Page 177 of 344
175
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Zitplaats(en) Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Tot 13 kg
(groep 0
(b) e n 0 +)
to
t ongeveer 1 jaar9
tot 18 kg
(g r o e p 1)
Van ongeveer 1
tot
ongeveer 3
jaar15
tot 25 kg
(groep 2)
Van ongeveer 3
tot
ongeveer 6
jaar22
tot 36 kg
(groep 3)
Van ongeveer 6
tot
ongeveer 10
jaar
e
erste zitrij Voorpassagiersstoel (c)
met
hoogteverstelling (e) U (R)
U (R)U (R)U (R)
Voorpassagiersstoel (c) zonder
hoogteverstelling (e) U
UUU
tw
eede zitrij
bu
itenste zitplaatsen achter (d) UUUU
Middelste zitplaats achter (d) (f ) UUUU
ov
ereenkomstig de
e
u
ropese regelgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
7
Veilig vervoeren van kinderen
Page 178 of 344

176
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
(a) universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met behulp van de veiligheidsgordel
geplaatst kan worden.
(b)
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. o
p
d
e voorpassagiersstoel kan geen reiswieg
of reisbedje worden geplaatst.
(c)
r
a
adpleeg de in uw land geldende
wetgeving voor het installeren van een
kinderzitje op deze plaats.
(d)
A
ls u een kinderzitje met de rug of met het
gezicht in de rijrichting op de zitplaats achter
bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren
en zet vervolgens de rugleuning rechtop
om voldoende ruimte over te laten voor het
kinderzitje en de benen van het kind. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
(e) A
ls een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is gemonteerd, moet de airbag vóór aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Zo
niet, dan kan het kind bij een aanrijding
levensgevaarlijk gewond raken . Als
een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is gemonteerd, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
(f )
e
e
n kinderzitje met steun mag nooit op
de middelste zitplaats achter worden
bevestigd .
U:
Z
itplaats geschikt voor het met een
veiligheidsgordel bevestigen van een
universeel kinderzitje met de rug of het
gezicht in de rijrichting.
U (R):
Idem U, waarbij de stoel van de auto
in de laagste stand en in de middelste
stand van de verstelling in lengterichting
moet worden gezet.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 179 of 344

177
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
Adviezen voor kinderzitjes
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land.
ra
adpleeg de in uw land geldende regels.
sc
hakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
co
ntroleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
cIt
ro
Ën
beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar in
geval van een botsing.
co
ntroleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit: dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Wanneer u een kinderzitje met de
veiligheidsgordel in de auto installeert, let er
dan wel op dat de gordel goed gespannen is;
het zitje moet namelijk strak aan de autostoel
zijn bevestigd.
s
c
huif de passagiersstoel,
wanneer deze versteld kan worden, indien
nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
sc
huif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop. Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen
de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo
klein mogelijk is. Indien mogelijk dient de
rugleuning van het zitje de rugleuning van de
stoel van de auto te raken.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen. Zorg ervoor
dat de hoofdsteun goed is opgeborgen
of vastgemaakt om te voorkomen dat de
hoofdsteun bij plotseling remmen een
gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan
te brengen nadat u het kinderzitje hebt
verwijderd.
7
Veilig vervoeren van kinderen
Page 180 of 344

178
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
IsoFIX-bevestigingen
uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-
normen .
De buitenste zitplaatsen achterin zijn voorzien
van goedgekeurde I
soF
IX-bevestigingspunten.
Het systeem bestaat uit 3
bevestigingsringen
bij beide buitenste zitplaatsen achter:
-
t
wee gemarkeerde ringen A, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van de
zitplaats bevinden,
-
e
en bovenste bevestigingsring B, die
TOP TETHER wordt genoemd. Deze ring
is op de hoedenplank gemonteerd en
bevindt zich onder een klepje achter de
hoofdsteun. Aan de ring kan de bovenste
riem worden bevestigd.
H
et klepje is voorzien van een markering.Het systeem bestaat uit 3
bevestigingsringen
bij beide buitenste zitplaatsen achter:
-
t
wee gemarkeerde ringen A, die zich
tussen de rugleuning en de zitting van de
zitplaats bevinden,
-
e
en bovenste bevestigingsring C, die TOP
TETHER wordt genoemd. Deze ring is aan
het dak gemonteerd, aan de zijde van de
bagageruimte, en bevindt zich achter een
klepje. Aan de ring kan de bovenste riem
worden bevestigd.
H
et klepje is voorzien van een markering.SedanTourer
Veilig vervoeren van kinderen
Page 181 of 344

179
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die
kan worden vastgemaakt aan de bovenste
bevestigingsring B of C .
ki
nderzitje vastmaken aan de to
P
tet
He
r
:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze zitplaats
te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd),
-
v
oer de riem van het kinderzitje midden
tussen de openingen voor de pennen van
de hoofdsteun door,
-
o
pen het klepje van de to
P
tet
He
r
, o
p
de hoedenplank (
se
dan) of aan het dak
(
tou
rer),
-
b
evestig de aansluiting van de bovenste
riem aan de ring B of C ,
-
t
rek de bovenste riem strak.
Aan de
toP
tetHe
r
kan de bovenste riem
van een kinderzitje (indien aanwezig) worden
bevestigd. Dit systeem beperkt het naar voren
kantelen van het kinderzitje bij een frontale
aanrijding.
ra
adpleeg het overzicht voor meer informatie
over de montagemogelijkheden van I
so
F
IX-
kinderzitjes in uw auto.bi j een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de handleiding
van het kinderzitje zijn vermeld.De IsoFIX-bevestigingen zorgen voor een veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee vergrendelingen die eenvoudig,
na het aanbrengen van de geleiders
(meegeleverd met het kinderzitje), aan de
twee bevestigingsringen A kunnen worden
verankerd.
7
Veilig vervoeren van kinderen
Page 182 of 344

180
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
IsoFIX-kinderzitjes aanbevolen door cIt roËn en
gehomologeerd voor uw auto
RÖMER Baby-Safe Plus ISOFIX (gewichtsgroep E)
Groep 0+ : tot 13 kg
Het zitje dient met de rug in de rijrichting te worden geplaatst met behulp van een I
s
o
F
IX-onderstel dat bevestigd wordt aan de ringen A .
De in hoogte verstelbare steun van het I
s
o
F
IX-onderstel moet op de vloer rusten.
Dit kinderzitje kan ook met een veiligheidsgordel worden bevestigd. In dat geval wordt
uitsluitend het zitje zelf gebruikt dat met de driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto wordt bevestigd.
RÖMER Duo Plus ISOFIX (gewichtsgroep B1 )
Groep 1: 9
tot 18 kg
Wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Voorzien van een bovenste riem voor verankering aan de bovenste bevestiging B of C ,
de
to
P
tet
He
r
.
D
rie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van
I
s
o
F
IX-bevestigingen. Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
Veilig vervoeren van kinderen
Page 183 of 344

181
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
overzicht voor het bevestigen van Is oF IX-kinderzitjes
I UF: Zitplaats geschikt voor het plaatsen van een universeel Is oF IX-kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting dat vastgezet wordt met de bovenste riem.
IL- SU: Zitplaats geschikt voor het plaatsen van een semi-universeel I
s
o
F
IX-kinderzitje:
-
"
met de rug in de rijrichting", voorzien van een bovenste bevestigingsriem of een
bevestigingssteun,
-
"
met het gezicht in de rijrichting", voorzien van een bevestigingssteun,
-
e
en reiswieg, voorzien van een bovenste bevestigingsriem of een bevestigingssteun.
ra
adpleeg de rubriek "I
s
o
F
IX-bevestigingspunten" voor meer informatie over het vastmaken van
de bovenste bevestigingsriem. Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(groep 0)
to
t circa
6
maanden
Tot 10 kg
(groep 0) Tot 13 kg
(groep 0+)
to
t ongeveer 1 jaar
9 tot 18 kg (groep 1)
Van ongeveer 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg“rug in rijrichting”
“rug in rijrichting”“gezicht in rijrichting”
ISOFIX-lengtemaat F G C D E C D A B B1
Universele en semi-universele ISOFIX-
kinderzitjes die geplaatst kunnen worden op
de buitenste zitplaatsen achter IL- SU
* IL- SU IL- SUIUF / IL- SU
* De IsoFIX-reiswieg, die met de onderste
bevestigingspunten op een IsoF IX-zitplaats wordt
vastgezet, neemt twee zitplaatsen achterin in beslag.
Dit overzicht, dat conform de eu ropese regelgeving is opgesteld, toont op welke manier er een kinderzitje kan worden geplaatst dat kan worden
vastgezet op de plaatsen die voorzien zijn van Is oF IX-verankeringspunten.
Voor universeel of semi-universeel gehomologeerde I
s
o
F
IX-kinderzitjes geldt dat de I
s
o
F
IX-lengtemaat van het kinderzitje, aangeduid door de letters
A tot en met G , naast het I
s
o
F
IX-logo op het kinderzitje is aangebracht.
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
7
Veilig vervoeren van kinderen
Page 184 of 344

182
c5_nl_ chap07_securite-enfant_ed01-2014
elektrische kinderbeveiliging
Inschakelen
F Druk op de knop A .
Het controlelampje van de knop A gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display van het instrumentenpaneel. De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat beide achterportieren van binnenuit kunnen worden
geopend en blokkeert de bediening van de achterportierruiten.
De schakelaar bevindt zich bij de schakelaars van de ruitbediening op het bestuurdersportier.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op de knop A .
Het controlelampje van de knop A gaat uit en
er verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Het lampje blijft uit zolang de elektrische
kinderbeveiliging is uitgeschakeld. Dit systeem werkt onafhankelijk van
de centrale vergrendeling; gebruik het
nooit in plaats daarvan.
co
ntroleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van de
kinderbeveiliging.
ne
em vóór het verlaten van de auto
altijd de sleutel uit het contact, zelfs
voor korte periodes.
bi
j een ernstige aanrijding wordt
de elektrische kinderbeveiliging
automatisch uitgeschakeld, zodat de
achterpassagiers de auto ongehinderd
kunnen verlaten. Als het lampje een ander signaal geeft,
wijst dit op een storing in de elektrische
kinderbeveiliging. Laat dit controleren
door het c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Veilig vervoeren van kinderen