Page 57 of 316

55
Algemene aanbevelingen
voor de stoelen
Stoelverstellingen mogen om
veiligheidsredenen alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Het neerklappen en rechtop zetten van de rugleuningen
mag uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar
achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voor werpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Plaats geen zware of harde voor werpen op
de rugleuningen die een tafel vormen. Ze
kunnen bij een noodstop of een aanrijding
veranderen in gevaarlijke projectielen.
-
V
er wijder een hoofdsteun niet zonder
deze op te bergen; zet de steun in de
auto vast.
-
C
ontroleer altijd of de
veiligheidsgordels bereikbaar blijven en
gemakkelijk door de passagier kunnen
worden vastgemaakt,
-
G
a niet rijden voordat alle passagiers
hun veiligheidsgordel hebben
vastgemaakt en afgesteld.
-
Z
org er voor dat niemand op de 3e zitrij
zijn voeten onder de stoel van de 2e
zitrij houdt ter wijl die gekanteld wordt.
-
W
anneer een stoel van de 3e zitrij in
de volledig ingeklapte stand staat,
zorg er dan voor dat de riem correct is
vastgemaakt aan de bevestiging voor
de bovenste riem van de 2e zitrij: risico
op onver wacht kantelen van de stoel. Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen
en de vergrendelingen ongehinderd
functioneren.
Houd de rugleuning vast en ondersteun
deze tot de horizontale stand om plotseling
neerklappen te voorkomen.
Plaats uw hand nooit
onder de zitting om
de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken. Plaats uw
hand op de handgreep/de riem (afhankelijk
van de uitvoering) op de zitting.
Let op: als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, komt bij een noodstop of een
aanrijding de veiligheid van de passagiers
ernstig in het geding.
De inhoud van de bagageruimte kan naar
voren slingeren – Kans op ernstig letsel!
3
Ergonomie en comfort
Page 58 of 316

56
Vo or stoelen
PEUGEOT i-Cockpit
Stel voordat u gaat rijden uw zitpositie af in de
v olgende volgorde om de ergonomie van de
PEUGEOT i- Cockpit optimaal te benutten:
-
d
e hoogte van de hoofdsteun,
-
d
e hoek van de rugleuning,
-
d
e hoogte van de zitting van de stoel,
-
d
e positie in lengterichting van de stoel,
-
d
e diepte en ver volgens de hoogte van het
stuurwiel,
-
d
e buitenspiegels en de binnenspiegel.
Instellingen
Verstellen in lengterichting
F Trek de beugel omhoog en schuif de stoel in de gewenste stand.
Hoogte
(alleen bestuurder)
F Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand bereikt is. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels
.
Verstellen van de rugleuning
F Beweeg de schakelaar naar achteren om de
rugleuning in te stellen.
Lendensteun
(alleen bestuurder)
F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten.
Controleer ver volgens of u
een goed zicht
hebt op het "head-up" instrumentenpaneel
boven het kleine stuur wiel.
Ergonomie en comfort
Page 59 of 316

57
Armsteun
F Om de armsteun in de verticale stand te zetten, klapt u de armsteun omhoog tot deze wordt
vergrendeld.
F
K
lap de armsteun omlaag om deze in de
gebruiksstand te zetten.
Het is mogelijk om de armsteun voor de
passagiersstoel te verwijderen.
De armsteun verwijderen
F
K
lap de armsteun omhoog in de verticale stand.
F Druk de as van de armsteun in de richting van de rugleuning.
F H oud de as in deze positie en draai de armsteun naar
achteren.
F
T
rek aan de armsteun: de armsteun komt los van de
rugleuning.
De armsteun aanbrengen
F
S
chuif de armsteun in de rugleuning. Zorg dat de
bajonetten hierbij in lijn liggen met de gaten.
F
D
ruk de as van de armsteun in de richting van de
rugleuning.
F
H
oud de as in deze positie en draai de armsteun
naar voren. De armsteun zit nu weer vast aan de rugleuning.
Ingeklapte stand
In deze stand kan lange lading in de auto
worden vervoerd met gesloten deuren.
Indien neergeklapt is het maximale gewicht op
de rugleuning 50
kg.
Til de rugleuning op tot de stoel in de hoogste
stand wordt vergrendeld om de stoel in de
uitgangspositie te zetten. F
A
ls de middenconsole u in de weg zit,
ver wijder dan de armleuning van de
passagiersstoel.
F
D
uw de hendel naar achteren en beweeg de
rugleuning naar voren om hem te kantelen.
Bediening stoelverwarming
Druk op de toets.
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Druk nogmaals op de toets om de functie uit te
schakelen.
3
Ergonomie en comfort
Page 60 of 316

58
Gebruik de functie niet als de stoel niet
wordt gebruikt.
Zet de stoelver warming zo snel mogelijk
in een lagere stand.
U kunt de functie uitschakelen zodra
de temperatuur van de stoelen en
het interieur op een aangenaam
niveau is gekomen. Dit vermindert
het stroomverbruik waardoor ook het
brandstofverbruik lager wordt.Langdurig gebruik in de hoogste instelling
wordt afgeraden voor personen met een
gevoelige huid.
Personen van wie de warmtewaarneming
beperkt is (ziekte, medicijnen enz.) kunnen
brandwonden krijgen.
Het systeem kan over verhit raken bij gebruik
van isolerende materialen zoals kussens of
stoelhoezen.
Gebruik het systeem niet:
-
a
ls vochtige kleding wordt gedragen,
-
al
s kinderzitjes zijn aangebracht.
Om beschadiging van het
verwarmingselement in de stoel te voorkomen:
-
p
laats geen zware voor werpen op de stoel,
-
k
niel of sta niet op de stoel,
-
p
laats geen scherpe voor werpen op de
stoel,
-
m
ors geen vloeistoffen op de stoel.
Voorkomen van de kans op kortsluiting:
-
g
ebruik geen vloeibare producten om de
stoel te reinigen,
-
g
ebruik de ver warmingsfunctie nooit
wanneer de stoel vochtig is.Achterbank (zitrij 2)
Neerklappen van de rugleuningen
Eerste handelingen:
F z et de hoofdsteunen omlaag,
F
s
chuif indien nodig de voorstoelen naar
voren,
F
z
org er voor dat de rugleuningen
ongehinderd kunnen worden neergeklapt
(verwijder kleding, bagage enz.),
F
c
ontroleer of de veiligheidsgordels goed
tegen de rugleuning zijn geplaatst.
Bij het neerklappen van de rugleuning
gaat de desbetreffende zitting iets omlaag.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld,
is de rode indicator zichtbaar in de
handgreep voor de ontgrendeling van de
buitenste zitplaatsen.
Ergonomie en comfort
Page 61 of 316

59
Achterstoelen (zitrij 2)
Neerklappen van de rugleuningen
Eerste handelingen:
F z et de hoofdsteunen omlaag,
F
s
chuif indien nodig de voorstoelen naar
voren,
F
z
org er voor dat de rugleuningen
ongehinderd kunnen worden neergeklapt
(verwijder kleding, bagage enz.),
F
c
ontroleer of de veiligheidsgordels goed
tegen de rugleuning zijn geplaatst.
Bij het neerklappen van de rugleuning
gaat de desbetreffende zitting iets omlaag.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld,
is de rode indicator zichtbaar in de
handgreep van de buitenste zitplaatsen.
Neerklappen van de achterbank
vanuit het interieur
Buitenste zitplaats (links of rechts)
F
D
raai de handgreep 1 voor het ontgrendelen
van de rugleuning.
Terugplaatsen van de
rugleuningen
Controleer eerst of de buitenste
veiligheidsgordels goed verticaal langs de
vergrendelingsogen van de rugleuningen
zijn geplaatst.
F
Z
et de rugleuning rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de rode indicator van de
handgreep 1
niet meer zichtbaar is.
F
C
ontroleer of de buitenste
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten
bij het terugplaatsen van de rugleuning.
F
D
raai de handgreep 1 voor het ontgrendelen
van de rugleuning.
F
B
eweeg de rugleuning naar voren tot hij plat
ligt.
F
B
eweeg de rugleuning naar voren tot hij plat
ligt.
3
Ergonomie en comfort
Page 62 of 316

60
Middelste zitplaatsF
T
rek aan de ontgrendellip 1 van de
rugleuning.
F
B
eweeg de rugleuning naar voren tot hij plat
ligt.Neerklappen vanuit de bagageruimte
Buitenste zitplaats (links of rechts)
Middelste zitplaats
F
T
rek de hendel 2 of 3 voor het ontgrendelen
van de rugleuning naar u
toe.
De rugleuning wordt volledig op de zitting
neergeklapt.
Terugplaatsen van de
rugleuningen
Buitenste zitplaats (rechts of links)
Controleer eerst of de buitenste
veiligheidsgordels goed verticaal langs de
vergrendelingsogen van de rugleuningen
zijn geplaatst.
F
Z
et de rugleuning rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de rode markering bij de
handgrepen 1
voor het ontgrendelen van de
buitenste stoelen niet meer zichtbaar is.
F
C
ontroleer of de buitenste
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten
bij het terugplaatsen van de rugleuning.
Controleer of de rugleuning van de middelste
zitplaats rechtop correct is uitgelijnd met de
rugleuning van de buitenste zitplaatsen.
Middelste zitplaats
F Z et de rugleuning rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de middelste veiligheidsgordel
niet klem komt te zitten bij het uitvoeren van
de handeling.
Gebruik bij de middelste zitplaats alleen
de riem.
Ergonomie en comfort
Page 63 of 316

61
Achterstoelen (zitrij 3)
Toegang tot de 3e zitrijIn lengterichting verstellen
Long
F
T
rek de beugel omhoog en schuif de stoel in
de gewenste stand.
De rugleuning in de tafelstand zetten
F
B
eweeg de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
Rechtop zetten van de rugleuning
F O ntgrendel de rugleuning door aan de handgreep
1
te trekken.
F
P
laats de stoel terug naar de oorspronkelijke stand.
F
C
ontroleer of het geheel correct is verankerd.
F Bedien de hendel 1 om de rugleuning op de
stoel te klappen.
Tafelstand
F Klap de rugleuning van de stoel van de 2e zitrij neer met behulp van de handgreep.
F
O
m de stoel in de normale stand terug
te zetten, beweegt u
de rugleuning naar
achteren tot hij in zijn oorspronkelijke stand
staat.
Volledig ingeklapte stand
Long
De stoel in de volledig ingeklapte stand
zetten
F
Z
et de rugleuning in de tafelstand.
Label op de 3e zitrij
Tijdens het rijden mag er geen passagier
aanwezig zijn op de zitplaats naast een volledig
ingeklapte stoel.
3
Ergonomie en comfort
Page 64 of 316

62
F Til de stang 2 aan de achterzijde van de
stoel op om de onderzijde van de stoel te
ontgrendelen van de verankering in de vloer.
F
K
antel de gehele stoel naar voren.
F
M
aak de riem 3 vast aan de pennen van de
hoofdsteun van de 2e zitrij.
De stoel in de uitgangspositie zetten
F K antel de gehele stoel naar achteren.
F
C
ontroleer of de veiligheidsgordel niet klem
komt te zitten bij het uitvoeren van de handeling.
De hoogte van de
hoofdsteun afstellen
Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen dat de
hoofdsteun zakt in het geval van een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is als
de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
ver wijderd of niet in de hoge stand staan;
de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en
in de hoge stand staan.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels .
F Ver wijderen: druk op de nok A en trek de hoofdsteun
omhoog.
F
A
anbrengen: steek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in de openingen
van de rugleuning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
L
ager zetten: druk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun.In de oorspronkelijke stand terugzetten van de stoel
F T rek aan de riem 3 om de stoelverankeringen te
openen.
F
H
oud de riem 3 vast en plaats de stoelverankeringen
in de verankeringspunten op de vloer.
F
L
aat de riem 3 los.
F
Z
org er voor dat een voor werp of de voeten van de
passagier geen belemmering voor de achterste
verankeringspunten 4
vormen en dat
de veiligheidsgordel correct is geplaatst en
b
eschikbaar is.
F
K
lap de stoel naar achteren om de achterste
verankeringen te bevestigen.
F
G
ebruik de handgreep 1 om de rugleuning in de
oorspronkelijke stand te zetten.
F
P
laats de hoofdsteun.
De stoel verwijderen
F B eweeg de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
F
Z
et de stoel in de volledig ingeklapte stand.
F
T
rek aan de riem 3 om de
stoelverankeringen te openen.
F
H
oud de riem 3 vast en til de stoel op.
F In de hoge stand zetten: trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog (inkeping),
Ergonomie en comfort