Page 57 of 324

55
Ergonomie en comfort
3Als de stoel en het interieur een prettige
temperatuur hebben bereikt, schakel de functie
uit; als het stroomverbruik daalt, daalt ook het
energieverbruik.
Langdurig gebruik van de stoelverwarming wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen die warmte niet goed kunnen voelen
door bijvoorbeeld ziekte of medicijnen, kunnen
brandwonden krijgen.
Voorkom als volgt schade aan het
verwarmingselement en kortsluiting:
–
Plaats geen zware voorwerpen op de stoel.
–
Ga niet op uw knieën op de stoel zitten of op
de stoel staan.
–
Mors geen vloeistoffen op de stoel.
–
Gebruik de stoelverwarming nooit als de stoel
vochtig is.
Het stuurwiel verstellen
► Trek bij stilstaande auto aan de hendel om het
stuurwiel te ontgrendelen.
►
V
erstel de hoogte en de diepte.
► Laat de hendel zakken om het stuurwiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Spiegels
Buitenspiegels
Afstellen
► Beweeg de schakelaar A of draai de schakelaar
C (afhankelijk van de uitvoering) naar rechts of links
om de desbetreffende buitenspiegel te selecteren.
►
Beweeg de schakelaar
B of C (afhankelijk van
de uitvoering) in de vier richtingen om de spiegel af
te stellen.
►
Zet de schakelaar
A of C (afhankelijk van de
uitvoering) weer in de middelste stand.
Stel om veiligheidsredenen de buitenspiegels goed af om de "dode hoek"
zo klein mogelijk te maken.
De waargenomen objecten in de buitenspiegels
lijken verder af dan ze in werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Handmatig inklappen
U kunt de spiegels handmatig inklappen (parkeren,
smalle garage enz.)
►
Kantel de spiegel naar de auto.
Elektrisch inklappen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de buitenspiegels
elektrisch inklapbaar.
► Zorg dat het contact is aangezet
en zet schakelaar A vanuit de auto
in de middelste stand.
►
Beweeg schakelaar
A naar
achteren.
►
V
ergrendel de auto van buitenaf.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A , worden ze niet
automatisch uitgeklapt als de auto wordt
ontgrendeld.
Page 58 of 324

56
Ergonomie en comfort
Elektrisch uitklappen
De buitenspiegels worden elektrisch uitgeklapt
wanneer de auto wordt ontgrendeld met de
afstandsbediening of sleutel. Trek als de spiegels
zijn ingeklapt met behulp van schakelaar A de
schakelaar naar de middenstand.
Het in- en uitklappen bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto kan worden
uitgeschakeld. Neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Buitenspiegels met
verwarming
► Druk op een van deze toetsen.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie over de achterruitverwarming.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een
antiverblindingsstand waardoor de spiegel
donkerder wordt en de bestuurder minder hinder
ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de
koplampen van achteropkomend verkeer.
Handbediend model
Dag-/nachtstand
► Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
antiverblindingsstand (nachtstand) te zetten.
►
Duw het hendeltje naar voren om de spiegel
zetten in de normale dagstand te zetten.
Afstellen
►
Stel de spiegel af in de normale dagstand.
Automatisch "elektrochroom" model
Het elektrochroomsysteem gebruikt een sensor voor
het detecteren van het niveau van het buitenlicht
en van het licht dat van achteren op de auto valt
zodat er automatisch en geleidelijk tussen dag- en
nachtstand kan worden geschakeld.
Voor optimaal zicht bij het manoeuvreren wordt het spiegelglas automatisch helderder
als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Het systeem wordt uitgeschakeld als de lading in
de bagageruimte hoger dan de bagageafdekking
is of als er voorwerpen op de bagageafdekking
zijn geplaatst.
Spiegel naar achterpassagiers
Boven de binnenspiegel is een spiegel naar
achterpassagiers gemonteerd. Met deze spiegel
kunt u de achterpassagiers in de gaten houden en
hen tijdens gesprekken aankijken zonder achterom
te moeten kijken of de binnenspiegel te hoeven
verstellen. De spiegel kan eenvoudig worden
weggeklapt om verblinding te voorkomen.
Tweezitsbank vóór
Page 59 of 324

57
Ergonomie en comfort
3
Middelste zitplaats
Tafelstand
► Trek aan de lus onder de onderrand van de stoel
om de rugleuning neer te klappen.
De rugleuning van de middelste zitplaats van de
achterbank kan worden neergeklapt en als werktafel
worden gebruikt, zodat er een mobiel kantoor
bestaat (alleen gebruiken als de auto stilstaat).
De auto kan ook zijn uitgerust met een scharnierend
tafeltje.
►
W
anneer u de rugleuning weer in de zitpositie
wilt zetten, berg het tafeltje op en zet het omhoog
totdat het is vergrendeld.
Zorg dat de lus niet onder de zitting komt als u de
rugleuning weer omhoog zet.
Gebruik de tafel nooit tijdens het rijden. Wanneer de auto plotseling remt of
betrokken is bij een aanrijding, kunnen
voorwerpen op het tafeltje gevaarlijke projectielen
worden die letsel kunnen veroorzaken.
Opbergvak onder de stoelen
► Til de middelste zitting op voor toegang tot het
bergvak. Dit vak kan beveiligd worden met een
hangslot (niet meegeleverd).
Zorg elke keer wanneer u de zitting in de zitstand plaatst, dat de passagiers toegang
hebben tot de uiteinden van de veiligheidsgordels
en de bijbehorende riemen.
Page 60 of 324

58
Ergonomie en comfort
Buitenste stoel
Inklapbare stand
► Trek aan de lip op de bovenrand van de stoel
bij de hoofdsteun om het geheel te kantelen en te
begeleiden.
Het geheel wordt in de vloer van de voorstoel
geplaatst en vormt daarom een doorlopende platte
vloer met de laadruimte.
In deze stand kan lange lading in de auto worden
vervoerd met gesloten deuren.
Indien ingeklapt is het maximale gewicht op de
rugleuning 50 kg.
Til voor het terugplaatsen van de stoel de rugleuning
op tot de stoel op de vloer wordt vergrendeld.
Plaats uw hand nooit onder de zitting om de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken.
Gebruik alleen de lus.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen en de
vergrendelingen ongehinderd functioneren.
Opgeklapte toestand
► Til de gele hendel aan de onderzijde van de stoel
op om het geheel te ontgrendelen en op te tillen
naar de opgeklapte stand (stoel opgeklapt tegen de
rugleuning) tot het geheel wordt vergrendeld.
In deze stand kunnen hoge ladingen in de cabine
worden vervoerd.
Druk voor het terugplaatsen van de stoel op de gele
hendel onder de stoel en klap het geheel neer tot de
stoel op de vloer wordt vergrendeld.
Plaats uw hand nooit onder de zitting om de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken.
Plaats uw hand op de voorzijde van de zitting.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen en de
vergrendelingen ongehinderd functioneren.
Achterbank (zitrij 2)
Om veiligheidsredenen mogen de stoelen alleen worden versteld als de auto stilstaat.
Neerklappen van de
rugleuningen
Eerste handelingen:
► zet de hoofdsteunen omlaag,
►
schuif indien nodig de voorstoelen naar voren,
►
zorg ervoor dat de rugleuningen ongehinderd
kunnen worden neergeklapt (verwijder kleding,
bagage enz.),
►
controleer of de veiligheidsgordels goed tegen de
rugleuning zijn geplaatst.
Bij het neerklappen van de rugleuning gaat de desbetreffende zitting iets omlaag.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is de
rode indicator zichtbaar in de handgreep van de
buitenste zitplaatsen.
► Draai de handgreep 1 van de rugleuning.
Page 61 of 324

59
Ergonomie en comfort
3► Beweeg de rugleuning naar voren totdat hij plat
ligt.
Terugplaatsen van de
rugleuningen
Controleer eerst of de buitenste veiligheidsgordels goed verticaal langs de
vergrendelingsogen van de rugleuningen zijn
geplaatst.
►
Zet de rugleuning rechtop en druk hem stevig
aan zodat hij wordt vergrendeld.
►
Controleer of de rode indicator van de handgreep
1 niet meer zichtbaar is.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels niet
klem komen te zitten bij het terugplaatsen van de
rugleuning.
Achterstoelen (zitrij 2)
Neerklappen van de
rugleuningen
Eerste handelingen:
► zet de hoofdsteunen omlaag,
►
schuif indien nodig de voorstoelen naar voren,
►
zorg ervoor dat de rugleuningen ongehinderd
kunnen worden neergeklapt (verwijder kleding,
bagage enz.),
► controleer of de veiligheidsgordels goed tegen de
rugleuning zijn geplaatst.
Bij het neerklappen van de rugleuning gaat de desbetreffende zitting iets omlaag.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is de
rode indicator zichtbaar in de handgreep van de
buitenste zitplaatsen.
Buitenste zitplaats (links of rechts)
► Draai de handgreep 1 van de rugleuning.
► Beweeg de rugleuning naar voren totdat hij plat
ligt.
Middelste zitplaats
► Trek aan de ontgrendellip 1 van de rugleuning.
► Beweeg de rugleuning naar voren totdat hij plat
ligt.
Gebruik bij de middelste zitplaats alleen de riem.
Terugplaatsen van de
rugleuningen
Buitenste zitplaats (rechts of links)
Controleer eerst of de buitenste veiligheidsgordels goed verticaal langs de
vergrendelingsogen van de rugleuningen zijn
geplaatst.
►
Zet de rugleuning rechtop en druk hem stevig
aan zodat hij wordt vergrendeld.
►
Controleer of de rode markering bij de
handgrepen 1 voor het ontgrendelen van de
buitenste stoelen niet meer zichtbaar is.
►
Controleer of de buitenste veiligheidsgordels niet
klem komen te zitten bij het terugplaatsen van de
rugleuning.
Controleer of de rugleuning van de middelste zitplaats rechtop correct is
uitgelijnd met de rugleuning van de buitenste
zitplaatsen.
Middelste zitplaats
►
Zet de rugleuning rechtop en druk hem stevig
aan zodat hij wordt vergrendeld.
Page 62 of 324

60
Ergonomie en comfort
► Controleer of de middelste veiligheidsgordel
niet klem komt te zitten bij het uitvoeren van de
handeling.
Achterstoelen (zitrij 3)
Toegang tot de 3e zitrij
► Klap de rugleuning van de stoel van de 2e zitrij
neer met behulp van de handgreep.
►
Om de stoel in de normale stand terug te zetten,
beweegt u de rugleuning naar achteren tot hij in zijn
oorspronkelijke stand staat.
Labels op de 3e zitrij
Tijdens het rijden mag er geen passagier aanwezig
zijn op de stoel naast een volledig ingeklapte stoel.
Wanneer u voor het vervoeren van bagage de
rugleuningen van de 3e zitrij in de tafelstand hebt
geklapt, moeten ook de rugleuningen van de 2e zitrij
neer worden geklapt.
In lengterichting verstellen
Long
► Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in de
gewenste stand.
Tafelstand
De rugleuning in de tafelstand zetten
► Beweeg de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
► Bedien de hendel 1 om de rugleuning op de stoel
te klappen.
Rechtop zetten van de rugleuning
►
Ontgrendel de rugleuning door aan de
handgreep 1 te trekken.
Page 63 of 324

61
Ergonomie en comfort
3► Plaats de stoel terug naar de oorspronkelijke
stand.
►
Controleer of het geheel correct is verankerd.
Volledig ingeklapte stand
Long
De stoel in de volledig ingeklapte stand zetten
►
Zet de rugleuning in de tafelstand.
► Til de stang 2 aan de achterzijde van de stoel op
om de onderzijde van de stoel te ontgrendelen van
de verankering op de vloer.
►
Kantel de gehele stoel naar voren.
►
Maak de riem
3 vast aan de pen van de
hoofdsteun van de 2e zitrij.
De stoel in de uitgangspositie zetten
►
Kantel de gehele stoel naar achteren.
►
Controleer of de veiligheidsgordel niet klem komt
te zitten wanneer u dit doet.
De stoel verwijderen
►
Beweeg de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
►
Zet de stoel in de neergeklapte stand.
► Trek aan de riem 3 om de stoelverankeringen te
openen.
►
Houd de riem
3 nog steeds vast en til de stoel
op.
De stoel terugplaatsen
►
T
rek aan de riem 3 om de stoelverankeringen te
openen. ►
Houd de riem
3
vast en plaats de
stoelverankeringen in de verankeringspunten op de
vloer.
►
Laat de riem
3
los.
►
Zorg ervoor dat een voorwerp of de voeten
van de passagier geen belemmering voor de
achterste verankeringspunten 4 vormen en dat de
veiligheidsgordel correct is geplaatst en kan worden
gebruikt.
►
Klap de stoel naar achteren om de achterste
verankeringen te bevestigen.
►
Gebruik de bediening
1
om de rugleuning weer in
de beginstand te zetten.
►
Zet de hoofdsteun omhoog.
De hoogte van een
hoofdsteun afstellen
► In de hoge stand zetten: trek de hoofdsteun zo
ver mogelijk omhoog (tot hij vastklikt).
Page 64 of 324

62
Ergonomie en comfort
► Druk om de hoofdsteun te verwijderen op de pal
A en trek de hoofdsteun omhoog.
►
De hoofdsteun terugzetten: steek de pennen
recht in de openingen van de rugleuning.
►
Omlaag zetten: druk tegelijkertijd op de nok
A en
op de hoofdsteun.
Voor de veiligheid zijn de pennen van de hoofdsteun gekarteld om te voorkomen dat
de hoofdsteun zakt in het geval van een
aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte
van de bovenzijde van het hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Ga nooit rijden met passagiers op de achterbank als de hoofdsteunen zijn
verwijderd of niet in de hoge stand staan; de
hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en in de
hoge stand staan.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels.
Interieurvoorzieningen
Matten
Bevestigen
Gebruik bij het monteren aan de bestuurderszijde
alleen de bevestigingsogen in de mat.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Verwijderen / terugplaatsen
► Om deze aan de bestuurderszijde te verwijderen:
schuif de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar
achteren en draai de bevestigingen een kwartslag.
► Om de mat terug te plaatsen: plaats de mat,
plaats de bevestigingen terug en draai deze een
kwartslag.
►
Controleer of de mat goed vastzit.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven hangen:
–
Gebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen; het gebruik
van deze bevestigingen is verplicht.
–
Leg nooit meerdere matten boven op elkaar
.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kunnen de bediening
van de pedalen en de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer worden gehinderd.
De goedgekeurde matten zijn voorzien van twee
bevestigingen onder de stoel.
Opbergvak boven de voorruit
Dit vak bevindt zich boven de zonnekleppen en is
geschikt om diverse voorwerpen in op te bergen.