Page 73 of 294

Uconnect™ Phone koppelen aan
(aansluiten op) een mobiele telefoon
Voordat u de Uconnect™ Phone kunt gebrui-
ken, dient u een koppeling tot stand te brengen
met uw compatibele, met Bluetoothuitgeruste
mobiele telefoon (raadpleeg het gedeelte
Compatibele telefoonsvoor informatie over
het type telefoon).
Om de koppeling tot stand te kunnen brengen,
moet u de gebruikershandleiding van uw mo-
biele telefoon raadplegen. De Uconnect™-
website biedt mogelijk ook gedetailleerde aan-
wijzingen voor het koppelen van uw telefoon.
Hieronder volgen algemene aanwijzingen voor
het koppelen van een telefoon aan de
Uconnect™ Phone:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonkoppeling
instellen.
•Na de prompt en de pieptoon zegt uTele-
foon koppelenen volgt u de gesproken
prompts.•Er wordt u gevraagd een pincode van vier
cijfers in te spreken, die u later nodig zult
hebben voor toegang tot uw mobiele tele-
foon. U kunt een willekeurige pincode van
vier cijfers invoeren. U hoeft deze pincode
niet te onthouden na de aanvankelijke kop-
peling.
•Om identificatie mogelijk te maken, wordt u
gevraagd op de Uconnect™ Phone een
naam voor uw mobiele telefoon in te voeren.
Voer voor elke gekoppelde mobiele telefoon
een unieke telefoonnaam in.
•Vervolgens wordt u gevraagd uw mobiele
telefoon een prioriteitscijfer tussen 1 en 7 te
geven, waarbij 1 de hoogste prioriteit verte-
genwoordigt. U kunt maximaal zeven mo-
biele telefoons aan de Uconnect™ Phone
koppelen. Er kan echter slechts één aange-
sloten mobiele telefoon tegelijk worden ge-
bruikt met het Uconnect™-systeem. Het pri-
oriteitssysteem laat de Uconnect™ Phone
weten welke mobiele telefoon moet worden
gebruikt als er meerdere mobiele telefoons
in het voertuig aanwezig zijn. Als er bijvoor-
beeld twee telefoons, één met prioriteit 3 en
één met prioriteit 5, in de auto aanwezig zijn,gebruikt de Uconnect™ Phone de mobiele
telefoon met prioriteit 3 om te bellen. U kunt
op elk gewenst ogenblik een mobiele tele-
foon met een lagere prioriteit gebruiken
(raadpleegGeavanceerde telefoonverbin-
dingen).
Kiezen door het nummer te zeggen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uKiezen.
•Het systeem geeft u een prompt om het
gewenste nummer in te spreken.
•U kunt bijvoorbeeld zeggen:012 34 56 78.
•De Uconnect™ Phone zal het telefoonnum-
mer bevestigen en vervolgens het nummer
kiezen. Het nummer verschijnt bij bepaalde
radio’s in het venster.
Bellen door een naam te zeggen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uBellen.
69
Page 74 of 294

•U krijgt een prompt om de naam van de
gewenste persoon in te spreken.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt u de naam van de
persoon die u wilt bellen. U kunt bijvoorbeeld
Jan Jansenzeggen, waarbij Jan Jansen
een eerder opgeslagen naam is in het
Uconnect™ Phoneboek of in het gedown-
loade telefoonboek. RaadpleegNamen toe-
voegen aan uw Uconnect™ Phoneboekom
te leren hoe u een naam opslaat in het
telefoonboek.
•De Uconnect™ Phone bevestigt de naam en
kiest vervolgens het bijbehorende telefoon-
nummer, dat bij sommige radio’s mogelijk
ook op het display wordt weergegeven.
Namen toevoegen aan uw Uconnect™
Phoneboek
OPMERKING:
Het is niet raadzaam namen aan het
Uconnect™ Phoneboek toe te voegen terwijl
de auto rijdt.
•Druk op de
toets om te beginnen.•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek
nieuwe invoer.
•Na de prompt zegt u de naam van de nieuwe
invoer. Het is raadzaam lange, niet-afgekorte
namen te gebruiken, omdat hierdoor de
spraakherkenning wordt vergemakkelijkt.
Zeg bijvoorbeeldRobert SmitofRobertin
plaats vanRob.
•Na de prompt voert u de aanduiding van het
nummer in (bijvoorbeeldThuis,Werk,
GSMofOverig). Op die manier kunt u
meerdere nummers voor elke persoon in het
telefoonboek opslaan, indien gewenst.
•Na de prompt spreekt u het telefoonnummer
in dat u aan het telefoonboek wilt toevoegen
.
Nadat u een naam of nummer aan het telefoon-
boek heeft toegevoegd, heeft u de mogelijk-
heid om hier nog meer telefoonnummers aan
toe te voegen of naar het hoofdmenu terug te
keren.
De Uconnect™ Phone biedt u de mogelijkheid
maximaal 32 namen aan het telefoonboek toete voegen, waarbij aan iedere naam maximaal
vier telefoonnummers en aanduidingen kunnen
worden gekoppeld. Elke taal bevat een apart
telefoonboek met 32 namen dat alleen in die
taal toegankelijk is. Bovendien downloadt de
Uconnect™Phone automatisch het telefoon-
boek van uw mobiele telefoon, indien dit aan-
wezig is en de mobiele telefoon deze functie
ondersteunt.
Telefoonboek downloaden – telefoonboek
van mobiele telefoon automatisch
overbrengen
De Uconnect™ Phone downloadt automatisch
de namen (in tekstvorm) en telefoonnummers
uit het telefoonboek van uw mobiele telefoon,
indien deze aanwezig zijn en de mobiele tele-
foon deze functie ondersteunt. Deze functie is
mogelijk met bepaalde mobiele telefoons met
Bluetooth, die PBAP (Phone Book Access
Profile) ondersteunen. Raadpleeg de
Uconnect™-website voor een overzicht van de
compatibele telefoons.
•Als u een naam uit het gedownloade tele-
foonboek (of uit het Uconnect™ Phoneboek)
wilt bellen, volgt u de procedure in het ge-
deelteBellen door een naam te zeggen.
70
Page 75 of 294

•Indien ondersteund, wordt het automatisch
downloaden en bijwerken gestart zodra de
draadloze Bluetooth-koppeling tussen de
mobiele telefoon en de Uconnect™ Phone
tot stand is gebracht. Bijvoorbeeld direct
nadat u de auto hebt gestart.
•Elke keer wanneer een telefoon wordt ver-
bonden met de Uconnect™ Phone, worden
er maximaal 1000 items per telefoon ge-
download en bijgewerkt.
•Afhankelijk van het maximum aantal ge-
downloade gegevens, kan er een korte ver-
traging optreden voordat de laatste gedown-
loade namen kunnen worden gebruikt. Tot
dat moment is het eerder gedownloade tele-
foonboek, indien aanwezig, beschikbaar
voor gebruik.
•Alleen het telefoonboek van de momenteel
aangesloten mobiele telefoon is toeganke-
lijk.
•Alleen het telefoonboek van de mobiele te-
lefoon wordt gedownload. Het telefoonboek
op de SIM-kaart maakt geen deel uit van het
telefoonboek van de mobiele telefoon.•Dit gedownloade telefoonboek kan niet wor-
den gewijzigd of verwijderd op de
Uconnect™ Phone. Dit telefoonboek kan uit-
sluitend worden gewijzigd op de mobiele
telefoon. De eerstvolgende keer dat de mo-
biele telefoon wordt aangesloten, worden de
wijzigingen overgebracht en de gegevens
op de Uconnect™ Phone bijgewerkt.
Telefoonboek downloaden — één naam of
nummer
Met de Uconnect™Phone kunt u via Bluetooth
ook één item tegelijk downloaden van uw mo-
biele telefoon, indien dit item aanwezig is en de
mobiele telefoon deze functie ondersteunt. Als
u deze functie wilt gebruiken, drukt u op de
toets
en zegt uTelefoonboek downloa-
den. Het systeem geeft vervolgens de prompt
Gereed om V-card-invoer via Bluetoothte
ontvangen…en is daarna gereed om een
afzonderlijk item uit het telefoonboek van uw
telefoon te ontvangen met behulp van
BluetoothObject Exchange Profile (OBEX).
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
telefoon voor nadere aanwijzigen over het ver-
sturen van deze namen en nummers vanuit uw
telefoon.OPMERKING:
•De telefoon moet het overbrengen via
BluetoothOBEX van de namen en num-
mers uit het telefoonboek ondersteunen
om deze functie te kunnen gebruiken.
•Sommige telefoons kunnen de namen en
nummers uit het telefoonboek niet verstu-
ren als ze al via Bluetoothmet een ander
systeem zijn verbonden en het is mogelijk
dat op de telefoon de boodschap wordt
weergegeven dat de Bluetooth-
verbinding bezet is. In dat geval moet u
eerst de Bluetooth-verbinding met de
Uconnect™ Phone loskoppelen of verbre-
ken, waarna u de adresboekvermelding
verzendt via Bluetooth. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van uw telefoon
voor nadere aanwijzingen over hoe u de
Bluetooth-verbinding kunt verbreken.
•Als de naam of het nummer uit het tele-
foonboek uit meer dan 24 tekens bestaat,
worden alleen de eerste 24 tekens ge-
bruikt.
71
Page 76 of 294

Uconnect™Phoneboekgegevens wijzigen
Het is raadzaam de namen in het telefoonboek
te bewerken als het voertuig niet in beweging
is.
De automatisch gedownloade telefoonboekge-
gevens kunnen niet worden verwijderd of ge-
wijzigd.
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek bewer-
ken.
•Vervolgens wordt u gevraagd om de naam in
het telefoonboek dat u wilt bewerken.
•Vervolgens kiest u de aanduiding (Thuis,
Werk, GSM of Overig) van het nummer dat u
wilt bewerken.
•Na de prompt spreekt u het nieuwe telefoon-
nummer in voor de te bewerken naam of het
te bewerken nummer.
Nadat u klaar bent met de bewerking van een
naam en/of nummer in het telefoonboek, heeft
u de mogelijkheid om een andere naam en/ofnummer in het telefoonboek te veranderen, het
zojuist bewerkte nummer of terug te keren naar
het hoofdmenu.
Telefoonboek bewerkenkan worden gebruikt
om een telefoonnummer aan een reeds be-
staande naam in het telefoonboek toe te voe-
gen. Aan de naam Jan Jansen kan bijvoor-
beeld een mobiel en een thuisnummer zijn
toegewezen, maar met de functieTelefoon-
boek bewerkenkunt u later ook het werknum-
mer van Jan Jansen toevoegen.
OPMERKING:
Het is raadzaam het telefoonboek te bewer-
ken als het voertuig niet in beweging is.
Uconnect™Phoneboekgegevens wissen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek wis-
sen.
•Als u bij het menu Telefoonboek wissen
komt, wordt u gevraagd om de naam die u
wenst te verwijderen. U kunt ofwel de naam
uit het telefoonboek die u wilt verwijderen
zeggen of u kunt zeggenNamen weerge-venvoor een opgave van de namen in het
telefoonboek waaruit u dan kunt kiezen. Als
u een naam in de lijst wilt selecteren, drukt u
op de toets
terwijl de
UconnectPhone de gewenste naam weer-
geeft en zegt uVerwijderen.
•Nadat u de naam hebt ingevoerd, vraagt de
Uconnect™ Phone welke aanduiding u wilt
verwijderen: Thuis, Werk, Mobiel, Overig of
alle. Zeg de aanduiding die u wenst te
verwijderen.
•Merk op dat alleen de naam en/of het num-
mer in het telefoonboek van de huidige taal
wordt verwijderd.
•De automatisch gedownloade telefoonboek-
gegevens kunnen niet worden verwijderd of
gewijzigd.
Allegegevens uit het Uconnect™
Phoneboek wissen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek alles
wissen.
72
Page 77 of 294

•De Uconnect™ Phone vraagt u te bevesti-
gen dat u alle namen en nummers uit het
telefoonboek wilt verwijderen.
•Na die bevestiging worden alle namen en
nummers uit het telefoonboek verwijderd.
•Merk op dat alleen de namen en nummers
uit het telefoonboek in de werkzame taal
worden verwijderd.
•De automatisch gedownloade telefoonboek-
gegevens kunnen niet worden verwijderd of
gewijzigd.
Alle namen in het Uconnect™ Phoneboek
weergeven
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uTelefoonboek namen
weergeven.
•De Uconnect™ Phone geeft alle namen in
het telefoonboek weer, inclusief de gedown-
loade telefoonboekgegevens, indien aanwe-
zig.•Als u een van de namen in de lijst wilt bellen,
drukt u op de toets
terwijl de ge-
wenste naam wordt vermeld en zegt uBel-
len.
OPMERKING:
U kunt op dit moment ook de functiesBe-
werkenofVerwijderenactiveren.
•De Uconnect™ Phone vraagt u vervolgens
naar de aanduiding van het nummer dat u
wilt bellen.
•Het geselecteerde nummer wordt gekozen.
Functies telefoongesprekkenDe volgende functies zijn toegankelijk via de
Uconnect™ Phone, indien deze functies wor-
den ondersteund door uw mobiele telefoon. Als
via uw mobiele telefoon bijvoorbeeld conferen-
tiegesprekken mogelijk zijn, is deze functie ook
toegankelijk via de Uconnect™ Phone. Neem
contact op met uw mobielePhoneaanbieder
voor informatie over de beschikbare functies
op uw telefoon.Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel geen gesprek aan
de gang is
Wanneer u op uw mobiele telefoon wordt ge-
beld, onderbreekt de Uconnect™ Phone het
audiosysteem van de auto, indien dit is inge-
schakeld, en vraagt u of u de oproep wilt
beantwoorden. Druk op de
toets om het
gesprek te beantwoorden. Om het gesprek te
weigeren houdt u de
toets ingedrukt tot u
een pieptoon hoort die aangeeft dat het inko-
mende gesprek is geweigerd.
Een inkomend gesprek beantwoorden of
weigeren als momenteel een gesprek aan
de gang is
Als er een nieuwe oproep binnenkomt terwijl u
in gesprek bent, hoort u dezelfde netwerktonen
voor een wisselgesprek als op uw mobiele
telefoon. Druk op de
toets om het huidige
gesprek in de wacht te zetten en de inkomende
oproep te beantwoorden.
OPMERKING:
De huidige mobiele telefoons die compatibel
zijn met de Uconnect™ Phone, bieden niet
de mogelijkheid een inkomend gesprek te
73
Page 78 of 294

weigeren terwijl een ander gesprek wordt
gevoerd. Daarom kan de gebruiker óf het
inkomende gesprek beantwoorden óf nege-
ren.
Een tweede telefoontje plegen terwijl het
huidige gesprek aan de gang is
Als u wilt bellen terwijl u al een ander gesprek
voert, drukt u op de toets
en zegt u
KiezenofBellen, gevolgd door het telefoon-
nummer dat u wilt bellen of de naam uit het
telefoonboek. Het eerste gesprek wordt in de
wacht gezet terwijl het tweede gesprek aan de
gang is. RaadpleegHeen en weer schakelen
tussen gesprekkenvoor informatie over het
teruggaan naar het eerste gesprek. Raadpleeg
Vergadergesprekvoor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in/uit de wacht zetten
Om een gesprek in de wacht te zetten drukt u
op de
toets tot u één enkele pieptoon
hoort. Dit geeft aan dat het gesprek in de wacht
is gezet. Om het gesprek uit de wacht te zetten
houdt u de
toets ingedrukt tot u één enkele
pieptoon hoort.Tussen gesprekken heen en weer
schakelen
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht), houdt u de
toets ingedrukt tot u één enkele pieptoon hoort
waarmee aangegeven wordt dat de status van
de twee gesprekken (één actief en de andere
in de wacht) is verwisseld. Er kan maar één
gesprek in de wacht gezet worden.
Vergadergesprek
Als er twee gesprekken gaande zijn (één actief
en de andere in de wacht) houdt u de
toets
ingedrukt tot u twee pieptonen hoort waarmee
wordt aangegeven dat de twee gesprekken
samengevoegd zijn tot één vergadergesprek.
Driewegsgesprekken
Als u een driewegsgesprek wilt starten, drukt u
tijdens een gesprek op de toets
en belt
u het tweede nummer, zoals wordt beschreven
inEen tweede telefoontje plegen terwijl het
huidige gesprek aan de gang is. Nadat het
tweede gesprek tot stand is gekomen, houdt u
de toets
ingedrukt totdat u twee pieptonen
hoort, die aanduiden dat de twee gesprekken
zijn samengebracht in één vergadergesprek.Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen, drukt u
kortopde
toets. Alleen het actieve ge-
sprek (de actieve gesprekken) wordt beëin-
digd en als er een gesprek in de wacht is gezet
wordt dit het nieuwe actieve gesprek. Als het
actieve gesprek door de andere beller wordt
beëindigd, wordt het gesprek in de wacht
mogelijk niet automatisch actief. Dit hangt af
van de mobiele telefoon. Om het gesprek uit de
wacht te zetten houdt u de
toets ingedrukt
tot u één enkele pieptoon hoort.
Opnieuw kiezen
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uOpnieuw kiezen.
•De Uconnect™ Phone belt het laatst geko-
zen nummer op uw mobiele telefoon.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat dit niet het laatste num-
mer is dat u via de Uconnect™ Phone hebt
gekozen.
74
Page 79 of 294

Voortzetting telefoongesprek
De functie Voortzetting telefoongesprek maakt
het mogelijk een telefoongesprek via de
Uconnect™ Phone voort te zetten nadat de
contactschakelaar naar de stand OFF is ge-
draaid. De functie Voortzetting telefoongesprek
is in drie versies verkrijgbaar in het voertuig:
•Nadat de contactschakelaar naar de stand
OFF is gedraaid, kunt u het gesprek voort-
zetten via de Uconnect™ Phone totdat het
wordt beëindigd, of totdat de accu van de
auto dermate leeg is dat het gesprek moet
worden doorgeschakeld naar de mobiele
telefoon.
•Nadat de contactschakelaar naar de stand
OFF is gedraaid, kunt u een gesprek gedu-
rende een bepaalde tijd voortzetten via de
Uconnect™ Phone, waarna het gesprek au-
tomatisch wordt doorgeschakeld naar de
mobiele telefoon.
•Een actief gesprek wordt automatisch over-
gezet naar de mobiele telefoon nadat het
contactsleuteltje wordt uitgezet.Functies van de Uconnect™Phone
Taalkeuze
Taal van de Uconnect™ Phone wijzigen:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daarop vol-
gende pieptoon spreekt u de naam in van de
taal die u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of Spaans, in-
dien aanwezig).
•Blijf de prompts van het systeem volgen om
de taalkeuze te voltooien.
Nadat u een taal heeft geselecteerd, worden
alle prompts en gesproken opdrachten in die
taal uitgevoerd.
OPMERKING:
Nadat u de taal van de Uconnect™ Phone
hebt gewijzigd, is alleen het telefoonboek
met 32 namen beschikbaar dat bij de nieuwe
taal hoort. De gekoppelde telefoonnaam is
niet specifiek voor de taal en kan voor alle
talen worden gebruikt.RaadpleegVertalingenvoor informatie over
vertalingen en andere opdrachten in de onder-
steunde talen.
Hulp in noodgevallen — indien aanwezig
Als u zich in een noodsituatie bevindt en de
mobiele telefoon is binnen handbereik:
•Pak de telefoon en kies zelf het lokale num-
mer voor noodgevallen.
Als de telefoon niet binnen handbereik is, maar
de Uconnect™ Phone wel is ingeschakeld,
kunt u het nummer voor noodgevallen als volgt
bellen:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereed’’ en de daarop vol-
gende pieptoon zegt u ’’Noodgeval’’. Vervol-
gens zal de Uconnect™ Phone aan de ge-
koppelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
OPMERKING:
•Het standaardnummer is 112. Het is mo-
gelijk dat het gekozen nummer niet van
toepassing is op de beschikbare mobiele
telefoonservice en de regio waar u zich
bevindt.
75
Page 80 of 294

•Sommige systemen bieden de mogelijk-
heid het alarmnummer, indien onder-
steund, in te stellen. Druk hiertoe op de
toets
en zegInstellen, gevolgd door
Noodgeval.
•Wanneer u via de Uconnect™ Phone belt,
is de kans dat de oproep tot stand wordt
gebracht iets kleiner dan wanneer u recht-
streeks via de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect™Phonesysteem wilt ge-
bruiken bij noodgevallen, moet uw mobiele
telefoon:
•zijn ingeschakeld;
•zijn gekoppeld aan het Uconnect™-
systeem;
•netwerkdekking hebben.
Sleephulp — indien aanwezig
Als u sleephulp nodig heeft:
•Druk op de
toets om te beginnen.
•Na de promptGereeden de daaropvol-
gende pieptoon zegt uSleephulp.OPMERKING:
Het nummer voor sleephulp moet vóór ge-
bruik worden ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u
Instellen, sleephulpen volgt u de prompts.
Oproepen per pieper
Raadpleeg “Werken met automatische syste-
men” voor informatie over het oproepen via een
pieper. Het oproepen via een pieper werkt
correct, behalve bij piepers van sommige fir-
ma’s die iets te vroeg uitgaan om goed samen
te werken met de Uconnect™Phone.
Voicemail bellen
RaadpleegWerken met automatische syste-
menvoor informatie over het beluisteren van
uw voicemail.
Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situaties
waarin normaal gesproken cijfers moeten wor-
den ingedrukt op het toetsenbord van de mo-
biele telefoon tijdens het navigeren door een
geautomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt de Uconnect™ Phone gebruiken voor
toegang tot uw voicemail of een geautomati-seerde service, zoals een oproepservice voor
piepers of een geautomatiseerde klantenser-
vice. Bij sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een aantal
gevallen is het mogelijk dat deze respons niet
snel genoeg kan worden gegeven via de
Uconnect™ Phone.
Wanneer u via de Uconnect™Phone een num-
mer belt waarvoor u normaal gesproken een
serie toetsen op uw mobiele telefoon moet
indrukken, kunt u de toets
indrukken en
de serie inspreken die u wilt invoeren, gevolgd
door het woordZenden. Als u bijvoorbeeld uw
pincode en daarna een hekje (3746#)moet
invoeren, kunt u op de toets
drukken en
vervolgens zeggen: “3746hekje zenden”. Het
inspreken van een nummer of een serie num-
mers, gevolgd doorzendenkan ook worden
gebruikt om door de menustructuur van een
geautomatiseerd klantencentrum te navigeren
of een nummer achter te laten op een pieper.
U kunt ook de opgeslagen namen en nummers
in het Uconnect™ Phoneboek verzenden als
tonen, zodat u snel en gemakkelijk toegang
krijgt tot voicemail en piepers. Om deze functie
76