485
Kenmerken van uw auto
Gebruik van de toetsen RADIO,
SETUP, VOLUME en AUDIO
1. Knop AAN/UIT & knopvolumeregeling
Hiermee wordt het audiosysteem in-
/uitgeschakeld wanneer het contact in
stand ACC of ON staat. Als de knop naar
rechts wordt gedraaid, neemt de
geluidssterkte toe. Als de knop naar links
wordt gedraaid, neemt de geluidssterkte
af.
Druk op deze toets om het audiosysteem in of uit te schakelen.
Als het contact niet in stand ACC of ON staat, verschijnt de waarschuwing
"Battery Discharge" (accu raakt leeg)op het LCD 10 seconden na het
inschakelen en wordt automatisch
uitgeschakeld na 1 uur werking,
afhankelijk van de uitvoering.
Hiermee stelt u het volume van het audiosysteem af. Draai rechtsom om
het volume te verhogen of linksom om
het volume te verlagen. 2. Toets FM/AM
Hiermee wordt de FM- of AM-modus
ingeschakeld en wordt er iedere keer dat
de toets wordt ingedrukt, geschakeld in
de volgorde FM1
➟FM2 ➟FMA ➟AM ➟
AMA ➟FM1...
3. Keuzetoets TA
In de FM-, CD- of AUX-modus wordt de
ontvangst van zenders met
verkeersinformatie via RDS in- of
uitgeschakeld.
4. Toets SEEK
Wanneer de toets [SEEK ] wordt ingedrukt, wordt de bandfrequentie
verhoogd om automatisch een zender
te selecteren. Als er geen zender wordt
gevonden, stopt het zoeken bij de
vorige frequentie.
Wanneer de toets [TRACK ] wordt ingedrukt, wordt de bandfrequentie
verlaagd om automatisch een zender
te selecteren. Als er geen zender wordt
gevonden, stopt het zoeken bij de
vorige frequentie. 5. Voorkeuzetoets
Druk toets [1] - [6] maximaal 0,8
seconden in om de opgeslagen zenders
weer te geven. Houd de voorkeuzetoets
ten minste 0,8 seconden ingedrukt tothet piepsignaal klinkt om de huidige
zender onder de desbetreffende toets opte slaan.
6. Toets AST (AUTO STORE)
Wanneer op deze toets wordt gedrukt,
worden automatisch zenders met een
goede ontvangst gekozen en
opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen
[1]-[6] en wordt de zender onder
voorkeuzetoets 1 weergegeven. Als er na
het automatisch zoeken geen zender is
opgeslagen, is de zender waarop eerst
was afgestemd weer te horen.
7. Knop TUNE/AUDIO
Knop voor het handmatig kiezen van
zenders
Draai, terwijl u naar een radiozender
luistert, aan deze knop om de frequentiehandmatig in te stellen.
Draai de knop rechtsom om de
frequentie te verhogen en linksom om de
frequentie te verlagen.
7
Motorruimte / 7-2 Onderhoudswerkzaamheden / 7-4
Door de eigenaar uit te voerenonderhoudswerkzaamheden / 7-6Onderhoudsschema / 7-8Uitleg bij onderhoudsschema / 7-18
Motorolie / 7-22Koelvloeistof / 7-23Rem- en koppelingsvloeistof / 7-26
Stuurbekrachtigingsvloeistof / 7-27Automatische-transmissievloeistof / 7-28
Ruitensproeiervloeistof / 7-30
Parkeerrem / 7-31
Brandstoffilter / 7-31
Luchtfilter / 7-32
Interieurfilter / 7-33Ruitenwisserbladen / 7-35 Battery / 7-38 Banden en wielen / 7-41Zekeringen / 7-52Gloeilampen / 7-62
Onderhoud exterieur / 7-69
Emissieregelsysteem / 7-75
Onderhoud
Onderhoud
38
7
G190100BUN
Voor een optimale werking van de accu
Zorg ervoor dat de accu altijd goed
vastzit.
Houd de bovenzijde van de accu schoon en droog.
Houd de accupolen en de accupoolklemmen schoon, zorg ervoor
dat ze goed vastzitten en bescherm ze
met vaseline.
Spoel gemorst elektrolyt direct af met een oplossing van water en
natriumbicarbonaat (dubbel koolzuresoda).
Neem de accukabels los als u de auto gedurende een langere periode niet
gaat gebruiken.
WAARSCHUWING -
Gevaren accu
Lees de volgende
aanwijzingen voor het omgaan met de accu
zorgvuldig door.
Houd brandende sigaretten, vonken en open
vuur uit de buurt van de
accu.
Er bevindt zich altijd wat van het zeer licht
ontvlambare waterstof in
de accucellen. Dit kan
ontploffen.
Houd accu's buiten bereik van kinderen, aangezien
accu's het zeer agressieve
zwavelzuur bevatten. Laataccuzuur niet in contact
komen met uw huid, uw
ogen, kleding en de lak vande auto.
(Vervolg)(Vervolg)Spoel uw ogen gedurendeten minste 15 minuten en
roep onmiddellijk medische
hulp in wanneer u elektrolyt
in uw ogen krijgt.
Was uw huid grondig
wanneer deze in aanraking
komt met elektrolyt. Roep
onmiddellijk medische hulpin wanneer u pijn of een
brandend gevoel heeft.
Draag een veiligheidsbril tijdens het opladen van en
het werken in de buurt van
accu's. Zorg altijd voorventilatie wanneer in een
afgesloten ruimte wordt
gewerkt.
Een onjuist afgevoerdebatterij kan schadelijk zijn
voor het milieu en voor uw
gezondheid. Zorg ervoor dat
de batterij volgens de
wettelijke voorschriften
wordt afgevoerd.
(Vervolg)
BATTERY
OTQ077022
Index
2
I
Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden ·················9-4
Aanvullend veiligheidssysteem ·····································3-37
Achterklep······································································4-13
Afmetingen ······································································9-2
Alarmknipperlichten ······················································4-48
Als de motor niet gestart kan worden······························6-3
Als de motor oververhit raakt ··········································6-6
Antidiefstalsysteem··························································4-6
Audiosysteem·································································4-79
Automatische transmissie ··············································5-11
Automatische-transmissievloeistof ································7-28
Banden en wielen ···························································9-3
Banden en wielen···························································7-41
Bandenspanningslabel ·····················································8-3
Battery············································································7-38
Brandstofbesparing ························································5-29
Brandstoffilter ································································7-31
Controlelampjes in het instrumentenpaneel ····················1-6 Door de eigenaar uit te voeren
onderhoudswerkzaamheden···········································7-6
Emissieregelsysteem ······················································7-75
Gebruik van dit instructieboekje······································1-2
Gloeilampen ···································································7-62
Handbediend verwarmings- en ventilatiesysteem ·········4-60
Handgeschakelde transmissie ··········································5-8
Inrijprocedure···································································1-5
Instructies voor het rijden met de auto ····························1-5
Instrumentenpaneel ························································4-32
Interieurfilter ··································································7-33
Interieurverlichting ························································4-57
A
B
C
D
E
G
H
I