Page 417 of 750

4164-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
Druk op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem om het Stop &
Start-systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop &
Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-systeem uit.
■Automatisch opnieuw inschakelen van
het Stop & Start-systeem
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld met de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem, zal het systeem automa-
tisch weer worden ingeschakeld als de motor
weer wordt gestart nadat het contact UIT is
gezet.
■Als op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem wordt gedrukt terwijl de
auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem, kunt u de motor weer star-
ten door op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem te drukken.
●Als het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld en op de uitschakeltoets van het Stop
& Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de
motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stil-
stand wordt gebracht (nadat het Stop &
Start-systeem is ingeschakeld), zal de
motor worden uitgezet.
Als de motor wordt uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem wanneer de
auto op een helling rijdt, worden de
remmen nog enige tijd bekrachtigd om
te voorkomen dat de auto achteruitrolt
voordat de motor weer wordt gestart en
er aandrijfkracht wordt gegenereerd.
Als er aandrijfkracht wordt gegene-
reerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
Deze functie werkt zowel op vlakke
oppervlakken als op steile hellingen.
De remmen kunnen geluid maken,
maar dit duidt niet op een storing.
De reactie van het rempedaal kan
veranderen en er kunnen trillingen
aanwezig zijn, maar dit duidt niet op
een storing.
Uitschakelen van het
Stop & Start-systeemHill Start Assist Control
(auto's met Multidrive CVT)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 416 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 418 of 750

417
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
*: Indien aanwezig
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
Controlelampje BSM
Gaat branden wanneer de Blind Spot Moni-
tor wordt ingeschakeld
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond
de sensoren in de achterbumper. (→ Blz. 429)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet het
systeem weer normaal gaan werken. Ook
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem dat radarsensoren aan de lin-
ker en rechter binnenzijde van de
achterbumper gebruikt om de
bestuurder te helpen de veiligheid
te controleren bij het wisselen van
rijstrook.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullende
functie die de bestuurder er attent op
maakt dat er zich een auto in de dode
hoek van de buitenspiegels bevindt of snel
van achteren nadert richting de dode
hoek. Vertrouw niet bl indelings op de Blind
Spot Monitor. De functie kan niet beoorde-
len of u veilig van ri jstrook kunt wisselen.
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt,
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid
te controleren.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 417 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 419 of 750
4184-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
■Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 719)
■Verklaring
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 418 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 420 of 750
419
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 419 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 421 of 750
4204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 420 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 422 of 750
421
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 421 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 423 of 750
4224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 422 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 424 of 750
423
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 423 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM