Page 9 of 344

7
c5_nl_ chap00b_vue-ensemble_ed01-2014
cockpit
Instrumentenpanelen 15
Verklikkerlampjes 26-33
Meters
21-25
op
schakelindicator
120
kno
ppen
25
-
dagteller
-
weerstand
Parkeerplaatsassistent
135-136
ru
itbediening
47-48
bu
itenspiegels
6
3
Motorkap openen
23
1
Zekeringen dashboard
2
10-213
el
ektronisch geregelde vering
"Hydractive III +"
1
40 -141
Handgeschakelde / elektronisch gestuurde / automatische
versnellingsbak
109-110,
111
-115 , 11 6 -11 9
Hill
s
t
art Assist
1
08Plafonniers
8
3-84bi
nnenspiegel 64sf
eerverlichting 84
Zonneklep
86
Handrem
1
00
el
ektrische handrem
1
01-107
s
top & s
t
art
1
21-123
Multifunctionele displays
3
4-38
Alarmverlichting
154
Ventilatie
6
7-68
Automatische airconditioning met centrale regeling
6
9 -72
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
7
3-76
Programmeerbare verwarming
7
7-82
u
rgence-oproep of
Assistance-oproep
1
55, 257-258
e My Way
2
59 - 312
Autoradio
313 - 331
Datum/tijd instellen
3
6, 38
s
tuurwielverstelling
62 Voorzieningen in het interieur
8
6-90
-
handschoenenkastje
-
A
uX
-aansluitingen
-
matten...
.
overzicht
Page 27 of 344

25
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Kilometerteller en dagteller Dimmer dashboardverlichting
F Druk op de knop A om de lichtsterkte van
de dashboardverlichting te verlagen.
F
D
ruk op de knop B om de lichtsterkte van
de dashboardverlichting te verhogen.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet worden
ingesteld als de verlichting van de auto is
uitgeschakeld of, bij auto's met appèlverlichting,
in de dagstand staat.
Kilometerteller
Voor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30
seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
u
kunt de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
F
D
ruk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0
staat.
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Werking
1
controle tijdens het rijden
Page 33 of 344

31
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
Controlelampjes ingeschakelde functies
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
linksknippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsknippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Alarmknipperlichtenknippert, met
geluidssignaal. De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
1
controle tijdens het rijden
Page 34 of 344

32
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
Het contactslot staat in de tweede
stand (
co
ntact).Wacht met starten tot het controlelampje is gedoofd.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
ra
adpleeg het hoofdstuk "
ri
jden" voor meer
informatie over de handrem.
knippert.
De handrem is niet goed
aangetrokken of vrijgezet.
Airbag
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting". Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
u
kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting", behalve in het geval van een storing in de
airbags.
Stop & Star t permanent.
Het stop & st art-systeem heeft de motor
in de stoP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De
sto
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
stAr
t
-
stand gezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de
sto
P
- en st
Ar
t
-
stand de
rubriek "
s
top & s
t
art".
controle tijdens het rijden
Page 35 of 344
33
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
vóór permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
u
kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem. Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de frontairbag
aan passagierszijde in te schakelen.
be
vestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
so
ms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
1
controle tijdens het rijden
Page 43 of 344

41
c5_nl_ chap02_ouverture_ed01-2014
F Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier richting de achterzijde
van de auto om de portieren te
vergrendelen en houd de sleutel langer dan
2
seconden in deze stand om ook de ruiten
en het schuif-/kanteldak te sluiten.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals richting de achterzijde van
de auto om de supervergrendeling in te
schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2
seconden branden
van de richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden de buitenspiegels
ingeklapt (afhankelijk van de uitvoering).
Met de sleutel
Als de auto stilstaat en de motor is
afgezet, is aan het knipperen van het
controlelampje in de schakelaar van de
centrale vergrendeling op het dashboard
te zien dat de auto vergrendeld is.
Als een portier of de achterklep niet
goed gesloten is, zal de centrale
vergrendeling niet werken. De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
sc
hakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
Supervergrendeling
F Druk op het gesloten hangslot
om de auto te vergrendelen of
druk langer dan 2
seconden
op het gesloten hangslot om
ook de ruiten en het schuif-/
kanteldak te sluiten.
F
D
ruk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de
supervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Met de afstandsbediening
2
toegang tot de auto
Page 69 of 344
67
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Ventilatie
A. Zonnesensor.
B.
r
o
oster voor de zachte luchtstroom.
H
et rooster voor de zachte luchtstroom in
het midden van het dashboard zorgt voor
een optimale luchtverdeling vóór in de auto.
D
it systeem voorkomt tocht en zorgt voor
een optimale temperatuur in het interieur.
D
raai het wieltje naar boven om het rooster
voor de zachte luchtstroom te openen.
D
raai het wieltje naar beneden om het
rooster voor de zachte luchtstroom te
sluiten.
A
ls het erg warm weer is, kan het rooster
voor de zachte luchtstroom beter gesloten
worden. Hierdoor is de uitstroom via de
roosters midden op en aan de zijkanten
van het dashboard groter.
C.
G
ekoeld dashboardkastje.
D.
V
entilatieroosters achterpassagiers.
3
ergonomie en comfort
Page 88 of 344
86
c5_nl_ chap03_ergo-et-confort_ed01-2014
Zonnekleppen
F open, als het contact aan is, het klepje.
Het lampje gaat automatisch branden.
kl
ap de zonneklep neer om te voorkomen dat u
verblind wordt door de zon.
sc
hijnt de zon van opzij via de portierruiten
naar binnen, maak dan de zonneklep bij de
binnenspiegel los en klap hem naar de zijruit
toe om.
Gekoeld dashboardkastje
F trek aan de handgreep om het dashboardkastje te openen.
Het dashboardkastje wordt gekoeld door een
handmatig afsluitbaar ventilatiekanaal B .
Het dashboardkastje is voorzien van
automatische verlichting.
Tijdens het rijden dient het
dashboardkastje gesloten te blijven.
Voorzieningen in het interieur
ergonomie en comfort