Page 225 of 268

over de juiste wijze van afvoeren. Om
inslikken door kinderen of dieren te
voorkomen, dient u koelvloeistof met
ethyleenglycol nooit in open vaten of
houders te bewaren. Laat de vloeistof
ook nooit in plassen op de grond te-
rechtkomen. Schakel onmiddellijk
medische hulp in als een kind of huis-
dier koelvloeistof heeft ingeslikt. Ver-
wijder gemorste vloeistof onmiddel-
lijk.
Koelvloeistofpeil
Viercilindermotoren –aan het koel-
vloeistofreservoir kunt u snel en dui-
delijk zien of er voldoende koelvloei-
stof (antivries) in het koelsysteem
aanwezig is. Bij stationair toerental en
warme motor moet het koelvloeistof-
peil (antivries) in het reservoir tussen
de lijnen "ADD" en "FULL" op het
reservoir staan.
Omdat de radiateur normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiateurdop te verwijderen,
tenzij u de koelvloeistof (antivries)
wilt controleren op vriespunt of wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuur van de motor in orde is, hoeft u het
koelvloeistofreservoir slechts eenmaal
per maand te controleren. Als de koel-
vloeistof (antivries) moet worden bij-
gevuld, doet u dit via de vulopening
van het koelvloeistofreservoir. Vul
nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING: Wanneer u na en-
kele kilometers de auto tot stil-
stand brengt, ziet u mogelijk wa-
terdamp opstijgen vanuit de
voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dit is meestal het gevolg van
een hoge luchtvochtigheid, of van
regen of sneeuw die op de radiator
is achtergebleven en verdampt
wanneer de thermostaatklep
opengaat, zodat er hete koelvloei-
stof (antivries) in de radiator kan
stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
koelvloeistofreservoir. Controleer het vriespunt van de
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ateur en in het koelvloeistofreser-
voir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook
de inhoud van het expansiereser-
voir worden beschermd tegen
bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
219
Page 226 of 268

Houd de voorzijde van de radiateurschoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, houd dan de voor-
zijde van de condensor schoon.
Vervang nooit de thermostaat door een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschre-
ven type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere modellen kunnen
onvoldoende koelprestaties leveren
en een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden teweeg-
brengen.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempe-
daal is gevaarlijk en kan leiden tot
een aanrijding. Rijden met uw voet
op het rempedaal veroorzaakt ab-
normaal hoge remtemperaturen,
verhoogt de slijtage van de remvoe-
ring en kan leiden tot schade aan
het remsysteem. U beschikt dan in
noodgevallen niet over het volledige
remvermogen.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt. Hoofdremcilinder – controle van
remvloeistofpeil
Controleer onmiddellijk het vloeistof-
peil in de hoofdremcilinder als het
waarschuwingslampje voor het rem-
systeem gaat branden.
Controleer het vloeistofpeil telkens
wanneer u werkzaamheden onder de
motorkap uitvoert.
Maak de bovenzijde van de hoofd-
remcilinder schoon voordat u de dop
verwijdert. Vul indien nodig vloeistof
bij tot aan het vereiste merkteken op
het remoliereservoir.
Overvullen van remvloeistof moet
worden voorkomen, omdat de vloei-
stof dan naar het remsysteem kan
weglekken.
Het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken slijten. Controleer het
remvloeistofpeil wanneer de remblok-
ken worden vervangen. Een laag
vloeistofpeil kan echter ook worden
veroorzaakt door lekkage en controle
kan noodzakelijk zijn.
220
Page 227 of 268

Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg
de paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.WAARSCHUWING!
Gebruik door de fabrikant aanbe-volen remvloeistof of een gelijk-
waardig product. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderde-
len" in "Onderhoud van uw auto"
voor meer informatie hierover.
Gebruik van de verkeerde rem-
vloeistof kan ernstige schade ver-
oorzaken aan uw remsysteem
en/of de werking ervan nadelig
beïnvloeden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door materiaal of vocht van buitenaf,
dient u uitsluitend nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of rem-
vloeistof uit een hermetisch afge-
sloten reservoir. Zorg ervoor dat
de dop van het reservoir van de
hoofdremcilinder altijd is vastge-
draaid. Remvloeistof in een open
reservoir neemt vocht op uit de
lucht, waardoor de remvloeistof
een lager kookpunt krijgt. De
remvloeistof kan hierdoor gaan
koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans be-
staat dat de remmen plotseling
niet meer werken. Dit kan een
aanrijding tot gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Het bijvullen van het vloeistofre- servoir met te veel remvloeistof
kan leiden tot het morsen van
vloeistof op hete motoronderde-
len, waardoor de remvloeistof
vlam kan vatten. Remvloeistof
kan ook schade toebrengen aan
gelakte oppervlakken en vinyl.
Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken
terecht komt.
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie in de remvloeistof
terechtkomt. De afdichtingen van
het remsysteem kunnen hierdoor
worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk
of geheel kunnen verliezen. Dit
kan een aanrijding tot gevolg
hebben.
221
Page 228 of 268

AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levens-
duur van de versnellingsbak is het
belangrijk dat u de correcte transmis-
sievloeistof gebruikt. Gebruik alleen
de door de fabrikant aanbevolen
transmissievloeistof. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover. Het is belangrijk
dat de transmissievloeistof continu
het vereiste peil heeft en dat u de
aanbevolen vloeistof gebruikt.
Er mogen geen chemicaliën door de
versnellingsbak worden gespoeld; uit-
sluitend het goedgekeurde smeermid-
del mag worden gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere transmissie-
vloeistof gebruikt dan wordt aan-
bevolen door de fabrikant, kan de
schakelwerking van de versnel-
lingsbak afnemen en/of grijpt de
koppelomvormer schokkend aan
en moeten vloeistof en filter vaker
worden ververst resp. vervangen.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in "Onderhoud van uw
auto" voor de specificaties van
vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van
speciale additieven in de transmissie-
vloeistof ten zeerste af. Automatische
transmissievloeistof (ATF) is een ge-
avanceerd en hoogwaardig product
waarvan de prestaties door additieven
nadelig kunnen worden beïnvloed.
Daarom raden we u aan geen additie-
ven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. De enige uitzondering op deze
regel vormt het toevoegen van speci-
ale kleurstof om lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare afdichtmid-
delen, aangezien deze juist schade aan
afdichtingen kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat deze de ver-
snellingsbak kunnen beschadigen.
Dergelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie van een
nieuwe auto.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het
juiste peil gebracht en vereist onder
normale gebruiksomstandigheden
geen aanpassingen. Het is niet nodig
om het vloeistofpeil regelmatig te con-
troleren, en om die reden is geen peil-
stok aanwezig. Uw erkende dealer
kan het vloeistofpeil in uw automati-
sche transmissie controleren met be-
hulp van een speciale peilstok.
Als u merkt dat er sprake is van vloei-
stoflekkage of een defect in de ver-
snellingsbak, neemt u onmiddellijk
contact op met een erkende dealer om
het transmissievloeistofpeil te laten
222
Page 229 of 268

controleren. Als het voertuig wordt
gebruikt met een verkeerd vloeistof-
peil, kan ernstige schade aan de auto-
matische versnellingsbak worden toe-
gebracht.LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de ver-
snellingsbak optreedt, breng dan
onmiddellijk een bezoek aan uw er-
kende dealer. Anders kan de ver-
snellingsbak ernstig beschadigd ra-
ken. Uw erkende dealer beschikt
over het juiste gereedschap om het
vloeistofpeil nauwkeurig bij te vul-
len.
Vloeistof verversen en filter
vervangen
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Ververs de vloeistof en vervang het
filter ook als de versnellingsbak om
welke reden dan ook wordt gedemon-
teerd.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
VERZORGING VAN DE
AUTO EN BESCHERMING
TEGEN ROEST
Carrosserie en lak beschermen
tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie
moet worden besteed is sterk afhan-
kelijk van de weersinvloeden en het
gebruik van de auto. Strooizout in de
winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in weg-
bermen gespoten worden, hebben een
sterk corrosieve invloed op de carros-
serie. Buiten parkeren en blootstelling
aan schadelijke stoffen in de atmo-
sfeer en op de wegen, extreem warm of koud weer en andere extreme om-
standigheden kunnen de lak, de sier-
lijsten en de beschermende laag aan
de onderzijde van de auto aantasten.
De onderstaande onderhoudsadvie-
zen helpen om de carrosserie van uw
auto gedurende lange tijd in optimale
conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat als de lak en be-
schermende coatings op uw auto zijn
aangetast of loslaten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
Strooizout, vuil en achterblijven
van vocht.
Steenslag.
Insectenresten, boomvocht en teer.
Zilte lucht in kuststreken.
Zure regen en industriële vervui- ling.
223
Page 230 of 268

Wassen
Was uw auto regelmatig. Was uwauto altijd in de schaduw en ge-
bruik een milde autoshampoo.
Spoel de auto zorgvuldig af met
schoon water.
Gebruik een hoogwaardige was om olieaanslag en vlekken te verwijde-
ren en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op
de lak.
Gebruik geen schurende producten en polijstmiddelen die de glans of
de dikte van de laklaag kunnen
aantasten.LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke
reinigingsmiddelen zoals staalwol
of schuurpoeder. Deze veroorzaken
krassen op het metaal en de lak.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig schoon (minstens één keer per maand) wanneer u op be-
pekelde of stoffige wegen of in kust-
streken rijdt.
Het is belangrijk dat de afvoerope- ningen onder in de portieren, in de
dorpellijsten en in de bagageruimte
open worden gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt, werk dergelijke plekken
dan meteen bij. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar
van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een aanrijding schade heeft opgelo-
pen aan de lak en de beschermende
coating, moet u deze zo spoedig
mogelijk laten repareren. Voor de
kosten van dergelijke reparaties is
de eigenaar van de auto
verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemicaliën, kunstmest, zout, enz.,
vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden wij u aan spatlappen bij
ieder wiel te laten aanbrengen. Gebruik de retoucheerlak MO-
PAR® Touch Up Paint of een ge-
lijkwaardig product om krassen zo
snel mogelijk bij te werken. Uw er-
kende dealer heeft de lakstift die
overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en
wieldoppen
Alle wielen en wieldoppen moeten re-
gelmatig worden gereinigd met milde
zeep en water om corrosie tegen te
gaan. Dit geldt vooral wanneer een
coating van aluminium of chroom is
aangebracht. Gebruik een niet-
schurend en zuurvrij reinigingsmid-
del om hardnekkige modder en/of
overvloedige remstof te verwijderen.
Gebruik geen schuursponsen, staal-
wol, een harde borstel of metaalpoets.
Gebruik geen ovenreiniger. Maak
geen gebruik van automatische was-
straten waarin bijtende reinigingspro-
ducten of harde borstels worden ge-
bruikt. Deze kunnen de
beschermende coating van de velgen
beschadigen.
224
Page 231 of 268

Verzorging van het interieur
Gebruik een vochtige doek voor het
reinigen van de interieurbekleding.
Gebruik geen bijtende reinigingspro-
ducten.
De kwaliteit van lederen bekleding
blijft het best behouden door deze te
reinigen met een zachte, vochtige
doek. Stofdeeltjes of vuil kunnen een
schurend effect hebben en de lederen
bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige
doek. Hardnekkige vlekken kunt u
gemakkelijk verwijderen met een
zachte doek en de juiste producten.
Voorkom dat lederen bekleding wordt
doordrenkt met welke vloeistof dan
ook. Reinig uw lederen bekleding
nooit met polish, olie, reinigingsvloei-
stoffen, oplosmiddelen, afwasmidde-
len of schoonmaakmiddelen op am-
moniakbasis. Het gebruik van
speciale onderhoudsmiddelen voor le-
der is niet vereist om de originele kwa-
liteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmid-
delen om te reinigen. Dergelijke
stoffen zijn vaak brandbaar en
kunnen bij gebruik in afgesloten
ruimten ademhalingsproblemen
veroorzaken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof
koplamplenzen die lichter en minder
gevoelig voor steenslag zijn dan gla-
zen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig
dan glas. Ga daarom anders te werk
bij het reinigen van de koplamplens.
Om krassen tot een minimum te be-
perken en de lichtopbrengst maxi-
maal te houden, mogen de koplamp-
lenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder
vuil met een milde zeepoplossing en
spoel goed na.
Gebruik nooit schurende reinigings-
middelen, oplosmiddelen, staalwol of
andere bijtende stoffen om de lenzen
te reinigen. Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met
een normale glasreiniger te worden
gereinigd. Gebruik nooit schurende
reinigingsmiddelen. Wees voorzichtig
bij het reinigen van de binnenkant
van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of de achterzij-
ruit aan de rechterkant die is voorzien
van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwer-
pen die de elementen kunnen bescha-
digen.
Wanneer u de binnenspiegel schoon-
maakt, moet u het reinigingsmiddel
op de gebruikte doek aanbrengen.
Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.
Kunststoflenzen van
instrumentengroep reinigen
De lenzen voor de instrumenten in
deze auto zijn gemaakt van doorzich-
tige kunststof. Wees bij het reinigen
van deze lenzen extra voorzichtig om
krassen te voorkomen.
225
Page 232 of 268

1. Reinig met een zachte, natte doek
of met een doek van microvezel.
Eventueel kan een zachte zeepoplos-
sing worden gebruikt, maar gebruik
in geen geval reinigingsalcohol of bij-
tende of schurende reinigingsmidde-
len. Verwijder de zeep met een schone,
vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig
ze niet met chemische oplosmiddelen
of schurende reinigingsmiddelen. De
gordelband kan hierdoor worden aan-
getast. Ook zonnestraling kan de stof
aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, ge-
bruik dan MOPAR® Total Clean of
een gelijkwaardig product, een milde
zeepoplossing of lauw water. Verwij-
der de gordels niet uit de auto om ze te
wassen. Drogen met een zachte doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze
rafels of slijtplekken vertonen of wan-
neer de gespsluitingen niet goed func-
tioneren.BEKERHOUDERS IN DE
MIDDENCONSOLE
REINIGEN
Verwijderen
Pak het rubberen deel van de beker-
houder vast en trek hem omhoog.
Reiniging
Leg de rubberen voering van de be-
kerhouder in een sopje van warm
kraanwater en een theelepel mild
vloeibaar vaatwasmiddel. Laat het
rubber ongeveer een uur weken. Haal
het rubber na een uur uit het water en
dompel het vervolgens nog een keer of
zes onder. Nog achtergebleven vuil zal
zo gemakkelijk loslaten. Spoel de voe-
ring grondig af onder warm stromend
water. Schud achtergebleven drup-
pels af en droog de buitenkant met
een schone en zachte doek.
Aanbrengen
Breng de voering in lijn met de beker-
houder en druk hem stevig naar bene-
den.
VERZORGING VAN
CABRIOLETDAK
LET OP!
Het negeren van de volgende waar-
schuwingen kan leiden tot water-
schade, vlekken of schimmel op het
materiaal van het dak:
Vermijd wasstraten waar auto's
onder hoge druk worden gewas-
sen om beschadiging van het ma-
teriaal van het dak te voorkomen.
Bovendien kan bij een hoge wa-
terdruk water de auto binnen-
dringen via de afdichtstrippen.
Voordat u het dak opent, moet u eerst eventuele waterplassen op
het dak verwijderen en het dak
droogmaken. Als u het dak be-
dient of een portier of raam opent
terwijl het dak nat is, kan er water
in uw auto komen.
Was de auto altijd voorzichtig. Bij waterdruk op de afdichtstrippen
kan er water de auto binnendrin-
gen.
226