Page 17 of 344
15
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Instrumentenpaneel benzine - diesel met handgeschakelde of automatische versnellingsbak
A. brandstofmeter
B.
Meter:
● Koelvloeistoftemperatuur
● Informatie
s
nelheidsregelaar/-begrenzer
C.
sn
elheidsmeter
D.
to
erenteller E.
Meter:
● Motorolietemperatuur
● Stand
se
lectiehendel
en w
eergave
i
ngeschakelde versnelling (Automatische
versnellingsbak)
F.
be
diening:
● Dimmer
d
ashboardverlichting
● Resetten
dagteller en
o
nderhoudsintervalindicatorG. D
isplay van het instrumentenpaneel
waarop wordt weergegeven:
● Afhankelijk
van de met de linker rolknop
v
an het stuurwiel geselecteerde pagina:
-
D
igitale weergave van de snelheid
-
bo
ordcomputer
-
H
erhaling van de navigatie-informatie
-
Waarschuwingsmeldingen
-
c
o
ntrole van het motoroliepeil
-
ond
erhoudsintervalindicator
● Continu: -
Dagteller
-
ki
lometerteller
Het instrumentenpaneel bevat de meters en de controle- en waarschuwingslampjes.
1
controle tijdens het rijden
Page 18 of 344

16
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Menu "Keuze taal"
Via dit menu kunt u de taal van het display en
de spraaksynthese kiezen.
Menu "Keuze eenheden"
Met dit menu kunt u het metrieke of
Angelsaksische meetstelsel instellen.
Met het hoofdmenu kunnen bepaalde
functies van de auto en het display van het
instrumentenpaneel geprogrammeerd worden:
Het display van het instrumentenpaneel
A bevindt zich in het midden van het
instrumentenpaneel.
-
A
ls de auto stilstaat, kan het hoofdmenu
van het display van het instrumentenpaneel
worden weergegeven door kort op de linker
rolknop B van het stuur wiel te drukken.
-
W
anneer tijdens het rijden om het
weergeven van het hoofdmenu wordt
verzocht, wordt de melding " Actie niet
mogelijk tijdens het rijden " op het display
van het instrumentenpaneel weergegeven.
Menu "Parameters auto"
Via dit menu kunt u bepaalde functies
configureren. Ze zijn in categorieën ingedeeld:
-
t
o
egang tot de auto.
-
Verlichting.
-
r
i
jhulpsystemen.
Hoofdmenu
controle tijdens het rijden
Page 19 of 344
17
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
"Toegang tot de auto"
Wanneer u dit menu hebt geselecteerd, kunt u:
F
D e instapfunctie voor de bestuurder
activeren/deactiveren.
F
s
e
lecteren of alle portieren
worden ontgrendeld of alleen het
bestuurdersportier.
F
D
e automatische werking van de elektrisch
bediende handrem activeren/deactiveren.
"Verlichting"
Wanneer u dit menu hebt geselecteerd, kunt u:
F D e dagrijverlichting activeren/deactiveren*.
F
D
e follow me home-verlichting activeren/
deactiveren en de tijdsduur ervan instellen.
F
D
e meedraaiende bi-xenonkoplampen
activeren/deactiveren.
* Volgens land van bestemming.
"Rijhulpsystemen"
Wanneer u dit menu hebt geselecteerd, kunt u:
F D e werking van de achterruitenwisser
gekoppeld aan de achteruitversnelling
activeren/deactiveren.
1
controle tijdens het rijden
Page 20 of 344

18
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De boordcomputer geeft tijdens het rijden verschillende informatie over het afgelegde traject (actieradius, brandstofverbruik, ...).
Weergave van de informatie Traject op nul zetten
De informatie van de boordcomputer
wordt weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
F
D
raai aan de linker rolknop A van
het stuur wiel om achtereenvolgens
de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven:
F
D
ruk de linker rolknop van het stuur wiel
langer dan twee seconden in zodra het
gewenste traject wordt aangegeven.
De trajecten " 1" en " 2" zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Het traject " 1" kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject " 2" voor
een maandelijks verbruik.
boordcomputer
- de actuele informatie wordt bij B op het
instrumentenpaneel weergegeven, met:
● de
actieradius,
● het
brandstofverbruik op dat moment,
● de
digitale weergave van de
w
agensnelheid of het aantal seconden
dat de motor is gestopt door het
st
op & s
t
art-systeem.
-
t
raject " 1" wordt bij C op het
instrumentenpaneel weergegeven, met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject.
-
t
raject " 2" wordt bij C op het
instrumentenpaneel weergegeven, met:
● de
afgelegde afstand,
● het
gemiddelde brandstofverbruik,
● de
gemiddelde snelheid,
v
oor het tweede traject.
controle tijdens het rijden
Page 21 of 344

19
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Boordcomputer, enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Afgelegde afstand
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden (berekend
op basis van het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Als de actieradius minder dan 30
km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
n
a h
et
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100
km bedraagt.
ber
ekend over de laatste verstreken seconden.
be
rekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
be
rekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
be
rekend sinds de laatste nulstelling van de
trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/
minuten)
Als uw auto is uitgerust met
s
t
op & s
t
art,
registreert een teller hoelang de
sto
P
-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als u het contact met
de sleutel aanzet, weer op nul gezet.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30
km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
ra
adpleeg het
c
It
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
1
controle tijdens het rijden
Page 22 of 344

20
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Terug naar de
standaardweergave
van het display van het
instrumentenpaneel
Door meerdere keren aan de linker rolknop
op het stuur wiel te draaien, kunt u terugkeren
naar de standaardweergave van het display
van het instrumentenpaneel (weergave van de
wagensnelheid). Hierbij wordt eerst het scherm
met de navigatie-informatie weergegeven
en vervolgens het scherm met alleen de
kilometerteller en, in het onderste gedeelte,
de dagteller.
u
kunt ook kiezen voor weergave van de
navigatie-informatie op het display van het
instrumentenpaneel door aan de linker rolknop
op het stuurwiel te draaien. Met deze functie kan het
waarschuwingenlogboek worden weergegeven.
F
D
ruk op de toets A.
De volgende meldingen verschijnen
achtereenvolgens op het display van het
instrumentenpaneel:
-
o
v
erzicht van de spanning van de banden.
-
ond
erhoudsintervalindicator.
-
e
v
entuele waarschuwingsmeldingen.
-
Motorolieniveau.
Functie Check
Weergave van navigatie-
informatie op het display
van het instrumentenpaneel
controle tijdens het rijden
Page 23 of 344

21
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is meer
dan 3000
km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het centrale
display van het instrumentenpaneel.
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is 1000 tot
3000
km
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
7 seconden de onderhoudssleutel branden. Het
centrale display van het instrumentenpaneel
geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
centrale display gedurende 7
seconden het
volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is minder
dan 1000
km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het centrale
display gedurende 7
seconden het volgende aan:
De sleutel blijft branden op het display
om aan te geven dat er binnenkort
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
te l l e r s
De informatie van de onderhoudsindicator
verschijnt gedurende enkele seconden na het
aanzetten van het contact. De indicator geeft
aan hoeveel kilometer u nog ver wijderd bent
van de eerstvolgende onderhoudscontrole
volgens het onderhoudsschema van de
fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste
nulstelling van de onderhoudsindicator op basis
van twee parameters:
-
h
et aantal afgelegde kilometers,
-
d
e verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole.
1
controle tijdens het rijden
Page 24 of 344

22
c5_nl_ chap01_controle-de-marche_ed01-2014
Op 0 zetten van de
o nderhoudsintervaldicator
De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
7
seconden de sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudscontrole met 300
km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het centrale
display gedurende 7
seconden het volgende aan:
De sleutel blijft branden op het
display om aan te geven dat er
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd
hadden moeten worden. De factor tijd kan worden meegewogen
bij de nog af te leggen kilometers,
afhankelijk van de rijgewoonten van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals aangegeven
in het onderhoudsschema van de
fabrikant is overschreden.
De onderhoudsintervalindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht
minimaal 5
minuten. Het op 0 zetten van de
onderhoudsindicator zal anders niet worden
opgeslagen.
controle tijdens het rijden