15Overzicht
COROLLA_TMUK_EE
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Contactslot....................................................................................... Blz. 308, 310
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact
*1................. Blz. 308
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact
*2................. Blz. 310
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 644
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 693
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 662
Selectiehendel ................................................................................. Blz. 314, 317
Wijzigen van de schakelstand ........................................................... Blz. 314, 317
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 647
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
*3......... Blz. 315
Tellers ............................................................................................... Blz. 107, 111
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ...................................................................... Blz. 107, 111
Waarschuwingslampjes/contro lelampjes................................................... Blz. 102
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 653
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 15 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
22Overzicht
COROLLA_TMUK_EE
■ Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Contactslot....................................................................................... Blz. 308, 310
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact
*1................. Blz. 308
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact
*2................. Blz. 310
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 644
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 693
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 662
Selectiehendel ................................................................................. Blz. 314, 317
Wijzigen van de schakelstand ........................................................... Blz. 314, 317
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 647
Als de selectiehendel niet in een andere stand kan worden gezet
*3......... Blz. 315
Tellers ............................................................................................... Blz. 107, 111
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van
het instrumentenpaneel ...................................................................... Blz. 107, 111
Waarschuwingslampjes/contro lelampjes................................................... Blz. 102
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 653
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 22 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
401-1. Voor een veilig gebruik
COROLLA_TMUK_EE
●Bij beschadiging of vervorming van een
gedeelte van een portier of het omliggende
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt
of bij een ongeval dat niet van zodanige
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan het stuurwielkussen of het
dashboard bij de voorpassagiersairbag of
het onderste gedeelte van het instrumen-
tenpaneel.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van
een voorstoel met een side airbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain
airbags.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de airbags de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordel op de juiste manier te dragen.
De airbags zijn aanvullende middelen
die samen met de veiligheidsgordels
gebruikt moeten worden.
●De bestuurdersairbag wordt met een
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral
wanneer de bestuurder zich erg dicht bij
de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een
afstand van minimaal 250 mm tot het
stuurwiel aan te houden, hanteert u een
veilige marge. Dit is de afstand gemeten
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog goed
kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de
afstand van 250 mm door simpelweg de
rugleuning iets achterover te zetten. Als
u door het achterover zetten van uw
stoel de weg niet goed meer kunt zien,
kunt u een stevig, niet-glad kussen
gebruiken om hoger te zitten, of uw
stoel hoger zetten wanneer uw auto
deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor wijst de
airbag naar uw borst in plaats van naar
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen
en het stuurwiel nog steeds goed bediend
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 40 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
41
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
●De voorpassagiersairbag wordt ook met
een aanzienlijke kracht geactiveerd
waardoor ernstig letsel kan ontstaan,
vooral wanneer de voorpassagier zich
erg dicht bij de airbag bevindt. De voor-
passagiersstoel dient zo ver mogelijk
van de airbag af te staan, met de rug-
leuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de
veiligheidsgordels nooi
t voor baby's of
kleine kinderen, maar zet hen goed vast
in een baby- of kinderzitje. Toyota
beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen
en op de juiste wijze vastzitten. Achterin
zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. ( →Blz. 47)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
WAARSCHUWING
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
●Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen componenten als het dashboard,
het stuurwielkussen of het onderste
deel van het dashboard.
Dergelijke voorwerpen kunnen als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag, de voorpassagiers-
airbag en de knie-airbags worden geac-
tiveerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 41 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
43
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
COROLLA_TMUK_EE
WAARSCHUWING
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en
repareren van de airbags
●Reparatie, aanpassing, verwijdering of
vervanging van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen,
dakzijrails, voorportierpanelen, voorpor-
tierbekleding of luidsprekers in de voor-
portieren
●Aanpassing van het voorportierpaneel
(bijvoorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg
of lier
●Wijzigingen aan de wielophanging van
de auto
●Plaatsen van elektronische apparatuur
als een mobiele tweewegradio
(zend-/ontvanginstallatie) of CD-speler
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page
43 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
1082-1. Instrumentenpaneel
COROLLA_TMUK_EE
■Weergave buitentemperatuur
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 25 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■LCD-scherm
→ Blz. 118
■Wijzigen van de weergave
Druk op de knop voor het wijzigen van
de weergave tot het gewenste item
weergegeven wordt.
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto
gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gere-
den is sinds de teller de laatste keer op nul is
gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke-
lijk van elkaar worden gebruikt en verschil-
lende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de knop voor het wijzigen van de weer-
gave ingedrukt.
Dimmer dashboardverlichting
Geeft het display van de regelbare dash-
boardverlichting weer.
• De helderheid van de dashboardverlich-
ting kan apart worden ingesteld voor wel
en niet brandende achterlichten.
• Geef om de helderheid in te stellen het display voor de regeling van de dimmer
dashboardverlichting weer en houd de
knop voor het wijzigen van de weergave
ingedrukt.
WAARSCHUWING
■Informatiedisplay bij lage temperatu-
ren
Laat het interieur van de auto op tempera-
tuur komen alvorens het informatiedisplay
te gebruiken. Bij extreem lage temperatu-
ren kan het informatiedisplay trager reage-
ren en worden wijzigingen mogelijk met
enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ont-
staan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de inge-
schakelde versnelling op het display. Deze
vertraging kan de bestuurder doen beslui-
ten nogmaals terug te schakelen, waardoor
er snel en te sterk op de motor wordt afge-
remd en er een aanrijding kan ontstaan,
mogelijk met ernstig letsel tot gevolg.
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
●Laat de naald van de toerenteller niet in
het rode gebied komen dat het maxi-
mumtoerental aangeeft.
●Als de naald van de koelvloeistoftempe-
ratuurmeter in het rode gebied (H) staat,
kan de motor oververhit zijn. Breng in
dat geval de auto zo snel mogelijk op
een veilige plaats tot stilstand en contro-
leer de motor nadat deze volledig is
afgekoeld. ( →Blz. 702)
Weergave kilometerteller en
dagteller
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 108 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
115
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
COROLLA_TMUK_EE
Dimmer dashboardverlichting
Geeft het display van de regelbare dash-
boardverlichting weer.
• De helderheid van de dashboardverlich-
ting kan apart worden ingesteld voor wel
en niet brandende achterlichten.
• Geef om de helderheid in te stellen het display voor de regeling van de dimmer
dashboardverlichting weer en houd de
knop voor het wijzigen van de weergave
ingedrukt.
Afstand tot de motorolie moet wor-
den ververst
Geeft de afstand weer die nog met de auto
kan worden gereden tot de motorolie moet
worden ververst.
De afstand tot de motorolie moet worden
ververst kan ook worden weergegeven in de
volgende situaties:
• Wanneer het contact AAN wordt gezet.
• Als een waarschuwingsmelding ver-
schijnt dat de olie binnenkort moet worden
ververst.
• Resetten: →Blz. 607
■De minuten instellen op “00”
1 Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2 Druk op of om “Clock : 00”
(klok : 00) te selecteren.
Druk op om de klok in te stellen op
het begin van het dichtstbijzijnde uur.
bijv.
1:00 - 1:29 → 1:00
1:30 - 1:59 → 2:00
■Wijzigen van de klok
1 Druk op of om van het
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2 Druk op of om “Clock : 00”
(klok : 00) te selecteren.
3 Houd ingedrukt.
4 Druk op of om het item te
selecteren dat gewijzigd moet wor-
den.
5 Druk op of om de instelling
te wijzigen.
De volgende functies kunnen worden
gewijzigd:
12-uurs/24-uurs weergave
Uur
Minuut
■Klok afstellen
De klokken van onderstaande onderde-
len kunnen worden ingesteld via het
scherm van het audiosysteem.
Multi-informatiedisplay
Scherm audiosysteem
Instellen van de klok
(auto's zonder navigatie-/
multimediasysteem)Instellen van de klok
(auto's met navigatie-/
multimediasysteem)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 115 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM
221
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
COROLLA_TMUK_EE
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren
staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( → Blz. 696)
Raadpleeg Blz. 696 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de vergren-
delsensor, worden maximaal tweemaal
achter elkaar identificatiesignalen getoond.
Vervolgens worden geen identificatiesig-
nalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( →Blz. 220)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12P46E.book Page 221 Tuesday, August 25, 2020 1:58 PM