Page 49 of 344

47
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
ruitbediening
1. Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde.
2.
S
chakelaar ruitbediening
passagierszijde.
3.
S
chakelaar ruitbediening rechtsachter.
4.
S
chakelaar ruitbediening linksachter.
5.
B
lokkeerschakelaar elektrisch
bedienbare ruiten achter.
Eentraps ruitbediening
u hebt twee mogelijkheden:
-
a
utomatisch
F
D
uw of trek de schakelaar voorbij het
zware punt. Als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
F
b
e
dien de schakelaar opnieuw om het
openen of sluiten te stoppen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
na h
et afzetten van het contact kunnen
de ruiten nog ongeveer 45
seconden
worden bediend, tenzij binnen deze
45
seconden een portier wordt geopend
en de auto wordt vergrendeld
Gebruik, wanneer een ruit niet
met het bedieningspaneel van het
bestuurdersportier kan worden geopend
of gesloten, het bedieningspaneel
van het desbetreffende portier, en
omgekeerd. Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet wil
sluiten, voer dan direct het volgende uit:
F
d
ruk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend,
F
t
rek vervolgens direct de
schakelaar omhoog tot de ruit
volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
-
h
andmatig
F
D
uw of trek de schakelaar tot het zware
punt. De ruit stopt zodra de schakelaar
wordt losgelaten.
2
toegang tot de auto
Page 50 of 344

48
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
F Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de ruiten, te
blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening niet
geblokkeerd.
op h
et display van het instrumentenpaneel
wordt een melding weergegeven als de
blokkering van de ruitbediening in- of
uitgeschakeld wordt. Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat dit nakijken door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ne
em bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er met name op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Met deze schakelaar worden ook de
binnenportiergrepen van de achterportieren
geblokkeerd (zie het hoofdstuk
"Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"- §
el
ektrische kinderbeveiliging").
toegang tot de auto
Page 51 of 344

49
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Portieren
Openen
Van binnenuit
Handmatige centrale
vergrendeling
Vergrendelen
F Druk op de knop A om de auto te
vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat branden. Het
lampje knippert als alle opengaande delen zijn
vergrendeld (bij stilstaande auto en afgezette motor).
Van buitenaf
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend. Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
m
et de portiergreep van het
bestuurdersportier wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld,
-
m
et de overige portiergrepen
worden de overige portieren en de
achterklep ontgrendeld.
De portieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als de
supervergrendeling is ingeschakeld. Als een van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling van
binnenuit niet.
Deze functie biedt de mogelijkheid de portieren
en de achterklep van binnenuit handmatig en
volledig te vergrendelen of te ontgrendelen.
F
o
n
tgrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep. F t
rek
aan de binnenportiergreep van
een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
2
toegang tot de auto
Page 52 of 344

50
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op de knop A om de auto te
ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
Automatische centrale
vergrendeling
Vergrendelen
Zodra sneller wordt gereden dan
10 km/h, worden de portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld.
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren is geopend.
Als de achterklep is geopend, is de
automatische centrale vergrendeling van de
portieren actief.
Ontgrendelen
F Druk als sneller wordt gereden dan 10 km/h op de knop A om de portieren en
de achterklep tijdelijk te ontgrendelen.
Inschakelen
F Druk langer dan 2 seconden op de knop A .op h
et display van het instrumentenpaneel
verschijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.
Uitschakelen
F Druk nogmaals langer dan 2 seconden op de knop A .
op h
et display van het instrumentenpaneel
verschijnt een melding ter bevestiging, in
combinatie met een geluidssignaal.
Als de auto van buitenaf is vergrendeld
of de supervergrendeling is
ingeschakeld, knippert het rode lampje
en is de knop A inactief.
F
G
ebruik in dat geval de
afstandsbediening of de sleutel om
de auto te ontgrendelen. Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en
de achterklep tijdens het rijden automatisch en
volledig worden vergrendeld.
u
kunt de functie desgewenst inschakelen of
uitschakelen.
toegang tot de auto
Page 53 of 344

51
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Functie die het mogelijk maakt om de portieren
mechanisch te vergrendelen of te ontgrendelen
bij een lege accu of in het geval van een storing
in de centrale vergrendeling.
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
F steek de sleutel in het portierslot en draai
deze rechtsom.
u
kunt deze procedure ook bij het andere
voorportier uitvoeren.
Ontgrendelen van het
bestuurdersportier
F steek de sleutel in het portierslot en draai deze linksom.
Vergrendelen van het portier
aan passagierszijde en de
achterportieren
F open de portieren.
F co ntroleer of de kinderbeveiliging van de
achterportieren niet geactiveerd is (zie de
desbetreffende rubriek).
F
Ver wijder met behulp van de sleutel het zwarte dopje op de smalle zijde van het portier.
F
s
t
eek de sleutel voorzichtig in de opening en
duw de hendel zonder de sleutel te verdraaien,
naar de binnenzijde van het portier.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het kapje terug.
F sluit de portieren en controleer van buitenaf of de auto goed is vergrendeld.
Ontgrendelen van het portier
aan passagierszijde en de
achterportieren
F trek aan de portiergreep aan de binnenzijde.
Noodbediening
2
toegang tot de auto
Page 54 of 344

52
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Achterklep (se dan)
F Druk de hendel 1 omhoog en til de
achterklep op.
bi
j stilstaande auto kan dit met behulp van:
-
D
e afstandsbediening.
-
D
e sleutel in een portierslot.
-
D
e schakelaar voor de centrale
vergrendeling/ontgrendeling in het interieur.
De achterklep wordt automatisch vergrendeld
zodra de auto sneller rijdt dan circa 10 km/h,
zelfs als de automatische vergrendeling
uitgeschakeld is.
De achterklep wordt weer ontgrendeld als een
portier wordt geopend of als u de toets van de
centrale vergrendeling bedient (snelheid lager
dan 10 km/h).
OpenenVergrendelen/ontgrendelen Noodbediening
Ontgrendelen
F klap de achterbank naar voren om bij het
slot in de bagageruimte te komen.
F
s
t
eek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
D
uw het witte gedeelte aan de binnenkant
van het slot naar links om de achterklep te
ontgrendelen.
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
toegang tot de auto
Page 55 of 344
53
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Elektrisch openen
Achterklep (tou rer)
Handmatig openen
F Druk de hendel A omhoog en til de
achterklep op. F
D ruk de hendel A naar boven of houd de
knop B van de afstandsbediening langer
dan één seconde ingedrukt.
Handmatig sluiten
F trek de achterklep aan de lus C aan interieurzijde dicht.
Elektrisch sluiten
F Druk op de knop D om de achterklep elektrisch te sluiten.
Zorg ervoor dat niets het sluiten van
de achterklep hindert; obstakels
verhinderen het sluiten en zorgen
ervoor dat de achterklep enkele
centimeters omhoog komt.
Laat de achterklep los nadat u op de
hendel A hebt gedrukt.
2
toegang tot de auto
Page 56 of 344

54
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Geheugen wissen
Als de achterklep in de gedeeltelijke
openingsstand staat, kunt u de programmering
opheffen:
F
H
oud de knop D ingedrukt. u hoort een
lange piep.
F
L
aat de knop D los. De achterklep keert
bij de volgende bediening terug naar de
maximale openingsstand.
Elektrische bescherming
van de motor
nadat de achterklep diverse keren achtereen
is geopend en gesloten, kan het voorkomen
dat door oververhitting van de elektromotor de
achterklep niet meer geopend of gesloten kan
worden.
Laat de elektromotor afkoelen door de
achterklep tien minuten niet te bedienen.
De noodvergrendeling blijft mogelijk.
om l
etsel uit te sluiten, raden wij u aan
erop te letten dat zich geen personen in
de nabijheid van de achterklep bevinden,
wanneer deze via de elektrische
bediening wordt geopend of gesloten.
Door gewicht op de achterklep (sneeuw,
fietsdrager, enz.) kan deze ongewenst
sluiten.
o
nd
ersteun de achterklep,
demonteer de fietsdrager of ver wijder
de sneeuw.
Vergeet niet de achterklep te
vergrendelen voordat u de auto in een
wasstraat rijdt, om te voorkomen dat
de achterklep door de achterklepmotor
geopend wordt.
Opslaan van het
gedeeltelijk openen van de
achterklep
Zo programmeert u een gedeeltelijke
openingsstand van de achterklep:
F
Z
et de achterklep elektrisch of handmatig
in de gewenste stand.
F
H
oud de knop D ingedrukt. u hoort een
korte piep.
F
L
aat de knop D los.
Het openen/sluiten van de
achterklep onderbreken
Het elektrisch openen of sluiten van de
achterklep kunt u elk moment onderbreken
door op de knop D van de achterklep, de
hendel A of de knop B te drukken.
u
kunt vervolgens de achterklep elektrisch
of handmatig openen of sluiten, eventueel
in de tegengestelde richting, om deze te
deblokkeren.
Vergrendelen/ontgrendelen
Dit is mogelijk bij stilstaande auto met:
- D e afstandsbediening.
-
D
e sleutel in een van de portiersloten.
-
D
e interieurvergrendelknop.
De achterklep wordt automatisch vergrendeld
zodra u harder rijdt dan 10
km/h, zelfs
wanneer het automatisch vergrendelen van de
toegangen uitgeschakeld is.
b
i
j het openen van
een portier of wanneer u bij een snelheid onder
de 10
km/h op de centrale ontgrendelknop
in het interieur drukt, wordt de achterklep
ontgrendeld.
toegang tot de auto