Page 233 of 294

LET OP!(Vervolgd)
•Dit voertuig is niet ontworpen voor het
gebruik van motorkoelvloeistof (antivries)
op propyleenglycolbasis. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op propyleen-
glycolbasis wordt afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
De motor van uw auto wordt gekoeld met een
verbeterde koelvloeistof (antivries) die grotere
onderhoudsintervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof (antivries) kan maximaal 5 jaar of
168.000 km worden gebruikt voordat verversen
nodig is. Gebruik altijd dezelfde koelvloeistof
(antivries). Daarmee voorkomt u dat dit ver-
lengde onderhoudsinterval wordt verkort.
Neem de volgende aanbevelingen in acht voor
het gebruik van HOAT-koelvloeistof (antivries)
(HOAT = Hybride Organisch Additief Technolo-
gie).
Gebruik bij het toevoegen van motorkoelvloei-
stof (antivries) een mengsel van water en mini-
maal 50% aanbevolen MOPAR-antivries/
koelvloeistof met een levensduur van 5 jaar/
160.000 km (HOAT-formule), of equivalent. Kiesvoor een hogere concentratie ethyleenglycol
(maximaal 70%) bij gebruik in zeer koud weer
(-37 °C).
Gebruik uitsluitend gedistilleerd of gedemine-
raliseerd water voor het verdunnen van de
koelvloeistofoplossing (antivriesoplossing).
Minder hoogwaardig water kan de corrosiebe-
scherming van het motorkoelsysteem vermin-
deren.
Het is de taak van de eigenaar van de auto om
de concentratie van de koelvloeistof aan te
passen aan de buitentemperatuur.
OPMERKING:
Het mengen van verschillende typen motor-
koelvloeistof (antivries) verkort de levens-
duur van de koelvloeistof (antivries) en leidt
tot kortere verversingsintervallen.
Radiatordop
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voor-
komen dat er koelvloeistof (antivries) wordt
gemorst en u zeker kunt zijn dat de koelvloei-
stof (antivries) terugloopt naar de radiator van
het expansiereservoir.Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
•De waarschuwingDO NOT OPEN HOT
(NIET OPENEN, HEET) vormt een veilig-
heidsaanduiding. Vul geen koelvloeistof
(antivries) bij als de motor oververhit is.
Draai nooit de vuldop los om een overver-
hitte motor te laten afkoelen. Door de hitte
komt het koelsysteem onder druk te staan.
Om brandwonden en ander letsel te vermij-
den, mag u nooit de vuldop verwijderen van
een koelcircuit dat heet is of onder druk
staat.
•Gebruik geen andere radiatordop dan de-
gene die voor uw auto is gespecificeerd. Dit
kan leiden tot persoonlijk letsel of motor-
schade.
Afvoeren van verouderde koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries) op basis
van ethyleenglycol is een afvalstof die conform
de voorschriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties over de
229
Page 234 of 294

juiste wijze van afvoeren. Voorkom dat dieren of
kinderen koelvloeistof binnenkrijgen door mo-
torkoelvloeistoffen (antivries) op basis van ethy-
leenglycol niet in open vaten of reservoirs te
bewaren. Laat ook geen vloeistof achter in
plassen op de grond. Schakel onmiddellijk
medische hulp in als een kind of huisdier
koelvloeistof heeft ingeslikt. Verwijder gemorste
vloeistof onmiddellijk.
Koelvloeistofpeil
In het expansiereservoir kunt u snel en duidelijk
controleren of er voldoende koelvloeistof in het
koelsysteem aanwezig is. Als de motor statio-
nair draait bij een normale tot warme bedrijfs-
temperatuur, moet het peil van de motorkoel-
vloeistof (antivries) in het reservoir tussen de
lijnenADDenFULLop de fles staan.
Omdat de radiator normaal gesproken volledig
gevuld blijft, is het niet nodig de radiatordop te
verwijderen, tenzij u het koelvloeistofgehalte
(antivriesgehalte) wilt controleren of de motor-
koelvloeistof (antivries) wilt verversen. Maak uw
monteur hierop attent. Zolang de bedrijfstem-
peratuur van de motor in orde is, hoeft u het
expansiereservoir slechts eenmaal per maand
te controleren.Als de koelvloeistof (antivries) moet worden
bijgevuld, doet u dit via de vulopening van het
expansiereservoir. Vul nooit te veel vloeistof bij.
Voorzorgsmaatregelen
OPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers rijden de
auto stilzet, kunt u waterdamp zien opstij-
gen vanuit de voorzijde van het motorcom-
partiment. Dit is meestal het gevolg van een
hoge luchtvochtigheid, of van regen of
sneeuw die op de radiator is achtergebleven
en verdampt wanneer de thermostaatklep
opengaat, zodat er hete koelvloeistof (anti-
vries) in de radiator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van de motorruimte
blijkt dat de radiator en de slangen geen de-
fecten vertonen, kunt u gerust met de auto
gaan rijden. De damp zal snel verdwijnen.
•Vul niet te veel vloeistof bij in het expansie-
reservoir.
•Controleer het antivriesgehalte in de radiator
en het expansiereservoir. Als de koelvloeistof
(antivries) moet worden bijgevuld, moet ookde inhoud van het expansiereservoir worden
beschermd tegen bevriezing.
•Als u regelmatig koelvloeistof (antivries)
moet bijvullen of het vloeistofpeil in het ex-
pansiereservoir niet daalt wanneer de motor
afkoelt, moet het koelsysteem door middel
van een druktest op lekkage worden gecon-
troleerd.
•Zorg altijd voor een concentratie van mini-
maal 50% HOAT-motorkoelvloeistof (anti-
vries) en gedistilleerd water, voor optimale
corrosiebescherming van uw motor, die alu-
minium onderdelen heeft.
•Controleer of de overloopslangen van de
radiator en het expansiereservoir niet ge-
deukt of geblokkeerd zijn.
•Houd de voorzijde van de radiator schoon.
Als uw auto is uitgerust met airconditioning,
reinigt u de voorzijde van de condensor.
•Vervang nooit de thermostaat voor een
zomer- of wintertype. Wanneer vervanging
noodzakelijk is, mag UITSLUITEND het ge-
specificeerde type thermostaat worden in-
gebouwd. Andere typen kunnen leiden tot
230
Page 235 of 294

onvoldoende prestaties van de koelvloeistof
(antivries), een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden.
RemsysteemOm altijd optimale remprestaties te waarbor-
gen, moeten alle onderdelen van het remsys-
teem regelmatig worden gecontroleerd. Raad-
pleegOnderhoudsschemavoor de juiste
onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met ‘slippend rempedaal’ is gevaarlijk
en kan ongevallen veroorzaken. Rijden met
de voet op het rempedaal veroorzaakt abnor-
maal hoge remtemperaturen, verhoogt de slij-
tage van de remblokken en kan leiden tot het
uitvallen van het remsysteem. Dan heeft u in
noodgevallen niet het volledige remvermogen
tot uw beschikking.
Hoofdremcilinder
Het vloeistofniveau van de hoofdremcilinder
moet regelmatig worden gecontroleerd bijwerkzaamheden aan de motor, of onmiddellijk
zodra het waarschuwingslampje remsysteem
brandt.
Maak de omgeving van de vuldop schoon
voordat u de dop van de hoofdremcilinder
opent. Vul indien nodig vloeistof bij tot aan het
vereiste merkteken op het remoliereservoir. Het
vloeistofpeil daalt naarmate de remblokken slij-
ten. Controleer het remvloeistofpeil wanneer de
remblokken worden vervangen. Een laag vloei-
stofpeil kan echter ook worden veroorzaakt
door lekkage. Controle is in elk geval noodza-
kelijk.
OPMERKING:
Als uw auto is voorzien van een handge-
schakelde versnellingsbak, levert het rem-
vloeistofreservoir vloeistof aan zowel het
remsysteem als het koppelingssysteem. De
twee systemen zijn in het reservoir geschei-
den en een lekkage in het ene systeem heeft
geen gevolgen voor het andere systeem. De
vloeistof voor het koppelingssysteem van
de handgeschakelde versnellingsbak hoeft
niet te worden vervangen tijdens de levens-
duur van de auto. Als het vloeistofniveau inhet remvloeistofreservoir laag is en het rem-
systeem geen lekkages of andere proble-
men aangeeft, kan er sprake zijn van lek-
kage in het koppelingssysteem. Laat de auto
nakijken door uw erkende dealer.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbevo-
len remvloeistof. ZieVloeistoffen, Smeermid-
delen en Originele OnderdeleninOnderhoud
van uw voertuigvoor meer informatie.WAARSCHUWING!
•Gebruik uitsluitend door de fabrikant aan-
bevolen remvloeistof. ZieVloeistoffen,
Smeermiddelen en Originele Onderdelen
inOnderhoud van uw voertuigvoor meer
informatie. Gebruik van de verkeerde rem-
vloeistof kan ernstige schade veroorzaken
aan uw remsysteem en/of de werking er-
van nadelig beïnvloeden. Het juiste type
remvloeistof is ook aangegeven op het
reservoir van de originele hoofdremcilinder
die in de fabriek geïnstalleerd is.
(Vervolgd)
231
Page 236 of 294

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Om vervuiling te voorkomen door materiaal
of vocht van buitenaf, dient u alleen nieuwe
remvloeistof te gebruiken, of remvloeistof
uit een hermetisch afgesloten vat. Houd de
dop op het reservoir van de hoofdremcilin-
der altijd vergrendeld. Remvloeistof in een
open vat neemt vocht op uit de lucht,
waardoor de remvloeistof een lager kook-
punt krijgt. De remvloeistof kan hierdoor
gaan koken tijdens hard of lang remmen,
waardoor de remmen niet meer werken. Dit
kan leiden tot een ongeval.
•Het bijvullen van het vloeistofreservoir met
te veel remolie kan leiden tot het morsen
van vloeistof op hete motoronderdelen,
waardoor de remolie vlam kan vatten.
Remvloeistof kan ook schade toebrengen
aan gelakte oppervlakken en vinyl. Let
daarom op dat er geen remvloeistof op
deze oppervlakken terecht komt.
(Vervolgd)WAARSCHUWING!(Vervolgd)
•Zorg dat er geen vloeistof op basis van
aardolie in de remvloeistof terechtkomt. De
afdichtingen van het remsysteem kunnen
hierdoor worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk of geheel
kunnen verliezen. Dit kan leiden tot een
ongeval.
LET OP!
Het gebruik van verkeerde remvloeistoffen zal
de algemene prestatie van het schakelsys-
teem nadelig beïnvloeden. Verkeerde rem-
vloeistoffen kunnen het schakelsysteem be-
schadigen, wat kan leiden tot verlies van de
schakelfunctie en van de mogelijkheid om met
de versnellingsbak te schakelen.
Automatische transmissie (CVT) —
Indien aanwezig
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermiddel voor de
versnellingsbak te kiezen, om een optimalewerking te verzekeren. Gebruik alleen de over-
brengingsvloeistoffen die aanbevolen worden
door de fabrikant en die geformuleerd zijn met
toevoegingen speciaal gemaakt voor de me-
taal op metaal coëfficiënt om de juiste tractie
van de stalen riem op de aandrijving en de
aandrijvingskatrollen uit te oefenen. ZieVloei-
stoffen, Smeermiddelen en Originele Onderde-
leninOnderhoud van uw voertuigvoor meer
informatie.
LET OP!
Het gebruik van een andere overbrengings-
vloeistof dan die door de fabrikant is aanbe-
volen, resulteert in het slippen van de riem en
een volledig falen van de overbrenging! Zie
Vloeistoffen, Smeermiddelen en Originele
OnderdeleninOnderhoud van uw voertuig
voor meer informatie.
Speciale additieven
Voeg geen andere stoffen (behalve kleurstoffen
om lekken te signaleren) aan de vloeistof
(CVTF+4) van de constant variabele versnel-
lingsbak (CVT) toe. CVTF+4is een speciaal
232
Page 237 of 294

gemaakt product en de prestatie ervan kan
nadelig beïnvloed worden door extra toevoe-
gingen.
LET OP!
Spoel uw versnellingsbak niet met chemica-
liën, omdat die de versnellingsbak kunnen
beschadigen. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de beperkte garantie van een
nieuw voertuig.
Vloeistofpeil controleren
Het vloeistofpeil in de automatische versnel-
lingsbak mag alleen door een getrainde mon-
teur worden gecontroleerd.
Verversen/vervangen van vloeistoffen en
filters
RaadpleegOnderhoudsschemavoor de
juiste onderhoudsintervallen.
Handmatige versnellingsbak - Indien
aanwezig
Keuze van smeermiddel
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevo-
len transmissievloeistof. ZieVloeistoffen,Smeermiddelen en Originele Onderdelenin
Onderhoud van uw voertuigvoor meer infor-
matie.
Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de vuldop te
verwijderen. Het vloeistofpeil moet liggen tus-
sen de bodem van het vulgat en een punt
kleiner dan 4,7 mm onder de bodem van het
gat.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste peil.
Verversingsinterval vloeistoffen
Onder normale bedrijfsomstandigheden geeft
de fabrieksvloeistof voldoende smering voor
de levensduur van de auto. Vloeistofverversin-
gen zijn niet nodig, tenzij het smeermiddel met
water verontreinigd is.
OPMERKING:
De vloeistof moet onmiddellijk worden ver-
vangen als deze met water is verontreinigd.
Rear Drive Assembly (RDA) – Alleen
modellen met AWD/4WD
Keuze van smeermiddel
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevo-
len vloeistof. ZieVloeistoffen, Smeermiddelen
en Originele OnderdeleninOnderhoud van
uw voertuigvoor meer informatie.
Vloeistofpeil controleren
Controleer de eenheid visueel na iedere olie-
verversing op lekkage. Indien u lekkage ziet,
controleer dan het vloeistofniveau door de vul-
dop te verwijderen. Het vloeistofniveau moet
gehandhaafd worden tussen de bodem van het
vulgat tot 0,5 cm onder het vulgat.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste peil.
Verversingsinterval vloeistoffen
RaadpleegOnderhoudsschemavoor de
juiste onderhoudsintervallen.
233
Page 238 of 294

Power Transfer Unit (PTU) – Alleen
modellen met AWD/4WD
Keuze van smeermiddel
Gebruik alleen de door de fabrikant aanbevo-
len vloeistof. ZieVloeistoffen, Smeermiddelen
en Originele OnderdeleninOnderhoud van
uw voertuigvoor meer informatie.
Vloeistofpeil controleren
Controleer de eenheid visueel na iedere olie-
verwisseling voor lekkage. Indien u lekkage
ziet, controleer dan het vloeistofniveau door de
vuldop te verwijderen. Het vloeistofniveau moet
gehandhaafd worden tussen de bodem van het
vulgat tot 0,5 cm onder het vulgat.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste peil.
Verversingsinterval vloeistoffen
RaadpleegOnderhoudsschemavoor de
juiste onderhoudsintervallen.
Verzorging van de auto en
corrosiebescherming
Bescherming van carrosserie en lak tegen
corrosie
De aandacht die aan de carrosserie moet wor-
den besteed is sterk afhankelijk van de weer-
sinvloeden en het gebruik van de auto. Strooi-
zout in de winter en chemische producten die
in andere seizoenen op bomen en in wegber-
men worden gespoten, hebben een sterk cor-
rosieve invloed op de carrosserie. Buiten par-
keren en blootstelling aan schadelijke stoffen in
de atmosfeer en op de wegen, extreem warm
of koud weer en andere uitersten kunnen de
lak, de sierlijsten en de beschermende laag
aan de onderzijde van de auto beschadigen.
De onderstaande onderhoudsadviezen helpen
om de carrosserie van uw auto gedurende
lange tijd in optimale conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat door blootstelling van het
metaal aan weersinvloeden, doordat de lak en
beschermende coatings op uw auto werden
beschadigd of loslieten.De meest voorkomende oorzaken van corrosie
zijn:
•strooizout, vuil en achterblijven van vocht.
•steenslag.
•insectenresten, teer en boomvocht.
•zoute lucht in kustgebieden.
•zure regen en industriële vervuiling.
Wassen
•Was uw auto regelmatig. Was uw auto altijd
in de schaduw met MOPARCar Wash of
een niet-bijtend autoreinigingsmiddel. Spoel
de panelen volledig met schoon water.
•Gebruik MoparSuper Kleen Bug and Tar
Remover of een gelijkwaardig product om
insecten, teer en andere neerslag van uw
auto te verwijderen.
•Gebruik een cleaner wax van goede kwali-
teit, bijv. MOPARCleaner Wax, om vettig-
heid of vlekken te verwijderen, en om de lak
te beschermen. Zorg dat u geen krassen
maakt op de lak.
234
Page 239 of 294

•Gebruik geen bijtende producten en polijst-
middelen die de glans of de dikte van het
lakwerk kunnen aantasten.
LET OP!
Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen
zoals staalwol of schuurpoeder, deze veroor-
zaken krassen op het metaal en de lak.
Speciale verzorging
•Spuit de onderzijde van de auto regelmatig
schoon (minstens één keer per maand) wan-
neer u op bepekelde of stoffige wegen rijdt.
•Het is belangrijk dat de waterafvoeropenin-
gen onder in de portieren, in de dorpellijsten
en in de kofferruimte vrij zijn en open worden
gehouden.
•Als u steenslag of krassen in de lak ontdekt,
werk dergelijke plekjes dan meteen bij. Voor
de kosten van dergelijke reparaties is de
eigenaar van de auto verantwoordelijk.
•Wanneer de auto door een ongeval schade
heeft opgelopen aan de lak en de bescher-
mende coating, moet u deze zo spoedigmogelijk laten repareren. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar van de
auto verantwoordelijk.
•Wanneer u speciale ladingen met chemica-
liën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let dan
goed op of alles goed is verpakt en afgeslo-
ten.
•Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, advi-
seren wij om bij uw dealer spatlappen te
laten monteren.
•Gebruik de retoucheerlak MOPARTouch
Up Paint of een gelijkwaardig product om
krassen zo snel mogelijk bij te werken. Uw
erkende dealer heeft de lakstift die past bij
uw lakkleur.
Verzorging van velgen en wieldoppen
Alle wielen en wieldoppen moeten regelmatig
worden gereinigd met een milde zeep en water
om corrosie tegen te gaan. Dit geldt vooral
wanneer een coating van aluminium of chroom
is aangebracht. Gebruik MOPARWheel Clea-
ner wanneer de wielen erg vuil zijn, of neem
een niet-bijtend, niet-zuur reinigingsmiddel.
Gebruik geen schuursponsjes, staalwol, bor-
stel of een poetsmiddel voor metaal. AlleenMOPARreinigingsmiddelen of gelijkwaardige
middelen worden aanbevolen. Gebruik geen
ovenreiniger. Maak geen gebruik van automa-
tische wasstraten waarin bijtende reinigings-
producten of harde borstels worden gebruikt.
Deze kunnen de beschermende coating van
de velgen beschadigen.
Reinigingsprocedure voor vlekwerende
stof – indien aanwezig
Vlekwerende stoelen kunnen op de volgende
wijze worden gereinigd:
•Verwijder de vlek zo goed mogelijk door te
deppen met een schone, droge doek.
•Dep de vlek vervolgens met een schone,
vochtige doek.
•Voor hardnekkige vlekken brengt u Mopar
Total Clean of een milde zeepoplossing aan
op een schone, vochtige doek. Verwijder
zeepresten met een andere vochtige doek.
•Voor vetvlekken brengt u MoparMulti-
Purpose Cleaner of een gelijkwaardige goed
reinigingsmiddel aan op een vochtige doek
en verwijder de vlek. Verwijder zeepresten
met een andere vochtige doek.
235
Page 240 of 294

•Gebruik geen bijtende oplosmiddelen of
enige andere vorm van bescherming op
vlekwerende producten.
Verzorging van het interieur
Gebruik MOPARTotal Clean of een gelijkwaar-
dig middel voor het schoonmaken van de be-
kleding en de vloermatten.
Gebruik MOPARTotal Clean of een gelijkwaar-
dig alternatief voor het schoonmaken van vinyl-
bekleding.
Voor het reinigen van lederen bekleding wordt
MOPARTotal Clean of een soortgelijk product
aanbevolen.
De kwaliteit van lederen bekleding blijft het
best behouden door te reinigen met een zachte
doek die iets vochtig is. Stofdeeltjes of vuil
kunnen een schurend effect hebben en de
lederen bekleding beschadigen; verwijder
daarom direct met een vochtige doek. Hard-
nekkige aanslag kan gemakkelijk worden ver-
wijderd met een zachte doek en MoparTotal
Clean. Voorkom dat lederen bekleding wordt
doordrenkt met welke vloeistof dan ook. Reinig
uw lederen bekleding nooit met polish, olie,
reinigingsvloeistoffen, oplosmiddelen, afwas-middelen of schoonmaakmiddelen op ammoni-
akbasis. Het gebruik van speciale onderhoud-
smiddelen voor leder is niet vereist om de
originele kwaliteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmiddelen om te
reinigen. Dergelijke stoffen zijn vaak ontvlam-
baar en kunnen bij gebruik in afgesloten ruim-
ten ademhalingsproblemen veroorzaken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof koplamplen-
zen die lichter en minder gevoelig voor steen-
slag zijn dan glazen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig dan glas, ga
daarom anders te werk bij het reinigen van de
koplamplens.
Om krassen tot een minimum te beperken en
de lichtopbrengst maximaal te houden, mogen
de koplamplenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder vuil met een
sopje van zachte zeep en spoel goed na.Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen,
oplosmiddelen, staalwol of andere bijtende
stoffen om de lenzen te reinigen.
Ruitoppervlakken
Alle glazen oppervlakken moeten regelmatig
worden schoongemaakt met MOPARGlass
Cleaner of een willekeurig reinigingsmiddel
voor glas. Gebruik nooit een reiniger met
schuurmiddelen. Wees voorzichtig bij het reini-
gen van de binnenkant van een achterruit die is
voorzien van achterruitverwarming of de ach-
terzijruit aan de rechterkant die is voorzien van
een radioantenne. Gebruik geen schrapers of
andere scherpe voorwerpen die de verwar-
mingselementen kunnen beschadigen. Wan-
neer u de spiegels schoonmaakt, moet u het
reinigingsmiddel op de gebruikte doek aan-
brengen. Spuit de reinigingsvloeistof niet recht-
streeks op de spiegel.
Dashboardbekleding
De dashboardbekleding heeft een speciale an-
tireflectielaag, zodat er geen hinderlijke spie-
gelingen op de voorruit ontstaan. Gebruik geen
cockpitspray of andere producten die een hin-
236