
4
Proace_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2019
Exterieur
Brandstofvuldop, brandstoftank 265 -266Tankbeveiliging 266-267Brandstoftank leeg, handopvoerpomp diesel 327
Tyre Pressure Warning System (TPWS) 262-264Banden, spanning 263 -264, 337ESC -programma 161-163ABS, remdrukregelaar (EBD) 162CDS, ASR 163Toyota Traction Select 163, 16 4 -165Sneeuwkettingen 268
Voorportieren 74-75AdBlue®-reservoir 283-286Gereedschapskist 287-289
Automatische verlichting 149Grootlichtassistent 153-154Richtingaanwijzers 148Handmatige koplamphoogteverstelling 155Lampen vóór ver vangen 303 -309Koplampsproeiers 158
Motorkap openen 276
Sleutel 47Sleutel, afstandsbediening 47-54Batterijen vervangen, synchroniseren 54Smart Entry & Start System 5 5 -71Batterijen vervangen, synchroniseren 70Starten/afzetten van de motor (sleutel, afstandsbediening) 199-201Starten/afzetten van de motor Smart Entry & Start System 202-204Vergrendeling/ontgrendeling van binnenuit 72-73Alarm 95-97
Road Sign Assist 225-228Forward collision warning 243 -245Autonomous emergency braking 243, 246 -248Driver Attention Alert 250-251
Ruitenwisserbladen vervangen 274Automatische ruitenwissers 157-158Voorruitontwaseming 132
Mistlampen vóór 147, 309Dagrijverlichting 149, 305Statische bochtverlichting 152
Parkeerhulp vóór 255 -257Slepen 325-326
Overzicht

18
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding.
Dit waarschuwingslampje gaat branden in het geval van een ernstige storing van de motor, het remsysteem, de stuurbekrachtiging enz. of een ernstige elektrische storing.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Parkeer de auto, zet het contact UIT en neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Parkeerrempermanent.De parkeerrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet.Zet de parkeerrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat; trap het rempedaal in.Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de parkeerrem.
Remsysteempermanent.Het remvloeistofniveau is te laag.Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer van To y o t a.Laat, als het probleem aanhoudt, het systeem direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
+
permanent, in combinatie met het waarschuwingslampje ABS.
Er is een storing in de elektronische remdrukregelaar (REF).Laat het direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Instrumentenpaneel

23
Proace_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2019
Antiblokkeersysteem (ABS)permanent.Er is een storing in het antiblokkeersysteem.De normale remwerking blijft behouden.Rijd voorzichtig met een lagere snelheid en neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
For ward collision warning/ Autonomous
emergency braking system with Pedestrian Detection
knippert.Het systeem wordt geactiveerd.Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van de aanrijding met de voorligger te beperken.
permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Storing in het systeem.Laat het systeem direct nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
permanent, in combinatie met een melding.
Het systeem is uitgeschakeld (via het m e n u).Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de Forward collision warning/Autonomous emergency braking system with Pedestrian Detection
Roetfilter (Diesel)permanent, in combinatie met een geluidssignaal en het bericht dat waarschuwt voor een kans op verstopping van het roetfilter.
Geeft aan dat het roetfilter verstopt begint te raken.Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter regenereren door met een snelheid van meer dan 60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
permanent, in combinatie met een geluidssignaal en het bericht dat waarschuwt voor een te laag additiefniveau voor het roetfilter.
Geeft aan dat het minimumniveau van het brandstofadditief is bereikt.Laat het reser voir zo snel mogelijk bijvullen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1
Instrumentenpaneel

160
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Alarmknipperlichten
Bij een noodstop - afhankelijk van de mate van remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar ook als er een aanrijding wordt gesignaleerd, worden de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld.Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de alarmknipperlichten uit.F U kunt de alarmknipperlichten echter ook uitschakelen door de knop in te drukken.
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het overige verkeer te waarschuwen in het geval van file, pech, slepen of een ongeval.
ERA-GLONASS
emergency call system*
Met dit systeem kunt u ER A-GLONASS-noodoproepen doen en zo hulpdiensten inschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de Audio en
datacommunicatie en in het bijzonder over het gebruik van deze voorziening.
F Druk deze knop in: de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd.De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
*Indien aanwezig.
Veiligheid

161
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP: Electronic Stability Program) dat de volgende systemen omvat:- het antiblokkeersysteem (ABS) en de elektronische remdrukregelaar (REF),- de noodremassistentie (NR A),- de antispinregeling (ASR),- de dynamische stabiliteitscontrole.
Elektronische stabiliteitscontrole (ESP)
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en elektronische remdrukregelaar (REF)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto en dragen bij tot een betere controle in bochten, vooral op een slecht of glad wegdek.Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen in het geval van een noodstop.De elektronische remdrukregelaar verdeelt de remdruk over de wielen.
Emergency Braking Assistance (EBA)/Brake Assist
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen de optimale remdruk sneller wordt bereikt, zodat de remafstand kleiner wordt.Het systeem wordt ingeschakeld als het rempedaal snel wordt ingetrapt en zorgt er voor dat de benodigde bedieningskracht wordt verminderd en de effectiviteit van het remmen wordt vergroot.
Antislipregeling (ASR)/Traction Control (TRC)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het doorspinnen van de wielen te beperken via de remmen van de aangedreven wielen en de motor. De ASR zorgt ook voor meer koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamic Stability Control (DSC)/Vehicle Stability Control (VSC)
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen en het motorkoppel om de auto voor zover mogelijk weer in de juiste koers te brengen.
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
5
Veiligheid

162
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (REF)
Trap het rempedaal bij een noodstop krachtig en volledig in en laat het niet los.
Zorg er bij ver vanging van de wielen (banden en velgen) voor dat wielen worden gemonteerd die voor uw auto zijn gehomologeerd.De normale werking van het antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn door het trillen van het rempedaal.
Als dit lampje blijft branden, duidt dit op een storing in het ABS-systeem.De normale remwerking van uw auto blijft behouden. Rijd wel voorzichtig
en matig uw snelheid.
Als dit lampje gaat branden in combinatie met de verklikkerlampjes STOP en ABS, een geluidssignaal en een melding op het display, duidt dit op een storing in de elektronische remdrukregelaar.Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.Laat in beide gevallen het systeem
zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Intelligente tractiecontrole
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto uitgerust met een systeem dat zorgt voor extra tractie op besneeuwde wegen: intelligente tractiecontrole.Deze functie signaleert situaties met weinig grip, zoals wegrijden en voortbewegen van de auto in verse en diepe sneeuw of over platgereden sneeuw.In dergelijke omstandigheden regelt de intelligente tractiecontrole het doorslippen van de voor wielen om voor een optimale grip te zorgen. Zo wordt de aandrijving en de bestuurbaarheid verbeterd.
Onder gladde omstandigheden is het raadzaam te rijden op winterbanden.
Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) en antispinregeling (ASR)
Inschakelen
Deze systemen worden automatisch ingeschakeld zodra de motor wordt gestart.Zodra deze systemen signaleren dat de wielen te weinig grip hebben of de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste richting, grijpen ze in op de werking van de motor en het remsysteem.
Veiligheid

420
Proace_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2019
Aanhanger.............................................198, 269Aanhangergewichten ...................333, 335, 336Aanjager, regeling .........................................128Aansluiting 12V .............................................121ABS ...............................................................161Accessoires...................................203, 271, 272Accu .......................................270, 281, 321-325Accucapaciteit ...............................................325Accu laden ....................................................323Achterbank .....................................11 0, 113, 11 6Achterklep ...........................64, 65, 94, 313, 314Achterklep sluiten ...........................................94Achterruitverwarming ...........................13 3, 13 4Achterstoel en -bank op rails ........................11 6Achteruitrijcamera .........................................259Achteruitrijcamera (op binnenspiegel) .........258Achteruitrijlicht ..............................310, 313, 315Actieradius ......................................................42Actieradius AdBlue® ........................................35Adaptieve snelheidsregelaar ................227, 236AdBlue® ................................26, 35-37, 283-285Afmetingen ............................................328-330
Afstandsbediening ..................47-50, 52, 55-59, 67, 68, 71, 74, 75Afstandsbediening, batterij .........54, 70, 71, 13 9Afstandsbediening synchroniseren ..........54, 70Afstellen van de koplamphoogte ..................15 5Afzetten van de motor ...................................19 9Airbags ............................................24, 170, 17 7Airbags vóór ..........................................171, 173Airconditioning ................................12, 127, 13 0Airconditioning, automatische ......................13 5Airconditioning, handbediende .....................126, 132, 13 5, 13 6Airconditioning met gescheiden regeling ...............................................132, 13 6Alarmknipperlichten ..............................160, 287Alarmsysteem .................................................95Algemeen menu ............................................487Allesdragers ..........................................272, 273Allesdragers monteren .................................273Antiblokkeersysteem (ABS) ..........................161Antislipregeling .......................................25, 161Armleuning vóór ............................................103ASR ...............................................................161Audio-aansluitingen ......................................12 2Automatische airconditioning met gescheiden regeling ............................128Automatische ruitenwissers ..................15 6, 157Automatisch grootlicht ..................................15 4Automatisch inschakelen alarmknipperlichten ....................................160Automatisch inschakelen verlichting ...................................14 6, 149, 15 0Automatisch noodremsysteem ..................23, 243, 245-247Autonome noodstopsysteem .........23, 243, 246Autoradio ........................89, 15 0-152, 15 8, 226, 245, 247, 250, 256, 264
A
B
Bagageafdekking ..........................................123Bagagenet voor hoge belading.....................123Bagageruimte ..................................................94Bagageruimte openen ........................47, 59, 94Banden ............................................................12Bandencompressor ......................................290Banden, noodreparatie .................................290Bandenspanning ............12, 290, 295, 302, 337Bandenspanningscontrole (met set) ......................................................290Bandenspanningswaarschuwingssysteem (TPWS) ........................22, 262, 264, 295, 302Bandenspanning te laag (detectie) ...............262Bandreparatieset .................................289, 290Beladen ...................................................12, 273Bijvullen AdBlue® ..........................................285Binnenspiegel ...............................................145BlueHDi .....................................31, 35, 208, 283Bochtverlichting, statisch ..............................152Boordcomputer .........................................40-42Boordgereedschap ...............................287, 289Brake Assist System (BAS) ..................161, 247Brandstof .................................................12, 267Brandstofadditief ...................................280, 281Brandstofaddititiefniveau ......................280, 281Brandstofniveau ......................................20, 265Brandstofniveaumeter ...................................265Brandstofsysteem ontluchten .......................327Brandstoftank ..........................................20, 265Brandstoftankdop ..........................................265Brandstof tanken ...................................265, 267Brandstoftank (inhoud) .................................265Brandstoftankklep .........................................265Brandstoftank leeg (diesel) ...........................327Brandstofverbruik .....................................12, 42Buitenlandse reizen ......................................148Buitenspiegels...............13 3, 13 4, 143, 14 4, 252
180° te openen ................................................91180° zicht naar achteren ...............................259
Trefwoordenregister