2013 Lancia Flavia Instructieboek (in Dutch)

Page 161 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) ALS DE MOTOR NIET
STARTWAARSCHUWING!
 Giet nooit brandstof of anderebrandbare vloeistoffen in de
luchtinlaat van het gasklephuis
om de auto te starten. Hierdoor
kunnen steekvlammen ontstaan
die ernst

Page 162 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) WAARSCHUWING!
 Het is gevaarlijk de schakelhen-del uit de stand PARK of NEU-
TRAL te zetten wanneer het mo-
tortoerental hoger is dan
stationair. Als u het rempedaal
niet stevig ingetrapt houdt, kan

Page 163 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) SLEUTELBLOKKERING
Omdat deze auto is uitgerust met een
sleutelblokkering, moet de keuzehen-
del in de stand PARK worden gezet
voordat de contactschakelaar naar de
stand LOCK/OFF kan worden ge-
draaid.

Page 164 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) VERSNELLINGEN
Laat de motor NOOIT met hoge toe-
rentallen draaien wanneer u vanuit de
standen PARK of NEUTRAL naar een
andere versnelling schakelt.
OPMERKING: Na het selecteren
van een versnelling moe

Page 165 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) WAARSCHUWING!(Vervolgd)
 Ongewenste beweging van de auto kan lichamelijk letsel tot ge-
volg hebben van mensen in en bij
de auto. Net als bij alle andere
voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als

Page 166 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch)  Controleer of de schakelhendel nietuit de stand PARK kan worden be-
wogen wanneer u het rempedaal
niet bedient.
REVERSE
Deze stand is bedoeld om achteruit te
rijden. Schakel alleen naar REVERSE
als

Page 167 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) Noodloopmodus van de
versnellingsbak
De werking van de versnellingsbak
wordt elektronisch gecontroleerd op
abnormale situaties. Als een situatie
wordt gedetecteerd die schade aan de
versnellingsbak ka

Page 168 of 268

Lancia Flavia 2013  Instructieboek (in Dutch) OPMERKING: De koppelomvor-
merkoppeling grijpt pas aan wan-
neer de transmissievloeistof en de
motorkoelvloeistof warm zijn
(normaal gesproken na 2 - 5 km
rijden). Omdat het motortoerental
hoger is wa