33
Toegang tot de auto
2Elektronische sleutel met
afstandsbediening en
ingebouwde fysieke sleutel,
Als een van de portieren of de achterklep nog open is of als de elektronische sleutel
van het Keyless Entry and Start-systeem in de
auto is achtergebleven, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit na ongeveer 45
seconden ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld maar de portieren of de achterklep worden
vervolgens niet geopend, dan wordt de auto
automatisch na ongeveer 30 seconden weer
vergrendeld. Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, dan wordt dit automatisch weer
ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door een PEUGEOT-dealer of gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen nooit onbeheerd achter, zelfs niet voor korte
tijd, zonder de elektronische sleutel van het
Keyless Entry and Start-systeem mee te nemen.
Vergeet niet dat de auto kan worden gestolen
als de sleutel nog in een van de aangegeven
gebieden aanwezig is terwijl de auto niet is
vergrendeld.
De handsfree functies worden in de ruststand gezet als ze 21 dagen niet worden
gebruikt, zodat de batterij in de elektronische
sleutel en de accu van de auto niet leeg lopen.
Druk op een van de toetsen van de
afstandsbediening of plaats de elektronische
sleutel in de lezer en start de motor om het
systeem weer te activeren.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het Keyless Entry and
Start-systeem.
Elektrische storingen De elektronische sleutel werkt in
sommige gevallen niet goed in de nabijheid
van elektronische apparatuur (zoals mobiele
telefoons (ingeschakeld of in stand-by), laptops
en sterke magnetische velden). Als dat het geval
is, moet u de elektronische sleutel verder weg
van de elektronische apparatuur houden.
Sleutel met afstandsbediening
Met de sleutel met afstandsbediening kunt de auto
ontgrendelen of vergrendelen door de centrale
vergrendeling te bedienen via het portierslot of met
de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor
lokalisatie van de auto, het openen en sluiten van
de tankdop en de klep van de laadaansluiting en het
starten of afzetten van de motor, en maakt deel uit
van de diefstalbeveiliging.
De knoppen van de afstandsbediening werken niet meer als het contact aan staat.
De sleutel uitklappen/inklappen
► Druk op deze toets om de sleutel uit of in te
klappen.
De afstandsbediening kan beschadigd raken als u niet op de toets drukt.
Keyless Entry and Start
Hiermee kunt u de auto op afstand ontgrendelen of
vergrendelen.
34
Toegang tot de auto
De afstandsbediening dient tevens voor het
lokaliseren en starten van de auto en maakt deel uit
van de diefstalbeveiliging.
Geïntegreerde sleutel
Hiermee kan de auto worden vergrendeld en
ontgrendeld als de afstandsbediening niet werkt:
–
batterij van afstandsbediening leeg, accu van auto
leeg of losgekoppeld et cetera.
–
auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
► Blijf aan deze knop 1 trekken om de sleutel 2 uit
het apparaat te verwijderen.
Als het alarm is geactiveerd, stopt het geluidssignaal, dat klinkt als een van de
deuren met de sleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) wordt geopend, wanneer het
contact wordt ingeschakeld.
Wanneer de ingebouwde sleutel is uitgenomen, dient u deze altijd bij u te
houden om de betreffende noodprocedures uit te
kunnen voeren.
"Keyless Entry and Start" met de
elektronische sleutel op zak
Met dit systeem kunt u de auto ontgrendelen,
vergrendelen en starten terwijl u de
afstandsbediening op zak houdt in het
detectiegebied "A ".
De functie handsfree-toegang werkt niet en
de portieren kunnen niet worden geopend
als het contact AAN (stand Accessoires) is gezet
met de knop "START/STOP".
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het starten en afzetten van de
motor, en in het bijzonder de stand "contact
aan".
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw vergrendelde auto op
afstand herkennen, door:
–
De richtingaanwijzers knipperen ongeveer 10
seconden.
– De plafonniers gaan branden.► Druk op deze toets.
Verlichting inschakelen met
de afstandsbediening
Druk kort op deze knop om de verlichting via
de afstandsbediening in te schakelen
(inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de knop een tweede keer in te drukken terwijl
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting via de
afstandsbediening weer uitgeschakeld.
Advies
Afstandsbediening De afstandsbediening is een gevoelig
apparaat dat met hoge frequentie werkt; zit niet
aan de afstandsbediening terwijl u deze in uw
zak hebt, omdat u dan per ongeluk de auto kunt
ontgrendelen.
Druk niet op de toetsen van de afstandsbediening
wanneer u buiten het bereik van de auto
bent, omdat dat ervoor kan zorgen dat de
afstandsbediening niet meer werkt. In dat geval
moet de afstandsbediening worden gereset.
De afstandsbediening werkt niet als de sleutel
in het contactslot zit, zelfs niet als het contact is
uitgeschakeld.
36
Toegang tot de auto
configuratiemenu van de auto worden in- en
uitgeschakeld.
Alle portieren ontgrendelen
Met de sleutel
► Steek om de auto volledig te ontgrendelen de
sleutel in het slot en draai deze in de richting van de
voorzijde van de auto.
►
T
rek vervolgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
opnieuw uitgeschakeld. Het alarm zal worden
geactiveerd door het openen van een portier en
kan worden uitgeschakeld door het contact aan te
zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op een van deze toetsen om
de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► Wanneer u de auto wilt ontgrendelen, legt
u uw hand achter een van de handgrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en) of
deuren) terwijl de afstandsbediening zich binnen
detectiegebied A bevindt.
►
T
rek aan de handgreep om het portier / de deur
te openen.
Met achterdeuren
► Plaats, om de auto te ontgrendelen, met de
afstandsbediening binnen de detectiezone A , uw
hand achter de handgreep van de achterdeur.
►
T
rek vervolgens aan de handgreep om de
achterdeur te openen.
Met achterklep
► Druk, als de afstandsbediening zich binnen het
detectiegebied A bevindt, op de ontgrendelknop van
de achterklep om de auto te ontgrendelen.
►
Open de achterklep.
Selectief ontgrendelen
Met de afstandsbediening
► Druk één keer op deze toets om alleen
de portieren van het
passagierscompartiment te ontgrendelen.
►
Druk nogmaals op deze toets om schuifdeuren
en achterdeuren van de laadruimte te ontgrendelen.
37
Toegang tot de auto
2of► Druk op deze toets op de
afstandsbediening om alleen de laadruimte
te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► Om alleen de cabine te ontgrendelen,
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen detectiezone A , moet u uw hand aan de
achterkant van de portiergreep van het
bestuurdersportier houden.
► Om alleen de cabine te ontgrendelen,
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen detectiezone B , moet u uw hand aan de
achterkant van de portiergreep van het
bestuurdersportier houden.
►
T
rek vervolgens aan de portiergreep om de
cabine te openen.
De vergrendelingsstatus van de laadruimte
blijft ongewijzigd.
►
Om alleen de
laadruimte te ontgrendelen,
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt binnen
detectiezone A of B of C, moet u uw hand aan de
achterkant van een linker of rechter portiergreep
houden of het achterportier (de linker achterdeur of
de achterklep).
►
T
rek aan de handgreep om de laadruimte te
openen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels alleen uitgeklapt wanneer de
cabine wordt ontgrendeld en het alarmsysteem is
uitgeschakeld.
Ontgrendelen
Het ontgrendelen wordt aangegeven door het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de sleutel
► Steek om de auto volledig te ontgrendelen de
sleutel in het slot en draai deze in de richting van de
voorzijde van de auto.
►
T
rek vervolgens aan de portiergreep om het
portier te openen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
opnieuw uitgeschakeld. Het alarm zal worden
geactiveerd door het openen van een portier en
kan worden uitgeschakeld door het contact aan te
zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto te
ontgrendelen.
38
Toegang tot de auto
Met de Keyless Entry and
Start-afstandsbediening op
zak
► Wanneer u de auto wilt ontgrendelen, legt
u uw hand achter een van de handgrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en) of
deuren) terwijl de afstandsbediening zich binnen
detectiegebied A bevindt.
► Wanneer u de auto wilt ontgrendelen, legt
u uw hand achter een van de portiergrepen
(voorportier(en)) terwijl de afstandsbediening zich
binnen detectiegebied A bevindt.
►
T
rek aan de handgreep om het portier / de deur
te openen.
Met achterdeuren / achterklep
► Wanneer u de auto wilt ontgrendelen met de
afstandsbediening in herkenningszone A, veeg dan
met uw hand achter de handgreep langs of druk op
de ontgrendelknop voor de achterklep.
►
T
rek aan de deurhandgreep of open de
achterklep.
Met te openen achterruit (achterklep)
► Met de Keyless Entry and Start
-afstandsbediening op zak drukt u op de knop voor
het ontgrendelen van de te openen achterruit om de
auto te ontgrendelen. De ruit gaat iets open; beweeg
de ruit vervolgens omhoog om de ruit te openen.
Vergrendelen
Let erop dat niets of niemand het correcte sluiten van de ruiten in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze zich
tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
De vergrendeling / supervergrendeling wordt bevestigd door het gedurende ongeveer
39
Toegang tot de auto
2twee seconden branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van de auto worden
gelijktijdig de buitenspiegels ingeklapt.
Als u de vergrendeltoets ingedrukt houdt, worden de ruiten gesloten (afhankelijk van
de uitvoering van uw auto). Als u de toets loslaat,
stopt de beweging van de ruiten.
Met de sleutel
► Steek de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier en draai hem richting de
achterzijde van de auto om de auto te vergrendelen.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto te
vergrendelen.
Met de Keyless Entry and
Start-afstandsbediening op
zak
► U kunt de auto vergrendelen door met de
afstandsbediening binnen detectiegebied A
op de merktekens van een van de voor- of
achterportiergrepen te drukken.
► Druk, terwijl de afstandsbediening zich binnen
detectiegebied A bevindt, op de merktekens van
een van de voorportiergrepen om de auto te
vergrendelen.
Met achterdeuren
► Wanneer u de auto wilt vergrendelen, zorg
dan dat de afstandsbediening zich binnen
het detectiegebied A bevindt en druk op de
vergrendeltoets van de linkerdeur.
Wanneer de deuren onder het rijden zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Laat de auto uit veiligheidsoverwegingen nooit
onbeheerd achter, zelfs niet voor korte tijd,
zonder de afstandsbediening mee te nemen.
Als een portier of deur, of de achterklep niet goed is gesloten (behalve de
rechterachterdeur):
–
wanneer de auto stilstaat en de motor draait, gaat
dit waarschuwingslampje branden in combinatie met
een waarschuwingsmelding die enkele seconden
wordt weergegeven,
–
wanneer de auto rijdt (bij een rijsnelheid hoger
dan 10 km/h), gaat dit waarschuwingslampje
branden in combinatie met een geluidssignaal en
een waarschuwingsmelding die enkele seconden
wordt weergegeven.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet. Ook de handmatige
vergrendelingsschakelaar in het interieur wordt
uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
► Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier naar de achterzijde van de auto
om de supervergrendeling in te schakelen.
►
Draai
binnen vijf seconden de sleutel nogmaals
in de richting van de achterzijde.
40
Toegang tot de auto
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de
supervergrendeling in te schakelen.
►
Druk daarna binnen 5 seconden na
vergrendeling weer op de toets.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► U kunt de auto vergrendelen door met de
afstandsbediening binnen detectiegebied A
op de merktekens van een van de voor- of
achterportiergrepen te drukken.
►
Druk
binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in te
schakelen.
Met achterdeuren
► Wanneer u de auto wilt vergrendelen, zorg
dan dat de afstandsbediening zich binnen
het detectiegebied A bevindt en druk op de
vergrendeltoets van de linkerdeur.
►
Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de knop
om de supervergrendeling in te schakelen.
Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sleutelcode
naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en de
transpondercode uitlezen, waardoor er een nieuwe
sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
Een storing in de afstandsbediening.
–
De accu van de auto is leeg.
–
De auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
► Steek de sleutel in het portierslot linksvoor .
►
Draai de sleutel in de richting van de voorzijde
/ achterzijde om de auto te ontgrendelen /
vergrendelen.
►
Draai de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals naar de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als de auto is uitgerust met een alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de
sirene bij het openen van de deur. De sirene
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel in het slot nadat de auto met de
afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem is vergrendeld, dan worden alle
portieren en de achterklep ontgrendeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel
in het slot nadat de auto met de sleutel is
vergrendeld, dan worden alleen de portieren
(voorportieren en schuifdeur(en)) ontgrendeld. De
deuren en achterklep worden niet ontgrendeld.
Wanneer het contact wordt aangezet, worden ze
ontgrendeld.
42
Toegang tot de auto
Vervangen van de batterij
Als de batterij leeg is, gaat dit waarschuwingslampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding.
Batterijtype: CR2032 / 3 V.
Zonder Keyless Entry and Start
Met Keyless Entry and Start
► Wip het deksel met een kleine schroevendraaier
bij de uitsparing los en zet het deksel omhoog.
►
V
erwijder de lege batterij.
►
Plaats de nieuwe batterij en let goed op de plus-
en minkant. Steek de batterij eerst in de contacten in
de hoek en klik het deksel daarna erop.
►
Synchroniseer de afstandsbediening.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening.
Gooi batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die
schadelijk zijn voor het milieu. Lever ze in bij een
speciaal inzamelpunt.
Deze apparatuur bevat een knoopcelbatterij. Slik de batterij niet in. Kans op chemische
brandwonden!
Wanneer de batterij wordt ingeslikt, kunnen er in
slechts 2 uur ernstige inwendige brandwonden
ontstaan, die dodelijk kunnen zijn.
Als batterijen zijn ingeslikt of elders in het lichaam
zijn gestoken, moet u onmiddellijk medische hulp
inroepen.
Bewaar nieuwe en gebruikte batterijen buiten het
bereik van kinderen.
Als het batterijvakje niet goed sluit, mag u het
product niet meer gebruiken en moet u het buiten
bereik van kinderen houden.
Risico van explosie als de batterij door een verkeerd type wordt vervangen!
Vervang de batterij door hetzelfde type.
Risico van explosie of lekkage van ontvlambare vloeistof of gas!
U mag dit product niet gebruiken, opbergen of
plaatsen in een omgeving met een zeer hoge
temperatuur of bij een zeer lage druk door een
zeer grote hoogte.
Probeer een gebruikte batterij niet te verbranden,
te verbrijzelen of door te zagen / knippen.
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of bij een storing
moet de afstandsbediening gesynchroniseerd
worden.
Zonder Keyless Entry and Start