functies)" in het hoofdstuk "Het
instrumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.WAARSCHUWING!
Trek, voordat u de auto verlaat,altijd de handrem aan, zet de
schakelhendel in de stand PARK
en zet de contactschakelaar in de
stand OFF. Sluit altijd de auto af
wanneer u de auto verlaat.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zon-
der toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk. Kin-
deren of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
Waarschuw kinderen dat ze niet
aan de handrem, het rempedaal of
de schakelhendel mogen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat de contactsleutel
niet in de stand ACC of ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening
of andere schakelaars kunnen be-
dienen of de auto in beweging
kunnen zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een geparkeerde auto bij
warm weer. De warmte in het in-
terieur kan ernstige gezondheids-
problemen veroorzaken en zelfs
dodelijk zijn.LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uit-
nodiging voor dieven. Verwijder al-
tijd de sleutel uit de contactschake-
laar en vergrendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
CONTACTSLEUTELWanneer het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl sleutel zich in
de contactschakelaar bevindt, klinkt
een geluidssignaal om u eraan te her-
inneren de sleutel te verwijderen.
OPMERKING:
Het waarschuwingssysteem voor de contactsleutel werkt alleen
wanneer de contactschakelaar
in de stand LOCK of ACC is ge-
zet.
Als een of beide voorportieren zijn geopend en de sleutel zich
in de contactschakelaar bevindt,
werken de knoppen van de cen-
trale portiervergrendeling op de
bekledingpanelen niet. Dit is
bedoeld om te voorkomen dat de
sleutels in de auto worden inge-
sloten.
13
VEILIGHEIDSGORDELS
EN ZWANGERSCHAP
Vrouwen die in verwachting zijn die-
nen altijd de veiligheidsgordel te dra-
gen. Dit biedt de beste bescherming
voor zowel de aanstaande moeder als
de nog ongeboren baby.
Zwangere vrouwen dienen het heup-
gedeelte van de gordel laag over het
middel en zo strak mogelijk over de
heupen te dragen. Houd de gordel
laag, zodat deze niet over de buik
loopt. Op deze wijze zullen de heupen
de krachten opvangen bij een aanrij-
ding.
AIRBAGSYSTEEM
Deze auto is ter aanvulling op de vei-
ligheidsgordels voorzien van geavan-
ceerde frontairbags voor zowel de be-
stuurder als de voorpassagier. De
geavanceerde frontairbag voor de be-
stuurder bevindt zich in het midden
van het stuurwiel. De geavanceerde
frontairbag voor de passagier bevindt
zich in het instrumentenpaneel, bovenhet handschoenenkastje. De airbag-
panelen zijn voorzien van het op-
schrift SRS/AIRBAG.
OPMERKING: De geavanceerde
frontairbags voor bestuurder en
voorpassagier voldoen aan de
nieuwe richtlijnen voor geavan-
ceerde airbags.
Het opblaasmechanisme van de ge-
avanceerde frontairbags heeft ver-
schillende stadia. De airbag kan zo
meer of minder krachtig worden op-
geblazen, afhankelijk van factoren
zoals de soort aanrijding en de ernst
ervan.Deze auto is mogelijk uitgerust met
een gespsluitingsschakelaar voor de
veiligheidsgordel voor de bestuur-
dersstoel en/of de voorpassagiersstoel
die registreert of de gordel is vastge-
klikt. Met deze gespsluitingschake-
laar kan het niveau worden aangepast
waarmee de geavanceerde frontair-
bags worden opgeblazen.
Deze auto is voorzien van aanvullende
zijairbags in de stoelen (SAB), die de
inzittenden betere bescherming bie-
den tegen zijdelingse botsingen. De
aanvullende zijairbags in de stoelen
bevinden zich aan de buitenzijde van
de voorstoelen.
OPMERKING:
De airbagpanelen zijn in de in-
terieurbekleding nauwelijks
zichtbaar, maar springen open
tijdens het opblazen van de air-
bag.
Na ieder ongeval dient de auto onmiddellijk naar een erkende
dealer te worden gebracht.
Locaties van de geavanceerde
frontairbags en kniebescherming
1 — Geavanceerde frontairbags voor
bestuurder en passagier
2 — Kniebescherming
34
Componenten van het
airbagsysteem
Uw auto is mogelijk uitgerust met de
volgende componenten van het air-
bagsysteem:
Controller van het beveiligingssys-teem voor inzittenden
Waarschuwingslampje voor het airbagsysteem
Stuurwiel en stuurkolom
Instrumentenpaneel
Kniebescherming
Geavanceerde frontairbag aan bestuurderszijde
Geavanceerde frontairbag aan passagierszijde
Aanvullende zijairbags in de stoe- len (SAB)
Sensoren voor frontale en zijde- lingse botsingen
Gordelspanners voorin, gespslui- tingschakelaar voor
veiligheidsgordels Kenmerken geavanceerde
frontairbags
Het geavanceerde frontairbagsysteem
bestaat uit airbags aan de bestuur-
derszijde en aan de passagierszijde die
in meerdere stadia worden geacti-
veerd. Dit systeem reageert op facto-
ren zoals de kracht en de aard van de
botsing die worden vastgesteld door
de controller van het beveiligingssys-
teem voor inzittenden. Deze controller
ontvangt informatie van de sensoren
voor frontale botsingen.
Het eerste opblaasmechanisme wordt
onmiddellijk geactiveerd bij een bot-
sing waarbij gebruik van de airbags
noodzakelijk is. Deze geringe opbla-
zing wordt toegepast voor minder
zware botsingen. Bij zwaardere bot-
singen wordt een krachtiger opbla-
zing toegepast.
WAARSCHUWING!
Er mogen geen voorwerpen op of
nabij het airbagpaneel op het in-
strumentenpaneel worden ge-
plaatst, omdat deze letsel kunnen
veroorzaken bij botsingen waar-
bij de airbag wordt opgeblazen.
Plaats niets op of rond de airbag- panelen en probeer deze nooit
handmatig te openen. Anders is
het mogelijk dat u de airbags be-
schadigt. Bovendien kunt u letsel
oplopen doordat de airbags mo-
gelijk niet meer functioneren. De
beschermpanelen van de airbag-
kussens gaan alleen open als de
airbags worden opgeblazen.
U mag nooit in de kniebescher- ming boren of snijden of deze op
een andere manier bewerken.
Monteer geen accessoires op de kniebescherming zoals alarmver-
lichting, audio-installaties, 27
MC-apparatuur, enz.
35
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Houd handen en voeten altijd uit de buurt van de onderdelen van
het cabrioletdak, de bovenkant
van de voorruit, het paneel achter
de achterbank en de opberg-
ruimte van het dak als u het dak
opent of sluit.
Als u de knop voor Power Top op
de afstandsbediening gebruikt om
het dak te openen, laat de knop
dan onmiddellijk los wanneer er
gevaar dreigt om de bediening van
het dak te onderbreken. Als u de schakelaar voor de Power Top op het instrumentenpaneel
gebruikt om het dak te openen,
laat de knop dan onmiddellijk los
wanneer er gevaar dreigt om de
bediening van het dak te onder-
breken.
Als u de knop voor de Power Top
op het instrumentenpaneel ge-
bruikt om het dak te sluiten, laat
de knop dan onmiddellijk los wan-
neer er gevaar dreigt om de bedie-
ning van het dak te onderbreken.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Rijd alleen met de auto als het
cabrioletdak helemaal gesloten en
vergrendeld is of helemaal open is
en opgeborgen in de opbergruimte. Bedien de Power Top niet tijdens het rijden.
BAGAGESCHERM
Het bagagescherm bevindt zich in de
bagageruimte. Voordat u het cabrio-
letdak opent, moet u het bagage-
scherm uitvouwen en de lippen aan
weerskanten van het scherm in de
V-sleuven in de voering van de baga-
geruimte aanbrengen. Hierdoor
wordt een schakelaar gesloten die de
bediening van het dak toestaat. Als de
schakelaar niet is gesloten, wordt de
bestuurder gewaarschuwd via een be-
richt in de instrumentengroep.
Aanbrengen van het
bagagescherm voor bediening van
het dak
Trek het bagagescherm naar u toe om
de panelen uit te vouwen. Pak de hen-
del in het midden van het buitenste (bovenste) paneel vast en breng het
bagagescherm omhoog. Lijn vervol-
gens de lippen aan weerskanten van
het bagagescherm uit met de
V-sleuven in de voering van de baga-
geruimte en breng de lippen in de
sleuven aan, zoals afgebeeld.
LET OP!
Plaats geen voorwerpen boven op
het bagagescherm. Voorwerpen op
het bagagescherm komen in aanra-
king met het dak tijdens het openen
en sluiten ervan en kunnen het dak
en het bagagescherm ernstig be-
schadigen.
Bagagescherm
64