21
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
+
Zelfdiagnose motorpermanent, in combinatie met het verklikkerlampje S T O P.
Er is sprake van een ernstige motorstoring.Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.Parkeer de auto, zet het contact UIT en neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voorgloeien dieselmotorpermanent.Het contact staat in de 2e stand (contact).OfDe knop "START/STOP" is ingedrukt.
Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor onmiddellijk gestart, op voor waarde dat:- het koppelingspedaal is ingetrapt bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak,- het rempedaal ingetrapt wordt gehouden bij een auto met een automatische transmissie of een elektronisch gestuurde versnellingsbak.De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (in extreme gevallen 30 seconden).Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Zelfdiagnose motorpermanent.Er is een storing in de emissieregeling.Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als het niet uitgaat.
knippert.Er is een storing in het motormanagementsysteem.Kans op beschadiging van de katalysator.Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
+permanent, in combinatie met het verklikkerlampje SERVICE.
Er is sprake van een lichte motorstoring.Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
Instrumentenpaneel
22
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Tyre Pressure Warning System (TPWS)
permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
De bandenspanning van een of meerdere wielen is te laag.Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.De controle dient bij voorkeur bij koude banden te worden uitgevoerd.Elke keer nadat u een of meer banden op spanning hebt gebracht en na het ver wisselen van een of meer wielen, moet u het systeem resetten.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het Tyre Pressure Warning System (TPWS) controlesysteem.
+knippert en brandt vervolgens permanent, in combinatie met het verklikkerlampje Service.
Er zit een storing in de functie: de bandenspanning wordt niet meer gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.Laat het systeem direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voet op het rempedaalpermanent.Het rempedaal moet worden ingetrapt.Bij de automatische transmissie of elektronisch gestuurde versnellingsbak moet u bij een draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit stand P of N in een andere stand te kunnen zetten.Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het koppelingspedaalpermanent.In de STOP-stand van het Stop & Start-systeem wordt de motor niet gestart als u het koppelingspedaal slechts gedeeltelijk intrapt.
Trap bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat de motor gestart kan worden.
Instrumentenpaneel
27
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
+
+
SCR-emissieregelsysteem (diesel)
permanent zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding.
Er is een storing in het SCR-emissieregelsysteem.Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding met betrekking tot de actieradius.
Na bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem kunt u maximaal 1100 km afleggen voordat het systeem het starten van de motor blokkeert.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om te voorkomen dat u pech krijgt.
knippert zodra het contact is aangezet, in combinatie met het branden van het verklikkerlampje SERVICE en het verklikkerlampje zelfdiagnose motor, een geluidssignaal en een melding.
U hebt de actieradius overschreden die is toegestaan na de bevestiging van de storing in het emissieregelsysteem: het starten van de motor wordt geblokkeerd door het startblokkeringssysteem.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om de motor te kunnen starten.
1
Instrumentenpaneel
28
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Mistachterlichtenpermanent.De mistachterlichten zijn ingeschakeld.Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen.
Servicebrandt tijdelijk.Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de bijbehorende melding, bijvoorbeeld:- een te laag motorolieniveau,- een te laag niveau van de ruiten-/koplampsproeiervloeistof,- een bijna lege batterij van de afstandsbediening,- een te lage bandenspanning,- een ver vuild roetfilter bij auto's met dieselmotor.- ...Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de controles, in het bijzonder van het r o e t f i l t e r.Neem voor eventuele andere storingen of defecten contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
permanent.Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Stel de storing of het defect vast aan de hand van de melding en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
+
permanent, waarbij de sleutel van de onderhoudsindicator eerst knippert en vervolgens permanent brandt.
Het inter val voor de onderhoudsbeurt is overschreden.Alleen dieseluitvoeringen.Laat de onderhoudsbeurt van uw auto zo snel mogelijk uitvoeren.
Instrumentenpaneel
375
Telefoon
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet zichtbaar is voor het systeem.
Controleer of de Bluetooth-functie van de telefoon is ingeschakeld.Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op " Vind mij" staat.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.De compatibiliteit van de telefoon kan gecontroleerd worden op de website van het merk (services).
Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluid is afhankelijk van het systeem en de telefoon.Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig, tot maximaal en verhoog het volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van een telefoongesprek.Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten, aanjager lager zetten, snelheid verminderen, e n z .) .
Sommige contacten komen dubbel voor in de lijst.Bij het synchroniseren worden de contacten op de simkaart en/of die in het geheugen van de telefoon overgenomen. Als beide geheugens worden gesynchroniseerd, kan het voorkomen dat sommige contacten dubbel worden overgenomen.
Selecteer "Contacten van simkaart weergeven" of "Contacten van telefoon weergeven".
De contacten staan niet in alfabetische volgorde.Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.
Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.
Het systeem ontvangt geen SMS-berichten.De Bluetooth-modus staat geen verzending van SMS-tekstberichten naar het systeem toe.
.
Toyota Pro Touch with navigation system
395
Telefoon
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.Het is mogelijk dat de Bluetooth-functie van de telefoon is uitgeschakeld of dat uw telefoon niet zichtbaar is voor het systeem.
Controleer of de Bluetooth-functie van de telefoon is ingeschakeld.Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op " Vind mij" staat.
De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.De compatibiliteit van de telefoon kan gecontroleerd worden op de website van het merk (services).
Android Auto en CarPlay werken niet.Android Auto en CarPlay worden niet ingeschakeld wanneer de USB-kabels van slechte kwaliteit zijn.
Gebruik originele USB-kabels om de compatibiliteit te waarborgen.
Het signaal van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluid is afhankelijk van het systeem en de telefoon.Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig, tot maximaal en verhoog het volume van de telefoon indien nodig.
Omgevingsgeluid is van invloed op de kwaliteit van een telefoongesprek.Beperk het omgevingsgeluid (ramen sluiten, aanjager lager zetten, snelheid verminderen, e n z .) .
De contacten staan niet in alfabetische volgorde.Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.
Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.
.
Toyota Pro Touch
424
Proace_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2019
Parkeerhulp achter ...............................255, 256Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen .....................256Parkeerhulp vóór ...........................................256Parkeerlichten .......14 6, 304-306, 310, 313, 315Passagiersairbag uitschakelen ............171, 17 7Plafonnier achter ....................141, 142, 312, 315Plafonnier voor .......................141, 142, 312, 315Plafonniers .............................141, 142, 312, 315Plancher cabine ....................................315, 332
Schakelaar koplampverstelling .....................15 5Schakelen automatische transmissie .................................................209Schakelen elektronisch gestuurde versnellingsbak ..........................................207Schakelindicator ...........................................208Schakel sneeuwketting .................................268Scheidingsnet ...............................................10 6Schuifdeuren ...................................................91SCR (Selective Catalytic Reduction) ............283SCR-systeem ..........................................27, 283Selectiehendel ..............................................214Selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak ...........................................282Selectieve ontgrendeling ........47, 49, 55, 56, 60Serienummer auto ........................................337Service ............................................................28
Regelmatig onderhoud ...................................12Regeneratie van het roetfilter (DPF) ............281Remblokken ..................................................282Remlampje ......................................................18Remlichten .............................310, 311, 313-315Remmen ............................................18, 22, 282Remschijven..................................................282Remvloeistofniveau ......................................279Reservewiel .................262, 289, 296, 297, 302Reservoir koplampsproeiers .........................280Resetten van het traject ..................................41Richtingaanwijzers .......................148, 304, 307, 308, 310, 313, 315Rijadviezen ...........................................19 6-198Roetfilter ................................................280, 281Road Sign Assist ..................................225, 226, 229, 232, 236
Portieren .........................................................74Portieren, achterdeur .....64, 65, 91-93, 310, 311Portieren ontgrendelen .......................80, 81, 83Portieren openen .........47, 59, 74, 78-81, 83, 93Portieren sluiten ....59, 64, 74, 75, 77, 82, 91, 93Programmeerbare verwarming ..............95, 13 8Pyrotechnische gordelspanners ...................169
P
SR
Ruitensproeier achter ...................................157Ruitensproeierreservoir ................................280Ruitensproeiers .............................................15 8Ruitensproeiervloeistofniveau ..............15 8, 280Ruitenwisser achter ..............................157, 15 8Ruitenwisserbladen (vervangen) ..........159, 2 74Ruitenwissers ..................................29, 15 6, 157Ruitenwisserschakelaar ........................15 6, 157
Oliefilter (vervangen) ....................................281Olieniveau ...............................................34, 278Oliepeilstok .............................................34, 278Olieverbruik ...................................................278Onderhoudscontroles .....................................12Onderhoudsintervalindicator ....................31, 33Onderhoudsintervalindicator resetten ............33Ontdooien..............................................132, 14 4Ontgrendelen ...............47-49, 55-57, 59, 60, 63Ontwasemen .................................................132Opbergvak.............................................120, 121Opbergvakken .......................105, 109, 117, 120Opbergvakken portieren ...............................120Openingshoek 90/180/235° ............................92Opnieuw initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem (TPWS) .......................................................263Opslaan van de snelheid ..............................224
O
Trefwoordenregister
425
Proace_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2019
Uitneembaar luik ...........................................10 6Uitschakelen ESP .........................................163Urgence-oproep ....................................160, 338USB ...............................................................12 2USB-aansluiting ............................................12 2
U
Vaste achterstoel en -bank ...................113, 11 6Veiligheidsgordels .........166, 168, 169, 18 0, 181Veiligheidsgordels achter .............................167Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .....171, 174-176, 182, 187, 188, 19 0, 193Ventilatie .................12, 125, 126, 131, 13 5, 13 6Vergrendelen...........................50, 55, 57, 64, 71Vergrendeling van binnenuit .....................72, 73Verklikkerlampje geopend portier...................20Verklikkerlampje SCR-systeem ......................27Verklikkerlampje service .................................28Verklikkerlampje Stop .....................................18Verklikkerlampje voorgloeien (diesel) ............21Verklikkerlampje water in brandstoffilter ........20Verklikkerlampjes ............................................17Verlichting ...............................................30, 14 6Versnellingsbak, automatische .....12, 14-16, 21, 19 9, 204, 206, 209, 218, 219, 233, 237, 282, 321Versnellingsbak, handgeschakeld ......12, 14-16, 21, 206, 207, 218, 233, 237, 282Versnellingshendel .........................................12Verversen ......................................................278Verwarmde bank ...........................................105Verwarming ......................12, 125, 126, 13 5-13 8Verzadiging van het roetfilter (DPF) .............281Volledig ontgrendeld ...........................47, 55, 60Voorruitverwarming ..............................132, 159Voor stoelen .....................................99, 101, 102Voorzieningen achter ....................................123Voorzieningen interieur .........................120, 123
Tafeltje ...........................................................101Tankbeveiliging .............................................266Technische gegevens ..................333, 335, 336Te l l e r ...........................................................14-16Temperatuurregeling.....................................128Tijd instellen ....................................................46TMC (verkeersinformatie) .............................367Toegang AdBlue®-reservoir ..........................285Toegang tot het reservewiel .........................297Toerenteller ................................................14-16Touchscreen ................39, 43, 44, 89, 15 0-152, 15 4, 15 8, 220, 226, 236, 245, 247, 249, 250, 254, 256, 264Toyota Traction Select ..................................16 4Trekhaak ......................................198, 269, 272Tweezitsbank vóór ........................104, 105, 167
VT
Service (verklikkerlampje) ..............................28Sierdeel .........................................................302Signalering onoplettendheid .................250, 2 51Sjorogen ........................................................12 2Sleepoog .......................................................325Slepen van een auto .............................325, 326Sleutel ..............................47-50, 71, 74, 75, 19 9Sleutel met afstandsbediening .................50, 64, 19 9, 205Smart Cargo ..................................................10 6Smart entry-systeem met startknop ........55, 59, 60, 63-65, 68, 70, 71, 74, 75, 202, 205SMS .......................................................411, 467Sneeuwkettingen .................................262, 268Snelheidsbegrenzer ......................224, 227, 229Snelheidsregelaar .........224, 227, 232, 233, 237Soort lamp .....................................................303Spaarfase ......................................................270Sproeiers, verwarmd ............................132, 159Startblokkering, elektronische ............................52, 67, 71, 205Starten van de auto......202, 204, 206, 209, 214Starten van de motor ....................................19 9Stilzetten van de auto ..........202, 204, 209, 214Stoelen verstellen ...................................99, 102Stoelverwarming ...................................103, 105Stoelverwarming, schakelaars ........................................103, 105Stop .................................................................18Stop & Start ................22, 29, 42, 132, 13 5, 218, 220, 265, 276, 281, 321, 324Stop (verklikkerlampje) ...................................18Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau .............279Stuurslot ............................................52, 67, 205Stuurverstelling ...............................................99Stuurwiel (verstellen) ......................................99Supervergrendeling ............................51, 58, 65Synchroniseren afstandsbediening ..........54, 70
.
Trefwoordenregister