Page 113 of 353

Kenmerken van uw auto
42
4
D150312AUN
Schakelstandindicator
(indien van toepassing)
In het display wordt weergegeven welke
van de stand van de selectiehendel
geselecteerd is. D150339ASA
Controlelampje O/D OFF(indien van toepassing)
Dit lampje zal gaan branden als het O/D-
systeem uitgeschakeld is. D150313AEN
Waarschuwingslampje
laadsysteem
Dit waarschuwingslampje duidt op een
storing in de dynamo of in hetlaadsysteem.
Handel als volgt als het lampje gaat
branden tijdens het rijden:
1. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of gebroken is.
3. Als de dynamoriem in orde is, bevindt het probleem zich in het laadsysteem.
Laat de auto zo snel mogelijkrepareren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
D150315AUN
Waarschuwingslampje open achterklep
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de achterklep niet goed gesloten is
(in alle standen van het contact). D150316AUN
Waarschuwingslampje
open portier
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als een portier niet goed gesloten is (in
alle standen van het contact). D150317AFD
Controlelampjestartblokkeersysteem (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als de sleutel in
het contact gestoken wordt en naar
stand ON wordt gedraaid.
Op dat moment kunt u de motor starten. Het lampje dooft nadat de motor isaangeslagen. Laat het systeem controleren door een
officiële HYUNDAI Erkend Reparateur
wanneer het lampje gaat knipperen alshet contact in stand ON staat en de
motor nog niet is gestart.
O/D
OFF
Page 114 of 353

443
Kenmerken van uw auto
D150318ATQ
Waarschuwingslampje laagbrandstofniveau
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de brandstoftank bijna leeg is. Als dit
lampje gaat branden, moet u zo spoedig
mogelijk tanken. Doorrijden met een
brandend waarschuwingslampje voor
een laag brandstofniveau of een lager
brandstofniveau dan "E" of “0” op de
brandstofmeter, kan leiden tot overslaan
van de motor en beschadiging van de
katalysator. D150320AFD
Controlelampje
motormanagement (MIL)
Dit controlelampje maakt deel uit van het
motorregelsysteem dat verschillende
onderdelen van het emissieregelsysteem
in de gaten houdt. Als dit lampje tijdens
het rijden gaat branden, geeft het aan dat
een mogelijk probleem gesignaleerd is inde emissieregelsystemen.
Dit lampje gaat ook branden als het
contact in stand ON wordt gezet en gaateen paar seconden nadat de motor
gestart is weer uit. Laat uw auto door de
dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur controleren als het
lampje tijdens het rijden gaat branden of
als het niet gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet.
Over het algemeen kunt u, als dit lampje
gaat branden, nog wel verder rijden met
uw auto maar moet u het systeem zosnel mogelijk door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur latencontroleren.
CHECKCHECK
OPMERKING
Wanneer u langere tijd met een brandend controlelampje
motormanagement blijft doorrijden, kan schade aan deemissieregelsystemen ontstaan.Dit kan een nadelige invloed
hebben op de rijprestaties en/ofhet brandstofverbruik.
Wanneer het controlelampje motormanagement gaat branden,
kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan hetmotorvermogen teruglopen. Laat het motorregelsysteem zo snel
mogelijk controleren door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur.
OPMERKING - Dieselmotor
(indien van toepassing)
Laat het roetfiltersysteem controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur alshet controlelampje motormanagement gaat branden(rijd niet verder dan 50 km/31 mijl
met een brandend lampje)
Page 115 of 353

Kenmerken van uw auto
44
4
D150327AUN
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot"
(indien van toepassing)
Als het bestuurdersportier geopend
wordt en de contactsleutel zich nog in het
contactslot bevindt in stand LOCK of
ACC, zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel verwijderd
is of het bestuurdersportier gesloten
wordt. D150323AUN-EE
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling)
(indien van toepassing)
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling) (indien vantoepassing)
Het controlelampje EPS gaat branden op het moment dat het contact in stand ON
wordt gezet en moet na ongeveer 3
seconden weer doven. Als de
voertuigstabiliteitsregeling is
ingeschakeld, registreert dit systeem de
rijomstandigheden. Zolang deze normaal
zijn, blijft het controlelampje ESP uit.
Zodra het systeem registreert dat de
wielen door willen gaan slippen, wordt de
voertuigstabiliteitsregeling geactiveerden gaat het controlelampje ESPknipperen. D150324AFD
Controlelampje ESP OFF
(indien van toepassing)
Het controlelampje EPS OFF gaat
branden op het moment dat het contact
in stand ON wordt gezet en moet na
ongeveer 3 seconden weer doven. Druk
op de schakelaar ESP OFF om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen. Het controlelampje ESP OFF
gaat branden om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld. Als dit lampje
brandt terwijl de voertuigstabiliteitsregeling
niet is uitgeschakeld, is er mogelijk een
storing in het systeem. Laat de auto
controleren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur.
✽✽ AANWIJZING
Na het losnemen van de accukabels of nadat een lege accu opgeladen is, gaat
het controlelampje ESP OFF mogelijkbranden. Draai het stuurwiel in dit
geval een halve slag naar links en naar
rechts terwijl het contact in stand ON
staat. Start vervolgens de motoropnieuw nadat het contact in standLOCK gezet is. Laat het systeem zo snel
mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur als het
controlelampje ESP OFF niet dooft.
ESPESP
OFF
Page 116 of 353

445
Kenmerken van uw auto
D150328AEN
Controlelampjevoorgloeien (dieselmotor)
Het controlelampje gaat branden zodra
het contact in stand ON wordt gezet. De
motor kan gestart worden zodra het
controlelampje voorgloeien uitgaat. De
voorgloeitijd is afhankelijk van de
koelvloeistoftemperatuur, de
luchttemperatuur en de conditie van deaccu.
✽✽ AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.
D150329AEN
Waarschuwingslampje brandstoffilter (dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat
gedurende 3 s na het in stand ON zetten
van het contact branden en gaat
vervolgens weer uit. Als het lampje gaat
branden bij een draaiende motor, wil dat
zeggen dat er teveel water in het
brandstoffilter aanwezig is. Als dat het
geval is, moet het water in het
brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor
meer informatie "Brandstoffilter" inhoofdstuk 7.
OPMERKING
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door een officiëleHYUNDAI-dealer wanneer hetcontrolelampje voorgloeien blijftbranden of gaat knipperen nadat de
motor op bedrijfstemperatuur is ofals het lampje gaat branden tijdens het rijden.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt kan hetmotorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen. Als ublijft rijden met een brandend
waarschuwingslampje, kan erschade ontstaan aan de motor ofaan onderdelen van het commonrail-systeem. Laat in dat geval uw
auto zo snel mogelijk controlerendoor een officiële HYUNDAI-dealer.
Page 117 of 353

Kenmerken van uw auto
46
4
D170000AEN
De parkeerhulp waarschuwt de
bestuurder tijdens het achteruitrijden met
een signaal zodra de afstand tussen de
auto en een voorwerp achter de auto
minder dan 120 cm wordt. Het systeemdient slechts als hulpmiddel en
vermindert niet de noodzaak om
voorzichtig te rijden. Het bereik van de
parkeersensoren is beperkt en niet alle
voorwerpen worden even goed
opgemerkt. Blijf daarom altijd alert
tijdens het achteruitrijden. Werking van de parkeerhulp D170101AEN
Werking
Het systeem wordt ingeschakeld als de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld en het contact in stand ON staat.
Bij een snelheid van meer dan 5 km/h
wordt het systeem mogelijk niet juist
geactiveerd.
Het bereik van de parkeersensoren bedraagt ongeveer 120 cm.
Als er zich meerdere voorwerpen achter de auto bevinden, zal het dichtstbijzijnde
als eerste worden geregistreerd. D170102AUN
Waarschuwingssignalen
Als een voorwerp zich 120 - 81 cm van
de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt
met tussenpozen
Als een voorwerp zich 80 - 41 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt
vaker
Als een voorwerp zich binnen 40 cm van de achterbumper bevindt: Zoemer klinkt
onafgebroken.
D170200AEN
Gevallen waarin de parkeerhulp niet werkt
De parkeerhulp werkt mogelijk niet
goed in de volgende gevallen:
1. Er zit ijs op de sensor. (Het systeem werkt weer normaal zodra het ijs
gesmolten is.)
2. Er zit vuil, zoals sneeuw of water, of een andere substantie op de sensor.
(De sensor werkt weer normaal zodra
deze vrij is gemaakt.)
3. Bij het rijden op oneffen wegen en op hellingen.
4. Als bepaalde hoogfrequente geluiden, zoals claxons, motorfietsmotoren,
luchtremmen van vrachtwagens, enz.
binnen het bereik van de sensor
aanwezig zijn.
PARKEERHULP (INDIEN VAN TOEPASSING)
WAARSCHUWING
De parkeerhulp dient slechts als
hulpmiddel. De werking van de
parkeerhulp kan worden beïnvloed
door verschillende factoren
(inclusief de luchtverontreiniging).
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om het gebied achter
de auto te controleren alvorens
achteruit te rijden.
OTQ047055
Parkeerhulp
Page 118 of 353

447
Kenmerken van uw auto
5. Bij zware regenval of opspattendwater.
6. Bij de aanwezigheid van afstandsbedieningen of mobiele
telefoons binnen het bereik van de
sensor.
7. Als de sensor bedekt is met sneeuw.
8. Aanhanger, rijden met.
Het sensorbereik kan in de volgende
gevallen afnemen:
1. Er zit vuil zoals sneeuw of water op de sensor. (De sensor werkt weer
normaal zodra deze vrij is gemaakt.)
2. Bij extreem hoge of lage buitentemperaturen.
De volgende voorwerpen worden
mogelijk niet opgemerkt door desensoren:
1. Smalle voorwerpen als touwen, kettingen enz.
2. Voorwerpen die de hoogfrequente signalen van de sensor absorberen,
zoals kleding, sponsachtige
materialen en sneeuw.
3. Bij voorwerpen lager dan 1 meter en smaller dan 14 cm. D170300AEN
Waarschuwingen parkeerhulp
Het waarschuwingssignaal klinkt
mogelijk niet regelmatig als het
voorwerp achter de auto beweegt of
een grillige vorm heeft.
De correcte werking van de parkeerhulp kan verstoord raken als de
bumperhoogte of de inbouwpositie van
de sensoren is gewijzigd of als de
bumper of sensor beschadigd is.
Achteraf gemonteerde accessoires
kunnen het bereik van de sensoren
beïnvloeden.
Voorwerpen die kleiner zijn dan 40 cm worden mogelijk niet of niet goed
geregistreerd. Wees alert.
Als de sensor bedekt is met sneeuw, vuil of water werkt deze mogelijk niet
goed totdat deze weer schoon endroog is gemaakt met een zachtedoek.
Druk of sla niet op de sensor en voorkom dat er krassen op de sensor
komen. De sensor kan beschadigd
raken.✽✽ AANWIJZING
Het systeem werkt alleen in het gebied
waar de parkeersensoren zijn geplaatst.Bovendien worden kleine of smallevoorwerpen als palen, of voorwerpen
die zich tussen de verschillende sensoren
bevinden mogelijk niet door de sensoren
geregistreerd.Kijk tijdens het achteruitrijden altijd
waar u rijdt.
Informeer bestuurders die onbekend
zijn met de auto over de mogelijkhedenen beperkingen van het systeem.
WAARSCHUWING
Wees extra voorzichtig als u dicht
langs voorwerpen of personen, in
het bijzonder kinderen, rijdt. Houd
er rekening mee dat sommige
voorwerpen mogelijk niet door de
sensoren worden geregistreerd.
Controleer altijd met eigen ogen ofde weg vrij is.
Page 119 of 353

Kenmerken van uw auto
48
4
ALARMKNIPPERLICHTEN LIGHTING
D170400AEN
Zelfdiagnose
Als u geen waarschuwingsgeluid hoort of
als de zoemer met tussenpozen klinkt als
u de stand R inschakelt, kan dit duiden op
een storing in de parkeerhulp. Laat in dat
geval uw auto zo snel mogelijk
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
D180000AUN
De alarmknipperlichten moeten worden
gebruikt als u door omstandigheden
gedwongen bent de auto op een
gevaarlijke plaats tot stilstand te
brengen. Zet, als u de auto innoodsituaties tot stilstand moet brengen,
de auto zo ver mogelijk naast de rijbaan.
De alarmknipperlichten worden
ingeschakeld door de schakelaar voor de
alarmknipperlichten in te drukken.
Hierdoor gaan alle richtingaanwijzers
tegelijk knipperen. De
alarmknipperlichten werken ook als desleutel niet in het contactslot zit.
Druk nogmaals op de schakelaar voor de
alarmknipperlichten om ze uit te
schakelen.D190100BUN
Energiebesparingsfunctie
Deze functie voorkomt dat de accu
ontladen raakt. Het systeem schakelt
automatisch de parkeerlichten uit
wanneer de contactsleutel verwijderd
wordt of wanneer het portier aan
bestuurderszijde wordt geopend.
De parkeerlichten worden automatisch uitgeschakeld als de auto in het donker
langs de kant van de weg geparkeerd
wordt.
Volg onderstaande procedure als de
parkeerlichten moeten blijven branden
wanneer de contactsleutel is
verwijderd:
1) Open het portier aan
bestuurderszijde.
2) Schakel de parkeerlichten UIT en AAN met de lichtschakelaar op de
stuurkolom.
WAARSCHUWING
Schade aan de auto en persoonlijk
letsel, ontstaan vanwege het
onjuist functioneren van de
parkeerhulp, vallen niet onder de
garantie. Rijd altijd veilig en
voorzichtig.OTQ067001L
OPMERKING
Wanneer de bestuurder het voertuig via een ander portier dan het
bestuurdersportier verlaat, werkt deenergiebesparingsfunctie niet.
Hierdoor kan de accu ontladenraken. Schakel in dit geval de lampen uit voordat u het voertuig
verlaat.
Page 120 of 353
449
Kenmerken van uw auto
D190400ATQ
Bediening verlichting
De lichtschakelaar heeft een stand voor
het dimlicht en het parkeerlicht.Draai, om de verlichting te bedienen, de
knop op het uiteinde van de
combischakelaar naar een van de
volgende standen: (1) Stand UIT
(2) Stand parkeerlicht(3) Stand dimlicht
D190401AEN
Stand parkeerlicht ( )
Als de lichtschakelaar in de stand
parkeerlicht staat (1e stand), branden de
achterlichten, de
kentekenplaatverlichting en de
dashboardverlichting.
OTQ047131
OTQ049131
Type B
Type A
OEN048061
OTQ049301
Type B
Type A