Uw voertuig is ook uitgerust met een indicatie-
lampje voor TPMS-storingen dat aangeeft wan-
neer het systeem niet goed werkt. Het indica-
tielampje voor TPMS-storingen werkt in
combinatie met het bandenspanningsverklik-
kerlampje. Als het systeem een storing be-
merkt, knippert het verklikkerlampje ongeveer
één minuut lang en blijft daarna aanhoudend
verlicht. Zolang er sprake van een defect blijft,
vindt deze reeks handelingen plaats telkens als
het voertuig daarna wordt gestart. Als het fout-
meldingslampje verlicht is, is het mogelijk dat
lage bandenspanning niet wordt gedetecteerd
of gemeld. Storingen van het TPMS kunnen
optreden om verschillende redenen, waaron-
der de installatie van vervangende of alterna-
tieve banden of wielen op het voertuig waar-
door de juiste werking van het TPMS wordt
verhinderd. Controleer altijd het verklikker-
lampje voor TPMS-storingen nadat één of
meerdere banden of wielen van het voertuig
zijn vervangen om te verzekeren dat de vervan-
gende of alternatieve banden en wielen de
juiste werking van het TPMS niet verhinderen.LET OP!
Het TPM-systeem is geoptimaliseerd voor de
standaard geleverde banden en wielen.
TPMS-druk en -waarschuwing zijn ingesteld
op de bandenmaat waarmee uw auto is uitge-
rust. Het gebruik van vervangingsonderdelen
van een afwijkend formaat of type kan leiden
tot een onjuiste systeemwerking of sensor-
schade. Wielen van andere makelij kunnen
schade aan de sensors veroorzaken. Gebruik
geen bandenafdichtingsmiddelen of balans-
gewichtjes die u later koopt als het voertuig is
uitgerust met een TPMS omdat dit schade
aan de sensors kan veroorzaken.
23. Display kilometerteller/dagteller
Dit scherm geeft de totale afstand aan die het
voertuig heeft gereden.
Berichten kilometerteller
Bij de juiste omstandigheden verschijnen de
volgende berichten op de kilometerteller:deur................Portier open
Achterklep..........Achterklep open
gASCAP (benzinedop)....Fuel Cap Fault
(fout benzinedop)
CHAngE OIL
(olie verversen)....Olieverversing vereist
OPMERKING:
Als de auto is voorzien van het optionele
voertuiginformatiecentrum (EVIC) in het in-
strumentenpaneel, worden alle waarschu-
wingen zoalsDOOR AJAR(portier open)
enGATE AJAR(achterklep open) alleen
weergegeven op het EVIC-display. Zie voor
meer informatieElektronisch voertuiginfor-
matiecentrum — Indien aanwezig.
gASCAP (benzinedop)
Als het diagnosesysteem van het voertuig con-
stateert dat de brandstofvuldop los zit, niet
goed is vastgedraaid of beschadigd is, ver-
schijnt het bericht “gASCAP” (benzinedop) op
het weergavescherm kilometerteller. Draai de
brandstofvuldop stevig vast en druk op de
terugstelknop TRIP ODOMETER (rittellerknop)
om het bericht uit te schakelen. Als het pro-
130
Luchtfilterelement van de motor —
dieselmotor
WAARSCHUWING!
Het luchtfilter biedt een zekere bescherming
bij terugslaan van de verbranding in het inlaat-
spruitstuk. Verwijder daarom het luchtfilter al-
leen voor onderhoud of reparatie. Zorg ervoor
dat niemand zich bij de motorruimte bevindt
voordat u een auto zonder luchtfilter start. Er
bestaat anders kans op ernstig letsel.Bij het vervangen van het luchtfilterelement van
de motor moet goed op de richting van het
filterelement worden gelet. De pijlen moeten
naar boven wijzen en het filterelement moet
zich volledig in het luchtfilter bevinden voordat
de kap wordt aangebracht.
Motorluchtfilter kiezen
De kwaliteit van vervangende motorluchtfilters
is sterk wisselend. Alleen hoogwaardige filters
mogen gebruikt worden. De motorluchtfilters
van MOPARzijn van uitstekende kwaliteit en
worden door de fabrikant aanbevolen.
Onderhoudsvrije accuDe bovenzijde van de onderhoudsvrije accu is
permanent afgesloten. U hoeft nooit water bij te
vullen of onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren.
WAARSCHUWING!
•Accuvloeistof is een gevaarlijke corrosieve
vloeistof die brandwonden of zelfs blind-
heid kan veroorzaken. Zorg dat uw ogen,
huid en kleding niet in contact komen met
het accuzuur. Leun niet over de accu terwijl
u de klemmen aansluit. Wanneer accuzuur
in de ogen of op de huid spat, spoel dan
onmiddellijk met een ruime hoeveelheid
schoon water.
•Accugas is brandbaar en explosief. Houd
vuur en vonken uit de buurt van de accu.
Gebruik geen hulpaccu of andere stroom-
bron van meer dan 12 volt. Zorg dat de
kabelklemmen elkaar niet raken.
•Accupolen en bijbehorende accessoires
bevatten lood en loodhoudende stoffen.
Was uw handen na het werken met accu’s.
•De accu van deze auto is voorzien van een
ontluchtingsslang die niet mag worden los-
gekoppeld. De accu mag alleen door een
accu van hetzelfde type (met ontluchting)
worden vervangen.
224