Page 217 of 268

ONDERHOUDSVRIJE ACCU
De bovenzijde van de onderhoudsvrije
accu is permanent afgesloten. U hoeft
nooit water bij te vullen of onder-
houdswerkzaamheden te laten uit-
voeren.
OPMERKING: De accu bevindt
zich in een compartiment achter
het spatscherm linksvoor en is toe-
gankelijk zonder het wiel te ver-
wijderen. Om de auto te starten
met startkabels, bevinden zich in
het motorcompartiment externe
accupolen. Raadpleeg de para-
graaf "Starten met startkabels" in
het hoofdstuk "Wat doen in geval
van nood" voor meer informatie
hierover.
Draai, om de accu te bereiken, het
stuurwiel geheel naar rechts en ver-
wijder het binnenspatscherm.
WAARSCHUWING!
Accuvloeistof is een gevaarlijkecorrosieve vloeistof die brand-
wonden of zelfs blindheid kan
veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in aanraking
komen accuvloeistof. Leun niet
over de accu wanneer u de klem-
men aansluit. Wanneer accuzuur
in uw ogen of op uw huid spat,
spoel dan onmiddellijk met een
ruime hoeveelheid water.
Accugas is brandbaar en explo- sief. Houd open vuur of vonken
daarom altijd uit de buurt van de
accu. Gebruik geen hulpaccu of
andere acculader van meer dan
12 volt. Zorg dat de kabelklem-
men elkaar niet raken.
Accupolen, accuklemmen en toe- behoren bevatten lood en lood-
houdende stoffen. Was uw han-
den nadat u hiermee in aanraking
bent gekomen.
LET OP!
Let er bij het aansluiten van deaccukabels op dat de pluskabel
op de pluspool en de minkabel op
de minpool aangesloten worden.
De accupolen zijn gemarkeerd
met plus (+) en min (-) op de
accubehuizing. De kabelklem-
men moeten stevig op de aan-
sluitpolen zitten en mogen geen
corrosie vertonen.
Wanneer u een snellader gebruikt
terwijl de accu nog in de auto aan-
wezig is, koppel dan beide accuka-
bels in de auto los voordat u de
lader op de accu aansluit. Gebruik
een snellader nooit als starthulp.
ONDERHOUD VAN DE
AIRCONDITIONING
Voor optimale prestaties kunt u het
aircosysteem het best laten controle-
ren door een erkende dealer aan het
begin van het zomerseizoen. Bij deze
onderhoudsbeurt moeten ook de con-
densorribben worden gereinigd en
moet een werkingstest worden uitge-
voerd. Laat ook de spanning van de
aandrijfriem controleren.
211
Page 218 of 268

LET OP!
Spoel het systeem van de aircondi-
tioning niet met chemicaliën, om-
dat daardoor de onderdelen van de
airconditioning beschadigd kunnen
raken. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de standaardgarantie
van een nieuwe auto.WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitenddoor de fabrikant goedgekeurde
compressorsmeermiddelen en
koudemiddelen. Sommige niet-
goedgekeurde koudemiddelen
zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel
veroorzaken. Andere niet-
goedgekeurde koudemiddelen of
smeermiddelen kunnen het sys-
teem beschadigen, wat hoge repa-
ratiekosten met zich meebrengt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Het aircosysteem bevat een kou- demiddel onder hoge druk. Om
persoonlijk letsel of schade aan
het systeem te voorkomen mag
het bijvullen van koudemiddel, of
andere reparaties waarbij leidin-
gen moeten worden losgekop-
peld, alleen worden uitgevoerd
door een vakbekwame monteur.Koudemiddel opvangen en recyclenHet airconditioningsysteem van uw
auto bevat R-134a, een koudemiddel
dat de ozonlaag niet aantast. De fabri-
kant raadt u aan het onderhoud aan
het airconditioningsysteem te laten
uitvoeren door een erkende dealer of
een vakgarage die beschikt over de
uitrusting om het koudemiddel op te
vangen en te laten recyclen.
OPMERKING:
Gebruik uitslui-
tend vloeibare afdichtingsmiddelen
voor aircosystemen, producten voor
het stoppen van lekken, afdichtings-
conditioners, compressorolie of
koudemiddelen die goedgekeurd
zijn door de fabrikant.
AIRCOLUCHTFILTER
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.WAARSCHUWING!
Het luchtfilter van het aircosysteem
niet verwijderen als de aanjager
aanstaat, anders kan persoonlijk
letsel het gevolg zijn.
212
Page 219 of 268

Het luchtfilter van het aircosysteem
bevindt zich in de luchtinlaat achter
het handschoenenkastje. Volg de on-
derstaande procedure om het filter te
vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en
neem alle voorwerpen eruit.
2. Druk op de zijwanden van het
handschoenenkastje en laat de klep
zakken.
3. Maak de gasveer van het hand-
schoenenkastje los van aan de zijkant
van het kastje. Pak hiertoe de gasveer-
connector (aan de buitenzijde van het
kastje) en het uiteinde van de connec-
torpen (aan de binnenzijde van het
kastje) met uw duim en wijsvinger
vast en trek ze naar buiten terwijl u de
klep met uw andere hand licht naar
boven beweegt. Na het losmaken trekt
de gasveer zich onder het instrumen-
tenpaneel samen als u hem loslaat.
4. Draai het handschoenenkastje
omlaag.5. Maak de twee houders los waar-
mee het filterdeksel aan de ventilatie-
behuizing is bevestigd en verwijder
het deksel.
6. Verwijder het luchtfilter van de
airco door het recht uit de behuizing
te trekken.
7. Installeer het luchtfilter van de
airco met de pijl op het filter naar
beneden wijzend. Bij het terugplaat-
sen van het filterdeksel zorgen dat het
deksel goed in de houders klikt en vast
wordt gezet.
LET OP!
Het luchtfilter van de airco is voor-
zien van een pijl die de richting van
de luchtstroom door het filter aan-
geeft. Als het filter niet op de juiste
wijze wordt geïnstalleerd, moet het
wellicht vaker worden vervangen.
8. Breng de gasveer van de klep van
het handschoenenkastje en het hand-
schoenenkastje aan.
SMEREN VAN
CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan
de carrosserie, zoals de stoelrails, por-
tierscharnieren en -rollers en motor-
kapscharnieren, moeten voor een
stille en soepele werking en bescher-
ming tegen corrosie en slijtage regel-
matig worden gesmeerd met een vet
op lithiumbasis. Voordat carrosserie-
delen worden gesmeerd, moeten de
desbetreffende punten goed worden
gereinigd. Verwijder na het smeren
overtollig vet of olie. Besteed vooral
aandacht aan de onderdelen voor ver-
grendeling van de motorkap, om ze-
ker te zijn van een correcte werking.
Vervanging luchtfilter airconditioning
213
Page 220 of 268

Als u werkzaamheden onder de mo-
torkap verricht, moet u de motorkap-
vergrendeling reinigen en indien no-
dig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilin-
ders twee keer per jaar, bij voorkeur in
het voorjaar en in het najaar. Breng
een kleine hoeveelheid smeermiddel
van hoge kwaliteit direct aan in de
slotcilinder.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
RUITENWISSERBLADEN
Reinig de rubberdelen van de wisser-
bladen en de voorruit regelmatig met
een spons of zachte doek en een mild
niet-schurend reinigingsmiddel of ruitensproeiervloeistof. Zo verwijdert
u strooizout, vet of olieaanslag en ver-
mindert u de kans op streepvorming
en vlekken.
Als de ruitenwissers langdurig worden
gebruikt terwijl de ruit droog is, zul-
len de wisserbladen sneller slijten. Ge-
bruik altijd ruitensproeiervloeistof als
u met de wissers strooizout of vuil van
een droge voorruit wilt verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om
rijp of ijs van de voorruit te verwijde-
ren. Controleer alvorens te wissen of
de wisserbladen niet aan de voorruit
zijn vastgevroren, om beschadiging te
voorkomen.
OPMERKING: De levensduur van
ruitenwisserbladen is afhankelijk
van de geografische regio en de
mate van gebruik. Wanneer u
merkt dat de ruitenwissers klap-
peren of (water)sporen of natte
plekken achterlaten, dan duidt dit
op een slechte werking van de rui-
tenwisserbladen. Wanneer een van
deze symptomen zich voordoet,
reinig of vervang dan de ruitenwis-
serbladen.
RUITENSPROEIERVLOEI-
STOF BIJVULLEN
De ruitensproeiers vóór en achter ma-
ken gebruik van hetzelfde vloeistofre-
servoir. Het vloeistofreservoir bevindt
zich in de motorruimte. Controleer
regelmatig de inhoud van het reser-
voir. Vul het reservoir met een ruiten-
sproeieroplossing (geen radiateur-
antivries) en laat het systeem enkele
seconden werken om het restwater
weg te spoelen.
Als u het vloeistofreservoir bijvult,
breng dan een kleine hoeveelheid
vloeistof aan op een (hand)doek en er
veeg de wisserbladen mee schoon. Dit
verbetert de wiswerking.
Om te voorkomen dat uw ruiten-
sproeiersysteem bij koud weer be-
vriest, dient u een oplossing of meng-
sel te kiezen dat geschikt is voor het
klimaat in uw omgeving. Deze infor-
matie treft u aan op de meeste flessen
met ruitensproeiervloeistof.
214
Page 221 of 268

WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruiten-
sproeiervloeistof is brandbaar.
Deze kan ontbranden en brand-
wonden veroorzaken. Wees daarom
voorzichtig als u het reservoir bij-
vult of in de buurt van het reservoir
werkt.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
UITLAATSYSTEEM
De beste bescherming tegen koolmo-
noxidevergiftiging is een goed onder-
houden uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid
is veranderd, uitlaatgassen in de auto ruikt of als de onder- of achterzijde
van de auto is beschadigd, laat dan
een erkende monteur het volledige
uitlaatsysteem en de naburige carros-
seriedelen controleren op breuk,
schade, slijtage of verplaatsingen.
Open naden of losse verbindingen
kunnen ertoe leiden dat uitlaatgassen
binnendringen in het interieur. Laat
het uitlaatsysteem ook altijd controle-
ren wanneer de auto op een hefbrug
wordt gezet voor het verversen van
smeervet of olie. Laat indien nodig
onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezond-
heidsproblemen veroorzaken of
zelfs dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide (CO), een kleur- en
geurloos gas. Het inademen ervan
kan bewusteloosheid en vergifti-
ging veroorzaken. Om inademen
van koolmonoxide (CO) te voorko-
men raadpleegt u "Veiligheidstips/
uitlaatgas" in "Zaken die u moet
weten voordat u de motor start"
voor meer informatie.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uit-
sluitend loodvrije benzine worden
getankt. Door gelode benzine ver-
liest de katalysator zijn regelende
werking voor de uitlaatgassen en
kunnen de motorprestaties aan-
zienlijk afnemen met ernstige
motorschade tot gevolg.
De katalysator kan worden be- schadigd als u de auto niet in
goede conditie houdt. Bij een mo-
torstoring, vooral bij het over-
slaan van de motor of duidelijke
vermogensverliezen, moet u de
auto meteen laten repareren. Als
u doorrijdt met een ernstige sto-
ring kan de katalysator overver-
hit raken waardoor deze en de
auto beschadigd raken.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den heeft de katalysator geen onder-
houd nodig. Het is echter van belang
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.
215
Page 222 of 268

OPMERKING: Opzettelijk
knoeien aan het uitlaatgasregel-
systeem is strafbaar en kan leiden
tot strafrechtelijke vervolging.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer
ernstige motorschade) kan een door-
dringende geur duiden op een ernstige
en abnormale oververhitting van de
katalysator. Als dit zich voordoet,
breng dan de auto tot stilstand, zet de
motor af en laat hem afkoelen. Laat
onmiddellijk daarna onderhouds-
werkzaamheden uitvoeren, met inbe-
grip van het afstellen van de motor
volgens specificaties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om
mogelijke schade aan de katalysator
tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten ofhet contact uitschakelen tijdens het
rijden en wanneer de versnellings-
bak in een versnelling is gescha-
keld.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen. Laat de motor niet stationair
draaien als een of meerdere bougies
zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests,
of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig
stationair draait of sprake is van
afwijkende bedrijfsomstandighe-
den.
KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat ver- richten in de buurt van de radia-
torventilator, moet u de ventila-
tormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand
LOCK zetten. De ventilator is
temperatuurgeregeld en kan op
elk moment gaan draaien als de
contactschakelaar in de stand ON
staat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is
afgekoeld. Open nooit de vuldop
van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
216
Page 223 of 268

Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
ieder jaar (bij voorkeur voordat de
vorst invalt). Als de koelvloeistof (an-
tivries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt en doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof (antrivries) worden gevuld.
Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insecten-
resten, bladeren, enz. Spuit de voor-
zijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de boven-
kant schoon met een tuinslang.
Controleer de slangen van het koel-
vloeistofreservoir op broos rubber,
barsten, scheuren, insnijdingen en
vloeistofdichte aansluiting aan
reservoir- en radiateurzijde. Contro-
leer het hele systeem op lekkage.Koelsysteem – aftappen, spoelen
en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als
er veel bezinksel aanwezig is. Voer
daarna een grondige spoelbeurt uit
om alle afzettingen en chemicaliën te
verwijderen. Voer afgewerkte koel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijze
af.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik door de fabrikant aanbevo-
len koelvloeistof of een gelijkwaardig
product. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informatie
hierover.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof
(antivries) met andere dan de ge-
specificeerde koelvloeistof (anti-
vries) kan beschadiging van de
motor veroorzaken en de bescher-
ming tegen roest verminderen.
Als u in een noodsituatie een an-
dere koelvloeistof (antivries) aan
het koelsysteem hebt toegevoegd
dan wordt voorgeschreven, is het
verstandig deze zo snel mogelijk
te laten vervangen door de voor-
geschreven koelvloeistof (anti-
vries).
Gebruik geen gewoon water of koelvloeistof (antivries) op basis
van alcohol. Gebruik geen
roestremmers of andere
anticorrosie-producten, omdat
deze mogelijk niet geschikt zijn
voor de gebruikte koelvloeistof
(antivries) en verstopping van de
koelvloeistof kunnen veroorza-
ken.
(Vervolgd)
217
Page 224 of 268

LET OP!(Vervolgd)
Deze auto is niet ontworpen voor het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordt
afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
Uw auto wordt af-fabriek geleverd
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof (antivries) kan maxi-
maal tien jaar of 240.000 km worden
gebruikt voordat deze moet worden
ververst. Gebruik altijd dezelfde koel-
vloeistof (antivries). Daarmee voor-
komt u dat dit verlengde onderhouds-
interval wordt verkort.
Houd rekening met het volgende
wanneer u koelvloeistof (antivries)
bijvult:
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gedeïoniseerd
water, voor het verdunnen van de koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming in het motorkoelsysteem
verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur.
OPMERKING: Het mengen van
verschillende typen motorkoel-
vloeistof (antivries) verkort de le-
vensduur van de koelvloeistof (an-
tivries) en leidt tot kortere
verversingsintervallen.
Koelsysteem, dop
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en de koel-
vloeistof (antivries) terugloopt naar
de radiateur via het koelvloeistofre-
servoir.
Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zicht-
baar zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
Als waarschuwing is de tekst "DO
NOT OPEN HOT" (NIET OPE-
NEN, HEET) op de vuldop van
het koelsysteem aangebracht. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij
als de motor oververhit is. Draai
nooit de vuldop los om een over-
verhitte motor te laten afkoelen.
Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te
voorkomen, mag u nooit de vul-
dop verwijderen van een koelcir-
cuit dat heet is of onder druk
staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voorgeschreven vuldop voor
uw auto. Dit kan leiden tot per-
soonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van afgewerkte
koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de milieuvoor-
schriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties
218