167
c5_nl_ chap06_securite_ed01-2014
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor
een maximale effectiviteit van
de airbags:
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Dit kan de goede
werking van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van de airbag
verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het
c
It
ro
Ën-
n
etwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan op
letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt
geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer
snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden)
en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij
de warme gassen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuur wielkussen
rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
ro
ok niet in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet op.
be
vestig geen voor werpen of stickers op het stuur wiel of op het dashboard. Deze kunnen bij
het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
Zijairbags
bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met
actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt
zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het
c
It
ro
Ën-
netwerk.
ra
adpleeg de rubriek "Accessoires".
be
vestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Window-airbags
bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken deel uit van de
bevestiging van de window-airbags.
6
Veiligheid
336
c5_nl_ chap12_index-alpha_ed01-2014
V
W
Veiligheidsgordels ........................160 -162, 174
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
..................... 16 8 -170, 175 , 178 , 181
Ventilatie
...............
............................13, 67, 68
Ventilatieroosters
.................................... 6 7, 6 8
Vergrendeling van binnenuit
......................... 49
V
ering Hydractive III+
.................................140
Verkeersinformatie (
tA
)
..............2
80, 293, 318
Verkeersinformatie (
tMc) .................. 2
79, 280
Verklikkerlampjes
.............................. 2
8, 31, 33
Verlichting
..................................................... 84
Versnellingsbak, automatische
......................13, 116, 218, 240
Versnellingsbak, elektronisch bediend
........................111, 2 4 0
Versnellingsbak,
handgeschakeld
...13, 109, 110, 120, 121, 240
Versnellingshendel
....................................... 13
Verversen
.................................................... 235
Verwarming
...............................
..............13, 6 8
Voor stoelen
....................................... 58, 59, 61
Waarschuwingslampjes
..........................26, 27
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
....99
Waarschuwing vergeten verlichting
........... 14
4
Wassen (adviezen) ...................................... 227
Wiel demonteren
...............................
..........19 4
Wiel monteren
............................................. 19 4
Wiel verwisselen
......................................... 192
Window-airbags
.................................. 165, 167
Z
X
Zekeringen .................................................. 210
Zekeringentabel .......................................... 210
Zekeringen vervangen
................................210
Zekeringkast dashboard
.............................210
Zekeringkast motorruimte
........................... 2
10
Zij-airbags
........................................... 165, 167
Zijknipperlicht
.............................................. 19 9
Zonneklep
..................................................... 86
Zonnescherm panoramadak
........................56
Zonnescherm panoramadak, bediening
......56
Zonnescherm panoramadak openen
........... 56
Zo
nwering
..................................................... 90
Zuinig rijden
.................................................. 13
Xenonlampen
...............................
...............
19 9
trefwoordenregister