Page 65 of 353

Veiligheidsysteem van uw auto
48
3
C040801ATQ
Voorwaarden voor activeren airbags
Airbags vóór
De airbags vóór worden geactiveerd bij
frontale aanrijdingen, waarbij rekening
wordt gehouden met de botskracht, de
rijsnelheid of hoek waaronder de
aanrijding plaatsvindt.
WAARSCHUWING
Let op dat u niet tegen plaatsen aanstoot waar de airbags of
airbagsensoren zijn ingebouwd.
Anders kan de airbag onverwacht
geactiveerd worden waardoor
ernstig persoonlijk letsel op kantreden.
Als de inbouwpositie van de airbagsensoren wordt gewijzigd,
kan dit ertoe leiden dat de
airbags worden geactiveerd insituaties waarin dit niet nodig is,
of dat de airbags niet worden
geactiveerd in situaties waar hetwel nodig is.
Voer daarom geen reparaties uit
aan of in de buurt van de
airbagsensoren. Laat de auto
controleren en repareren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
(Vervolg)(Vervolg)
Er kunnen problemen ontstaanals de hoek waaronder de
sensoren zijn ingebouwd, wordt
gewijzigd als gevolg van
vervorming van de voorbumper
of de carrosserie. Laat de auto
controleren en repareren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Uw auto is ontworpen om de botsenergie zoveel mogelijk teabsorberen en in bepaalde
gevallen de airbag(s) te activeren.
Het monteren van niet-originele
bumpers of accessoires op de
bumper kan een nadelige invloed
hebben op de bescherming bijeen aanrijding.
1TQA2084
Page 66 of 353
349
Veiligheidsysteem van uw auto
Ofschoon de airbags vóór (voor
bestuurder en voorpassagier) ontworpen
zijn voor frontale aanrijdingen, kunnen ze
ook bij andere aanrijdingen, waarbij een
bepaalde vertraging in de lengterichting
optreedt, worden geactiveerd.
De airbags kunnen ook worden
geactiveerd als de auto zware stoten
ondervindt bij het rijden op zeer slechte
wegen. Rijd daarom voorzichtig op
slechte wegen.C040802ATQ
Voorwaarden voor niet-activeren vande airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelheden worden de airbags niet
geactiveerd. De reden daarvan is datde airbags in die omstandigheden niet
meer bescherming kunnen bieden dan
de veiligheidsgordels al doen. De airbags zijn niet ontworpen om te
worden geactiveerd bij aanrijdingen
van achter, omdat de inzittenden dan
door de botskracht naar achteren
worden gedrukt. In dergelijke gevallen
biedt het activeren van de airbags
geen extra voordelen.
1TQA2086OTQ036087
Page 67 of 353
Veiligheidsysteem van uw auto
50
3
De airbags vóór worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd. De
inzittenden bewegen altijd in de
richting van de aanrijding, waardoor
het activeren van de airbags vóór
overbodig kan zijn. Bij een aanrijding op een helling of
onder een hoek kan de kracht van de
aanrijding de inzittenden in een
bepaalde richting verplaatsen, waar de
airbags geen extra bescherming
zouden bieden, een reden waarom desensoren de airbags daarom ook niet
activeren. Net voor een aanrijding remmen
bestuurders vaak sterk af. Door zo
sterk af te remmen, zakt de voorzijde
van de auto in, waardoor deze
gemakkelijker onder een voertuig met
een grotere grondspeling zou kunnen
schieten. De airbags worden in een
dergelijke situaties soms niet
geactiveerd omdat de deceleratie die
door de sensoren gemeten wordt,
lager is dan de deceleratie die zou
worden gemeten als de auto niet onder
de voorligger zou schuiven.
1TQA20891TQA2088OTQ052215
Page 68 of 353

351
Veiligheidsysteem van uw auto
Als de auto over de kop gaat, biedende airbags vóór niet de juiste
bescherming. Ze worden dan ook niet
geactiveerd. De airbags worden soms niet
geactiveerd bij een aanrijding tegen
een boom of paal, waarbij de
botskracht zich concentreert op een
klein gedeelte van de auto, buiten het
bereik van de sensoren. C041100ATQ
Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem
Het aanvullend veiligheidssysteem is
nagenoeg onderhoudsvrij en bevat geen
onderdelen waaraan u zelf veilig
onderhoud kunt plegen. Als het
waarschuwingslampje AIR BAG niet gaat
branden of constant brandt, laat uw auto
dan zo snel mogelijk controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
Alle werkzaamheden aan het aanvullend
veiligheidssysteem, zoals het
verwijderen, het plaatsen of het
repareren ervan, of werkzaamheden aan
het stuurwiel moeten uitgevoerd worden
door een officiële HYUNDAI-dealer. Een
onjuiste behandeling van het
airbagsysteem kan leiden tot ernstigpersoonlijk letsel.
1TQA20911TQA2092
Page 69 of 353

Veiligheidsysteem van uw auto
52
3
WAARSCHUWING
Modificaties aan onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem of de
bedrading, inclusief het
aanbrengen van stickers, enz. opafdekkappen of modificaties aan
de carrosseriestructuur kunnen
ertoe leiden dat het systeem niet
goed werkt, waardoor letsel kanontstaan.
Reinig de afdekkappen van de airbags alleen met een zachte,
droge doek of met een doek die
bevochtigd is met schoon water.
Oplos- en reinigingsmiddelen
kunnen het materiaal van deafdekkappen aantasten en de
werking van het systeem in
negatieve zin beïnvloeden.
(Vervolg)(Vervolg)
Er mogen geen objecten op of inde buurt van de airbags in het
stuurwiel, op hetinstrumentenpaneel of op het
dashboardpaneel boven het
dashboardkastje worden
geplaatst omdat dergelijke
voorwerpen letsel kunnen
veroorzaken als de airbags bij
een aanrijding geactiveerd
worden.
Als de airbags geactiveerd zijn, moeten ze vervangen worden
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Stel de onderdelen van het airbagsysteem niet bloot aan
schokken en neem de bedrading
van het airbagsysteem ook niet
los. Als u dat wel doet kunt u
letsel oplopen omdat de airbags
onverwacht geactiveerd kunnen
worden of juist niet geactiveerd
worden wanneer dat wel nodig is.
(Vervolg)(Vervolg)
Als onderdelen van hetairbagsysteem moeten worden
afgevoerd of als de auto in zijn
geheel moet worden afgevoerd,moeten bepaalde
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid in
acht worden genomen. Een
officiële HYUNDAI-dealer kent
deze voorzorgsmaatregelen en
kan u de benodigde informatie
verstrekken. Het niet opvolgen
van deze voorzorgsmaatregelen
en procedures vergroot de kans
op persoonlijk letsel.
Als uw auto in te diep water terechtgekomen is, waardoor devloerbedekking doorweekt is ofer water op de bodemplaats
staat, probeer dan niet uw auto te
starten maar laat hem
transporteren naar een officiële
HYUNDAI-dealer.
Page 70 of 353

353
Veiligheidsysteem van uw auto
C041300ATQ
Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Vervoer nooit mensen in de
bagageruimte of op een
neergeklapte rugleuning. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer.
De inzittenden moeten tijdens het
rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen. Een inzittende
die zijn veiligheidsgordel niet draagt
kan tijdens een aanrijding of eennoodstop door de auto geslingerd
worden, tegen andere inzittenden aan,
of zelfs uit de auto geslingerd worden.
Elke veiligheidsgordel is bestemd
voor één persoon. Als er meerdere
personen van dezelfde
veiligheidsgordel gebruik maken,
kunnen ze bij een aanrijding ernstigletsel oplopen.
Maak geen gebruik van accessoires
die aan de veiligheidsgordels
bevestigd moeten worden.
Accessoires die claimen het comfort
voor de inzittenden te verbeteren of diede gordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de
veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op letsel bij
een aanrijding vergroten.
De inzittenden moeten geen harde
of scherpe voorwerpen plaatsen
tussen henzelf en de airbags. Het
dragen van harde of scherpe
voorwerpen rond uw middel of het in
uw mond houden van dergelijke
voorwerpen kan ernstig letsel
veroorzaken als een airbag
geactiveerd wordt.
Blijf op veilige afstand van de
afdekkappen van de airbags. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer. Als inzittenden zich te dicht
bij een airbag bevinden, kunnen zeletsel oplopen als de airbags
geactiveerd worden.
Bevestig geen voorwerpen aan of in
de buurt van de afdekkappen van de
airbags. Voorwerpen die bevestigd zijn
aan of in de buurt van de afdekkappen
van de airbags vóór of de zijairbags
kunnen een juiste werking van de
airbags in negatieve zin beïnvloeden.
Modificeer de voorstoelen niet.
Modificatie van de voorstoelen kan de
werking van de sensoren van het
aanvullend veiligheidssysteem in
negatieve zin beïnvloeden.
Plaats niets onder de voorstoelen.
Het plaatsen van voorwerpen onder de
voorstoelen kan de werking van de
sensoren van het aanvullend
veiligheidssysteem of van de
bedrading in negatieve zin
beïnvloeden.
Laat nooit het heupgedeelte van uw
gordel om een kind heen lopen dat
op uw schoot zit. Het kind zou ernstig
letsel kunnen oplopen in geval van een
aanrijding. Baby's en kinderen moetenop de juiste manier in geschiktekinderzitjes of gordels op de
achterbank vervoerd worden.
Page 71 of 353

Veiligheidsysteem van uw auto
54
3
C041400AUN
Monteren van accessoires of modificaties aan uw met een
airbag uitgeruste auto
Als u modificaties aan het chassis, de
bumper, de voorzijde, het plaatwerk opzij
of de rijhoogte aanbrengt of laat
aanbrengen, kan dat invloed hebben op
de werking van het airbagsysteem van
uw auto.
C041200ATQ
Waarschuwingslabel airbags
Het waarschuwingslabel van de airbags is bedoeld om de bestuurder en
passagiers te waarschuwen voor de
mogelijke gevaren van hetairbagsysteem.
Deze verplichte waarschuwingen
hebben met name betrekking op het
risico voor kinderen. HYUNDAI wil hierbij
ook graag wijzen op de risico's voor
volwassenen. Deze risico's zijn
beschreven op de voorafgaande
bladzijden.
WAARSCHUWING
Als de inzittenden niet in de juiste positie zitten, kunnen ze te dicht
bij een zich vullende airbag
komen, delen in het interieur vande auto raken of uit de auto
geslingerd worden.
Zit altijd zoveel mogelijk rechtop, met de rugleuning rechtop,
midden op de zitting en met uw
veiligheidsgordel om, uw benen
op een comfortabele manier
gestrekt en uw voeten op de
vloer.
OTQ037029 *
* : indien van toepassing
Page 72 of 353
4
Sleutels / 4-3
Portiervergrendeling met afstandsbediening / 4-4Antidiefstalsysteem / 4-6Sloten / 4-8Achterklep / 4-13Ruiten / 4-16Motorkap / 4-21
Tankdopklep / 4-23
Stuurwiel / 4-26 Spiegels / 4-28Instrumentenpaneel / 4-32Parkeerhulp / 4-46Alarmknipperlichten / 4-48Lighting / 4-48
Ruitenwissers en ruitensproeiers / 4-54Interieurverlichting / 4-57Ontwaseming / 4-59Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem / 4-60
Voorruit ontdooien en ontwasemen / 4-70Opbergvak / 4-72Overige voorzieningen / 4-73Audiosysteem / 4-79
Kenmerken van uw auto