Page 137 of 268

LET OP!
Langdurig rijden met een brandend
lampje kan schade aan het motor-
regelsysteem veroorzaken. Het kan
ook van invloed zijn op het brand-
stofverbruik en het rijgedrag. Als
het lampje knippert, zal de kataly-
sator vrij snel ernstig defect raken
en zal het motorvermogen afne-
men. Raadpleeg dan onmiddellijk
uw dealer.WAARSCHUWING!
Een niet goed werkende katalysa-
tor, zoals hierboven beschreven,
kan warmer worden dan een kata-
lysator die wel goed werkt. Hier-
door kan brand ontstaan als u lang-
zaam rijdt of de auto op brandbaar
materiaal parkeert, zoals droge
planten, hout, karton enz. Dit ern-
stig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben voor de bestuurder, de pas-
sagiers of anderen.27. Waarschuwingslampje versnel-
lingsbaktemperatuur
Dit lampje geeft aan dat de
temperatuur van de trans-
missievloeistof te hoog is.
Dit kan gebeuren bij veelei-
send gebruik, zoals het trekken van
een aanhanger. Wanneer dit lampje
gaat branden, zet dan de auto veilig
stil aan de kant van de weg. Schakel
vervolgens naar NEUTRAL en laat de
motor stationair of met een hoger toe-
rental draaien tot het lampje dooft.
LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het
lampje voor de versnellingsbak-
temperatuur brandt, kan de ver-
snellingsbak ernstig beschadigd of
defect raken.
WAARSCHUWING!Als u door blijft rijden terwijl het
waarschuwingslampje voor de ver-
snellingsbaktemperatuur brandt,
kan onder bepaalde omstandigheden
de vloeistof overkoken, in aanraking
komen met de hete motor- of uitlaat-
onderdelen en brand veroorzaken.28. Controlelampje grootlicht
Dit lampje geeft aan dat het
grootlicht is ingeschakeld.
Trek de richtingaanwijzerhendel naar
het stuurwiel om het dimlicht in te
schakelen.
29. Scherm elektronisch voertuig-
informatiecentrum (EVIC)
Dit display toont de EVIC-berichten
wanneer de betreffende omstandighe-
den van kracht zijn. Raadpleeg het
hoofdstuk "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC)" voor meer
informatie hierover.
30. Controlelampje mistachterlicht
Dit lampje gaat branden wan-
neer de mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
131
Page 138 of 268

ELEKTRONISCH VOER-
TUIGINFORMATIECEN-
TRUM (EVIC)
Het elektronische voertuiginformatie-
centrum (EVIC) heeft een interactief
scherm dat zich in de instrumenten-
groep bevindt.
Het EVIC bestaat uit de volgende on-
derdelen:
Kompas (N, S, E, W, NE, NW, SE,SW)
Average Fuel Economy (Gemiddeld brandstofverbruik)
Bereik tot lege tank
Bandenspanningscontrolesysteem Elapsed Time (Verstreken tijd)
Display Units (maateenheden)
Systeemwaarschuwingen (portier
open, enz.)
Persoonlijke instellingen (door de klant te programmeren functies)
Weergave buitentemperatuur (°F of °C)
Weergave audiomodus – 12 vor- keuzestations of cd-titel en
-nummer tijdens afspelen
Met dit systeem kan de bestuurder
informatie selecteren door op de vol-
gende knoppen op het stuur te druk-
ken: Knop MENU
Druk de knop MENU kort
in om alle functies van het
EVIC hoofdmenu weer te
geven. Wanneer de laatste
functie in het hoofdmenu is bereikt,
gaat het EVIC naar de eerste functie
in het hoofdmenu wanneer opnieuw
kort op de knop MENU wordt ge-
drukt. Druk kort op de knop MENU
om terug te keren naar het hoofd-
menu vanuit een submenu.
OMLAAG-knop
Druk kort op de OMLAAG-
knop om de verschillende
ritfuncties of persoonlijke
instellingen op het scherm
te laten weergeven.
Kompasknop
Druk kort op de kompas-
knop om het kompas, de
buitentemperatuur en de
audio-info (bij ingescha-
kelde radio) weer te laten geven, wan-
neer het huidige scherm niet het kom-
pas, de buitentemperatuur en de
audio-info weergeeft.
Elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC)
Stuurwielknoppen voor EVIC
132
Page 139 of 268

SelectieknopDruk kort op selectieknop
om een keuze te bevestigen.
Met de selectieknop kunnen
ook diverse ritfuncties wor-
den gereset.
SCHERM VAN ELEKTRO-
NISCH VOERTUIGINFOR-
MATIECENTRUM (EVIC)
Onder bepaalde voorwaarden geeft
het EVIC de volgende berichten weer:
Turn Signal On (richtaanwijzers aan) (met een continu geluidssig-
naal nadat 1,5 km is afgelegd)
Left Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksvoor de-
fect) (met één geluidssignaal)
Left Rear Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
Right Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer rechtsvoor de-
fect) (met één geluidssignaal) Right Rear Turn Signal Light Out
(richtingaanwijzer rechtsachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
RKE (Remote Keyless Entry) Bat- tery Low (batterij van afstandsbe-
diening bijna leeg - met één
geluidssignaal)
Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar - auto
staat niet in PARK)
Personal Settings Not Avail – Vehi- cle in Motion (persoonlijke instel-
lingen niet beschikbaar - auto in
beweging)
Door Ajar (portier open - met af- beelding van geopende portier. Een
geluidssignaal klinkt wanneer de
auto in beweging is).
Doors Ajar (portieren open - met afbeelding van geopende portieren.
Een geluidssignaal klinkt wanneer
de auto in beweging is).
Trunk Open (bagageruimte open - met afbeelding van geopend koffer-
deksel en een geluidssignaal) Lights On (verlichting aan)
Key in ignition (sleutel in
contactslot)
Remote Start Aborted — Door Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — portier open)
Remote Start Aborted — Hood Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — motorkap open)
Remote Start Aborted — Trunk Ajar (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — kofferklep
open)
Remote Start Aborted — Fuel Low (starten met afstandsbediening af-
gebroken — brandstofpeil te laag)
Remote Start Aborted — System Fault (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — systeemstoring)
Convertible Top Not Secured (ca- brioletdak niet vastgezet) (met één
geluidssignaal)
Convertible Top Complete (cabrio- letdak voltooid) (met één
geluidssignaal)
133
Page 140 of 268

Secure Cargo Shield (bagage-scherm vastzetten) (met één
geluidssignaal)
Speed Too High (snelheid te hoog) (met één geluidssignaal)
Convertible Top Malfunction (sto- ring in cabrioletdak) (met één
geluidssignaal)
Oil Change Required (olie verver- sen - met een geluidssignaal)
Low Tire (bandenspanning laag -
met afbeelding van band(en) met te
lage spanning plus een geluidssig-
naal). Raadpleeg de paragraaf
"Bandenspanningscontrolesysteem"
in het hoofdstuk "Starten en rijden". Check TPM System (bandenspan- ningscontrolesysteem controleren -
met een geluidssignaal). Raadpleeg
de paragraaf "Bandenspannings-
controlesysteem" in het hoofdstuk
"Starten en rijden"..OLIEVERVERSING VEREISTUw auto is uitgerust met een indicator
voor olieverversing. Het bericht "Oil
Change Required"(olie verversen) knippert ongeveer vijf seconden in het
EVIC-scherm na één geluidsignaal
om de volgende oliebeurt aan te ge-
ven. De indicator voor olieverversing
is gebaseerd op de belasting van de
motor, wat betekent dat de periodieke
oliebeurten afhankelijk zijn van uw
persoonlijke rijstijl.
Als dit bericht niet wordt gereset, ver-
schijnt dit bericht telkens wanneer u
de contactschakelaar in de stand ON/
RUN zet.
EVIC HOOFDMENU
Druk eenmaal kort op de knop MENU
om een functie van het hoofdmenu te
kiezen. Na de laatste functie in de lijst
wordt de eerste functie in de lijst op-
nieuw weergegeven. Het hoofdmenu
bevat de volgende functies:
Kompas, Buitentemperatuur,
Weergave van audio-informatie
(indien radio is ingeschakeld)
Average Fuel Economy (Gemiddeld brandstofverbruik)
Afstand tot lege tank
Weergave status bandenspanning Elapsed Time (Verstreken tijd)
Keuze eenheden EVIC
Systeemstatus
Persoonlijke instellingen
OPMERKING: Voor functies van
het EVIC die kunnen worden gere-
set (gemiddeld brandstofverbruik
en verstreken tijd), geeft het EVIC
een reset aan met de afbeelding
van een selectieknop en het woord
RESET ernaast.
Wanneer de selectieknop wordt inge-
drukt, wordt de geselecteerde functie
gereset en verschijnt RESET ALL
naast de afbeelding van de selectie-
knop. Door een tweede maal op de
selectieknop te drukken, worden zo-
wel het gemiddeld brandstofverbruik
als de verstreken tijd gereset. Indien
gedurende drie seconden niet op SE-
LECT wordt gedrukt, wordt vanuit
RESET ALL teruggekeerd naar RE-
SET en wordt alleen de geselecteerde
functie gereset.
134
Page 141 of 268

Weergave kompas
KompasknopDe weergegeven kompas-
richting geeft aan in welke
richting de auto staat. Druk
kort op de kompasknop om
een van de acht kompasrichtingen, de
buitentemperatuur en de audio-
informatie (als de radio aanstaat)
weer te geven, als het EVIC display
niet dit scherm al weergeeft.
OPMERKING: Bij het starten
geeft het systeem de laatst bekende
buitentemperatuur weer. Het sys-
teem heeft mogelijk meerdere mi-
nuten rijtijd nodig voordat de wer-
kelijke buitentemperatuur
weergegeven wordt. De tempera-
tuur van de motor kan van invloed
zijn op de weergave van de buiten-
temperatuur, daarom wordt de
weergegeven temperatuur niet
geüpdate wanneer het voertuig stil
staat.
Automatische kompaskalibratie
Dit kompas kalibreert zichzelf. Het
kompas hoeft niet met de hand te worden gekalibreerd. Mogelijk geeft
het kompas onjuiste waarden weer
wanneer de auto nieuw is. In dat geval
geeft het EVIC de aanduiding CAL
knipperend weer totdat het kompas is
gekalibreerd. U kunt het kompas ka-
libreren door één of meerdere keren
360° rond te rijden (op een plaats
zonder grote metalen voorwerpen),
tot de aanduiding "CAL" in het EVIC
verdwijnt. Het kompas werkt dan
normaal.
OPMERKING: Voor juiste ijking
is een vlak wegdek en een omge-
ving zonder grote metalen voor-
werpen zoals gebouwen, bruggen,
ondergrondse kabels, spoorrails
enz. vereist.
Handmatige kompaskalibratie
Als het kompas foutief of onnauwkeu-
rig lijkt te werken en de afwijking
correct is ingesteld, kunt u het kom-
pas handmatig opnieuw kalibreren.
Kompas handmatig kalibreren:
1. Start de motor. Laat de schakel-
hendel in de stand PARK staan om de
EVIC programmeermenu's binnen te
gaan.2. Druk kort de knop MENU in tot
“Personal Settings” (persoonlijke in-
stellingen) in het EVIC verschijnt.
3. Druk kort de knop Omlaag in tot
“Calibrate Compass Yes” (kompas
kalibreren Ja) in het EVIC verschijnt.
4. Druk kort op de selectieknop en
het “CAL”-indicatielampje gaat
knipperen.
5. Rijd langzaam (minder dan
8 km/u / 5 mph) en rijd een of meer-
dere keren in een cirkel van 360 gra-
den (op een plaats zonder grote meta-
len voorwerpen) tot het CAL-
indicatielampje in het EVIC uit gaat.
Het kompas werkt dan normaal.
Kompasafwijking
De kompasafwijking is het verschil
tussen het magnetische noorden en
het geografische noorden. Ter com-
pensatie van de verschillen moet de
kompasafwijking aan de hand van de
zonekaart worden ingesteld voor de
zone waarin de auto wordt gebruikt.
135
Page 142 of 268
Nadat u het kompas correct heeft in-
gesteld, worden de verschillen auto-
matisch gecompenseerd, zodat de
nauwkeurigheid van de kompasrich-
ting optimaal is.OPMERKING: Magnetische ap-
paratuur op batterijen (zoals mo-
biele telefoons, iPod's, radarde-
tectors, PDA's en laptops) moeten
uit de buurt van de bovenkant van
het instrumentenpaneel worden
gehouden. Dat is de plaats waar de
kompasmodule zich bevindt endergelijke apparaten kunnen sto-
ring veroorzaken en foutieve kom-
pasuitlezingen tot gevolg hebben.
Kaart kompasafwijking
136
Page 143 of 268

Kompasafwijking wijzigen:
1. Draai de contactschakelaar in de
stand ON. Laat de schakelhendel in
de stand PARK staan.
2. Druk kort de knop MENU in tot
“Personal Settings” (persoonlijke in-
stellingen) in het EVIC verschijnt.
3. Druk de OMLAAG-knop kort in
tot “Compass Variance” (kompasaf-
wijking) verschijnt en de huidige
waarde van de afwijking in het EVIC
wordt weergegeven.
4. Druk kort op de selectieknop om
de waarde van de afwijking met een te
laten toenemen, (knop eenmaal in-
drukken per eenheid) tot de juiste af-
wijkingszone volgens de kaart is gese-
lecteerd.
OPMERKING: De waarde van
de afwijking varieert van 15 tot 1.
De standaard afwijking is zone 8.
GEMIDDELD
BRANDSTOFVERBRUIK
(L/100KM)
Geeft het gemiddelde brandstofver-
bruik sinds de laatste reset weer. Hetgemiddelde brandstofverbruik kan
worden gereset door de selectieknop
in te drukken en ingedrukt te houden
(zoals weergegeven in het EVIC dis-
play). Na het resetten worden de his-
torische gegevens gewist en wordt het
nieuwe gemiddelde berekend op basis
van het laatste gemiddelde brandstof-
verbruik van voor de reset.
BEREIK TOT LEGE TANK
Geeft de geschatte afstand weer die
nog kan worden afgelegd met de
brandstof die in de tank aanwezig is.
Deze geschatte afstand wordt bepaald
door een gewogen gemiddelde van het
huidige en gemiddelde brandstofver-
bruik in relatie tot het huidige brand-
stofpeil in de tank. Bereik tot lege
tank kan niet worden gereset.
OPMERKING:
Aanmerkelijke ver-
anderingen in de rijstijl of de bela-
ding van de auto zullen een groot
effect hebben op de afstand die de
auto kan afleggen, ongeacht het
weergegeven bereik tot lege tank.
Wanneer het bereik tot lege tank min-
der is dan een rijafstand van 48 km, verandert de tekst op het display in
"LOW FUEL” (laag brandstofpeil).
Dit bericht wordt continu getoond
totdat brandstoftank leeg is. De tekst
LOW FUEL (laag brandstofpeil) ver-
dwijnt en er verschijnt een nieuwe
waarde voor bereik tot lege tank na-
dat voldoende brandstof is getankt.
BANDENSPANNING
Druk kort op de knop MENU tot "Tire
BAR" (bandenspanning) wordt weer-
gegeven.
De informatie over de bandenspan-
ning wordt als volgt weergegeven:
Als de bandenspanning van alle
banden OK is, wordt TIRE en een
afbeelding van de auto met de
spanningswaarden in elke hoek van
de afbeelding weergegeven.
Als een of meer banden een lage spanning hebben, verschijnen
LOW TIRE (bandenspanning laag)
en een afbeelding met de span-
ningswaarden in elke hoek van de
afbeelding. Te lage bandenspan-
ningswaarden worden knipperend
weergegeven.
137
Page 144 of 268

Als het bandenspanningscontrole-systeem onderhoud nodig heeft,
wordt "Check TPM System" (ban-
denspanningscontrolesysteem con-
troleren) weergegeven. De banden-
spanningswaarden ("Tire BAR")
dienen ter informatie en kunnen
niet worden gereset.
VERSTREKEN TIJD
Toont de totale reistijd die is verstre-
ken sinds de laatste reset. De verstre-
ken tijd wordt aangepast wanneer de
contactschakelaar in de stand RUN of
START staat.
De verstreken tijd wordt als volgt
weergegeven:
uren:minuten:seconden
De verstreken tijd kan worden gereset
door de selectieknop in te drukken en
ingedrukt te houden (zoals weergege-
ven in het EVIC display). Tijdens het
resetten veranderen alle cijfers in nul-
len en de tijd neemt weer toe zodra de
contactschakelaar in de stand RUN of
START wordt gezet. DISPLAY UNITS IN
(MAATEENHEDEN
DISPLAY IN)
De eenheden die worden gebruikt voor
de buitentemperatuur, het gemiddelde
brandstofverbruik, de actieradius en
de bandenspanning worden weergege-
ven. Druk de selectieknop kort in om
tussen de eenheden "U.S." en "ME-
TRIC" te kiezen.SYSTEEMSTATUS
Geeft SYSTEM OK (systeem OK)
weer als er geen actieve waarschu-
wingsberichten zijn opgeslagen.
Drukken op de OMLAAG-knop wan-
neer SYSTEM OK (systeem OK-
)wordt weergegeven heeft geen gevol-
gen. Geeft SYSTEM WARNINGS
PRESENT (systeemwaarschuwingen
aanwezig) weer als er actieve waar-
schuwingsberichten zijn opgeslagen.
Als u op de OMLAAG-knop drukt
wanneer SYSTEM WARNINGS PRE-
SENT (systeemwaarschuwingen aan-
wezig) wordt weergegeven, worden
telkens de opgeslagen waarschu-
wingsberichten weergegeven. Druk
op de knop MENU en laat hem los om
naar het hoofdmenu terug te keren.PERSOONLIJKE
INSTELLINGEN (DOOR DE
KLANT TE
PROGRAMMEREN
FUNCTIES)
Met Persoonlijke instellingen kan de
bestuurder functies instellen en weer
oproepen wanneer de automatische
transmissie in de stand PARK staat.
Druk kort de knop MENU in tot “Per-
sonal Settings” (persoonlijke instel-
lingen) in het EVIC verschijnt.
Druk kort op de OMLAAG-knop om
de volgende te programmeren func-
ties weer te geven:
Taal
In dit display kunt u verschillende
talen voor alle terminologie, inclusief
die van de tripfuncties, instellen. Door
in dit display op de selectieknop te
drukken, kan Engels, Spaans, Frans,
Duits, Italiaans of Nederlands, afhan-
kelijk van de beschikbaarheid, wor-
den gekozen. Als u doorgaat, wordt de
informatie in de gekozen taal weerge-
geven.
138