F2Het uitvoeren van wijzigingen kan het verlies van garantie tot gevolg hebben.
Het is niet toegestaan uw Hyundai op welke manier dan ook te wijzigen. Wijzigingen kunnen een zeer
nadelige invloed hebben op de veiligheid, betrouwbaarheid en de prestaties van uw Hyundai. Het
wijzigen van componenten of het monteren van extra componenten hetgeen schade tot gevolg heeft,
vallen niet onder de garantie van de wagen.
Uw wagen is voorzien van elektronische componenten en in sommige gevallen van een elektronische
benzine-inspuiting. Een onvakkundig gemonteerde stereo radio kan een zeer nadelige invloed op
dergelijke elektronische systemen uitoefenen. Daarom adviseren wij u de inbouwinstructies van de
fabrikant van het radiotoestel strikt op te volgen of de montage van een radio aan uw Hyundai deal-
er over te laten.
LET OP : WIJZIGINGEN AAN UW HYUNDAI
WAARSCHUWING M.B.T. STEREO GELUIDSINSTALLATIES
Kenmerken van uw auto
76
4
OPMERKING
• Gebruik de 12 V-aansluiting alleen
als de motor draait en verwijder
de plug van het apparaat na gebruik uit de aansluiting. Hetgebruik van de 12 V-aansluitinggedurende langere tijd als de
motor niet draait, kan ertoe leidendat de accu te ver ontladen raakt.
Alleen voor het aansluiten van elektrische apparatuur die werkt
op 12 V en een stroomverbruik heeft van maximaal 10 A.
Zet de airconditioning of de verwarming in de laagste standals de 12 V-aansluiting gebruikt
wordt.
Plaats het afdekkapje op de aansluiting wanneer deze nietwordt gebruikt.
Sommige elektronische apparaten die op de 12 V-aansluiting worden aangesloten, kunnen storingen veroorzaken.De problemen kunnen variëren
van een slechte radio-ontvangsttot storingen in de elektronische systemen en apparaten in deauto.
Achter de kaarthouder (5) kan een
tolkaartje worden opgeborgen. (indien
van toepassing)
* : indien van toepassing
D280500AEN
12V-aansluiting
(indien van toepassing)
De 12 V-aansluiting is ontworpen om
mobiele telefoons en andere apparaten
die in de auto gebruikt kunnen worden,
op te laden. Deze apparaten mogen nietmeer dan 10 A afnemen als de motor
draait.
OPMERKING-
Lampje make-upspiegel
(indien van toepassing)
Sluit het afdekkapje van de make- upspiegel goed en klap dezonneklep omhoog na gebruik. Alshet afdekkapje van de make-
upspiegel niet goed wordt gesloten,blijft het lampje branden, waardoorde accu kan leegraken en de zonneklep mogelijk beschadigd
raakt.
OTQ047116
WAARSCHUWING
Steek geen vingers of vreemde
voorwerpen (pen, enz.) in een 12V-aansluiting en raak de aansluiting
niet aan met natte handen. Als u dat
wel doet, kan dat leiden tot een
elektrische schok.
Kenmerken van uw auto
80
4
D300200AFD
Toets audioafstandsbediening
(indien van toepassing)
Het audio-schakelaarpaneel op het
stuurwiel is aanwezig om een veilige
manier van rijden mogelijk te maken.
VOL (+/ -) schakelaar (1)
• Druk op de (+)-schakelaar om het
volume te verhogen.
Druk op de (-)-schakelaar om het volume te verlagen
SEEK/PRESET ( / ) (2)
De toets SEEK/voorkeuzetoets heeft
verschillende functies afhankelijk van de
gekozen modus. Voor de volgendefuncties moet de toets langer dan 0,8
seconden worden ingedrukt. Als de RADIO is ingeschakeld
Werkt als AUTO SEEK-toets. Als de CD/USB/iPod is ingeschakeld
Werkt als FF/REW-toets. Als de SEEK-toets gedurende korter dan
0,8 s wordt ingedrukt, werkt hij in elke
stand als volgt. Als de RADIO is ingeschakeld
Werkt als PRESET STATION SELECT-
toets. Als de CD/USB/iPod is ingeschakeld
Werkt als TRACK UP/DOWN-toets.
MODE-schakelaar (3)
Druk op de toets om de audiobron te wijzigen. FM(1~2)
➟AM ➟CD ➟USB/AUX(iPod) ➟
FM...
MUTE (4)
Druk op de toets om het geluid te dempen.
Meer informatie over de
bedieningstoetsen van het audiosysteem
vindt u op de volgende bladzijden in dithoofdstuk.
OPMERKING
Bedien nooit meerdere schakelaars
van het audio-schakelaarpaneeltegelijkertijd.
OTQ047124
481
Kenmerken van uw auto
D281400AFD
Aux-, USB- en iPod-aansluiting
(indien van toepassing)
Als uw auto is uitgerust met een AUX- aansluiting, een USB-aansluiting
(Universal Serial Bus) en/of een iPod-
aansluiting kunt u deze aansluitingen
gebruiken voor het aansluiten van
respectievelijk een extern audioapparaat,
een apparaat met een USB-kabel of een
USB-stick en een iPod.
✽✽AANWIJZING
Als er een draagbaar audioapparaat op de elektrische aansluiting wordt
aangesloten, is er tijdens het afspelen
mogelijk ruis hoorbaar. Gebruik in dat
geval de voedingsbron van het
draagbare apparaat.
D300800AEN
De werking van een autoradio
AM en FM radiosignalen worden door het
radiostation uitgezonden. Deze signalen
worden ontvangen door de radioantenne
op het spatscherm van uw wagen. Dit
signaal wordt dan ontvangen door de radio
en doorgestuurd naar de luidsprekers.
Als een krachtig radiosignaal uw wagen
bereikt zorgt de moderne techniek van uw
geluidsinstallatie voor een hoge kwaliteit
van de geluidsweergave. In sommige
gevallen is het ontvangen signaal echter
niet krachtig en helder.
Dit kan worden veroorzaakt door
bijvoorbeeld de afstand tot het radiostation,
andere krachtige stations of de
aanwezigheid van gebouwen, bruggen of
grotere obstakels in het desbetreffendegebied. In het algemeen is de ontvangst van AM
signalen beter dan van FM signalen. Dit
komt doordat AM radiogolven met een lage
frequentie worden uitgezonden. Deze lange
golven met een lage frequentie volgen het
aardoppervlak en verplaatsen zich niet
recht in de atmosfeer. Bovendien ontwijken
ze obstakels zodat over het algemeen een
betere signaal weergave het gevolg is.
Daarom kan een AM uitzending over een
grotere afstand dan een FM uitzending
worden ontvangen.
JBM001JBM002
FM-ontvangst AM-ontvangstOTQ040211
Kenmerken van uw auto
82
4
FM signalen worden met een hoge
frequentie uitgezonden en volgen hierbij
niet het aardoppervlak. Daarom ontstaat bij
FM uitzendingen op een relatief korte
afstand van het radiostation vervorming.
Bovendien ondervinden FM signalen
nadelige invloeden door gebouwen, bergen
of andere obstakels. Dit kan een
geluidsweergave tot gevolg hebben
waardoor u veronderstelt dat uw
geluidsinstallatie niet in orde is. De
volgende condities zijn normaal en duiden
niet op een storing: Vervorming. Tijdens het rijden kan de
afstand ten opzichte van het radiostation
gewijzigd worden, het signaal wordt
zwakker en er treedt vervorming op. In
een dergelijk geval adviseren wij u op een
ander en krachtiger station af testemmen.
"Flutter" - Zwakke FM signalen of grote obstakels tussen de zenden en de radio
vervormen het signaal waardoor er flutter
ontstaat. Deze storing kan iets worden
onderdrukt door de hoge tonen te
verminderen. Bij het zwakker worden van het FM
signaal is het mogelijk dat het signaal van
een nabij gelegen, krachtige zender op
dezelfde frequentie wordt ontvangen. Dit
komt omdat uw radio is ontworpen om op
het sterkste signaal af te stemmen. In dit
geval adviseren wij u een andere zender
op te zoeken.
Als radiosignalen vanuit diverse richtingen worden ontvangen heeft dit
vervorming tot gevolg. Dit kan worden
veroorzaakt door een direct en een
gereflecteerd signaal van hetzelfde
station of door signalen van tweestations met dicht bij elkaar liggende
frequenties.
In dit geval adviseren wij u op een
andere zender af te stemmen.:
JBM004JBM005JBM003
FM radiostation
Bergen
Ijzeren bruggen
GebouwenOnbelemmerd
gebied
483
Kenmerken van uw auto
Gebruik van een mobiele telefoon ofradiozender
Bij gebruik van een mobiele telefoon in
de auto kan de audio apparatuur
storende geluiden voortbrengen. Dit
betekent niet dat er iets verkeerd is met
de audioapparatuur. In dat geval moet de
mobiele telefoon op een zo groot
mogelijke afstand van de audio-
apparatuur worden gebruikt. Onderhoud van CD's
(indien van toepassing)
Als de temperatuur in de auto te hoog
is opgelopen, open dan eerst de ruiten
voordat u het audiosysteem van uw
auto aanzet.
Het is verboden om MP3/WMA/ AAC/WAVE-bestanden zonder
toestemming te kopiëren en te
gebruiken. Gebruik uitsluitend legale
CD's.
Breng geen vluchtige stoffen zoals alcohol, thinner, reguliereschoonmaakmiddelen en antistatische
spray aan op CD's.
Voorkom dat het oppervlak van de CD beschadigd raakt en pak CD's alleen
bij de randen of de opening in het
midden vast.
Reinig het oppervlak van de CD vóór het afspelen met een zachte doek.
Beweeg de doek van binnen naar
buiten. Zorg dat het oppervlak van de CD niet
beschadigd raakt en plak er niets op.
Steek geen voorwerpen anders dan CD's in de CD-speler. (Steek niet meer
dan één CD tegelijk in de CD-speler.)
Berg CD's na gebruik altijd op in hun doosje om ze te beschermen tegen
krassen en stof.
Sommige CD's kunnen wellicht niet worden afgespeeld. Dit is afhankelijk
van het CD-R/CDRW, deproductiemaatschappij en de
fabricage- en opnamemethode. Als u
deze CD's toch gebruikt, dan kan dat
wellicht storingen veroorzaken in het
audiosysteem van uw auto.
✽✽ AANWIJZING - Het afspelen
van niet-compatibele audio-CD's
met kopieerbeveiliging CD's met kopieerbeveiliging die niet compatibel zijn met internationale
standaarden voor audio-CD's (RedBook) kunnen wellicht niet wordenafgespeeld op het audiosysteem van uw
auto. Als u deze toch probeert af te
spelen en uw CD-speler werkt niet naar
behoren, dan ligt dat waarschijnlijk aan
de desbetreffende CD en niet aan de
CD-speler.
OPMERKING
Bij gebruik van een mobiele telefoon of een radiozender in deauto, moet een afzonderlijke antenne worden gemonteerd. Door
het gebruik van een mobieletelefoon of radiozender met eeninterne antenne, kunnen storingenaan de elektrische installatie van de
auto worden veroorzaakt en kan de veilige werking van de auto ingevaar komen.
WAARSCHUWING
Gebruik geen autotelefoon tijdens
het rijden; parkeer de auto op een
veilige plaats bij gebruik van een
autotelefoon.
Kenmerken van uw auto
84
4
1. Knop AAN/UIT & knop volumeregeling
2. Toets FM/AM
3. Keuzetoets TA
4. Toets SEEK
5. Voorkeuzetoets
6. Toets AST (AUTO STORE)
7. Knop TUNE/AUDIO
8. Toets PTY (FLDR)
RADIO, SET UP, VOLUME, AUDIO CONTROL (
PA710R)
TQ_PA710R_RADIO
485
Kenmerken van uw auto
Gebruik van de toetsen RADIO,
SETUP, VOLUME en AUDIO
1. Knop AAN/UIT & knopvolumeregeling
Hiermee wordt het audiosysteem in-
/uitgeschakeld wanneer het contact in
stand ACC of ON staat. Als de knop naar
rechts wordt gedraaid, neemt de
geluidssterkte toe. Als de knop naar links
wordt gedraaid, neemt de geluidssterkte
af.
Druk op deze toets om het audiosysteem in of uit te schakelen.
Als het contact niet in stand ACC of ON staat, verschijnt de waarschuwing
"Battery Discharge" (accu raakt leeg)op het LCD 10 seconden na het
inschakelen en wordt automatisch
uitgeschakeld na 1 uur werking,
afhankelijk van de uitvoering.
Hiermee stelt u het volume van het audiosysteem af. Draai rechtsom om
het volume te verhogen of linksom om
het volume te verlagen. 2. Toets FM/AM
Hiermee wordt de FM- of AM-modus
ingeschakeld en wordt er iedere keer dat
de toets wordt ingedrukt, geschakeld in
de volgorde FM1
➟FM2 ➟FMA ➟AM ➟
AMA ➟FM1...
3. Keuzetoets TA
In de FM-, CD- of AUX-modus wordt de
ontvangst van zenders met
verkeersinformatie via RDS in- of
uitgeschakeld.
4. Toets SEEK
Wanneer de toets [SEEK ] wordt ingedrukt, wordt de bandfrequentie
verhoogd om automatisch een zender
te selecteren. Als er geen zender wordt
gevonden, stopt het zoeken bij de
vorige frequentie.
Wanneer de toets [TRACK ] wordt ingedrukt, wordt de bandfrequentie
verlaagd om automatisch een zender
te selecteren. Als er geen zender wordt
gevonden, stopt het zoeken bij de
vorige frequentie. 5. Voorkeuzetoets
Druk toets [1] - [6] maximaal 0,8
seconden in om de opgeslagen zenders
weer te geven. Houd de voorkeuzetoets
ten minste 0,8 seconden ingedrukt tothet piepsignaal klinkt om de huidige
zender onder de desbetreffende toets opte slaan.
6. Toets AST (AUTO STORE)
Wanneer op deze toets wordt gedrukt,
worden automatisch zenders met een
goede ontvangst gekozen en
opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen
[1]-[6] en wordt de zender onder
voorkeuzetoets 1 weergegeven. Als er na
het automatisch zoeken geen zender is
opgeslagen, is de zender waarop eerst
was afgestemd weer te horen.
7. Knop TUNE/AUDIO
Knop voor het handmatig kiezen van
zenders
Draai, terwijl u naar een radiozender
luistert, aan deze knop om de frequentiehandmatig in te stellen.
Draai de knop rechtsom om de
frequentie te verhogen en linksom om de
frequentie te verlagen.