Page 321 of 430

321
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
12V- ac c uDe accu bevindt zich in de motorruimte.F Open de motorkap via hendel in het interieur en gebruik vervolgens de veiligheidshaak aan de buitenzijde.F Bevestig de motorkapsteun.
Toegang tot de accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels en voor het laden van een lege accu.
Algemeen
12V-loodaccu
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u handelingen aan de accu uitvoert.Voer ingrepen aan de accu uitsluitend uit in een goed geventileerde ruimte, ver van open vuur of vonken veroorzakende bronnen, om elk risico van brand- of explosiegevaar uit te sluiten.Was uw handen als de werkzaamheden beëindigd zijn.
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V- loodac c u.Vervanging dient uitsluitend door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige te worden uitgevoerd.
Het aanduwen om de motor te starten is bij een auto met een automatische transmissie niet toegestaan.
Accu's bevatten giftige stoffen zoals zwavelzuur en lood.Ze moeten worden ver werkt conform de regelgeving en mogen in geen geval met het huishoudelijke afval worden weggegooid.Breng de gebruikte batterijen en accu's naar een speciaal inzamelpunt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek(en) voor meer informatie over de motorkap en de motor.
F Volgens uitvoering: ver wijder de kunststof afdekkap voor toegang tot de pluspool.De minpool van de accu is niet bereikbaar.In plaats daar van kunt u gebruikmaken van een massapunt aan de voorzijde van de auto.
8
Storingen verhelpen
Page 322 of 430

322
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Starten van de motor met een
hulpaccu en startkabels
Start de motor nooit door een acculader aan te sluiten.Gebruik nooit een startbooster van 24 V of hoger.Controleer eerst of de nominale spanning van de hulpaccu 12 V bedraagt en of de capaciteit van de hulpaccu minimaal gelijk is aan die van de ontladen accu.De twee auto's mogen elkaar niet raken.Schakel alle stroomverbruikers (autoradio, ruitenwissers, verlichting enz.) van beide auto's uit.Zorg er voor dat de startkabels zich
niet in de buurt van bewegende delen van de motor (ventilateur, riem enz.) bevinden.Koppel de pluspool (+) van de accu niet los ter wijl de motor draait.
F Beweeg, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog.F Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van de ontladen accu A (bij het gebogen metalen gedeelte) en ver volgens op de pluspool (+) van de hulpaccu B of de startbooster.F Sluit de groene of zwarte kabel aan op de minpool (-) van de hulpaccu B of de startbooster (of op het massapunt van de auto met de hulpaccu).F Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op het massapunt C van de auto met de lege accu.
F Start de motor van de auto met de hulpaccu en laat deze gedurende enkele minuten draaien.F Stel de startmotor in werking van de auto
met de lege accu en laat de motor draaien.Als de motor niet direct start, zet dan het contact af en wacht even alvorens een nieuwe poging te doen.
Als de accu van uw auto ontladen is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu (externe accu of een accu van een andere auto) en startkabels of een startbooster.
Een aantal functies, waaronder het Stop & Start-systeem, is niet beschikbaar als de laadtoestand van de accu onvoldoende is.
F Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels in omgekeerde volgorde los.F Breng, indien uw auto hiermee is uitgerust, het kunststof kapje aan op de pluspool (+).F Laat de motor minimaal 30 minuten draaien, rijdend of stilstaand, om het laadniveau van de accu op een correct peil te krijgen.
Storingen verhelpen
Page 323 of 430

323
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Voor een optimale levensduur van de accu is het noodzakelijk om het laadniveau van de accu op een voldoende peil te houden.In sommige gevallen kan het dan ook nodig zijn om de accu op te laden:- als u voornamelijk korte ritten maakt,- voordat de auto meerdere weken niet wordt gebruikt.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
12V-accu opladen met een
acculader
F Zet het contact uit.F Schakel alle stroomverbruikers (autoradio, verlichting, ruitenwissers enz.) uit.
Als u zelf de accu van uw auto gaat opladen, gebruik dan uitsluitend een lader die geschikt is voor loodaccu's en die een nominale spanning van 12 V heeft.
Volg de door de fabrikant van de lader geleverde instructies.Sluit de kabels nooit aan op de verkeerde polen.
Probeer niet een bevroren accu op te laden. Risico van explosie!Als de accu is bevroren, laat hem dan nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Deze zal controleren of de interne onderdelen niet zijn beschadigd en of het huis niet is gescheurd. Scheuren kunnen er voor zorgen dat er een giftig en bijtend zuur lekt.
Als deze sticker is aangebracht, mag uitsluitend een 12V-lader worden gebruikt. Anders kan de elektrische uitrusting van het Stop & Start-systeem ernstig beschadigd raken.
De accu hoeft niet te worden losgekoppeld.
F Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan te sluiten.F Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.F Beweeg het kunststof kapje van de pluspool omhoog (indien aanwezig).
F Sluit de kabels van de lader B als volgt aan:- de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van de accu A,- de zwarte minkabel (-) op het massapunt C van de auto.F Schakel na het laden de lader B uit alvorens de kabels los te maken van de accu A.
8
Storingen verhelpen
Page 324 of 430

324
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Forceer de hendel niet door erop te duwen, aangezien de accupoolklem niet kan worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst; herhaal de procedure.
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. Op deze manier blijft het laadniveau van de accu voldoende om de motor weer te starten.Voer de volgende handelingen uit alvorens de accu los te koppelen:F sluit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, dak),F schakel alle stroomverbruikers (autoradio, ruitenwissers, verlichting enz.) uit,F zet het contact uit en wacht vier minuten.U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
De (+) klem loskoppelen
F Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om de accupoolklem B te ontgrendelen.
Na het weer aansluiten van de accukabels
Weer aansluiten van de (+) klem
F Plaats de geopende accupoolklem B op de pluspool (+) van de accu.F Druk verticaal op de accupoolklem om deze goed tegen de accu aan te drukken.F Zet de accupoolklem vast door de hendel A
omlaag te bewegen.
Zet na het weer aansluiten van de accu het contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische systemen geïnitialiseerd kunnen worden.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als zich hierna nog geringe problemen blijven voordoen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het zelf opnieuw initialiseren van de elektronische systemen zoals:- de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel (volgens uitvoering),- de elektrische ruitbediening,- de datum en de tijd,- de voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor, werkt het Stop & Start-systeem mogelijk niet.In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een bepaalde periode, die afhankelijk is van de omgevingstemperatuur en de laadtoestand van de accu (maximaal 8 uur), niet is gebruikt.
Storingen verhelpen
Page 325 of 430
325
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Capaciteit accu
Lengte autoCapaciteit in Ah (ampère-uur)
Compact (L0)480
Standaard (L1)640
Lang (L2)720 / 800
De accu mag uitsluitend worden ver vangen door een exemplaar met dezelfde eigenschappen.
Slepen
Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich in de gereedschapskist.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gereedschapskist.
U kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.
Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in de neutraalstand.
Zet bij een auto met een automatische transmissie of een elektronisch gestuurde versnellingsbak de selectiehendel in de stand N.
Als u dit niet doet, is het mogelijk dat bepaalde onderdelen van het remsysteem beschadigd raken en dat de rembekrachtiger na het starten niet meer werkt.
8
Storingen verhelpen
Page 326 of 430

326
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Druk op het klepje in de voorbumper (zoals hierboven aangegeven) om het los te maken.F Draai het sleepoog vast tot de aanslag.F Bevestig de sleepstang.F Schakel de alarmknipperlichten van uw auto in.F Rijd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt gesleept beperkt.
Slepen van uw auto
F Druk op het klepje in de achterbumper (zoals hierboven aangegeven) om het los te maken.F Draai het sleepoog vast tot de aanslag.F Bevestig de sleepstang.F Schakel de alarmknipperlichten van de te slepen auto in.F Rijd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt.
Slepen van een andere autoAlgemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging uitgeschakeld.Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf:- als de auto is gestrand op de autosnelweg,- bij auto's met vier wielaandrijving,- als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand
te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de handrem los te zetten,- bij takelen met slechts twee wielen
op de grond,- bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
Storingen verhelpen
Page 327 of 430

327
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval van een lege brandstoftank noodzakelijk om het brandstofsysteem te ontluchten.Raadpleeg voor alle versies, behalve die met AdBlue, het desbetreffende overzicht van de motorruimte.
Brandstoftank leeg (diesel)
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de dieseltankbeveiliging.
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F Open de motorkap.F Maak indien nodig de sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen bereiken.F Bedien de handopvoerpomp totdat er weerstand wordt gevoeld (de eerste keer indrukken kan zwaar zijn).F Bedien de startmotor om de motor te starten (als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan ongeveer 15 seconden en start de motor opnieuw).F Als de motor na meerdere pogingen niet aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en ver volgens de startmotor opnieuw.F Plaats de sierkap terug en klem deze vast.F Sluit de motorkap.
1.6 D-motor
(behalve AdBlue)
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan uw startpoging en herhaal de procedure.
AdBlue-motor
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F Zet het contact aan (zonder de motor te st a r te n).F Wacht ongeveer 6 seconden en zet het contact af.F Herhaal de handelingen 10 keer.
F Bedien de startmotor om de motor te starten.
Overige motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter diesel.F Open de motorkap.F Maak indien nodig de sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen bereiken.F Bedien de handopvoerpomp totdat er weerstand wordt gevoeld (de eerste keer indrukken kan zwaar zijn).F Bedien de startmotor om de motor te starten (als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan ongeveer 15 seconden en start de motor opnieuw).F Als de motor na meerdere pogingen niet aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en ver volgens de startmotor opnieuw.F Plaats de sierkap terug en klem deze vast.F Sluit de motorkap.
8
Storingen verhelpen
Page 328 of 430
328
Proace_nl_Chap09_caracteristiques-techniques_ed01-2019
Ingeklapte buitenspiegels
Achterdeuren met ruitenAchterklep
Compact (L0)
Standaard (L1)
Lang (L2)
* Vergroot laadvermogen.** Vergroot laadvermogen met verhoogd dak.*** Volgens land van bestemming.
Afmetingen (in mm)
Deze afmetingen zijn gemeten met een niet beladen auto.
Technische gegevens