Page 161 of 294

Ruitontwaseming
Het beslaan van de voorruit aan de binnenzijde
is snel te verhelpen door de keuzeschakelaar
op Ontwasemen te zetten. Met de stand
Ontwasemen/Vloerventilatie kunt u de voorruit
helder houden en daarnaast zorgen voor vol-
doende verwarming. Als u last krijgt van besla-
gen zijruiten, kunt u de aanjagersnelheid ver-
hogen. Bij zacht maar regenachtig of vochtig
weer kunnen de autoruiten aan de binnenzijde
gemakkelijk beslaan.
OPMERKING:
Circulatie van lucht zonder airconditioning
moet niet lange tijd worden gebruikt, omdat
dan de ruiten zullen beslaan.Roosters voor zijruitontwaseming
Aan beide uiteinden van het instrumentenpa-
neel bevindt zich een uitstroomopening voor de
ontwaseming van de zijruiten. Uit deze roosters
stroomt lucht naar de zijruiten als u de stand
VLOER, GEMENGD of ONTDOOIEN hebt ge-
kozen. De lucht wordt naar het ruitgedeelte
geleid waarachter zich de buitenspiegels be-
vinden.
Luchtinlaat
Zorg dat de luchtinlaat, pal voor de voorruit,
niet wordt verstopt door achtergebleven blade-
ren e.d. Wanneer bladeren achterblijven in de
luchtinlaat wordt de luchtstroming belemmerd;
wanneer ze in de luchtkamer terechtkomenkunnen de waterafvoeren verstopt raken. Zorg
in de wintermaanden dat de luchtinlaat niet
wordt afgedekt door ijs of sneeuw.
A/C-luchtfilter - indien aanwezig
Het luchtfilter van de airco voorkomt groten-
deels dat stof en stuifmeel de cabine binnen-
komen. Het filter bewerkt de lucht die van
buiten het voertuig binnenkomt en de lucht die
binnen in de auto wordt gecirculeerd. Raad-
pleegOnderhoudsproceduresinOnderhoud
van uw autovoor informatie over onderhoud
van het aircoluchtfilter, of ga naar uw erkende
dealer voor onderhoud. RaadpleegOnder-
houdsschema’svoor de filterbeurten.
157
Page 162 of 294
Suggesties voor instellingen voor de verschillende weersomstandigheden
158
Page 163 of 294
5
STARTEN EN BEDIENEN
•STARTPROCEDURES........................ 163
•Handmatige versnellingsbak - Indien aanwezig...... 163
•Automatische versnellingsbak - Indien aanwezig..... 163
•Normaal starten — Benzinemotor.............. 163
•Extreme koude (onder29°C) ................ 164
•Als de motor niet start..................... 164
•Na het starten.......................... 164
•Normaal starten — Dieselmotor............... 164
•HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK - INDIEN
AANWEZIG.............................. 165
•Terugschakelen......................... 166
•AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK —
INDIEN AANWEZIG......................... 166
•Automatisch versnellingsbakvergrendelingsysteem . . . 167
•Schakelblokkering automatische versnellingsbak..... 167
•Keuzehendelstanden...................... 167
•AUTOSTICK— INDIEN AANWEZIG............... 169
159
Page 164 of 294

•Bediening............................ 169
•Algemene informatie...................... 169
•BEDIENING VIERWIELAANDRIJVING —
INDIEN AANWEZIG......................... 170
•TIPS VOOR HET RIJDEN OP DE WEG.............. 170
•STUURBEKRACHTIGING...................... 170
•Controle stuurbekrachtigingsvloeistof............ 171
•PARKEERREM............................ 172
•REMSYSTEEM............................ 173
•Antiblokkeersysteem (Anti-Lock Brake System, ABS) . . 173
•ELEKTRONISCH REMSYSTEEM................. 175
•Antiblokkeersysteem (Anti-Lock Brake System, ABS) . . 175
•Remassistent (Brake Assist System, BAS)......... 175
•Tractieregeling (Traction Control System, TCS)...... 176
•Elektronische kantelbeveiliging (Electronic Roll
Mitigation, ERM)......................... 176
•Starthulp op hellingen (HSA) – alleen handgeschakelde
versnellingsbakken....................... 177
•Elektronische stabiliteitsregeling (ESC)........... 178
•BANDEN — ALGEMENE INFORMATIE.............. 180
•Bandenspanning........................ 180
•Bandenspanningen....................... 181
160
Page 165 of 294

•Bandenspanning bij hogere rijsnelheden.......... 181
•Radiaalbanden.......................... 182
•Reservewiel passend bij standaard geleverde banden en
wielen – Indien aanwezig................... 182
•Noodreservewiel – indien aanwezig............. 182
•Volmaats reservewiel – Indien aanwezig.......... 183
•Noodreservewiel - Indien aanwezig............. 183
•Doorslippen van de wielen.................. 183
•Bandslijtage-indicators..................... 184
•Levensduur van een band................... 184
•Vervangende banden...................... 184
•SNEEUWKETTINGEN........................ 186
•ROULEREN VAN BANDEN..................... 186
•BRANDSTOFVEREISTEN — BENZINEMOTOREN....... 187
•Methanol............................. 188
•Ethanol.............................. 188
•Schonere benzine........................ 188
•MMT in benzine......................... 188
•Brandstoftoevoegingen (additieven)............. 189
•BRANDSTOFVEREISTEN — DIESELMOTOR.......... 189
•BRANDSTOF BIJVULLEN..................... 189
•Afsluitbare vuldop (tankdop)................. 189
161
Page 166 of 294
•Melding brandstofvuldop los................. 191
•RIJDEN MET EEN AANHANGWAGEN.............. 191
•Definities met betrekking tot het rijden met een
aanhanger............................ 191
•Lostrek-beveiligingskabel................... 192
•Trekgewichten (maximale aanhangergewichten)...... 193
•Aanhanger- en disselgewicht................. 194
•Vereisten voor het trekken van een aanhanger....... 194
•Tips voor het trekken van een aanhanger.......... 198
•Trekhaakbevestiging...................... 199
•TREKKEN ACHTER EEN MOTORHOME............. 200
162
Page 167 of 294

STARTPROCEDURESStel voordat u de motor start eerst de stoel,
binnenspiegel en buitenspiegels af en doe de
autogordel om.
WAARSCHUWING!
Kinderen nooit alleen in het voertuig laten.
Kinderen zonder toezicht achterlaten in een
auto is om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden kunnen ernstige of dode-
lijke verwondingen oplopen. Laat de sleutel
niet in het contactslot zitten. Een kind zou de
elektrische raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto in beweging
kunnen brengen.
Handmatige versnellingsbak - Indien
aanwezig
Voordat u de motor start, trekt u de handrem
helemaal aan, trapt u het koppelingspedaal
volledig in en zet u de versnellingshendel in
NEUTRAL.OPMERKING:
U kunt de motor pas starten als u het
koppelingspedaal volledig intrapt.
Automatische versnellingsbak -
Indien aanwezig
De hendel moet in PARK of NEUTRAL staan
voordat u de motor kunt starten. Trap op het
rempedaal voordat u de hendel in een rijstand
zet.
OPMERKING:
U moet het rempedaal ingetrapt houden
voordat u uit de stand PARK schakelt.
Tipstart
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet in te trap-
pen.Druk nietop het gaspedaal. Daarna drukt u de
contactschakelaar in de START-stand en laat u
hem los zodra de startmotor aanslaat. De start-
motor blijft draaien en slaat automatisch af als
de motor begint te draaien. Als de motor niet
aanslaat, slaat de startmotor automatisch bin-
nen 10 seconden af. Als dit gebeurt, draait u de
contactsleutel in de vergrendelstand (LOCK),
wacht 10 tot 15 seconden en herhaal dan de
normale startprocedure.
Normaal starten — BenzinemotorBij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te pompen of
in te trappen. Draai de contactsleutel gewoon
naar de standSTARTen laat los zodra de
motor aanslaat. Als de motor niet binnen 15 se-
conden aanslaat, draait u de sleutel in de
vergrendelstand (OFF). Wacht 10 tot 15 secon-
den en herhaal dan de normale startprocedure.
163
Page 168 of 294

WAARSCHUWING!
Probeer niet de auto te starten door middel
van aanduwen of slepen. Auto’s met een
automatische versnellingsbak kunnen niet op
die manier worden gestart. Onverbrande
brandstof kan de katalysator binnendringen,
na het starten ontbranden en zo de katalysa-
tor en de auto schade toebrengen. Wanneer
de auto een lege accu heeft, mag u uitsluitend
startkabels gebruiken en een accu van een
andere auto. Deze startmethode kan gevaar-
lijk zijn als u deze ondeskundig uitvoert. Volg
daarom de volgende aanwijzingen nauwkeu-
rig op. RaadpleegStarten met startkabelsin
Wat doen in geval van noodvoor meer
informatie.
Extreme koude (onder29 °C)Om te zorgen voor betrouwbaar starten bij
deze temperaturen wordt het gebruik van een
van buitenaf gevoede elektrische blokverwar-
mer (te verkrijgen bij uw erkende dealer) aan-
bevolen.
Als de motor niet startAls de motor niet start nadat u de procedures
voornormaal startenofextreme koudeheeft
gevolgd, kan het zijn dat de motor ’verzopen’
is. Trap het gaspedaal helemaal in en houd
deze ingetrapt. Laat de motor ronddraaien op
de startmotor, niet langer dan 15 seconden. U
verwijdert zo overtollige brandstof nadat de
motor is ’verzopen’. Laat de contactsleutel in
de stand ON, laat het gaspedaal opkomen en
herhaal de “Normale startprocedure”.
WAARSCHUWING!
Giet nooit brandstof of een andere ontvlam-
bare vloeistof in de luchtinlaat van het gas-
klephuis om de auto te starten. Hierdoor kun-
nen steekvlammen ontstaan die ernstig letsel
kunnen veroorzaken.
LET OP!
Om schade aan de startmotor te voorkomen,
mag u deze niet langer dan 15 seconden laten
draaien. Wacht 10 tot 15 seconden voor u het
opnieuw probeert.
Na het startenHet stationaire toerental wordt automatisch ge-
regeld en zal dalen naarmate de motor op-
warmt.
Normaal starten — Dieselmotor
1. Trap het rempedaal in, trap het koppelings-
pedaal volledig in, schakel de versnellingsbak
in NEUTRAL en draai de contactsleutel naar de
stand ON.
OPMERKING:
U kunt de motor pas starten als u het
koppelingspedaal volledig intrapt.
2. Let op het voorgloeilampje. Dit zal twee tot
tien seconden of langer branden, afhankelijk
van de motortemperatuur. Wanneer het voor-
gloeilampje uit gaat, kan de motor worden
gestart.
3.Druk nietop het gaspedaal. Draai de con-
tactsleutel naar START en houd deze vast tot
de motor aanslaat.
164