Page 249 of 430

249
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Met / zonder autoradio
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje er van gaat branden; het systeem is ingeschakeld.
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje er van dooft; het systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
Uitschakelen van het systeem:
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Storing
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto:
Met touchscreen
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het lampje van deze knop knippert.
De toets knippert en er wordt een storing weergegeven.
Er kunnen storingen in de signalering optreden:- als de rijstrookmarkeringen weggesleten zijn en er weinig contrast is tussen het wegdek en de markeringen,- als de voorruit vuil is,- onder bepaalde extreme weersomstandigheden: mist, zware regenval, sneeuw, schaduwen, sterke zonnestraling en direct zonlicht (zeer laagstaande zon, uitrijden van een tunnel, ...).
of
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
6
Rijden
Page 250 of 430

250
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Driver Attention Alert
Het systeem wordt gereset als aan een van de volgende woor waarden is voldaan:- de auto staat gedurende meer dan 15 minuten stil met draaiende motor,- sinds het afzetten van het contact zijn enkele minuten verstreken,- de veiligheidsgordel van de bestuurder is losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h, gaat het systeem over in de wachtstand.De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen voor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven.
Ga niet rijden als u moe bent.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra het detecteert dat de bestuurder langer dan twee uur heeft gereden met een snelheid van meer dan 65 km/h zonder dat hij een pauze heeft genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval elke twee uur.Afhankelijk van de uitvoering beschikt de auto over alleen het waarschuwingssysteem voor rijtijd, of is dit gecombineerd met het waarschuwingssysteem m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Inschakelen/uitschakelen
Deze waarschuwing bestaat uit een melding die de bestuurder adviseert een pauze te nemen, en een geluidssignaal.Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor wordt afgezet.
Met audiosysteem of touchscreen
De functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
Page 251 of 430

251
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Met behulp van een boven aan de voorruit geplaatste camera beoordeelt het systeem de waakzaamheid van de bestuurder door afwijkingen in de koers van de auto ten opzichte van de wegmarkeringen te signaleren.Deze functie is bijzonder geschikt voor auto(snel)wegen (snelheid hoger dan 65 km/h).
Driver Attention Alert
Afhankelijk van de uitvoering is het waarschuwingssysteem voor rijtijd gecombineerd met het waarschuwingssysteem m.b.t. onoplettendheid bestuurder.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem dient de bestuurder altijd waakzaam te blijven.Ga niet rijden als u vermoeid bent of medicijnen hebt gebruikt die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
Zodra het systeem heeft bepaald dat de koers van de auto op een zekere mate van vermoeidheid of aandachtsverslapping van de bestuurder wijst, wordt het eerste waarschuwingsniveau geactiveerd.
Na drie waarschuwingen van het eerste niveau, activeert het systeem een nieuwe waarschuwing met de melding "Las een
rustpauze in!", in combinatie met een luider klinkend geluidssignaal.
Onder bepaalde omstandigheden (slecht wegdek of harde windstoten) kan het systeem waarschuwingen geven zonder dat er sprake is van vermoeidheid bij de bestuurder.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk minder goed of helemaal niet:- slecht zicht (onvoldoende verlichting van het wegdek, sneeuwval, harde regen, dichte mist enz.),- verblinding (koplampen van tegenliggers, laagstaande zon, reflecties op nat wegdek, uitrijden van een tunnel, snelle overgangen tussen schaduw en licht enz.),- gedeelte van de voorruit voor de camera vuil, beslagen, bevroren, bedekt door sneeuw, beschadigd of bedekt door een sticker,
- wegmarkeringen afwezig, versleten, niet zichtbaar door sneeuw of modder, of meerdere wegmarkeringen (weggedeelte met werkzaamheden enz.),- geringe afstand tot de voorligger (geen detectie van wegmarkeringen),- smalle, bochtige wegen, ...
De bestuurder wordt dan gewaarschuwd door de melding "Voorzichtig!", in combinatie met een geluidssignaal.
6
Rijden
Page 252 of 430

252
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Dodehoekbewaking
In de buitenspiegel aan de zijde waar zich dat voertuig bevindt, brandt dan permanent een lampje:- direct, wanneer u wordt ingehaald,- na circa een seconde, wanneer u langzaam een andere auto inhaalt.
Deze rijhulp waarschuwt de bestuurder wanneer zich een ander voertuig in de dode hoek van zijn auto bevindt, dat een potentieel gevaar betekent.
Indien een voertuig - een (motor)fiets, een auto of een vrachtwagen - zich in de dode hoek van de auto bevindt, zal er een waarschuwingslampje gaan branden in de linker- of rechterbuitenspiegel (afhankelijk van de situatie) onder de volgende voor waarden:- alle voertuigen gaan dezelfde kant op en rijden op aangrenzende rijstroken,- de snelheid van uw auto ligt tussen 12 km/h en 140 km/h,- het snelheidsverschil met het voertuig dat u aan het inhalen bent, is kleiner dan 10 km/h,- het snelheidsverschil met het voertuig dat u inhaalt, is kleiner dan 25 km/h,- het verkeer stroomt vloeiend door,- de inhaalmanoeuvre duurt langer dan normaal, doordat het ingehaalde voertuig weer terugkomt in de dode hoek,- u rijdt in een rechte lijn of in een flauwe bocht,- uw auto trekt geen aanhanger of caravan, enz.
Het systeem dient als hulp voor de bestuurder maar kan nooit een ver vanging zijn voor de spiegels. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het op tijd waarnemen wat er zich achter hem bevindt, het inschatten van de snelheid en afstand van achteropkomend verkeer en de beslissing of hij al dan niet veilig van rijstrook kan wisselen.Het systeem voor dodehoekbewaking is een hulpmiddel voor de bestuurder die echter te allen tijde zijn aandacht op het verkeer moet blijven vestigen.
Rijden
Page 253 of 430

253
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Er wordt geen waarschuwingssignaal afgegeven in de volgende situaties:- voor stilstaande objecten (geparkeerde auto's, vangrails, lantaarnpalen, borden...),- bij tegemoetkomende voertuigen,- bij rijden over bochtige wegen of in zeer scherpe bochten,
- bij het inhalen van of ingehaald worden door een zeer lang voertuig (vrachtwagen, autobus...) die én in de dode hoek achter wordt gedetecteerd én zich in het gezichtsveld van de bestuurder bevindt,- bij erg druk verkeer: de voertuigen die voor en achter worden gedetecteerd worden aangezien voor een vrachtwagen of een stilstaand object,- bij snelle inhaalmanoeuvres.
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje ervan gaat
branden; het systeem is ingeschakeld.
F Druk op deze knop, het verklikkerlampje er van dooft; het systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
Uitschakelen van het systeem:
Met / zonder autoradio
6
Rijden
Page 254 of 430

254
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Storing
Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bij slechte weersomstandigheden (zware regen, hagel enz.) kan het systeem tijdelijk minder nauwkeurig werken.Vooral het rijden op een nat wegdek of van een droog wegdek op een nat wegdek terechtkomen kan tot een vals alarm leiden (zo kan een wolk waterdruppels in de dode hoek worden aangezien voor een voertuig).Let er bij slecht weer en in de winter altijd op dat de sensoren niet met modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.Plak geen stickers of andere zaken op het gedeelte onder de buitenspiegels waar de waarschuwingslampjes zitten, omdat de de dodehoekbewaking dan mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook voor de detectiezones op de voor- en achterbumper.
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto:
Met touchscreen
Een storing wordt aangegeven door het knipperen van dit (deze) verklikkerlampje(s).
Het lampje van deze toets knippert en er verschijnt een melding in combinatie met een geluidssignaal.
Bij het afzetten van het contact wordt de status van het systeem opgeslagen.
De dodehoekbewaking wordt automatisch uitgeschakeld als u een aanhanger trekt met een door het Toyota-netwerk gehomologeeerde trekhaak.
Wassen met hogedrukspuitHoud tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit
op minimaal 30 centimeter van de sensoren, omdat ze anders beschadigd kunnen raken.
ofDe functie kan worden in- en uitgeschakeld in het configuratiemenu van de auto.
Rijden
Page 255 of 430

255
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in de nabijheid van de auto (zoals voetgangers, auto's, bomen en slagbomen) die binnen het detectiebereik vallen.Bepaalde obstakels (zoals paaltjes en pionnen) die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich in de dode hoek van het detectiebereik van de sensoren bevinden.
Parkeerhulp
De functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
Parkeerhulp achter
De grafische weergave is een aanvulling op het geluidssignaal. Op het scherm of op het instrumentenpaneel worden blokjes weergegeven die het pictogram van de auto steeds dichter naderen. Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het symbool "Gevaar".
Grafische weergave
Deze functie is een hulpsysteem: de bestuurder dient altijd alert te blijven.
De bestuurder wordt via een onderbroken geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van obstakels. De frequentie van het geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.Aan de weergave van het geluidssignaal via de luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter, klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
6
Rijden
Page 256 of 430

256
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra de auto langer dan drie seconden stilstaat met een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan 10 km/h.
Uitschakelen/inschakelen
De functie kan worden uitgeschakeld of ingeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker (voor of achter) wordt weergegeven, is te herkennen of het obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als een aanhanger wordt aangekoppeld of een fietsendrager op de trekhaak wordt bevestigd (indien de auto is uitgerust met een volgens de voorschriften van het Toyota-netwerk gemonteerde trekhaak).Zonder autoradio
Uitschakelen van het systeem:
F Druk op deze knop: het lampje er van gaat branden, het systeem is uitgeschakeld.
Inschakelen van het systeem:
F Druk op deze knop: het lampje er van dooft, het systeem is ingeschakeld.
Met audiosysteem of touchscreen
De functie kan worden inen uitgeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Rijden