Page 689 of 750

6888-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
4 Draai het krikgedeelte met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het kriksteunpunt.
5 Monteer het verlengstuk van de
krikslinger.
6 Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is. 7
Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op
de grond, om krassen op de velg te voorko-
men.
WAARSCHUWING
■Vervangen van een wiel met een
lekke band
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen niet aan direct nadat met de
auto is gereden. Nadat met de auto is
gereden, zijn de wielen en het gedeelte
rond de remmen mogelijk zeer heet.
Wanneer u deze delen tijdens het ver-
wisselen van een wiel , enz. met uw han-
den, voeten of andere lichaamsdelen
aanraakt, kan dit leiden tot brandwon-
den.
●Het niet opvolgen van deze voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de
wielmoeren losraken, waardoor het wiel
van de auto af kan lopen, wat kan leiden
tot ernstig letsel.
• Breng nooit olie of vet aan op de wiel- bouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden
de wielmoeren mogelijk te vast aange-
draaid waardoor de bouten of de velg
beschadigd kunnen raken. Daarnaast
kunnen de wielmoeren loslopen en de
wielen losraken, wat kan leiden tot een
ongeval met ernstig letsel als gevolg.
Verwijder olie of vet van de wielbouten
of wielmoeren.
• Laat zo spoedig mogelijk na het vervan- gen van een wiel de moeren met een
aanhaalmoment van 103 Nm vastzet-
ten.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 688 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 690 of 750

689
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA_TMUK_EE
1
Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak
aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de
wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los
kan raken.
2Plaats het wiel en draai elke wiel-
moer met de hand ongeveer in
dezelfde mate vast.
Draai bij het vervangen van een wiel met
een stalen velg (inclusief een compact reser-
vewiel) de wielmoeren verder tot het tapse
gedeelte aan ligt tegen de velg .
Draai bij het vervangen van een wiel met
een lichtmetalen velg door een wiel met een
stalen velg (inclusief een compact reserve-
wiel) de wielmoeren verder tot het tapse
gedeelte aan ligt tegen de velg .
Draai bij het vervangen van een wiel met
lichtmetalen velg door een wiel met een
lichtmetalen velg de wielmoeren tot de sluit-
ringen contact maken met de velg .
WAARSCHUWING
• Plaats een beschadigde wieldop niet
opnieuw, omdat deze tijdens het rijden
los kan raken.
• Gebruik bij het aanbrengen van een wiel uitsluitend wielmoeren die speciaal zijn
ontworpen voor het desbetreffende wiel.
• Bij gescheurde of vervormde bouten, schroefdraad van moeren of boutgaten
van het wiel, dient de auto te worden
gecontroleerd door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
• Plaats de wielmoeren met de schuine kant naar het wiel toe.
■Vervangen van een lekke band bij
auto's met een elektrisch bedienbare
achterklep
Schakel het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep uit wanneer u een
band gaat vervangen (→ Blz. 723). Als u
dit niet doet, kan de achterklep onbedoeld
in werking treden als de schakelaar elek-
trisch bedienbare achter klep per ongeluk
wordt aangeraakt, waardoor lichaamsde-
len bekneld kunnen raken en letsel kan
optreden.
Plaatsen van het reservewiel
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 689 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 691 of 750

6908-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
3 Laat de auto zakken.
4 Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Het volwaardige reservewiel
●Auto's met een bandenspanningswaar-
schuwingssysteem: Het volwaardige reser-
vewiel heeft een aanduiding “Temporary
use only” (alleen voor tijdelijk gebruik) op
de buitenzijde van het wiel. Gebruik het
volwaardige reservewiel alleen tijdelijk en
alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
volwaardige reservewiel. ( →Blz. 715)
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik). Gebruik het compacte reserve-
wiel alleen tijdelijk en alleen in noodgeval-
len.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( →Blz. 715)
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Nadat de band verwisseld is (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem moet worden gereset. ( →Blz. 624)
■Bij gebruik van het reservewiel (auto's
met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het reservewiel monteert nadat het
waarschuwingslampje voor een lage banden-
spanning is gaan branden, dit lampje blijven
branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
■Monteren wieldop (indien aanwezig)
Breng de uitsparing in de wieldop in lijn met
het ventieldopje zoals aangegeven in de
afbeelding.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 690 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 692 of 750
691
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA_TMUK_EE
■Verklaring voor de krik
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 691 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 693 of 750

6928-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem) (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre- geling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 692 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 694 of 750

693
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA_TMUK_EE
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn. Probeer
nogmaals de motor te starten en
volg daarbij de juiste startprocedu-
res. ( →Blz. 308, 310)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (→Blz. 81)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(→Blz. 697)
De accuklemmen kunnen loszitten of
gecorrodeerd zijn. ( →Blz. 609)
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden (auto's
met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgerus te deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( →Blz. 623)
Als de motor niet wil
aanslaan
Als de motor niet wil aanslaan ter-
wijl wel de juiste startprocedures
zijn gevolgd ( →Blz. 308, 310), kan
dat de volgende oorzaken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl
de startmotor wel normaal
werkt.
De startmotor draait langzaam
rond, de interieurverlichting en
de koplampen gaan zwakker
branden of de claxon maakt
geen of weinig geluid.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 693 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 695 of 750

6948-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA_TMUK_EE
Het startsysteem van de motor is
mogelijk defect al s gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen
batterij van de elektronische sleutel of
een defecte zekering. Er bestaat echter
een tijdelijke maatregel om de motor te
starten. ( →Blz. 694)
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn.
(→Blz. 697)
Een of beide accuklemmen zit(ten)
los. ( →Blz. 609)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als het probleem niet
verholpen kan worden of als de reparatie-
procedure niet bekend is.
Als de motor niet start maar de start-
knop normaal werkt, kan de motor aan
de hand van de volgende stappen voor-
lopig worden gestart.
Gebruik deze startprocedure alleen in
noodgevallen.
1 Trek aan de parkeerremschakelaar
om te controleren of de parkeerrem
is geactiveerd. (→ Blz. 321)
Het waarschuwingslampje van de parkeer-
rem gaat branden.
2Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Zet het contact in stand ACC.
4 Houd de startknop ongeveer 15
seconden ingedrukt terwijl u het
rempedaal (Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) stevig ingetrapt
houdt.
Ook als de auto aan de hand van deze stap-
pen kan worden gestart, kan er een storing
in het systeem zijn. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De startmotor draait niet
(auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
De startmotor draait niet, de
interieurverlichting en de
koplampen gaan niet aan of de
claxon maakt geen geluid.
Noodstartfunctie (auto's
met Smart entry-systeem en
startknop)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 694 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 696 of 750

695
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA_TMUK_EE
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uit
geschakeld via de per-
soonlijke voorkeursins tellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voork eursinstellingen:
→ Blz. 719)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( →Blz. 220)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan nieuwe
originele sleutels maken met
behulp van de andere sleutel
(auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop) of de mechani-
sche sleutel (auto's met Smart
entry-systeem en startknop) en
het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer.
Bewaar het plaatj e met het sleutel-
nummer op een veilige plaats bui-
ten de auto, bijvoorbeeld in uw
portemonnee.
OPMERKING
■Bij verlies van een elektronische
sleutel (auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop)
Als de elektronische sl eutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven el ektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart
entr y-systeem en
startknop)
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( →Blz. 220) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dat geval kunnen
de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door
de onderstaande procedure te vol-
gen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 695 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM