19
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Roetfilter (diesel)
Permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van de
kans op verstopping van
het roetfilter.Het roetfilter begint verzadigd te
raken. Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter
regenereren door met een snelheid van meer dan
60
km/h te rijden tot het lampje dooft.
Permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en de
melding van een te
laag additiefniveau
voor het roetfilter. Het minimumniveau van het
additiefreservoir is bereikt.
Vul zo snel mogelijk bij: voer (3) uit.
Airbags Permanent. Een van de airbags of
gordelspanners is defect. Voer (3) uit.
Airbag
voorpassagier (ON) Permanent.
De airbag vóór aan
passagierszijde is geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand
"ON ". Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "
rug in
de rijrichting " op de voorpassagiersstoel – kans
op zwaar letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Permanent.
De airbag vóór aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"OFF ". U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting"
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend lampje Airbags).
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC) en
antispinregeling
(ASR) Permanent.
De functie wordt uitgeschakeld. Druk op de knop om de functie weer in te schakelen.
De functie DSC/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en bij ongeveer 50
km/h.
1
Instrumentenpaneel
92
Noodoproep of
pechhulpoproep
Peugeot Connect SOS** Afhankelijk van de geografische dekking van de functie "Peugeot Connect SOS" en de functie
"Peugeot Connect Assistance", en van de officiële
landstaal die door de eigenaar van de auto is
gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem werkzaam
is en de lijst van beschikbare PEUGEOT CONNECT-
diensten kunt u
bij uw verkooppunt opvragen of op
de internetsite voor uw land bekijken.
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van de LED en het
gesproken bericht bevestigen dat
de oproep is verstuurd naar de
alarmcentrale "Peugeot Connect
SO S " *.
Door nogmaals op deze toets te drukken wordt
de opdracht geannuleerd en gaat de LED uit.
De LED blijft branden (zonder te knipperen)
wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat de LED uit.
"Peugeot Connect SOS" lokaliseert
onmiddellijk uw auto, spreekt u toe in uw
landstaal** en roept indien nodig de hulp in van
de bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt
de oproep meteen doorgestuurd naar de Als onafhankelijk van de activering van
de airbags een aanrijding is gedetecteerd
door de airbagregeleenheid, wordt
automatisch een noodoproep verzonden.
Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het contact gaat het lampje
3
seconden branden. Dit duidt op een goede werking
van het systeem.
Het lampje blijft rood branden: er is een storing in het
systeem.
Het lampje knippert rood: de noodbatterij moet
worden vervangen.
In beide gevallen is het mogelijk dat de noodoproep of
pechhulpoproep niet meer werkt.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Peugeot Connect Assistance
* In overeenstemming met de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw verkooppunt
kunt opvragen, en de technische beperkingen
van het systeem
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie van de
auto.
**
A
fhankelijk van de geografische dekking
van de functie "Peugeot Connect SOS" en
de functie "Peugeot Connect Assistance",
en van de officiële landstaal die door de
eigenaar van de auto is gekozen.
D
e lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
PEUGEOT CONNECT-diensten kunt
u
bij uw verkooppunt opvragen of op de
internetsite voor uw land bekijken. Druk langer dan 2
seconden op
deze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep
is verstuurd**.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Dit wordt bevestigd door een gesproken
bericht.
Veiligheid
107
De airbag vóór aan passagierszijde moet
zijn uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan
kan het kind bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
"Gezicht in de rijrichting "
De airbag vóór aan passagierszijde moet
zijn ingeschakeld.
Uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde
Plaats nooit een kind in een kinderzitje "met de rug
in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel als de
airbag vóór aan passagierszijde is ingeschakeld.
Het kind kan in dat geval bij een aanrijding
levensgevaarlijk gewond raken.
Dit voorschrift wordt tevens vermeld op de
waarschuwingssticker aan beide zijden van de
zonneklep aan passagierszijde.
Conform de wettelijke voorschriften wordt deze
waarschuwing in alle benodigde talen vermeld.
Uitschakelen airbag vóór
aan passagierszijde
F Zet het contact af en steek de sleutel in de schakelaar
voor het uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde. Deze schakelaar bevindt zich aan de
zijkant van het dashboardkastje en is toegankelijk als
het portier aan voorpassagierszijde open staat.
F
D
raai deze in de stand OFF .
F
V
er wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar
te veranderen.
Bij het aanzetten van het contact
brandt dit waarschuwingslampje in
het pictogrammendisplay voor de
veiligheidsgordels. Het blijft branden
zolang de airbag is uitgeschakeld.
" Rug in de rijrichting "
5
Veiligheid
113
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Conform de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje (c), gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind en leeftijdsindicatie
Zitplaats < 13
kg
(groep 0 (d) e n 0 +)
Tot ongeveer 1
jaar9 -18
kg
(g r o e p 1)
Van 1
tot ongeveer 3
jaar15 -25
kg
(groep 2)
Van 3
tot ongeveer 6
jaar22-36
kg
(groep 3)
Van 6
tot ongeveer
10
jaar
Zitrij 1 (a) Vaste passagiersstoel
X
Passagiersstoel met verstelling
in hoogte en in
lengterichting van de stoel Met passagiersairbag
uitgeschakeld "OFF" U (f )
Met passagiersairbag ingeschakeld "ON" X
UF (f )
Zitrij 2 (b) (e) U
Zitrij 3 (b) (e) U (g) (h)
Legenda
(a)
F R aadpleeg de wettelijke bepalingen
van uw land alvorens een kinderzitje
op deze plaats te bevestigen.
(b) F
A
ls u een kinderzitje met de rug of
met het gezicht in de rijrichting op
de zitplaats achter bevestigt, schuif
de achterstoel dan helemaal naar
achteren met de rugleuning rechtop. (c)
Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in
alle auto's met de veiligheidsgordel kan
worden bevestigd.
(d) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10
kg. Op
de passagiersplaats(en) vóór en op de
3e zitrij kan geen reiswieg of kinderbedje
voor in de auto worden bevestigd. (e)
F Als u
een kinderzitje met de rug of
met het gezicht in de rijrichting op
de zitplaats achter bevestigt, schuif
dan de voorstoel naar voren en zet
ver volgens de rugleuning rechtop om
voldoende ruimte over te laten voor het
kinderzitje en de benen van het kind.
(f )F Stel de hoek van de rugleuning bij de vaste passagiersstoel (niet die in de
neergeklapte stand kan worden gezet)
in op 0°.
5
Veiligheid