15
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Instrumentenpaneel benzine - diesel met handgeschakelde of automatische versnellingsbak
A. brandstofmeter
B.
Meter:
● Koelvloeistoftemperatuur
● Informatie
s
nelheidsregelaar/-begrenzer
C.
sn
elheidsmeter
D.
to
erenteller E.
Meter:
● Motorolietemperatuur
● Stand
se
lectiehendel
en w
eergave
i
ngeschakelde versnelling (Automatische
versnellingsbak)
F.
be
diening:
● Dimmer
d
ashboardverlichting
● Resetten
dagteller en
o
nderhoudsintervalindicatorG. D
isplay van het instrumentenpaneel
waarop wordt weergegeven:
● Afhankelijk
van de met de linker rolknop
v
an het stuurwiel geselecteerde pagina:
-
D
igitale weergave van de snelheid
-
bo
ordcomputer
-
H
erhaling van de navigatie-informatie
-
Waarschuwingsmeldingen
-
c
o
ntrole van het motoroliepeil
-
ond
erhoudsintervalindicator
● Continu: -
Dagteller
-
ki
lometerteller
Het instrumentenpaneel bevat de meters en de controle- en waarschuwingslampjes.
1
controle tijdens het rijden
22
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Op 0 zetten van de
o nderhoudsintervaldicator
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
7
seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole met 300
km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het centrale
display gedurende 7
seconden het volgende aan:
De sleutel blijft branden op het
display om aan te geven dat er
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
hadden moeten worden. De factor tijd kan worden meegewogen
bij de nog af te leggen kilometers,
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals aangegeven
in het onderhoudsschema van de
fabrikant is overschreden.
De onderhoudsintervalindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht
minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden
opgeslagen.
controle tijdens het rijden
48
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
F Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening
achter, ongeacht de stand van de ruiten, te
blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbediening
geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening niet
geblokkeerd.
op h
et display van het instrumentenpaneel
wordt een melding weergegeven als de
blokkering van de ruitbediening in- of
uitgeschakeld wordt. Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging.
Laat dit nakijken door het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ne
em bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Let er met name op dat kinderen zich
tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Met deze schakelaar worden ook de
binnenportiergrepen van de achterportieren
geblokkeerd (zie het hoofdstuk
"Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen"- §
el
ektrische kinderbeveiliging").
toegang tot de auto
55
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Panoramisch open dak (se dan)
Als het open dak gesloten is
- Druk de schakelaar B tot de eerste stand
in: kantelen.
-
D
ruk de schakelaar B tot de tweede stand
in: volledig automatisch openkantelen.
-
D
ruk de schakelaar A tot de eerste stand
in: naar achteren schuiven.
-
D
ruk de schakelaar A tot de tweede stand
in: automatisch volledig openschuiven.
Open dak geopend
- Druk de schakelaar B tot de eerste stand in: sluiten.
-
D
ruk de schakelaar B tot de tweede stand
in: automatisch volledig sluiten.
Werking
Open dak in de kantelstand
- Druk de schakelaar A tot de eerste stand in: sluiten.
-
D
ruk de schakelaar A tot de tweede stand
in: automatisch volledig sluiten.
Het open dak is voorzien van een handbediend
blinderingspaneel.
Antiklemvoorziening
een antiklemvoorziening stopt het sluiten
van het dak, zowel bij het dichtschuiven als
het dichtkantelen. Als een obstakel wordt
gedetecteerd, wordt de beweging van het dak
omgekeerd.
Resetten
nadat de accupolen zijn losgenomen
of als het dak niet goed werkt, moet de
antiklemvoorziening gereset worden .
F
k
antel het dak volledig open met
schakelaar B,
F
h
oud de schakelaar B minimaal 1 seconde
ingedrukt.
Tijdens deze handeling is de
antiklemvoorziening niet actief.
ne
em bij het verlaten van de auto altijd
de sleutel uit het contact, ook wanneer
u de auto maar even verlaat.
Als er iets of iemand bij het bedienen
van het open dak klem komt te zitten,
moet u de beweging van het dakpaneel
meteen omkeren.
Doe dat door de schakelaar aan de
andere kant in te drukken.
Als u het schuifdak bedient, moet u ervoor
zorgen dat de passagiers op geen enkele
manier het sluiten van het dak belemmeren.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat
de passagiers het schuifdak op de juiste
manier bedienen.
Houd vooral kinderen goed in de gaten
bij het bedienen van het dak.
Het achteraf inbouwen van een
schuifdak is niet toegestaan.
2
toegang tot de auto
57
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
Antiklemvoorziening
Als het zonnescherm bij het sluiten een
obstakel tegenkomt, stopt het en schuift het
weer gedeeltelijk open.
u
moet de antiklemvoorziening uiterlijk binnen
vijf seconden nadat het zonnescherm is
gestopt resetten:
F
d
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig gesloten is (het scherm sluit in
stappen van enkele centimeters).
na h
et opnieuw aansluiten van de accu of als
er een storing optreedt in het zonnescherm
tijdens de beweging of meteen na het stoppen
ervan, moet u de antiklemvoorziening als volgt
resetten:
F
zet
toets B in de tweede stand (volledig
sluiten),
F
w
acht tot het zonnescherm volledig
gesloten is,
F
d
ruk ten minste drie seconden op toets B .
Wanneer het zonnescherm spontaan open
schuift tijdens het sluiten, dient u, meteen na
het stoppen van het zonnescherm, als volgt te
werk te gaan:
F
D
ruk op de toets B tot het zonnescherm
volledig sluit.
Let op, de antiklemfunctie werkt niet tijdens
deze handelingen. Laat, wanneer er tijdens het bedienen
van het zonnescherm iets klem komt
te zitten, het scherm de andere kant
op schuiven. Druk hiervoor op de
desbetreffende toets.
Als u het zonnescherm bedient, dient
u erop te letten dat niemand het sluiten
belemmert.
De bestuurder dient erop toe te zien dat
de inzittenden het zonnescherm correct
bedienen.
Let op kinderen tijdens het bedienen
van het zonnescherm.
2
toegang tot de auto
107
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
T O E S TA N D GEVOLGEN
4 Weergave van de meldingen "Storing handrem"
en
"Storing Hill Start Assist" en het branden van de
volgende waarschuwingslampjes:
en/of
k
nipperen-
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill s
t
art Assist is niet beschikbaar.
om
de elektrische handrem te bedienen:
F
b
e
veilig de auto tegen wegrollen en zet het contact uit.
F
t
r
ek minimaal 5 seconden aan de hendel of totdat de handrem wordt bediend.
F
Z
et het contact aan en controleer of de controlelampjes van de elektrische
handrem gaan branden.
-
H
et bedienen duurt langer dan normaal.
-
A
ls het controlelampje (!) knippert of als de controlelampjes niet gaan branden
met het contact aan, werkt deze methode niet. Laat dit controleren door het
cIt
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
om d
e elektrische handrem vrij te zetten:
F
Z
et het contact aan.
F
H
oud de hendel gedurende circa 3
seconden ingedrukt.
5 Weergave van de melding "
Storing bediening
handrem - automatische stand geactiveerd" en
branden van de volgende waarschuwingslampjes:
en/of
k
nipperen-
A
lleen de functies van het automatisch bedienen bij het afzetten van de motor
en het automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig bedienen/vrijzetten van de elektrische handrem is niet mogelijk
en de dynamische noodremfunctie is niet beschikbaar.
6 Weergave van de melding "
Storing handrem" en het
branden van het volgende waarschuwingslampje:
knipperen -
A
ls de handrem wordt bediend, kan niet worden gegarandeerd dat deze wordt
aangetrokken.
-
D
e functie handrem is op dit moment niet beschikbaar.
Als dit het geval is:
F
W
acht ongeveer 3 minuten.
F
P
robeer, als na 3 minuten het controlelampje nog knippert, de handrem
te resetten door ofwel hendel A in te drukken en los te laten ter wijl u het
rempedaal intrapt, ofwel door langdurig aan hendel A te trekken.
7
st
oring accu -
A
ls het laadstroomlampje gaat branden moet u de auto direct stoppen (rekening
houdend met het overige verkeer) en tegen wegrollen beveiligen.
-
b
e
dien de elektrische handrem alvorens de motor af te zetten.
4
rijden
126
c5_nl_ chap04_conduite_ed01-2014
stuurwiel met bedieningstoetsen op vaste naaf
1Draaien
- scrollen door de verschillende informatiepagina's van het display van het instrumentenpaneel.
-
sc rollen door de verschillende menu's van het display van het instrumentenpaneel.
-
V
erhogen/verlagen van waarden.
kort indrukken- openen van het menu van het display van het instrumentenpaneel (alleen bij stilstaande auto).
- s electeren en bevestigen van informatie.
Lang indrukkenresetten van de boordcomputer (als de pagina van de boordcomputer wordt weergegeven).
2ko rt indrukken
- Annuleren van de huidige opdracht.
-
te rug naar de vorige weergave van het display van het instrumentenpaneel.
Lang indrukkenterug naar de oorspronkelijke weergave van het display van het instrumentenpaneel.
3kort indrukkenVerhogen van de snelheid in stappen van 1 km/h / opslaan snelheid.
Ingedrukt houdenVerhogen van de snelheid in stappen van 5 km/h.
4kort indrukkenVerlagen van de snelheid in stappen van 1 km/h / opslaan snelheid.
Ingedrukt houdenVerlagen van de snelheid in stappen van 5 km/h.
5kort indrukkenonderbreken of hervatten van de snelheidsregelaar/-begrenzer (afhankelijk van de geselecteerde
f u n c t i e).
6kort indrukkenselecteren van de functie snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer (de cyclus van deze toets begint
altijd met het selecteren van de snelheidsbegrenzer).
7kort indrukkenuitschakelen snelheidsregelaar/-begrenzer.
8kort indrukken
- Inkomend gesprek aannemen.
- G
esprek afbreken.
-
o
p
enen contextmenu voor telefoon.
-
b
e
vestigen in de lijst en het telefoonmenu.
Lang indrukkenInkomend gesprek weigeren.
9kort indrukken/Lang indrukkenclaxon.
10kort indrukkenActiveren/deactiveren van de bl ack Panel-functie (rijden in het donker).
11kort indrukkenActiveren van de spraakbediening.
Lang indrukkenHerhaling van de navigatie-instructie.
rijden
01
261
c5_nl_chap11b_rt6-2-8_ed01-2014
Lang indrukken: resetten
van het systeem.
toegang tot het menu
"
Telefoon" en weergave van de
laatste gesprekken of inkomend
gesprek accepteren.
BASISFUNCTIES
kort indrukken: selecteren van een opgeslagen
radiozender .
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de
huidige radiozender.
toegang tot het Menu "
MUSIC " en weergave van de tracks
of de afspeellijsten van de c D/MP3/Apple
®-apparatuur.
Lang indrukken: weergave van het paneel met audio-
regelknoppen voor de geluidsbron " MEDIA " (
c D/ usb /
iPod/
s
treaming/A
u
X).toegang tot het menu "
RADIO " en
weergave van de zenderlijst.
Lang indrukken: weergave van het
paneel met audio-regelknoppen voor de
geluidsbron tuner.