343
Veiligheidsysteem van uw auto
C040400BTQ
Airbag bestuurder en voorpassagier
(indien van toepassing)
Uw auto is uitgerust met een aanvullend
veiligheidssysteem (airbags) en een
driepuntsgordel voor zowel de
bestuurder als de voorpassagier. Dat uw
auto voorzien is van een dergelijk
systeem blijkt uit de letters SRS AIR BAG
die in reliëf aanwezig zijn op het
stuurwiel en op het paneel boven het
dashboardkastje.
Het aanvullend veiligheidssysteem
bestaat uit airbags die zich bevinden in
het stuurwiel en boven het
dashboardkastje.
WAARSCHUWING
Als de airbag geactiveerd wordt, is er een luide knal hoorbaar en
komt er fijn stof vrij in de auto.
Dit is normaal en niet gevaarlijk -
het fijne poeder wordt gebruikt bij
het vouwen van de airbags. Het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag kan huid- of
oogirritatie veroorzaken en
astmatische klachten bij
daarvoor gevoelige personen
verergeren. Was de huid die in
aanraking gekomen is met het
stof dat vrijkomt bij het activeren
van de airbag altijd af met
handwarm water en een milde
zeepoplossing.
(Vervolg)(Vervolg)
Het aanvullendveiligheidssysteem werkt allen als het contact in stand ON staat.
Als het waarschuwingslampje
AIR BAG niet gaat branden of als
het ook blijft branden als er na
het in stand ON zetten van het
contact 6 seconden verstreken
zijn of de motor gestart is, of alshet gaat branden tijdens het
rijden, werkt het aanvullend
veiligheidsysteem niet goed. Laat
in dat geval uw auto direct
controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zet voor het vervangen van een zekering of het losnemen van een
accukabel het contact eerst instand LOCK en verwijder de
contactsleutel. Vervang of
verwijder een zekering die aan
het airbagsysteem gerelateerd isnooit als het contact in stand ON
staat. Het niet opvolgen van deze
waarschuwing zal ertoe leiden
dat het waarschuwingslampje
AIR BAG zal gaan branden.
OTQ037024
Airbag bestuurder
417
Kenmerken van uw auto
D080100AUN
Elektrisch bedienbare ruiten
(indien van toepassing)
Om de ruiten elektrisch te kunnen bedienen moet het contact in stand ON
staan. Ieder portier is voorzien van een
schakelaar voor de bediening van de
desbetreffende ruit. De bestuurder
beschikt echter over een
blokkeerschakelaar waarmee de
ruitbediening van de schakelaars op de
overige portieren uitgeschakeld kan
worden.
De ruiten kunnen worden bediend tot ca. 30 seconden nadat het contact in stand
ACC of LOCK is gezet of de
contactsleutel is verwijderd. Als de
voorportieren echter zijn geopend,
kunnen de ruiten niet worden bediend als
de sleutel uit het contact wordt
verwijderd.
✽✽AANWIJZING
Als u tijdens het rijden hinderlijk
windgeruis ondervindt wanneer een vande zijruiten geopend is, kunt u de ruit
aan de andere zijde iets openen.
D080101ATQ
Type A
Ruiten openen en sluiten (indien van toepassing)
Het bestuurdersportier beschikt over een
hoofdschakelaar, waarmee alle ruiten
van de auto kunnen worden bediend.
Druk de desbetreffende schakelaar aan
de voorzijde in of trek deze omhoog om
een ruit te openen of te sluiten tot het
eerste zware punt (3). D080102ATQ
Ty p e B
Automatische ruitbediening
(ruit bestuurdersportier,indien van toepassing)
Door de schakelaar kortstondig in te
drukken tot de tweede stand (4), wordt
de ruit automatisch geheel geopend,
zelfs als de schakelaar wordt losgelaten.
Om de ruitbeweging te stoppen, kan de
schakelaar kortstondig omhoog worden
getrokken.
OTQ047203OTQ047204
431
Kenmerken van uw auto
D140202ATQ
Buitenspiegel inklappen
Handmating
Pak de buitenspiegel bij de behuizing
vast en klap deze naar achteren.Elektrisch (indien van toepassing)
Druk op de toets om de buitenspiegel in te klappen.
Druk nogmaals op de toets om hem uit te klappen.
OEN046215OTQ047043
OPMERKING
Klap een elektrisch bedienbare
buitenspiegel nooit in met de hand.
Hierdoor kan de motor beschadigd raken.
OPMERKING
De elektrisch bedienbare
buitenspiegel werkt ondanks het feit dat het contact in stand LOCKstaat. Stel om te voorkomen dat de accu leegraakt, de spiegels niet
langer dan noodzakelijk af als demotor niet loopt.
Kenmerken van uw auto
44
4
D150327AUN
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot"
(indien van toepassing)
Als het bestuurdersportier geopend
wordt en de contactsleutel zich nog in het
contactslot bevindt in stand LOCK of
ACC, zal de waarschuwingszoemer
"sleutel in contactslot" klinken. Dit om te
voorkomen dat u de auto afsluit en de
sleutel in het contactslot laat zitten. De
zoemer klinkt totdat de sleutel verwijderd
is of het bestuurdersportier gesloten
wordt. D150323AUN-EE
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling)
(indien van toepassing)
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling) (indien vantoepassing)
Het controlelampje EPS gaat branden op het moment dat het contact in stand ON
wordt gezet en moet na ongeveer 3
seconden weer doven. Als de
voertuigstabiliteitsregeling is
ingeschakeld, registreert dit systeem de
rijomstandigheden. Zolang deze normaal
zijn, blijft het controlelampje ESP uit.
Zodra het systeem registreert dat de
wielen door willen gaan slippen, wordt de
voertuigstabiliteitsregeling geactiveerden gaat het controlelampje ESPknipperen. D150324AFD
Controlelampje ESP OFF
(indien van toepassing)
Het controlelampje EPS OFF gaat
branden op het moment dat het contact
in stand ON wordt gezet en moet na
ongeveer 3 seconden weer doven. Druk
op de schakelaar ESP OFF om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen. Het controlelampje ESP OFF
gaat branden om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld. Als dit lampje
brandt terwijl de voertuigstabiliteitsregeling
niet is uitgeschakeld, is er mogelijk een
storing in het systeem. Laat de auto
controleren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur.
✽✽ AANWIJZING
Na het losnemen van de accukabels of nadat een lege accu opgeladen is, gaat
het controlelampje ESP OFF mogelijkbranden. Draai het stuurwiel in dit
geval een halve slag naar links en naar
rechts terwijl het contact in stand ON
staat. Start vervolgens de motoropnieuw nadat het contact in standLOCK gezet is. Laat het systeem zo snel
mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur als het
controlelampje ESP OFF niet dooft.
ESPESP
OFF
445
Kenmerken van uw auto
D150328AEN
Controlelampjevoorgloeien (dieselmotor)
Het controlelampje gaat branden zodra
het contact in stand ON wordt gezet. De
motor kan gestart worden zodra het
controlelampje voorgloeien uitgaat. De
voorgloeitijd is afhankelijk van de
koelvloeistoftemperatuur, de
luchttemperatuur en de conditie van deaccu.
✽✽ AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.
D150329AEN
Waarschuwingslampje brandstoffilter (dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat
gedurende 3 s na het in stand ON zetten
van het contact branden en gaat
vervolgens weer uit. Als het lampje gaat
branden bij een draaiende motor, wil dat
zeggen dat er teveel water in het
brandstoffilter aanwezig is. Als dat het
geval is, moet het water in het
brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor
meer informatie "Brandstoffilter" inhoofdstuk 7.
OPMERKING
Laat het systeem zo snel mogelijk
controleren door een officiëleHYUNDAI-dealer wanneer hetcontrolelampje voorgloeien blijftbranden of gaat knipperen nadat de
motor op bedrijfstemperatuur is ofals het lampje gaat branden tijdens het rijden.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt kan hetmotorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen. Als ublijft rijden met een brandend
waarschuwingslampje, kan erschade ontstaan aan de motor ofaan onderdelen van het commonrail-systeem. Laat in dat geval uw
auto zo snel mogelijk controlerendoor een officiële HYUNDAI-dealer.
457
Kenmerken van uw auto
D210000AEND210100ATQ
Leeslampje (indien van toepassing)
: Druk op de schakelaar om hetleeslampje in of uit te
schakelen. Dit lampje heeft
een gerichte lichtbundel
waarmee de bestuurder en de
voorpassagier als het buiten
donker is een kaart of iets
anders kunnen lezen. In de stand DOOR gaat de
interieurverlichting branden als
er een portier geopend wordt,
ongeacht de stand van het
contact. Als de portieren
worden ontgrendeld met de
afstandsbediening, blijft de
interieurverlichting gedurende
ongeveer 30 seconden
branden als het portier niet
geopend wordt. De
interieurverlichting gaat
ongeveer 30 seconden na het
sluiten van het portier
langzaam uit. Als het contact instand ON staat of alle
portieren zijn vergrendeld als
het portier wordt gesloten, zal
de interieurverlichting echteronmiddellijk uitgaan.
Als er een portier wordtgeopend en het contact in
stand ACC of LOCK staat,
blijft de verlichting nog
ongeveer 20 minuten. Als er
een portier wordt geopend enhet contact in stand ON staat,
blijft de verlichting continu
echter branden.
In stand ROOM blijft de
verlichting continu branden.
INTERIEURVERLICHTING
OTQ047060
OTQ047060G
Type B
Type A
OPMERKING
Laat de interieurverlichting niet te
lang branden als de motor niet draait.
Hierdoor kan de accu ontladenraken.
459
Kenmerken van uw auto
ONTWASEMING (INDIEN VAN TOEPASSING)
➃ MOOD : Druk op de schakelaar om de
sfeerverlichting in te
schakelen wanneer de
interieurverlichting is
uitgeschakeld. Wanneer de
sfeerverlichting is
ingeschakeld, kunt u de kleurinstellen door opnieuw op de
knop te drukken. De
sfeerverlichting wordt
uitgeschakeld wanneer de
schakelaar na de laatste
kleur opnieuw wordt
ingedrukt, wanneer de
schakelaar gedurende 4
seconden wordt ingedrukt of
wanneer op de knop ROOM,
DOOR of DIMMER wordt
gedrukt.
➄ DIMMER : W anneer op deze knop
wordt gedrukt terwijl de
interieurverlichting is
ingeschakeld, wijzigt de
helderheid van de
interieurverlichting tussen
drie niveaus. D220000AUN
✽✽
AANWIJZING
Zie "Voorruit ontdooien en ontwasemen" in dit hoofdstuk als ucondens en ijs van de voorruit wilt
verwijderen.
D220100AUN
Achterruitverwarming
(indien van toepassing)
De achterruitverwarming ontdoet de
achterruit van rijp, condens en ijs als de
motor is gestart.
Druk op de toets in de middenconsole
om de achterruitverwarming in te
schakelen. Het controlelampje in de toets
gaat branden wanneer de
achterruitverwarming ingeschakeld is.
Verwijder eerst eventueel aanwezige
sneeuw van de achterruit voordat de
achterruitverwarming ingeschakeld wordt.
De achterruitverwarming schakelt na
ongeveer 20 minuten automatisch uit of
wanneer het contact in stand LOCK
wordt gezet. Druk de toets opnieuw in om
de achterruitverwarming uit te schakelen.
OPMERKING
Gebruik om beschadiging van de verwarmingsdraden te voorkomen nooit scherpe voorwerpen of
reinigingsmiddelen met schurendebestanddelen om de achterruit tereinigen.
OTQ047064
55
Rijden met uw auto
E030204AUN
START
Draai de contactsleutel in stand START
om de motor te starten. De startmotor
draait totdat u de sleutel loslaat. De
sleutel keert vervolgens terug in stand
ON. In deze stand gaat het
waarschuwingslampje van het
remsysteem ter controle branden.
E030205AUNE040000AUN
STARTEN VAN DE MOTOR
WAARSCHUWING
-
Contactsleutel
Zet het contact nooit in stand LOCK of ACC terwijl de auto rijdt.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen en neemt de
remkracht af, wat tot een ongevalkan leiden.
(Vervolg)
(Vervolg)
Het stuurslot dient niet tervervanging van de parkeerrem.
Controleer altijd of stand P (Park)
is ingeschakeld bij een auto met
een automatische transmissie,
schakel de parkeerrem in en zet
de motor uit voordat u de auto
verlaat. Als deze
voorzorgsmaatregelen niet
worden opgevolgd, kan de auto
onverwacht en plotseling in
beweging komen.
Steek nooit tijdens het rijden uw hand door het stuurwiel om decontactsleutel of andere
bedieningsorganen te bedienen.
Hierdoor kunt u de controle over
de auto verliezen, wat kan leiden
tot een ongeval en ernstig letsel.
Plaats geen losse voorwerpen rondom de bestuurdersstoel.
Deze kunnen tijdens het rijden
gaan bewegen en de bestuurder
hinderen, wat kan leiden tot een
ongeval.
WAARSCHUWING
Draag altijd geschikte schoenen
tijdens het rijden. Ongeschikte
schoenen (hoge hakken,
skischoenen, enz.) kunnen het
bedienen van het rempedaal, het
gaspedaal en het koppelingspedaal
(indien van toepassing)bemoeilijken.