Page 297 of 430

297
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Het reser vewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.F Open de achterdeuren met ruiten of de achterklep, afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
F Open de achterdeuren (of achterklep) om bij de in de dorpel geplaatste bout van de reservewielhouder te komen.
F Draai de bout los met behulp van de wielsleutel (ongeveer 14 omwentelingen), tot de reservewielhouder laag genoeg hangt om de haak van de reservewielhouder los te maken.
Toegang tot het reservewiel
F Als uw auto is uitgerust met een trekhaak, krik de auto dan aan de achterzijde op (uitsluitend bij punt B) tot er voldoende ruimte is om het reser vewiel te kunnen verwijderen.
Verwijderen
Om te voorkomen dat de elektrisch bedienbare schuifdeur(en) ongewild wordt (worden) geopend, moet u de functie "Handsfree toegang" uitschakelen via het configuratiemenu van de auto.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het openen en vergrendelen van de zijportieren m.b.v. het systeem dat kan worden geactiveerd d.m.v. een trap.
8
Storingen verhelpen
Page 298 of 430
298
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Haal de reser vewielhouder los van de haak en plaats het reser vewiel in de nabijheid van het te ver vangen wiel.
Terugplaatsen
F Plaats het wiel voor de reservewielhouder.F Beweeg het reser vewiel geleidelijk in de reservewielhouder door hem heen en weer (van links naar rechts) te bewegen tot het bevestigingsgedeelte van de haak vrij komt.F Bevestig de reservewielhouder aan de haak en draai de bout weer vast met de wielsleutel.
Storingen verhelpen
Page 299 of 430

299
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Als uw auto is uitgerust met stalen velgen, ver wijder dan de wieldop met het gereedschap 3.F Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen velgen, ver wijder dan de sierdoppen van de wielbouten met het gereedschap 3.F Als uw auto is uitgerust met slotbouten, zet dan de dop 4 op de wielsleutel 1 om de slotbout los te draaien.F Het losdraaien van de andere bouten (zonder ze te ver wijderen) mag uitsluitend worden uitgevoerd met de wielsleutel 1.
F Plaats het voetstuk van de krik op de grond en zorg er voor dat het voetstuk loodrecht onder één van de twee steunpunten onder de carrosserie A of B is geplaatst. Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste bij het te verwisselen wiel bevindt.
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg er voor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.
Gebruik niet:- de krik voor andere doeleinden dan het opkrikken van de auto,
- een andere krik dan de door de fabrikant geleverde krik.
Schakel bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de eerste versnelling in en zet ver volgens het contact uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een automatische transmissie de selectiehendel in de stand P en zet ver volgens het contact uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een elektronisch gestuurde versnellingsbak de selectiehendel in de stand A en zet ver volgens het contact uit om de wielen te blokkeren.
Trek de parkeerrem aan en controleer
of het verklikkerlampje op het instrumentenpaneel brandt.Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op een veilige plaats bevinden.Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.
8
Storingen verhelpen
Page 300 of 430
300
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zorg er voor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik wegglijden of wegzakken - Kans op letsel!Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg er voor dat het contactvlak van het steunpunt goed in het middelste deel van de kop van de krik steekt. Zo niet, dan kan de auto beschadigd raken en/of de de krik wegzakken - Kans op letsel!
F Ver wijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.F Verwijder het wiel.
F Draai de krik 2 met de draaiknop uit tot de kop van de krik het steunpunt A of B raakt; het contactvlak van het steunpunt A of B moet goed in het middelste deel van de kop van de krik steken.
F Krik met behulp van de wielsleutel 1 de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de grond is om het (niet lekke) reser vewiel te monteren.
Storingen verhelpen
Page 301 of 430
301
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Monteren van het wiel
F Plaats het wiel op de naaf.F Draai de wielbouten met de hand vast.F Draai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de slotbout (indien aanwezig) enigszins vast.F Draai met alleen de wielsleutel 1 de overige wielbouten enigszins vast.
F Laat de krik zakken.F Vouw de krik 2 op en verwijder hem.
8
Storingen verhelpen
Page 302 of 430

302
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Draai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de slotbout (indien aanwezig) vast.F Draai met alleen de wielsleutel 1 de overige wielbouten vast.F Berg het gereedschap op in de gereedschapskist.
Op deze sticker staat de bandenspanning aangegeven.
Na het verwisselen van het wiel
Berg het wiel met de lekke band correct op in de reservewielhouder.Laat een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige controleren of de bouten goed zijn vastgezet en of de bandenspanning van het reser vewiel juist is.Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel hem met het reservewiel.
Als uw auto is voorzien van een bandenspanningswaarschuwingssysteem, controleer dan de bandenspanning en initialiseer het systeem opnieuw.
Tyre Pressure Warning System (TPWS)
Het stalen reser vewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor.
Wiel met wieldop
Bij het monteren van het wiel: bevestig de wieldop door de opening er van ter hoogte van het ventiel te houden en druk ver volgens met de
handpalm tegen de gehele omtrek van
de wieldop.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bandenspanningscontrolesysteem.
Storingen verhelpen
Page 303 of 430
303
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Een lamp vervangen
Halogeenlamp: draai de lamp linksom.
Ty p e A
Lamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en draai hem linksom.
Ty p e B
Ty p e C
Ty p e DGlassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Halogeenlamp: duw de borgveer open en verwijder de lamp uit de lamphouder.
Wacht na het uitschakelen van de verlichting enkele minuten alvorens een halogeenlamp te ver vangen (om brandwonden te voorkomen). Raak de lamp niet met de hand aan, maar gebruik een droge, pluisvrije doek.
Controleer na het ver vangen of de verlichting goed werkt.
Lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen. Verwijder ze als volgt:
Xenonlamp: xenonlampen moeten door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige worden ver vangen, aangezien er een risico op elektrocutie bestaat.
Ty p e E
8
Storingen verhelpen
Page 304 of 430

304
Proace_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Verlichting vóór
Xenonlampen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het vervangen van lampen en in het bijzonder de typen lampen.
Halogeenlampen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het vervangen van lampen en in het bijzonder de typen lampen.
Let er bij het monteren van H7-lampen met nokjes op dat deze nokjes goed in de uitsparingen komen, zodat het licht in de juiste richting schijnt.
Mistlampen vóór
Ty p e D, H11-55W
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
1. Dagrijverlichting/lampjes opzij (leds).2. Grootlicht. Ty p e C, H1-55W3. Dimlicht. Ty p e E, D8S 25W4. Richtingaanwijzers. Ty p e B, PY21W-21W (amberkleurig)
1. Dagrijverlichting/lampjes opzij Ty p e A, P21- 5W2. Grootlicht. Ty p e C, H1-55W3. Dimlicht. Ty p e C, H7-55W4. Richtingaanwijzers. Ty p e B, PY21W-21W (amberkleurig)
Storingen verhelpen