Page 33 of 294

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Het is gevaarlijk een autogordel onder de
arm door te dragen. Uw lichaam kan bij een
ongeval hard in aanraking komen met het
interieur van de auto, waardoor het risico
van hoofd- en nekletsel toeneemt. Een
gordel die onder de arm wordt gedragen,
kan inwendig letsel veroorzaken. De rib-
benkast is niet zo sterk als de schouders.
Draag de gordel altijd over uw schouder,
zodat het sterkste beendergestel van uw
lichaam de kracht absorbeert bij een aan-
rijding.
•Een schoudergordel die achter uw rug is
geplaatst, biedt geen enkele bescherming
bij een ongeval. Als u de schoudergordel
niet draagt, zult u bij een aanrijding gemak-
kelijk hoofdletsel oplopen. Het heup- en
schoudergedeelte van de gordel behoren
samen te worden gebruikt.4. Leg de heupgordel over uw dijen, onder de
buik. Om een losse heupgordel strak te trekken
moet u aan het schoudergedeelte van de gor-
del trekken. Om een te strakke heupgordel
losser te maken, kantelt u de gesp en trekt u
aan de heupgordel. Een nauw aansluitende
autogordel verkleint het risico dat u onder de
gordel doorglijdt bij een ongeval.WAARSCHUWING!
•Een heupgordel die te hoog wordt gedra-
gen, kan het risico van inwendig letsel bij
een ongeval vergroten. De krachten op de
gordel worden dan niet opgenomen via de
sterke heupbeenderen en het bekken,
maar via de buik. Draag de heupgordel
altijd zo laag mogelijk en zorg dat de gordel
strak zit.
•Een gedraaid zittende gordel kan u niet de
juiste bescherming bieden. Bij een aanrij-
ding kan de gordel dan zelfs snijwonden
veroorzaken. Controleer of de gordel recht
loopt. Als u een van de gordels in uw auto
niet meer recht krijgt, dient u onmiddellijk
naar uw erkende dealer te gaan om het
euvel te laten verhelpen.
5. Haal de schoudergordel zo over uw borst-
kas dat deze comfortabel zit en niet tegen de
hals rust. De rolautomaat spant de gordel au-
tomatisch aan.
De heupgordel in de juiste positie brengen
29
Page 34 of 294

6. Om de gordel los te maken drukt u op de
rode knop op de gespsluiting. De gordel rolt
automatisch op tot de beginpositie. Indien no-
dig schuift u de gesp over de gordel zodat
deze volledig kan worden opgerold.
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of gedraaid zittende gordel kan
bij een ongeval scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de auto-
gordels van tijd tot tijd op scheuren, rafels en
losse delen. Laat beschadigde onderdelen
direct vervangen. Probeer niet zelf de gordels
aan te passen of uit elkaar te halen. Autogor-
dels moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als beschadigingen zijn ontstaan
(sluiting of gesp verbogen, scheurtjes en ra-
fels, enz.).
Verstelbaar ankerpunt
schoudergordel
Bij de voorste zitplaatsen kunt u het ankerpunt
van de schoudergordel naar beneden of naar
boven toe verstellen, zodat de gordel niet over
uw hals loopt. Druk op de verankerknop om het
ankerpunt los te maken en het naar boven of
naar beneden te bewegen naar de gewenste
positie.
OPMERKING:
Het verstelbare ankerpunt van de schouder-
gordel beschikt over een Easy Up-functie.
Met deze functie kan het ankerpunt van de
schoudergordel naar boven worden versteld
zonder dat de ontgrendelknop hoeft te wor-
den ingedrukt. Om te controleren of het
ankerpunt van de schoudergordel is ver-
grendeld, trekt u het ankerpunt van de
schoudergordel naar beneden totdat het is
vergrendeld.Als u minder lang bent dan gemiddeld, zult u
een lagere stand gebruiken. Als u langer bent
dan gemiddeld, zult u een hogere stand ge-
bruiken. Probeer na loslaten van de knop op
het ankerpunt deze nog eens op en neer te
bewegen, om zeker te zijn dat deze stevig is
vergrendeld.
Op de achterbank moet u meer naar het mid-
den van de stoel gaan zitten om de gordel niet
langs de nek te laten lopen.
Verstelbaar ankerpunt
30
Page 35 of 294

Gebruiksaanwijzing voor de
heup-/schoudergordel op de tweede
rij in het midden
De heup-/schoudergordel op de tweede rij
bestaat uit een driepuntsgordel met een mini-
gesp en gespsluiting, waardoor de schouder-
gordel losgemaakt kan worden van het onder-
ste ankerpunt als de stoel wordt neergeklapt.
De minigesp en schoudergordel kunnen dan
voor het gemak in het sierpaneel aan de rech-
terkant worden opgeborgen.
1. Verwijder de minigesp en de gewone gesp-
sluiting van de plek waar het in het afwer-
kingspaneel rechtsachter is opgeborgen.2. Pak de minigesp en trek de gordel over de
stoel.
3. Leid de schoudergordel langs de binnen-
kant van de rechterhoofdsteun.
4. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u
de gesp in de gespsluiting tot u een ’klik’ hoort.5. Ga achterover zitten op de stoel. Schuif de
gesp zo ver als nodig over de gordel, zodat de
gordel over uw middel valt.
6. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u
de gesp in de gespsluiting tot u een ’klik’ hoort.
Opbergplaats minigesp
Middelste schoudergordel van achterzitting
instellenMinigesp met de gespsluiting verbinden
31
Page 36 of 294

7. Leg de heupgordel over uw dijen, onder de
buik. Om een losse heupgordel strak te trekken
moet u aan het schoudergedeelte van de gor-
del trekken. Trek aan de heupgordel om deze
losser te maken als hij te strak zit. Een nauw
aansluitende autogordel verkleint het risico dat
u onder de gordel doorglijdt bij een ongeval.
8. Haal de schoudergordel zo over uw borst-
kas dat deze comfortabel zit en niet tegen de
hals rust. De rolautomaat spant de gordel au-
tomatisch aan.9. Om de gordel los te maken drukt u op de
rode knop op de gespsluiting.
10. Om de minigesp los te maken van de
minigespsluiting en op te bergen, moet u de
gewone gespsluiting in de zwarte knop bo-
venop de minigespsluiting steken. De gordel
rolt automatisch op tot de beginpositie. Indien
nodig schuift u de gesp over de gordel zodat
deze volledig kan worden opgerold. Steek de
minigespsluiting in de opening die in het sier-
paneel zit.Corrigeren van gedraaide
driepuntsgordel
Gebruik de volgende methode om een ge-
draaide driepuntsgordel te ontwarren.
1. Breng de gordelgesp zo dicht mogelijk naar
het ankerpunt toe.
2. Pak de gordelband op ongeveer 15 tot
30 cm boven de gesp vast en draai deze 180°
om een vouw te maken die direct boven de
gesp begint.
3. Schuif de gesp naar boven over de dubbel-
gevouwen gordel. Het gevouwen gordelge-
deelte moet door de sleuf gaan aan de boven-
zijde van de gesp.
4. Schuif de gesp verder naar boven tot het
gevouwen gordelgedeelte vrijkomt.
Veiligheidsgordels op
passagierszitplaatsen
De veiligheidsgordels op de passagierszit-
plaatsen zijn voorzien van oprolautomaten met
automatische vergrendeling (ALR), die worden
gebruikt voor het veilig bevestigen van een
kinderzitje. RaadpleegInstalleren van kinder-
zitjes met de autogordelin het hoofdstukKin-
Autogordel vastgegespt op de middelste stoel
achterste rij
Minigesp en gespsluiting losmaken
32
Page 37 of 294

derzitjesvoor meer informatie. In onder-
staande tabel wordt het type voorziening voor
elke zitplaats vermeld.
Bestuur-
derMidden Passagier
Eerste rij N.v.t. N.v.t. ALR
Tweede rij ALR ALR ALR
•N.v.t. — Niet van toepassing
•ALR — Oprolautomaat met automatische
vergrendeling
Als de passagierszitplaats is voorzien van een
ALR en voor normale toepassingen wordt ge-
bruikt:
Trek juist voldoende gordelband uit het oprol-
mechanisme om het middel van de inzittende
comfortabel te kunnen omvatten, zonder de
ALR te activeren. Als de ALR toch wordt geac-
tiveerd, hoort u een ratelend geluid terwijl de
gordelband wordt ingetrokken. Laat in dat ge-
val de gordelband volledig intrekken en trek
vervolgens juist voldoende gordelband uit het
oprolmechanisme om het middel van de inzit-
tende comfortabel te kunnen omvatten. Schuif
de gesp in de sluiting totdat u een ’klik’ hoort.
Functie vergrendelrolautomaten
(ALR) — Indien aanwezig
Deze functie zorgt dat de schoudergordel au-
tomatisch in een van te voren ingestelde positie
vergrendelt. De rolautomaat spant de schou-
dergordel nog wel automatisch aan. De auto-
matische rolvergrendeling is beschikbaar op
alle passagierszitplaatsen met een heup-/
schoudergordel. Gebruik altijd de automati-
sche rolvergrendeling als een kinderzitje is
aangebracht op een zitplaats die is voorzien
van een gordel met dit systeem. Kinderen van
12 jaar en jonger moeten altijd goed vastge-
gespt op de achterbank worden vervoerd.
Hoe gebruikt u de automatische
rolvergrendeling
1. Gesp de driepuntsgordel vast.
2. Pak het schoudergedeelte beet en trek om-
laag tot de hele gordel volkomen is uitgerold.
3. Laat de gordel weer terugrollen. Terwijl de
gordel terugrolt hoort u een klikgeluid. Dit geeft
aan dat de automatische rolvergrendeling is
geactiveerd.Hoe deactiveert u de automatische
rolvergrendeling
Maak de gesp van de heup-/schouderriem los
en laat de gordel helemaal terugrollen om zo
de automatische rolvergrendeling te deactive-
ren en de gewone botsingsafhankelijke ver-
grendeling weer te activeren.
WAARSCHUWING!
•Laat de gordel en de rolautomaat vervan-
gen als deautomatische rolvergrendeling
of een andere autogordelfunctie niet cor-
rect werkt bij een controle volgens de pro-
cedures in de werkplaatshandleiding.
•Als u gordel en rolautomaat nalaat te ver-
vangen als dat nodig is, verhoogt u de kans
op letsel bij botsingen.
GordelspannersDe veiligheidsgordels voor de beide voorstoe-
len zijn voorzien van gordelspanners, die er-
voor zorgen dat een loszittende gordel wordt
strak getrokken bij een ongeval. Deze appara-
ten verbeteren de werking van de autogordel
door ervoor te zorgen dat de gordel al in een
33
Page 38 of 294

vroeg stadium van het ongeval strak over het
lichaam van de inzittende komt te liggen. Gor-
delspanners werken bij alle lichaamsafmetin-
gen, ook voor gebruik met kinderzitjes.
OPMERKING:
Een gordelspanner is geen vervanging bij
een slecht bevestigde autogordel. De auto-
gordel moet evengoed strak aanliggen en op
de juiste wijze worden gedragen.
De gordelspanners worden geactiveerd door
het beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC). Evenals de airbags zijn ook de gor-
delspanners slechts geschikt voor eenmalig
gebruik. Een geactiveerde gordelspanner of
airbag dient onmiddellijk te worden vervangen.
Extra actieve hoofdsteunen (AHR)Deze hoofdsteunen zijn passieve componen-
ten die kunnen worden geactiveerd. Auto’s met
dit systeem kunnen niet eenvoudigweg aan de
hand van markeringen worden geïdentificeerd,
maar alleen door visuele inspectie van de
hoofdsteun. De hoofdsteun is verdeeld in twee
helften. De voorste helft bestaat uit zachtschuimrubber en bekleding, de achterste helft
bestaat uit een kunststof decoratieve afdek-
king.
Zo werken de actieve hoofdsteunen (AHR)
Het beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC) bepaalt afhankelijk van de kracht of van
het type botsing van achteren of de actieve
hoofdsteunen (AHR) moeten worden geacti-
veerd. Als activering noodzakelijk is bij een
botsing van achteren, worden de actieve
hoofdsteunen van zowel de bestuurders- als
passagiersstoel geactiveerd.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tijdens een
botsing van achteren worden geactiveerd,
schuift de voorste helft van de actieve hoofd-
steun naar voren om de afstand tussen het
achterhoofd van de inzittende en de actieve
hoofdsteun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde botsin-
gen van achteren het risico van letsel bij de
bestuurder en voorpassagier te voorkomen of
te verlagen.
OPMERKING:
De actieve hoofdsteunen (AHR) kunnen bij
een frontale aanrijding of zijaanrijding mo-gelijk worden geactiveerd. Wanneer echter
tijdens een frontale aanrijding een tweede
aanrijding aan de achterzijde plaatsvindt,
kunnen de actieve hoofdsteunen worden
geactiveerd, dit afhankelijk van ernst en
aard van de botsing.Onderdelen actieve hoofdsteunen (AHR)
1 — Voorste helft ac-
tieve hoofdsteun (zacht
schuimrubber en bekle-
ding)3 — Achterste helft
actieve hoofdsteun
(decoratieve kunststof
afdekking)
2 — Rugleuning4 — Stanggeleiders
van de hoofdsteun
34
Page 39 of 294

LET OP!
Alle inzittenden, inclusief de bestuurder, mo-
gen niet in een auto plaatsnemen of deze
besturen voordat de hoofdsteunen in de juiste
stand zijn gezet, dit om nekletsel als gevolg
van een ongeval te voorkomen.
OPMERKING:
RaadpleegActieve hoofdsteunen afstellen
inLeren over de functies van uw voertuig
voor meer informatie over het correct afstel-
len en positioneren van de hoofdsteunen.
Opnieuw instellen van de actieve
hoofdsteunen (AHR)
Als de actieve hoofdsteunen bij een ongeval
zijn geactiveerd, moet u de hoofdsteun op de
bestuurdersstoel en voorpassagiersstoel op-
nieuw instellen. U kunt zien wanneer de actieve
hoofdsteun geactiveerd is, wanneer deze voor-
uit is geschoven (zoals weergegeven in stap
drie van de herinstelprocedure).
1. Neem de geactiveerde actieve hoofdsteun
van de achterbank.2. Plaats uw handen aan de bovenkant van de
geactiveerde actieve hoofdsteun op een ge-
makkelijke positie.
3. Trek deachterkantvervolgensomlaagnaar
de achterzijde van de auto toe en vervolgens
omlaagom te vergrendelen.
Handpositioneringspunten op actieve
hoofdsteun1 — Omlaaggaande beweging
2 — Achterwaartse beweging
3 — Uiteindelijke omlaaggaande beweging om te
vergrendelen
35
Page 40 of 294

4. De voorste helft van de actieve hoofdsteun
(zacht schuimrubber en bekleding) moet ver-
grendelen in de achterste helft van de actieve
hoofdsteun (decoratieve kunststof afdekking).
OPMERKING:
•Als u problemen ondervindt met het op-
nieuw instellen van de actieve hoofdsteu-
nen, neemt u contact op met een erkende
dealer.
•Laat uit veiligheidsoverwegingen de ac-
tieve hoofdsteunen controleren door een
gekwalificeerd specialist bij een erkende
dealer.Geavanceerd
autogordelwaarschuwingssysteem
(BeltAlert)
BeltAlertis een voorziening die de bestuurder
eraan herinnert de veiligheidsgordel vast te
gespen. Deze voorziening is altijd actief wan-
neer het contact is ingeschakeld. Als de auto-
gordel van de bestuurder niet is vastgegespt,
gaat het waarschuwingslampje voor de veilig-
heidsgordels branden totdat de gordel is vast-
gegespt. Het BeltAlert-systeem wordt geacti-
veerd binnen 60 seconden nadat de auto een
snelheid boven 8 km/u heeft bereikt. De waar-
schuwingscyclus duurt 96 seconden of totdat
de betreffende veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt. Nadat de cyclus is voltooid, blijft het
waarschuwingslampje voor de veiligheidsgor-
dels branden totdat de veiligheidsgordel vóór
is vastgegespt. De bestuurder behoort ook alle
overige inzittenden op te dragen hun veilig-
heidsgordels vast te gespen. Als een veilig-
heidsgordel vóór niet is vastgegespt terwijl er
wordt gereden met een snelheid boven 8 km/u,
laat BeltAlertals eenmalige waarschuwing
een geluidssignaal klinken, gaat het waarschu-
wingslampje voor de veiligheidsgordels bran-den en wordt vervolgens de waarschuwingscy-
clus van 96 seconden geactiveerd.
OPMERKING:
•De BeltAlertkan door uw erkende dealer
geactiveerd of gedeactiveerd worden.
•Chrysler Group LLC raadt aan de
BeltAlertniet te deactiveren.
Als BeltAlertbuiten werking wordt gesteld,
blijft het waarschuwingslampje voor de vei-
ligheidsgordels branden zolang de veilig-
heidsgordel van de bestuurder niet is vast-
gemaakt.
SpankrachtbegrenzerIn deze auto is het autogordelsysteem voor de
voorste zitplaatsen voorzien van een span-
krachtbegrenzer, die bij frontale botsingen
helpt om het risico van letsel verder te verla-
gen. Dit autogordelsysteem heeft een rolauto-
maat die de gordelband op een gecontro-
leerde manier afwikkelt. Deze functie is
bedoeld om de kracht te verminderen die de
gordel op de borstkas van de inzittende uitoe-
fent.Actieve hoofdsteun in terugstelpositie
36