Page 497 of 750

4964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder omstan-
digheden waarbij de stabiliteit en de aan-
drijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijge-
drag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controlelampje
knippert.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Control
alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorg dragen voor de voer-
tuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van het
VSC-systeem en werkt niet als het VSC is
uitgeschakeld of een storing heeft.
■Vervangen van bandenControleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aanbe-
volen spanning hebben. Het ABS, de TRC,
de Trailer Sway Control en de VSC werken
niet goed als er verschillende banden
onder de auto gemonteerd zijn. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige voor meer informatie over het ver-
vangen van de wielen of banden.
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een negatief
effect op de ondersteunende systemen en
kunnen een storing veroorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan het
slingeren van de aanhangwagen niet in
alle gevallen verminderen. Afhankelijk van
diverse factoren, waaronder de staat van
de auto, de aanhangwagen, het wegopper-
vlak en de omgeving waarin wordt gere-
den, kan het Trailer Sway Control-systeem
minder goed werken. Raadpleeg de hand-
leiding van uw aanhangwagen voor meer
informatie over het op de juiste wijze trek-
ken van uw aanhangwagen.
■Als de aanhangwagen slingertNeem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Het niet in acht nemen van de
voorzorgsmaatregelen kan resulteren in
ernstig letsel.
●Pak het stuurwiel stevig vast. Blijf recht-
uit sturen. Probeer de aanhangwagen
niet onder controle te krijgen door aan
het stuurwiel te draaien.
●Laat het gaspedaal onmiddellijk maar
zeer geleidelijk los om snelheid te min-
deren. Ga niet harder rijden. Rem niet.
Als u geen extreme correcties uitvoert met
sturen of remmen, zullen uw auto en de
aanhangwagen stabiliseren. (
→Blz. 301)
■Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Vertrouw niet uitsluitend op de Secondary
Collision Brake. Dit systeem is ontworpen
om te helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrijding te
verkleinen, maar het effect is afhankelijk
van diverse omstandigheden. Te veel ver-
trouwen op het systeem kan ernstig letsel
tot gevolg hebben.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 496 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 498 of 750

497
4
4-6. Rijtips
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu con-
troleren door een monteur.
Laat vier winterbanden onder uw
auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor de
winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik banden met de voorgeschreven
maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50
km/h, afhankelijk van welke snelheid de
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing
Assist) niet. (indien aanwezig)
●Gebruik het LDA-systeem (Lane Depar-
ture Alert met stuurregeling) niet. (indien
aanwezig)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en
-zenders.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 497 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 499 of 750

4984-6. Rijtips
COROLLA_TMUK_EE
Voer, afhankelijk van de omstandighe-
den, de volgende handelingen uit:
Probeer een vastgevroren ruit niet
met kracht te openen en zet de rui-
tenwissers niet aan als deze vastge-
vroren zijn. Giet warm water over het
bevroren gedeelte om het ijs te laten
smelten. Veeg het water direct weg
om te voorkomen dat het bevriest.
Verwijder de eventueel aanwezige
sneeuw van de luchtinlaten voor de
voorruit om zeker te kunnen zijn van
een juiste werking van de aanjager
van het aircond itioningsysteem.
Controleer of er sprake is van ijs- of
sneeuwophopingen op de verlichting
aan de buitenzijde, op het dak, op
het chassis, rond de banden of op
de remmen, en verwijder deze
indien dat het geval is.
Verwijder sneeuw en modder van de
onderzijde van uw schoenen voordat
u in de auto stapt.
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd
een veilige afstand tussen u en uw
voorligger en pas de snelheid aan aan
de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectie-
hendel in stand P (Multidrive CVT) of
in de 1e versnelling of stand R
(handgeschakelde transmissie),
maar activeer de parkeerrem niet.
De parkeerrem kan vastvriezen en
bij het deactiveren niet vrij komen.
Blokkeer bij het parkeren van de
auto de wielen zonder de parkeer-
rem te gebruiken.
Het niet in acht nemen hiervan kan
gevaarlijk zijn omdat de auto onver-
wacht in beweging kan komen, het-
geen kan leiden tot een ongeval.
Auto's met Multidrive CVT: contro-
leer als de auto geparkeerd is zon-
der de parkeerrem te activeren of de
selectiehendel niet uit stand P
* kan
worden gezet.
*: De selectiehendel wordt geblokkeerd als wordt geprobeerd deze vanuit stand P in
een andere stand te zetten zonder het
rempedaal in te trappen. Als de selectie-
hendel niet uit stand P kan worden gezet,
kan er een probleem aanwezig zijn in het
schakelblokkeersysteem. Laat de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Voordat u met de auto gaat
rijden
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 498 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 500 of 750

499
4
4-6. Rijtips
Rijden
COROLLA_TMUK_EE
Gebruik de juiste maat sneeuwkettin-
gen.
De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting (diameter 3 mm)
Zijketting (breedte 10 mm)
Zijketting (lengte 30 mm)
Dwarsketting (diameter 4 mm)
Dwarsketting (breedte 14 mm)
Dwarsketting: (lengte 25 mm) De wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen verschilt
per land en per soort weg. Stel u op de
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Kiezen van sneeuwkettingenWetgeving met betrekking
tot het gebruik van
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn,
werken de bandenspanningssensoren en
-zenders mogelijk niet goed.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 499 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 501 of 750
5004-6. Rijtips
COROLLA_TMUK_EE
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 500 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 502 of 750

5
501
5
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
Audiosysteem
.5-1. BasishandelingenSoorten audiosystemen ......... 502
Gebruik van de audiotoetsen op
het stuurwiel ........................ 503
USB-aansluiting ..................... 504
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem ......... 505
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio...................... 507
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met
MP3-/WMA-bestanden
Bediening CD-speler ............. 508
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod ......................... 514
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen........ 519
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ..... 524
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel ................... 529
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ........... 529
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) .............. 530
Gebruik van het menu SETUP (instellingen) (menu TEL) .... 5325-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
® compatibele
draagbare speler.................. 537
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ..................................... 539
Een telefoongesprek ontvangen ............................ 540
Voeren van een telefoongesprek ................... 541
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®.............................. 543
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 501 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 503 of 750
5025-1. Basishandelingen
COROLLA_TMUK_EE
5-1.Basishandelingen
*: Indien aanwezig
Auto's met navigat ie-/multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem
CD-speler met AM/FM-radio
■Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de luidsprekers als het
audiosysteem ingeschakeld is.
■Handelsmerken en geregistreerde handelsmerken
De bedrijfsnamen en productnamen die bet rekking hebben op het audiosysteem zijn de han-
delsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.
Soorten audiosystemen*
Overzicht
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het audiosysteem niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de motor is uitgezet.
■Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of andere vloeist of over het audiosysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 502 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
Page 504 of 750

503
5
5-1. Basishandelingen
Audiosysteem
COROLLA_TMUK_EE
Vo l u m e
• Indrukken: verhogen/verlagen van het
volume
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort: volume onafgebroken verhogen/verlagen
Toets MODE
• Indrukken: Inschakelen van het systeem, selecteren van een audiobron
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort:
Radio-modus: dempen
CD, MP3/WMA/AAC-disc, iPod, USB of
Bluetooth
®-audiomodus: de actuele weer-
gave onderbreken. Druk de toets nogmaals in en houd hem
ingedrukt om het dempen of onderbreken
ongedaan te maken.
Radio geselecteerd:
• Indrukken: selecteren van een radiozen-
der die als voorkeuzezender is opgesla-
gen.
• Indrukken totdat u een piepsignaal hoort:
omhoog/omlaag zoeken
CD, MP3/WMA/AAC-disc, iPod, USB of
Bluetooth
®-audiomodus:
• Indrukken: selecteren van een num- mer/bestand
• Ingedrukt houden totdat u een piepsignaal hoort: selecteren van een map of album
(MP3/WMA/AAC-disc, USB of
Bluetooth
®-audio)
■Selecteren van de audiobron
Druk op de toets MODE wanneer het audio-
systeem is ingeschak eld. De audiobron wij-
zigt in onderstaande volgorde, elke keer als
de toets wordt ingedrukt. Als een modus niet
kan worden gebruikt, wordt deze overgesla-
gen.
AM →FM →CD of MP3/WMA/AAC →iPod of
USB-geheugen →Bluetooth
®-audio
Gebruik van de
audiotoetsen op het
stuurwiel
Sommige functies van het audio-
systeem kunnen worden bediend
met behulp van de toetsen op het
stuurwiel.
De werking kan verschillen afhan-
kelijk van het type audio- of navi-
gatiesysteem. Raadpleeg de
handleiding van het audio- of navi-
gatiesysteem voor meer informa-
tie.
Bedienen van het audiosys-
teem met de stuurwieltoetsen
WAARSCHUWING
■Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op
het stuurwiel de nodige voorzichtigheid in
acht.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 503 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM