Page 193 of 316

191
De op de sticker aangegeven
bandenspanningen gelden voor koude
banden. Als u meer langer dan 10 minuten of
meer dan 10
kilometer hebt gereden met een
snelheid van meer dan 50
km/u, moet u de
bandenspanning 0,3
bar (30 kPa) verhogen
ten opzichte van de op de sticker aangegeven
waarden.
Een te lage bandenspanning leidt ook tot
een hoger brandstofverbruik. Een onjuiste
bandenspanning kan veroorzaakt vroegtijdige
slijtage van banden en heeft een negatieve
invloed op het weggedrag van de auto. Kans op
een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde
banden vermindert de remwerking en heeft een
negatieve invloed op het weggedrag. Het wordt
aanbevolen om een regelmatige inspectie
van de staat van de banden (profiel en
bandwangen) en velgen uit te voeren en om te
controleren of de banden over een ventieldopje
beschikken.
Het gebruik van andere dan de gespecificeerde
velg- en bandmaten kan effect hebben op
de levensduur van de banden, het draaien
van de wielen, de bodemvrijheid en de
snelheidsmeteraanduiding, en kan tevens een
negatieve invloed hebben op het weggedrag
van de auto.
De montage van verschillende banden
op de voor- en op de achteras kan leiden
tot onjuist ingrijpen van het elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP). Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
onderdelen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt
PEUGEOT specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een laagje
vocht of onder winterse omstandigheden
ijs vormen op de remschijven en
remblokken: de remwerking kan daardoor
afnemen. Rem een paar keer lichtjes om
de remmen vocht- en ijsvrij te maken.
AdBlue® (BlueHDi-
motoren)
SCR
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt
genoemd en ureum bevat, kan een katalysator
tot 85% stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof
en water (deze zijn niet schadelijk voor de
gezondheid en het milieu). De AdBlue
® bevindt zich in
een specifiek reservoir van
ongeveer 17
liter.
Wanneer u
met de resterende hoeveelheid nog
maximaal ongeveer 2400
km kunt rijden tot het
reservoir helemaal leeg is, wordt automatisch
een waarschuwingssysteem geactiveerd.
Raadpleeg de desbetreffende
rubrieken voor meer informatie over
de lampjes en de bijbehorende
waarschuwingsmeldingen.
Als het AdBlue
®-reser voir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem er voor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke stoffen
uit, waardoor hij niet meer aan de Euro
6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats: na 1100
km
wordt een systeem geactiveerd dat het
opnieuw starten van de motor blokkeert.
In beide gevallen geeft een
actieradiusindicator aan hoever u
nog kunt
rijden voordat de motor niet meer gestart
kan worden.
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft PEUGEOT er voor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
7
Praktische informatie
Page 194 of 316

192
Bevriezing van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager
dan ongeveer -11°C.
Het SCR-systeem is voorzien van een
voorverwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reser voir waardoor u ook in zeer
k
oude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk
AdBlue® bij te vullen zodra de eerste
waarschuwing wordt gegeven dat het
minimumniveau is bereikt.
Om er voor te zorgen dat het SCR-systeem
correct werkt:
-
G
ebruik uitsluitend AdBlue
® die aan de
norm ISO
22241
voldoet.
-
A
ls de AdBlue
® niet in de originele
jerrycan wordt bewaard, verliest de
vloeistof zijn zuiverheid.
-
V
erdun AdBlue
® nooit met water.
AdBlue
® is verkrijgbaar bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
U kunt ook naar een tankstation gaan
dat over AdBlue
®-pompen beschikt
die speciaal ontworpen zijn voor
personenauto's. Vul nooit AdBlue
® bij vanuit een
vulsysteem dat is bedoeld voor
vrachtwagens.
Voorschriften voor opslag
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan
ongeveer -11°C en verliest zijn kwaliteit bij
temperaturen vanaf 25°C. Het is raadzaam dit
koel en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is de vloeistof ten
minste één jaar houdbaar.
Als de vloeistof bevroren is geweest, kan
deze weer worden gebruikt nadat deze bij
kamertemperatuur volledig is ontdooid.
Bewaar de flacons of jerrycans AdBlue
®
niet in uw auto.
Gebruiksvoorschriften
Als de vloeistof wordt ingeslikt, spoel de mond
dan met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge omgevingstemperatuur) kan het
risico van het vrijkomen van ammoniakdampen
niet worden uitgesloten: adem deze niet in.
Deze ammoniakdampen werken irriterend op
de slijmvliezen (ogen, neus en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon of fles.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
o p een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger is
dan -11°C. Als het kouder is, bevriest AdBlue
®
waardoor u
de vloeistof niet in het reser voir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul ver volgens het
reservoir bij.
AdBlue
® is een oplossing op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar, kleurloos en
geurloos (indien koel bewaard).
Als de vloeistof in contact komt met de huid,
moet u
de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als de vloeistof in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15
minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie. Bij een storing in het AdBlue
® -systeem,
die bevestigd wordt door de melding " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk", moet
u
minimaal 5
liter bijvullen.
Praktische informatie
Page 195 of 316

193
Als er AdBlue® op de zijkant van de auto
of op een andere plaats is gemorst, spoel
het dan onmiddellijk weg met koud water
of veeg het weg met een vochtige doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water.
Toegang tot het AdBlue®-
reservoir
Een blauwe dop achter de brandstofvulklep
geeft de toegang tot het AdBlue®-reservoir aan.
Lees de volgende procedure aandachtig om
correct bij te vullen.
F
Z
et het contact af en haal de sleutel uit het
contactslot.
F
Z
org dat de auto is ontgrendeld en open de
brandstofvulklep. Draai de blauwe vuldop
van het AdBlue
®-reservoir linksom.
F Zorg eerst dat u in het bezit komt van een
flacon of jerrycan met AdBlue®. Controleer
de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket
voordat u
de inhoud van de flacon/jerrycan in
het AdBlue
®-reser voir van uw auto giet.
Of
F
S
teek het vulpistool van de AdBlue
®-pomp
in de vulopening van het reser voir en vul bij
tot het vulpistool automatisch uitgeschakeld
wordt.
Belangrijk:
Om te voorkomen dat het AdBlue®-
reser voir overstroomt, wordt aanbevolen:
F
O
m 10
tot 13
liter bij te vullen met
behulp van de AdBlue
®-jerrycan.
Of
F
O
m bij een tankstation bij te vullen tot
de derde automatische uitschakeling
van het vulpistool.
F
V
oer na het bijvullen dezelfde handelingen
in omgekeerde volgorde uit. Belangrijk: als u
AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt ,
dient u ongeveer 5 minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet, zonder
het bestuurderspor tier te openen, de
auto te vergrendelen, de sleutel in het
contactslot te steken of de sleutel van
het Keyless entr y and star t-systeem in
het interieur te brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10 seconden wachten de motor.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank.
7
Praktische informatie
Page 196 of 316

194
Onderhoudstips
Algemene adviezen voor wat betreft het onderhoud van uw auto vindt u in het garantie- en
o nderhoudsboekje.
Houd u
aan de volgende voorschriften om
beschadiging van uw auto te voorkomen:
-
G
ebruik voor het schoonmaken van de
koplampen nooit een droge doek of een
schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons met zeepwater of
een pH-neutraal product.
-
P
robeer hardnekkig vuil niet van de
koplampen, de achterlichten en de
randen ervan te verwijderen met een
hogedrukreiniger, om te voorkomen
dat de vernislaag en afdichtingen
beschadigd raken.
-
G
ebruik nooit een schuurspons voor het
verwijderen van hardnekkig vuil, omdat
hierdoor de laklaag kan bekrassen.
Gebruik in plaats daar van een zachte
doek met zeepwater.
-
R
einig tijdens het wassen van uw auto
nooit het interieur met een waterstraal.
-
W
anneer uw auto wordt gewassen in
een wasstraat met rolborstels, sluit dan
alle portieren en, afhankelijk van de
uitvoering, verwijder de sleutel. Laat lakreparaties uitsluitend over
aan het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
-
G
ebruik nooit een hogedrukreiniger
voor het reinigen van de motorruimte,
omdat hierdoor het elektrische systeem
beschadigd kan raken.
-
V
loeistof die in de bekerhouder wordt
ver voerd (bijvoorbeeld in een mok)
en wordt gemorst, kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees voorzichtig.
Om te voorkomen dat stickers op de
carrosserie beschadigen of losraken, is
het raadzaam om geen hogedrukreiniger
te gebruiken voor het wassen van uw auto
(afhankelijk van de uitvoering). U wordt
geadviseerd de auto te wassen met een
sterk stromende waterstraal en deze af te
spoelen met gedemineraliseerd water.
Alleen een microvezeldoekje is geschikt
voor het afvegen van uw auto. Dit moet
schoon zijn en voorzichtig worden gebruikt.
Praktische informatie
Page 197 of 316

195
Brandstoftank leeg
(diesel)
Bij auto's met dieselmotor is het in het geval
van een lege brandstoftank noodzakelijk om
het brandstofsysteem te ontluchten.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan
uw startpoging en herhaal de procedure.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de Tankbeveiliging
(diesel) .
BlueHDi-motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
Z
et het contact aan (zonder de motor te
st a r te n).
F
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
F
H
erhaal de handelingen 10
keer.
F
B
edien de startmotor om de motor te
starten.
Overige motoren
F Vul de brandstoftank met minimaal 5 liter
diesel.
F
O
pen de motorkap.
F
M
aak indien nodig de sierkap los om de
handopvoerpomp te kunnen bereiken. F
B
edien de handopvoerpomp
totdat u weerstand voelt (de
eerste keer indrukken kan zwaar
z i j n).
F
B
edien de startmotor om de motor te starten
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan
ongeveer 15 seconden en start de motor
opnieuw).
F
A
ls de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp
en ver volgens de startmotor opnieuw.
F
B
reng de sierkap van de motor aan en klem
deze vast.
F
S
luit de motorkap.
Boordgereedschap
Boordgereedschap
Met bandenreparatieset
De set bevindt zich onder de rechter voorstoel.
Uitvoeringen met reservewiel
De krik bevindt zich onder de rechter voorstoel.
Het gereedschap bevindt zich onder de linker
voorstoel.
Inhoud van de
gereedschapsset
1.
Wielblokken om het wegrollen van de auto
te voorkomen.
2. Afneembaar sleepoog.
3. To r x - s l e u t e l .
Hiermee kunnen de achterlichtunits worden
verwijderd om een gloeilamp te vervangen.
F
S
chuif de stoel(en) naar voren voor
eenvoudigere toegang.
8
In geval van pech
Page 198 of 316

196
Met bandenreparatieset
4.Bandenreparatieset.
Deze bestaat uit een 12
V-compressor
en een flacon met afdichtmiddel om de
desbetreffende band tijdelijk te repareren
en op spanning te brengen.
5. Sticker met snelheidslimiet.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
bandenreparatieset .
Uitvoeringen met een reservewiel
6.Wielsleutel.
Hiermee kunnen de wielbouten worden verwijderd
en kan de krik worden uit- en ingedraaid.
7.Krik.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
8.Gereedschap voor het verwijderen van sier-/
wieldoppen (afhankelijk van de uitvoering).
Hiermee kunnen, indien aanwezig, de sierdoppen
van de wielbouten van een lichtmetalen velg of het
sierdeel van een stalen velg worden verwijderd.
9.Dop voor slotbouten.
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de
speciale slotbouten worden verwijderd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het reser vewiel.
Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw
auto. Van welk gereedschap uw auto is voorzien,
is afhankelijk van de uitvoering van de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt voor het
ver wisselen van een wiel met een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving zoals
deze is vastgelegd in de Richtlijn 2006/42/EG over
machines.
Bepaalde delen van de krik, zoals de
schroefdraad of de scharnierpunten
kunnen letsel veroorzaken: raak deze
tijdens het gebruik van de krik niet aan.
Verwijder zorgvuldig alle smeervetresten.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
v erklarende video's te bekijken.
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u
de band tijdelijk repareren ,
zodat u
de dichtstbijzijnde garage kunt
bereiken.
In geval van pech
Page 199 of 316

197
De elektrische installatie van de auto biedt de
mogelijkheid een compressor aan te sluiten en
te gebruiken voor de duur die nodig is om een
gerepareerde lekke band op spanning te brengen.
Reparatiemethode
F Parkeer de auto zonder het verkeer te belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
dragen van een reflecterend veiligheidsvest,
enz.) met betrekking tot de regels die gelden
in het land waar u
zich bevindt.
F
Z
et het contact af.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen. Ver wijder niet het voor werp dat de
lekkage heeft veroorzaakt uit de band.
F
S
luit de slang van de compressor aan op de
flacon met afdichtmiddel.
F
K
eer de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze aan de desbetreffende
uitsparing van de compressor.
Met deze reparatieset kunnen de meeste
lekke banden worden gerepareerd, als het
lek zich in het loopvlak of de hiel van de
band bevindt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
gereedschapsset
. F
H
aal het dopje van het ventiel van de lekke
band en bewaar het op een schone plaats.
F C ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto
mag worden gebruikt. F
Be
vestig de sticker met
snelheidslimiet.
F
S
luit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de
lekke band en zet hem stevig vast.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
8
In geval van pech
Page 200 of 316

198
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.
Bandenspanning
controleren/aanpassen
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
F
Z
et het contact aan.
F
A
ctiveer de compressor door de
schakelaar in de stand " l" te zetten tot de
bandenspanning 2,0
bar bedraagt. Het
afdichtmiddel wordt onder druk in de band
gespoten; neem gedurende deze handeling
de slang niet los van de aansluiting (kans op
spatten). Als na ongeveer 7
minuten de druk niet
2
bar is, is de band niet te repareren;
neem contact op met een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats
om u
verder te helpen.
F
Z
et de schakelaar in de stand "
O".
F
O
ntkoppel de stekker van de compressor
van de 12V-aansluiting in de auto.
F
V
er vang de dop op het ventiel.
F
V
erwijder de set.
F
V
er wijder de flacon met afdichtmiddel en
berg deze op.
Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
F
G
a onmiddellijk ongeveer vijf kilometer bij
lage snelheid (tussen 20 en 60 km/h) rijden,
zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil, controleer de reparatie en
meet de bandenspanning met de set.
In geval van pech