het roof rack
vervoert. Sterke windvlagen
kunnen een opwaartse druk aan
de onderzijde van de lading
veroorzaken. Dit geldt met name
voor grote, platte voorwerpenzoals houten panelen of
matrassen. Hierdoor kunnen
voorwerpen van het roof rack
vallen en de auto of andere auto's
beschadigen.
Controleer regelmatig of de voorwerpen op het roof rack
goed vastzitten om te voorkomen
dat de lading beschadigd ofverloren raakt.

Kenmerken van uw auto
202
4
✽✽
AANWIJZING
Als u achteraf een HID-koplamp monteert, treden er mogelijk
storingen op in het audiosysteem en
de elektronische onderdelen van uw
auto.
Voorkom dat chemicaliën als parfum, cosmetische oliën, zonnebrandcrème
en luchtverfrisser in aanraking
komen met onderdelen van het
interieur, omdat deze beschadiging of
verkleuring kunnen veroorzaken.Antenne
Dakantenne
Uw auto maakt gebruik van een
dakantenne om zowel AM- als FM-
signalen te ontvangen. Deze antenne
kan verwijderd worden. Draai de antenne
linksom om hem te verwijderen. Draai de
antenne rechtsom om deze te plaatsen.
AUDIOSYSTEEM
OPMERKING
• Verwijder de antenne door deze
linksom te draaien voordat u een
lage ruimte of automatische wasserette binnenrijdt. Wanneeru dit niet doet, kan de antennebeschadigd raken.
Bij het terugplaatsen van de antenne is het voor een goedeontvangst van belang dat de antenne goed wordt vastgedraaid
en dat de antenne rechtop staat, tenzij de auto geparkeerd is of erbagage op het roof rack aanwezig is.
Plaats geen bagage in de buurt van de antennevoet om deontvangst van signalen niet testoren.
OHM048154
■
Type A ■
Type B

Rijden met uw auto
72
5
Rijden onder moeilijke omstandigheden
Neem de volgende raadgevingen in acht
als ten gevolge van zware regenval,
sneeuw, ijzel, modder of zand het rijden
bemoeilijkt wordt:
Rijd voorzichtig en bewaar extra
afstand tot het overige verkeer.
Vermijd abrupt remmen of sturen.
Rem “pompend”als uw auto niet voorzien is van ABS.
Probeer weg te rijden in de tweede versnelling als de auto vastzit in
sneeuw, modder of zand. Geef
voorzichtig gas om te voorkomen datde wielen doorslippen.
Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen of ander anti-slipmateriaal onder de
aangedreven wielen als de auto vast is
komen te zitten in ijs, sneeuw of
modder. Verkleinen van de kans op over
de kop slaan
Dit type personenauto, dat geschikt is
voor meerdere doeleinden, wordt een
Sports Utility Vehicle (SUV) genoemd.
Een SUV heeft een grotere
bodemvrijheid en een kleinere
spoorbreedte voor een grotere
inzetbaarheid. Door het specifieke
ontwerp ligt het zwaartepunt hoger dan
bij normale auto's. Een voordeel van de
grotere bodemvrijheid is dat u een beter
overzicht over de weg hebt. Hierdoor
kunt u beter anticiperen. MPV's zijn niet
ontworpen voor dezelfde
bochtsnelheden als normale
personenauto's. Vanwege dit risico,
raden wij de bestuurder en passagiers
sterk aan om hun veiligheidsgordel vast
te maken. De kans dat een persoon die
zijn of haar veiligheidsgordel niet draagt
zeer ernstig gewond raakt als de auto
over de kop slaat, is aanmerkelijk groter
dan bij een persoon die wel zijn of haar
veiligheidsgordel draagt. Er zijn stappendie een bestuurder kan nemen om de
kans op over de kop slaan te verkleinen.
Voorkom indien mogelijk scherpe
bochten en abrupte stuurbewegingen,
vervoer nooit zware ladingen op het roof
rack en breng geen wijzigingen aan uwauto aan.
RIJDEN ONDER SPECIALE RIJOMSTANDIGHEDEN
WAARSCHUWING - Remsysteem met ABS
Rem niet “pompend” als uw auto is
uitgerust met ABS.
WAARSCHUWING
- Terugschakelen
Op een glad wegdek
terugschakelen bij een
automatische transmissie kan
ongelukken veroorzaken. Door de
plotselinge verandering inwielsnelheid kunnen de banden
slippen. Wees voorzichtig met het
terugschakelen op een gladwegdek.

Onderhoud
36
7
Controleren bandenspanning Controleer de bandenspanning minstens eenmaal per maand.
Controleer ook de spanning van het
reservewiel.
Controle
Gebruik een goed kwaliteit meter om
de bandenspanning te meten. Het isonmogelijk de bandenspanning tebeoordelen door alleen naar de
banden te kijken. Radiaalbanden
lijken ook op de juiste spanning tezijn als de bandenspanning te laag
is. Controleer de bandenspanning bij
koude banden. - "Koude" banden wil
zeggen dat er de laatste drie uur nietmet de auto is gereden of niet meerdan 1,6 km. Verwijder de ventieldop. Druk de
bandenspanningsmeter stevig op het
ventiel om de spanning te meten. Als
de bandenspanning overeenkomt
met de aanbevolen druk op de band
en het informatielabel, hoeft hij niet
te worden aangepast.
Corrigeer de bandenspanning tot het
aanbevolen niveau als de spanning
te laag is.
Druk als de bandenspanning te hoog is het metalen pennetje in het
midden van het ventiel in om lucht uit
de band te laten lopen. Controleer debandenspanning opnieuw met de
bandenspanningsmeter. Plaats de
ventieldopjes altijd terug op de
ventielen. Ze zorgen ervoor dat er
geen vuil of vocht in de ventielen
terechtkomt waardoor er lekkenkunnen ontstaan.
OPMERKING - Bandenspanning
Let altijd op het volgende:
Controleer de bandenspanning bij koudebanden. (Nadat er de laatste drie uur niet met de auto isgereden of niet meer dan 1,6km.)
Controleer ook altijd de spanning van het reservewiel.
Overschrijd het laadvermogen van de auto niet. Plaats niet teveel bagage op het roof rackals uw auto hiermee isuitgerust.
Versleten, oude banden kunnen ongelukkenveroorzaken. Vervang eenband als het profiel ergversleten is of als de band beschadigd is.

Specificaties & Consumenteninformatie
2
8
AFMETINGEN * 1
: met roof rack
MOTOR Onderwerp Benzine
Lambda II 3,3
Diesel R2,2
Cilinderinhoud cc (cu. in) 3.342
(203,94)
2.199
(134,19)
Boring x slag mm (in.)92x83,8
(3,62X3,29)
85,4x96
(3,34X3,77)
Ontstekingsvolgorde 1-2-3-4-5-6
1-3-4-2
Aantal cilinders V - type
4, In lijn
Onderwerp mm (in.)
Totale lengte 4.915 (193,5)
Totale breedte 1.885 (74)
Totale hoogte 1.685 (66,3)/1.695 * 1
(66,7)
Spoorbreedte vóór 235/60R18 1.628 (64,1)
235/55R19 1.628 (64,1)
Spoorbreedte achter 235/60R18 1.639 (64,5)
235/55R19 1.639 (64,5)
Wielbasis 2.800 (110)

Index
4
I
Elektrisch bedienbare ruiten ···········································4-39
Elektrische parkeerrem (EPB) ········································5-36
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ·························5-47
Emissieregelsysteem ·······················································7-87
Energiebesparingsfunctie ··············································4-135
Exterieur········································································4-200
Roof rack ···································································4-200
Flessenhouder ·······························································4-191
Follow me home-functie ···············································4-135
Gebruik van dit instructieboekje·······································1-2 Geheugen bestuurdersstoe (elektrisch verstelbare stoel) ··········································3-9
Gordelspanner veiligheidsgordel ····································3-35
Handmatig bediend verwarmingsen ventilatiesysteem ·······················································4-156
Hoeveelheid koudemiddel en compressorolie controleren ·······························································4-166
Interieurfilter······························································4-165 Verwarming en airconditioning ·································4-157
Verwarmings- en ventilatiesysteem 3
e
zitrij ··············4-162
Werking systeem ·······················································4-163
Hill-start Assist Control (HAC) ······································5-52
Hoofdsteun ····························································3-11, 3-25
Inhoud bagageruimte ························································8-6
Inrijprocedure····································································1-6
Instapverlichting····························································4-153
Instructies voor het rijden met de auto ·····························1-6
Interieur, overzicht (I) ·······················································2-4
Interieur, overzicht (II)······················································2-5
Interieurfilter ···································································7-25
Interieurverlichting························································4-150 Automatisch uitschakelen interieurverlichting ··········4-150
Bagageruimteverlichting············································4-152
Instapverlichting ························································4-153
Interieurverlichting ····················································4-152
Leeslampje ·································································4-150
Make-upspiegelverlichting ········································4-152
Verlichting dashboardkastje·······································4-153
Jashaak ··········································································4-196
F
G
H
I
J
E

I7
Index
Portiervergrendeling met afstandsbediening·····················4-8
Vervangen van de batterij ············································4-11
Voorzorgsmaatregelen afstandsbediening ···················4-10
Werking systeem ···························································4-8
Rembekrachtiging ···························································5-32
Remsysteem ····································································5-32 Antiblokkeersysteem (ABS)········································5-45
Auto hold ·····································································5-42
Downhill Brake Control (DBC) ··································5-53
Elektrische parkeerrem (EPB) ·····································5-36
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ·····················5-47
Hill-start Assist Control (HAC)···································5-52
Noodstopsignaal (ESS)················································5-53
Parkeerrem ···································································5-34
Rembekrachtiging························································5-32
Trailer Stability Assist (TSA) ······································5-52
Vehicle Stability Management (VSM) ························5-51
Remvloeistof ···································································7-18
Richtingaanwijzers························································4-141
Rijden in de winter ·························································5-78 Sneeuwkettingen··························································5-79
Winterbanden·······························································5-78
Rijden met een aanhanger···············································5-83 Als u gaat rijden met een aanhanger ···························5-90
Losbreekvoorziening ···················································5-85 Onderhoud bij het rijden met een aanhanger ··············5-90
Remsysteem aanhanger ···············································5-86
Rijden met een aanhanger ···········································5-86
Trekhaak ······································································5-85
Rijden onder speciale rijomstandigheden ·······················5-72 Doorwaden van water ··················································5-76
Op eigen kracht lostrekken van de auto ······················5-74
Rijden in de regen ·······················································5-76
Rijden in het donker ····················································5-75
Rijden in het terrain ·····················································5-76
Rijden met hoge snelheden ·········································5-77
Rijden onder moeilijke omstandigheden ·····················5-72
Verkleinen van de kans op over de kop slaan ·············5-72
Vloeiend nemen van bochten ······································5-75
Rolgordijn opzij ····························································4-199
Rolhoes bagageruimte···················································4-197
Roof rack·······································································4-200
Ruiten ··············································································4-38 Elektrisch bedienbare ruiten ········································4-39
Ruitensproeiervloeistof ···················································7-20
Ruitenwisserbladen ·························································7-27
Ruitenwissers en ruitensproeiers ··································4-145 Ruitensproeiers voorruit ············································4-147
Ruitenwissers voor ····················································4-146
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier ···············4-149
R