Page 65 of 294

•VERLICHTING............................. 99
•Multifunctionele hendel..................... 99
•Koplampen en contourverlichting............... 99
•Waarschuwing lichten-aan.................... 99
•Mistlampen vóór........................ 100
•Mistachterlichten........................ 100
•Richtingaanwijzers....................... 100
•Lane Change Assist...................... 100
•Dimlicht/grootlichtschakelaar................. 101
•Passeersignaal......................... 101
•Dimmer instrumentenpaneel................. 101
•Systeem voor het afstemmen van de lichtbundelhoogte
— indien aanwezig....................... 101
•Kaart/leeslampjes........................ 102
•RUITENWISSERS EN -SPROEIERS................ 102
•Bediening van ruitenwissers voorruit............ 103
•Intervalstand........................... 103
•Ruitensproeiers......................... 103
•Wasemstand........................... 104
•VERSTELBARE STUURKOLOM.................. 104
•ELEKTRONISCHE SNELHEIDSREGELING — INDIEN
AANWEZIG.............................. 105
61
Page 66 of 294

•In werking stellen........................ 105
•De gewenste snelheid instellen................ 105
•Buiten werking stellen..................... 106
•Weer op ingestelde snelheid komen............. 106
•De snelheid wijzigen...................... 106
•Gas geven om in te halen................... 106
•ELEKTRISCH SCHUIFDAK — INDIEN AANWEZIG....... 107
•Schuifdak openen — snel................... 107
•Schuifdak openen — handmatig............... 108
•Schuifdak sluiten — snel................... 108
•Schuifdak sluiten — handmatig................ 108
•Obstakeldetectie........................ 108
•Ventilatie schuifdak — Snel.................. 108
•Bediening van zonwering................... 108
•Rijwinddruk........................... 108
•Onderhoud schuifdak..................... 108
•Bediening bij afgezet contact................. 109
•ELEKTRISCHE STOPCONTACTEN................ 109
•BEKERHOUDERS.......................... 110
•OPBERGVAKJE........................... 111
•Handschoenenvakje en opbergvakje............. 111
•Opbergruimte portieren.................... 111
62
Page 67 of 294
•FUNCTIES VAN DE MIDDENCONSOLE............. 111
•LAADRUIMTE............................ 112
•Licht in de laadruimte/Verwijderbare zelfopladende
zaklamp.............................. 112
•Afdekpaneel van bagageruimte................ 113
•Verwijderbare laadvloer.................... 114
•Bagagesjorlussen........................ 114
•Neerklapbare luidsprekers — indien aanwezig....... 115
•FUNCTIES ACHTERRUIT...................... 115
•Schakelaar Ruitenwissers/Sproeiers Achterruit...... 115
•Achterruitverwarming..................... 116
•DAKIMPERIAAL — INDIEN AANWEZIG............. 116
63
Page 68 of 294

SPIEGELS
Binnenspiegel met dag/nachtstand
Via een dubbel scharnier kunt u de spiegel
horizontaal en verticaal verstellen. Stel de spie-
gel zo in dat u door het midden van de achter-
ruit kijkt.
Hinderlijke weerspiegeling van koplampen
kunt u verminderen door het hendeltje onder
de spiegel in de nachtstand te zetten (naar de
achterkant van de auto toe). Stel de spiegel af
terwijl deze in de dagstand staat (naar de
voorruit toe).
Binnenspiegel met automatische
dimstand — indien aanwezig
Dit type spiegel dimt automatisch de hinderlijke
weerspiegeling van de koplampverlichting van
achterliggers. U kunt deze functie aan- of uit-
zetten door de knop onder aan de spiegel in te
drukken. Links naast de knop gaat een lampje
branden als de dimfunctie in werking is getre-
den. De sensor rechts van de knop gaat niet
branden.
LET OP!
Om tijdens reinigen de spiegel niet te bescha-
digen mag reinigingsvloeistof nooit recht-
streeks op de spiegel worden gespoten.
Breng de vloeistof aan op een schone doek
en wrijf de spiegel daarmee schoon.
Elektrisch bediende buitenspiegelsDe schakelaars voor de elektrisch bediende
buitenspiegels bevinden zich op het
bekledingspaneel in het bestuurdersportier.
Afstellen van de achteruitkijkspiegel
Binnenspiegel met automatische dimstand
Elektrisch bediende spiegels
64
Page 69 of 294

Om een spiegel bij te stellen moet u het con-
trolepookje bewegen naar de linker- of rechter-
kant van de aangegeven spiegelstand. Draai
het controlepookje in de richting waarin u wilt
dat de spiegel beweegt. Als u klaar bent met
het afstellen van de spiegel, schuif dan het
pookje naar het midden om te voorkomen dat u
per ongeluk een spiegel verschuift.
WAARSCHUWING!
Auto’s en andere voorwerpen lijken in de bolle
spiegel aan passagierszijde kleiner en verder
weg dan ze in werkelijkheid zijn. Als u te veel
op de passagiersspiegel vertrouwt, kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of
voorwerp. Via uw binnenspiegel kunt u de
grootte of de afstand inschatten van een in de
rechterspiegel gezien voertuig.
Buitenspiegel — bestuurderszijdeVerstel de platte buitenspiegel zodat de rij-
strook naast u goed zichtbaar is en er tevens
een geringe overlapping is met het zicht in de
binnenspiegel.
Buitenspiegel — passagierszijdeVerstel de iets bolle buitenspiegel zodat de
rijstrook naast u goed zichtbaar is en er tevens
een geringe overlapping is met het zicht in de
binnenspiegel.
WAARSCHUWING!
Auto’s en andere voorwerpen lijken in de bolle
spiegel aan passagierszijde kleiner en verder
weg dan ze in werkelijkheid zijn. Als u te veel
op de passagiersspiegel vertrouwt, kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of
voorwerp. Via uw binnenspiegel kunt u de
grootte of de afstand inschatten van een in de
rechterspiegel gezien voertuig.
Richten buitenspiegel bestuurderszijde
Richten buitenspiegel passagierszijde
65
Page 70 of 294

Inklapbare buitenspiegelsDe buitenspiegels zijn voorzien van een schar-
nier en kunnen handmatig worden naar voren
of achteren worden versteld om beschadiging
te voorkomen. De scharnieren hebben drie
klikstanden: helemaal naar voren, helemaal
naar achteren en normaal.
Verwarmde buitenspiegels — indien
aanwezig
Deze buitenspiegels zijn verwarmd ter
bescherming tegen aanvriezing. Deze
functie wordt geactiveerd wanneer u
de achterruitverwarming inschakelt. Raad-pleeg “Bestuurdersstoel met geheugenfunctie”
inLeren over de functies van uw voertuigvoor
meer informatie.
Opmaakspiegel — Indien aanwezigAls u de spiegel wilt gebruiken, trekt u de
zonneklep naar beneden en draait u het spie-
gelkapje omhoog.
Verstelbare zonnekleppenDe zonnekleppen kunnen uitgetrokken worden
voor gebruik voor de ruiten aan de zijkant van
de auto.
Uconnect™ Phone — INDIEN
AANWEZIG
OPMERKING:
Raadpleeg het gedeelte over Uconnect™
Phones in de gebruikershandleiding van het
navigatiesysteem of de multimediaradio (af-
zonderlijk boekje) voor meer informatie over
de Uconnect™ Phone met navigatie of mul-
timediaradio.
De Uconnect™ Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatiesysteem
voor in de auto. Met de Uconnect™ Phone kunt
u een nummer kiezen op uw mobiele telefoon*
met behulp van eenvoudige gesproken op-
drachten (zoalsBelJanWerkof
Kies012 34 56 78). Het geluid van de
mobiele telefoon wordt doorgegeven via het
audiosysteem van de auto en het systeem zet
automatisch de radio zachter wanneer de
Uconnect™ Phone wordt gebruikt.
Met de Uconnect™ Phone kunt u tijdens het in-
of uitstappen gesprekken doorschakelen tus-
sen de Uconnect™ Phone en uw mobiele tele-
foon, terwijl u ook de microfoon van het
Inklappen van de buitenspiegelsOpmaakspiegel
66
Page 71 of 294

Uconnect™-systeem kunt uitschakelen wan-
neer u een privégesprek wilt voeren.
De Uconnect™ Phone wordt aangestuurd via
het BluetoothHandsfree Profiel van uw mo-
biele telefoon. De Uconnect™ Phone is voor-
zien van Bluetooth-technologie, de wereld-
wijde standaard waarmee verschillende
elektronische toestellen zonder draden of
dockstation aan elkaar kunnen worden gekop-
peld. De Uconnect™ Phone werkt dan ook
ongeacht de plaats waar uw mobiele telefoon
zich bevindt (handtas, zak of aktetas), op voor-
waarde dat uw telefoon is ingeschakeld en aan
de Uconnect™ Phone van de auto is gekop-
peld. Met de Uconnect™ Phone kunnen maxi-
maal zeven mobiele telefoons op het systeem
worden aangesloten. Met de Uconnect™
Phone kan slechts één aangesloten (of gekop-
pelde) mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt. De Uconnect™ Phone is verkrijgbaar in
de talen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Ita-
liaans of Spaans (zoals aanwezig).WAARSCHUWING!
Elk systeem waarmee u mondeling opdrach-
ten geeft mag alleen gebruikt worden als de
rij-omstandigheden veilig zijn en in overeen-
stemming met plaatselijke wetgeving en tele-
foongebruik. Alle aandacht moet gericht blij-
ven op de weg vooruit. Als u dit niet doet, kan
een botsing met ernstig of dodelijk letsel ont-
staan.
Toets voor Uconnect™Phone
De twee toetsen (de toets voor
Uconnect™Phone
en de toets
voor gesproken opdrachten
) waarmee u toegang hebt
tot het systeem, bevinden zich bij
de bedieningselementen op de radio of op het
stuurwiel (indien aanwezig). Wanneer u op de
toets drukt, hoort u het woord Uconnecten
vervolgens een pieptoon. De pieptoon is het
teken dat u een opdracht moet geven.Toets voor gesproken opdrachten
De plaats van de toets kan afhan-
kelijk van de radio verschillen. De
afzonderlijke toetsen worden be-
schreven in het hoofdstukBedie-
ning.
De Uconnect™ Phone kan worden gebruikt in
combinatie met mobiele telefoons met
BluetoothHandsfree Profiel. Het is mogelijk
dat sommige telefoons niet alle functies van de
Uconnect™ Phone ondersteunen. Raadpleeg
de leverancier van uw mobiele telefoon of de
telefoonfabrikant voor nadere bijzonderheden.
De Uconnect™ Phone is volledig geïntegreerd
in het audiosysteem van de auto. De geluids-
sterkte van de Uconnect™ Phone kan worden
ingesteld met de volumeregelaar van de radio
of, indien aanwezig, via de radiotoetsen op het
stuurwiel.
Het display van de radio wordt gebruikt voor
visuele meldingen van de Uconnect™ Phone,
zoalsCELL(GSM) of Beller-ID bij bepaalde
radio’s.
67
Page 72 of 294

Compatibele telefoons* Voor het gebruik van de Uconnect™ Phone
is een mobiele telefoon met Bluetooth
Handsfree Profiel versie 1.0 of hoger vereist.
Raadpleeg de Uconnect™-website voor een
overzicht van de compatibele telefoons.
•www.chrysler.com/uconnect
•www.dodge.com/uconnect
•www.jeep.com/uconnect
Navigeer door de volgende menu’s om de lijst
met compatibele telefoons op te vragen:
•Selecteer het bouwjaar van uw voertuig
•Selecteer het voertuigtype
•Selecteer onder de tab Beginnen compati-
bele telefoons.
BedieningU kunt gesproken opdrachten gebruiken om de
Uconnect™ Phone te bedienen en door de
menu’s van de Uconnect™ Phone te navige-
ren. Na het merendeel van de prompts van de
Uconnect™ Phone zijn gesproken opdrachten
nodig. U wordt aangespoord om een speci-fieke opdracht uit te spreken en vervolgens
wordt u door de beschikbare opties geleid.
•Voordat u een gesproken opdracht geeft,
moet u wachten op de pieptoon, die volgt op
de promptGereedof op een andere
prompt.
•Voor bepaalde bewerkingen kunnen samen-
gestelde opdrachten worden gebruikt. U
kunt bijvoorbeeld in plaats vanInstellenen
daarnaTelefoonkoppelingook de vol-
gende samengestelde opdracht geven:In-
stellen telefoonkoppeling.
•In de beschrijvingen van de functies in dit
hoofdstuk wordt alleen de samengestelde
vorm van de gesproken opdracht vermeld. U
kunt de opdrachten ook in delen splitsen en
elk onderdeel van de opdracht afzonderlijk
zeggen, indien dat wordt gevraagd. U kunt
bijvoorbeeld de samengestelde opdracht
“Telefoonboek nieuwe invoer” geven, maar u
kunt deze opdracht ook opsplitsen in de
twee gesproken opdrachten “Telefoonboek”
en “Nieuwe invoer”. Denk eraan dat de
Uconnect™Phone het beste werkt wanneeru op een normale toon spreekt, alsof u tegen
iemand praat die een paar meter van u
vandaan zit.
Structuur gesproken opdrachten
ZieStructuur gesproken opdrachten[Voice
tree].
Helpopdracht
Als u hulp nodig hebt bij een prompt of als u wilt
weten wat de mogelijkheden zijn bij een be-
paalde prompt, zegt u na de pieptoonHelp.
De Uconnect™ Phone geeft alle opties voor de
prompt weer wanneer u om hulp vraagt.
Als u de Uconnecttelefoon na uitschakeling
opnieuw wilt activeren, drukt u op de toets
en volgt u de gesproken prompts voor verdere
aanwijzingen. Alle sessies met de
UconnectPhone beginnen met een druk op
de toets
, die zich bij de bedieningsele-
menten op de radio bevindt.
Annuleeropdracht
U kunt na de pieptoon bij elke prompt zeggen
Annulerenwaarna u terugkeert naar het
hoofdmenu. In een paar gevallen brengt het
systeem u echter terug naar het vorige menu.
68