Page 209 of 324

207
Praktische informatie
7► Houd het rempedaal ingetrapt en doe het
volgende in deze volgorde: zet de motor uit en
beweeg de selectieschakelaar naar voren of naar
achteren.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact aan.
►
T
rap het rempedaal in en druk op de hendel van
de elektrische parkeerrem om deze vrij te zetten.
►
Laat het rempedaal los en schakel het contact
uit.
Er wordt een melding op het instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de vrijloop kan het audiosysteem niet worden
bijgewerkt (melding weergegeven op het
instrumentenpaneel).
Na 15 minuten of terug naar de normale
werking.
► Houd het rempedaal ingetrapt, start de motor en
selecteer stand P .
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer lage
temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone.
Wanneer u een hogedrukreiniger gebruikt,
houd de spuitmond dan op minimaal 30 cm
van de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken die chemicaliën
bevatten die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de
auto vaker wassen om zoutafzettingen (in
kustgebieden), roet (in industriële gebieden)
of modder/zout (in natte of koude gebieden)
te verwijderen. Deze materialen kunnen zeer
corrosief zijn.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of gekwalificeerde werkplaats voor advies
over het verwijderen van hardnekkige vlekken
waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals
verwijdermiddelen voor teer en insecten).
Laat lakschade bij voorkeur repareren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Binnenkant
Wanneer u de auto wast, gebruik dan nooit een waterslang of hogedrukreiniger om de
binnenkant te reinigen.
Bekers of andere open houders met vloeistof
kunnen lekken, met kans op schade aan het
instrumentenpaneel en de bedieningselementen
op het dashboard en de middenconsole. Wees
altijd voorzichtig!
Reinig instrumentenpanelen, touchscreens en
andere displays door ze voorzichtig met een
zachte, droge doek af te vegen. Gebruik geen
producten (zoals alcohol of desinfectiemiddelen)
of zeepwater direct op deze oppervlakken - kans
op schade!
Carrosserie
Hoogglanslak
Gebruik nooit schurende producten, oplosmiddelen, benzine of olie om de
carrosserie te reinigen.
Gebruik nooit een schuursponsje om lastige
vlekken te verwijderen - kans op krassen in de
lak!
Breng geen poetsmiddel aan als de zon fel
schijnt, of op kunststof of rubber onderdelen.
Page 210 of 324
208
Praktische informatie
Gebruik een zachte doek met zeepwater of een pH-neutraal product.
Neem de carrosserie met een schone
microvezeldoek af zonder er hard op te wrijven.
Breng poetsmiddel aan op een schone en droge
auto.
Neem de instructies die op het product worden
vermeld in acht.
Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
Gebruik geen hogedrukspuit om de auto te wassen - kans op schade of loslaten van de
stickers!
Gebruik een slang met grote diameter (temperatuur tussen 25 °C en 40 °C).
Richt de waterstraal haaks op het oppervlak dat
moet worden gereinigd.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd water.
Page 211 of 324

209
In geval van pech
8Brandstoftank leeg (diesel)
Bij een auto met dieselmotor moet het
brandstofsysteem worden ontlucht als de
brandstoftank leeg is.
Voordat u begint met het ontluchten van het
systeem, is het van groot belang om minimaal 5 liter
diesel in de brandstoftank te gieten.
Zie het betreffende deel voor meer informatie over het tanken en de
tankbeveiliging (diesel).
Voor andere uitvoeringen dan BlueHDi bevinden de
componenten van het brandstofsysteem zich in de
motorruimte; ze kunnen onder een verwijderbare
afdekplaat liggen.
Zie het betreffende deel voor meer informatie over de motorruimte, en met
name de plaats van deze onderdelen onder de
motorkap.
Met 1.6 BlueHDi (Euro 6.1)
► Zet het contact aan (zonder de motor te starten).
► W acht ongeveer 6 seconden en zet het contact
af.
►
Herhaal deze handelingen 10 keer
.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw
startpoging en herhaal de procedure.
Met 1.5 BlueHDi (Euro 6.2/ 6.3)
► Zet het contact aan (zonder de motor te starten).
► W acht ongeveer 1 minuut en zet het contact af. ►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw
startpoging en herhaal de procedure.
Geen BlueHDi-motoren
► Open de motorkap en maak indien nodig de
sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen
bereiken.
► Bedien de handopvoerpomp totdat u
weerstand voelt (de eerste keer indrukken
kan zwaar zijn).
►
Bedien de startmotor om de motor te starten (als
de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan ongeveer 15
seconden voordat u het opnieuw probeert).
►
Als de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en
vervolgens de startmotor opnieuw.
►
Breng de sierkap aan, klem deze vast en sluit de
motorkap.
Boordgereedschap
► Schuif de stoel(en) naar voren voor
eenvoudigere toegang.
Toegang tot het gereedschap
Auto met elektromotor
Met bandenreparatieset
Het gereedschap ligt in de beenruimte bij de
passagier.
Uitvoeringen met reservewiel
Het gereedschap bevindt zich onder de voorstoel
rechts. Toegang tot het gereedschap:
–
Bij een niet-verstelbare voorstoel moet u het
zitkussen optillen door uw hand tussen het kussen
en de rugleuning te steken.
–
Bij de verstelbare voorstoel moet u de stoel zo ver
mogelijk naar voren zetten.
De krik ligt in de beenruimte bij de passagier.
Auto met Benzine- of Diesel-motor
Met bandenreparatieset
De set bevindt zich onder de rechtervoorstoel.
Uitvoeringen met reservewiel
De krik bevindt zich onder de rechtervoorstoel.
Het gereedschap bevindt zich onder de
linkervoorstoel.
Overzicht van
gereedschappen
1. Blok om de auto tegen wegrollen te beveiligen
2. Afneembaar sleepoog
3. Torx-sleutel
Voor het verwijderen van de achterlichten om
een gloeilamp te vervangen.
Page 212 of 324

210
In geval van pech
Met bandenreparatieset
4.Een 12 V-compressor, een flacon afdichtmiddel
en een sticker met de snelheidslimiet
Voor het tijdelijk repareren en het op spanning
brengen van een band.
Het gereedschap opbergen (auto met elektromotor)
Berg de 12V-compressor en flacon met
afdichtmiddel (4 ) op in de zak, zie de afbeelding.
De ruimte in de beenruimte voor de passagier
is smal. Het luik kan alleen sluiten als het
gereedschap op de oorspronkelijke locatie
wordt opgeborgen: het blok (1 ) niet in de zak,
het verwijderbare oog (2 ) bovenop de zak met
de gesp naar buiten gericht, de inbussleutel (3 )
bovenop de zak, de 12V-compressor met flacon
afdichtmiddel (4 ) in de zak.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de bandenreparatieset.
Uitvoeringen met reservewiel
5. Wielsleutel.
Hiermee kunnen de wielbouten worden
verwijderd en kan de krik worden uit- en
ingedraaid.
6. Krik.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Gereedschap voor het verwijderen van de
sierdoppen van de wielbouten / wieldoppen
(afhankelijk van de uitvoering)
Hiermee kunnen de sierdoppen van de
wielbouten van een lichtmetalen velg of de
naafdop van een stalen velg worden verwijderd
(waar van toepassing).
8. Dop voor slotbouten.
Hiermee kunnen de speciale slotbouten met
behulp van de wielsleutel worden verwijderd.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het reservewiel.
Page 213 of 324

2 11
In geval van pech
8Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto. Van welk gereedschap uw
auto is voorzien, is afhankelijk van de uitvoering
van de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt voor het verwisselen van een wiel met een
beschadigde of lekke band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn 2006/42/
EG over machines.
Sommige delen van de krik, zoals de schroeven en scharnieren, kunnen letsel
veroorzaken. Raak ze dus niet aan.
Verwijder alle vetresten.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om verklarende video's te bekijken.
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel zodat u
naar de dichtstbijzijnde garage kunt rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het loopvlak
van een band te repareren.
De compressor kan via de 12 V-aansluiting lang genoeg op het elektrische systeem van
de auto worden aangesloten om een lekke band
weer op te pompen.
Alleen de 12V-aansluiting voorin mag worden gebruikt om de compressor aan te
sluiten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapsset.
Reparatiemethode
Verwijder het voorwerp (zoals een spijker of schroef) dat de lekkage heeft veroorzaakt
niet uit de band.
►
Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en schakel de parkeerrem in.
►
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
verkeersveiligheidsvest enz.) volgens de regelgeving
in het land waar u rijdt.
►
Zet het contact af.
►
Haal het dopje van het ventiel van de lekke band
en bewaar het op een schone plaats.
► Sluit de slang van de flacon met afdichtmiddel
aan op het ventiel van de lekke band en zet deze
stevig vast.
►
Sluit de slang van de compressor aan op de
flacon met afdichtmiddel.
►
Controleer of de schakelaar van de compressor
in stand "O " staat.
►
Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting in de auto.
► Bevestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in de auto vlak bij de bestuurder worden geplakt
om hem / haar te herinneren aan het feit dat er
met een gerepareerde band wordt gereden.
►
Zet het contact aan.
Page 214 of 324

212
In geval van pech
► Schakel de compressor in door de schakelaar
in de stand I te zetten, totdat de bandenspanning 2
bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder druk
in de band gespoten; maak de slang gedurende
deze handeling niet los van de aansluiting (kans op
spatten).
Als de bandenspanning van 2 bar na ongeveer 7 minuten nog niet is bereikt, kan
de band niet met de bandenreparatieset worden
gerepareerd; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
Zet de schakelaar in de stand "
O”.
►
Haal de stekker van de compressor uit de
12V-aansluiting in de auto.
►
V
erwijder de set.
►
V
ervang de dop op het ventiel.
►
V
erwijder de flacon met afdichtmiddel en berg
deze op.
Het afdichtmiddel is gevaarlijk bij inslikken en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel staat
op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar lever
deze in bij een PEUGEOT-dealer of een officieel
inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met
afdichtmiddel bij een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats te kopen.
► Rijd direct ongeveer 5 kilometer met matige
snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
►
Zet de auto stil en controleer de reparatie en
de bandenspanning met de set.
Rijd niet sneller dan 80 km/h en niet meer
dan 80 km met een band die met dit type
set is gerepareerd.
U moet contact opnemen met een PEUGEOT-
dealer of gekwalificeerde werkplaats om de
reparatie na te laten kijken en de verwisselde
band waar nodig te vervangen.
De bandenspanning
controleren / aanpassen
De compressor kan worden gebruikt, zonder
afdichtmiddel in de band te spuiten, om de
bandenspanning te controleren en zo nodig te
corrigeren.
►
V
erwijder het dopje van het ventiel van de band
en bewaar het op een schone plaats.
►
Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
►
Sluit de slang aan op het ventiel en zet deze
stevig vast.
►
Controleer of de schakelaar van de compressor
in de stand "O " staat.
►
Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op de
12V-aansluiting in de auto.
►
Zet het contact aan.
►
Schakel de compressor in door de schakelaar
in de stand "I " te zetten en breng de band
op de spanning die staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto. De
bandenspanning verlagen: druk op de zwarte toets
op de slang van de compressor, bij de aansluiting op
het ventiel.
Als de bandenspanning van 2 bar na 7 minuten nog niet is bereikt, kan de band niet
met de bandenreparatieset worden gerepareerd;
neem contact op met een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
Page 215 of 324

213
In geval van pech
8► Zet de schakelaar in de stand O zodra de
gewenste bandenspanning is bereikt.
►
V
erwijder de set en berg deze op.
►
V
ervang de dop op het ventiel.
Als de spanning van één of meer banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om verklarende video's te bekijken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapsset.
►
Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en schakel de parkeerrem in.
►
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
verkeersveiligheidsvest enz.) volgens de regelgeving
in het land waar u rijdt.
►
Zet het contact af.
Toegang tot het reservewiel
► Het reservewiel is bereikbaar vanaf de
achterzijde van de auto.
► Als de auto is uitgerust met een trekhaak, krik de
auto dan aan de achterzijde op (uitsluitend bij punt
B ) totdat er voldoende ruimte is om het reservewiel
te kunnen verwijderen.
Het reservewiel uit de houder
verwijderen
► Open de achterklep of achterdeuren (afhankelijk
van de uitvoering).
► Open de achterdeuren (of achterklep) om
bij de in de dorpel geplaatste bout van de
reservewielhouder te komen.
► Draai de bout los met behulp van de wielsleutel
totdat de reservewielhouder laag genoeg hangt om
de haak van de reservewielhouder los te maken.
► Haal de reservewielhouder los van de haak en
plaats het reservewiel naast het te vervangen wiel.
Het reservewiel terug in de houder
plaatsen
Page 216 of 324

214
In geval van pech
► Plaats het wiel voor de reservewielhouder.
► Beweeg het reservewiel geleidelijk in de
reservewielhouder door het heen en weer
(van links naar rechts) te bewegen totdat het
bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.
►
Haak de houder aan de haak en draai de bout
daarna met de hendel van de wielsleutel vast totdat
de bout goed is vastgedraaid.
Een wiel verwijderen
De auto parkeren Parkeer de auto op een horizontale, stabiele
en stroeve ondergrond, op een plaats waar u het
verkeer niet hindert.
Bij een handgeschakelde versnellingsbak moet u
de eerste versnelling inschakelen om de wielen
te blokkeren, de parkeerrem aantrekken, tenzij
deze in de automatische stand staat, en het
contact uitzetten.
Bij een automatische transmissie moet u
stand P selecteren om de wielen te blokkeren,
de parkeerrem aantrekken, tenzij deze in
de automatische stand staat, en het contact
uitzetten.
Controleer of de controlelampjes van de
parkeerrem op het instrumentenpaneel
permanent branden.
De inzittenden moeten de auto hebben verlaten
en zich op een veilige plaats bevinden.
Plaats waar nodig een wielblok achter het wiel
kruislings tegenover het te verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de
krik steunt; gebruik een bok.
Wiel met wieldop Demonteren: verwijder eerst de wieldop
door deze met behulp van de wielsleutel bij de
ventielopening los te wippen en vervolgens los
te trekken.
Monteren: haal de wielbouten aan en breng
daarna de wieldop aan; plaats de opening in lijn
met het ventiel en druk de wieldop vervolgens
rondom vast met de palm van uw hand.
► Als uw auto is uitgerust met stalen velgen,
verwijder dan de wieldop met gereedschap 7 .
►
Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen velgen,
verwijder dan de sierdop van de wielbouten met
gereedschap 7.
► Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet dan
dop 8 op wielsleutel 5 om de slotbout los te draaien.
►
Draai
de andere bouten iets los (zonder ze te
verwijderen) met uitsluitend wielsleutel 5 .
Wiel met wieldop
Demonteren: verwijder eerst de wieldop
door deze met behulp van de wielsleutel bij de
ventielopening los te wippen en vervolgens los
te trekken.
► Plaats het voetstuk van de krik op de grond,
recht onder een van de twee krikpunten A of B.
Gebruik het krikpunt aan de onderzijde van de
auto dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel
bevindt.