Page 217 of 344
215
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Zekeringentabel
Zekeringnr.StroomsterkteFunctie
F6 25
A 12V-aansluiting achter (max. vermogen: 100
W)
F7 15
A Mistachterlichten
F8 20
A
s
tandkachel (diesel)
F9 30
A
el
ektrische handrem
8
Praktische informatie
Page 218 of 344

216
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Accu
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich in de motorruimte.to
egang tot de accu:
F
o
pen de motorkap met de hendel in het
interieur en vervolgens de veiligheidshaak
aan de buitenzijde,
F
b
evestig de motorkapsteun,
F
v
erwijder de kunststof afdekkap voor
toegang tot de twee accupolen,
F
m
aak indien nodig de zekeringkast los om
de accu te verwijderen.
Deze sticker hoort bij het
s
t
op &
st
art-systeem en geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het
c
It
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
na h
et monteren van de accu duurt
het even voordat het
s
t
op &
s
t
art-
systeem weer zal werken, hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand
van de accu (kan tot ongeveer 8
uur
du r e n).
Procedure voor het opladen van de accu en het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de
motor met behulp van startkabels.
Praktische informatie
Page 219 of 344

217
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Na het weer aansluiten van
de accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut
a lvorens de motor te starten, zodat de
elektronische systemen geïnitialiseerd
kunnen worden.
r
a
adpleeg
het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich
na deze handeling toch nog problemen
voordoen.
r
aadpleeg het desbetreffende
hoofdstuk voor het zelf opnieuw
initialiseren van:
-
d
e sleutel met afstandsbediening,
-
h
et zonnescherm van het
panoramadak,
-
h
et GP
s-
navigatiesysteem.
Starten van de motor met
een hulpaccu
F sluit de rode kabel aan op de (+) -pool van de ontladen accu A en vervolgens op de
(+) -pool van de hulpaccu B .
F
s
l
uit de groene of zwarte kabel aan op de
(-) -pool van de hulpaccu B . De (-) -pool
bevindt zich bij de V6
HDi-motor onder het
rode deksel.
F
s
l
uit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van
de auto waarvan de accu ontladen is.
F
s
t
el de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Laden met behulp van een
acculader
F Maak de accupoolklemmen los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
s
l
uit de accukabels weer aan, te beginnen
met de (-) -kabel.
F
c
o
ntroleer of de accupolen en de klemmen
schoon zijn. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en
klemmen.
bi
j auto's met het s
t
op & s
t
art-systeem
hoeven de accukabels tijdens het
opladen niet losgenomen te worden.
Vóór het loskoppelen van
de accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van
h et contact.
sl
uit de ruiten en de voorportieren
voordat u de accukabels loskoppelt.
8
Praktische informatie
Page 220 of 344

218
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
een aantal functies is niet beschikbaar
als de laadtoestand van de accu
onvoldoende is.be
scherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Probeer niet een bevroren accu op
te laden: de accu moet eerst worden
ontdooid om explosiegevaar uit te sluiten.
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan eerst controleren, voordat u hem
laat opladen door het
c
It
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats. Zij
controleren of de inwendige componenten
zijn beschadigd en of de behuizing
scheuren vertoont, waardoor giftige
en corrosie-veroorzakende accuzuren
zouden kunnen weglekken.
ke
er de polariteiten niet om en gebruik
uitluitend een 12-volt accu.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accupoolklemmen los te nemen.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
Accu's bevatten schadelijke stoffen,
zoals zwavelzuur en lood. Accu's
moeten volgens de wettelijke
voorschriften worden afgevoerd en
mogen in geen geval bij het huisvuil
terechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bij een
speciaal afvalstoffendepot.
Het aanduwen om de motor te starten
is bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak of een
automatische versnellingsbak niet
toegestaan.
Praktische informatie
Page 221 of 344

219
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
eco-modus
De eco-modus bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
na
dat de motor is afgezet, kunt u een aantal
elektrische functies zoals het audio- en
datacommunicatiesysteem, de ruitenwissers,
het dimlicht, de plafonniers nog in totaal
maximaal 30
minuten gebruiken.Uitschakelen van de
eco-modus
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F o
m d
eze functies direct opnieuw te kunnen
gebruiken moet u de motor starten en
enkele ogenblikken laten draaien.
De functies blijven dan twee keer zo lang actief
als de tijd dat de motor gedraaid heeft, maar
deze tijd zal altijd tussen de vijf en de dertig
minuten liggen.
Inschakelen van de
eco-modus
na deze 30 minuten geeft een melding op het
multifunctionele display aan dat de eco-modus
is ingeschakeld en de actieve functies worden
in de ruststand gezet.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
desbetreffende rubriek).
Deze tijdsduur kan sterk bekort worden als
de acculading onvoldoende is.
Als u op het moment dat de eco-modus
wordt ingeschakeld aan het telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5
minuten
worden voortgezet met de
handsfree set van de Autoradio,
-
k
an het gesprek nog 10 minuten
worden voortgezet met het eMyWay
audio-/navigatiesysteem,
8
Praktische informatie
Page 222 of 344

220
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
slepen van uw auto
Toegang tot het
gereedschap
Het sleepoog bevindt zich in de
gereedschapsdoos van de krik in het reservewiel.
om b
ij het sleepoog te komen:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de vloerplaat op,
F
n
eem het sleepoog uit de
gereedschapsdoos.
u
kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.
Slepen van uw auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
op de bovenkant ervan te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
s
c
hakel de alarmknipperlichten van uw
auto in.
F
Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de automatische
versnellingsbak). Als u dit voorschrift niet opvolgt,
kunnen bepaalde onderdelen van het
remsysteem beschadigd raken en kan
de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werken.
ee
n storing in de elektronisch gestuurde
versnellingsbak kan tot gevolg hebben
dat de auto stilvalt met ingeschakelde
versnelling. In een dergelijk geval
moet de auto aan de voorkant worden
opgelicht om gesleept te worden.
Praktische informatie
Page 223 of 344
221
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
Slepen van een andere
auto
F Maak het klepje in de achterbumper los
door te drukken op:
-
d
e rechterzijde van het klepje (
se
dan),
-
d
e onderzijde van het klepje (
to
urer).
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
b evestig de sleepstang.
F
s
c
hakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in. Gebruik voor het slepen van een auto
met de vier wielen op de grond altijd een
sleepstang.
Laat het takelen van de auto (met twee
wielen op de grond) uitsluitend uitvoeren
door een professioneel takelbedrijf.
bi
j het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
8
Praktische informatie
Page 224 of 344

222
c5_nl_ chap08_information_ed01-2014
trekken van een aanhanger
uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen en bagage, maar is tevens geschikt voor het trekken van een aanhanger.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Adviezen
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
P
as uw snelheid aan om het toerental te
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door
c
It
ro
Ën
geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het
c
It
ro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het
c
It
ro
Ën-
n
etwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.
Het rijden met een aanhanger heeft veel
invloed op het rijgedrag van de auto en vergt
daarom extra aandacht van de bestuurder.
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/ aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
tr
ek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000
m.
ra
adpleeg de rubriek "
te
chnische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn. F
A
ls het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje STOP ,
stop dan zo snel mogelijk en zet
de motor af.
Praktische informatie