3
bit.ly/helpPSA
.
.
Rijadviezen 120
Starten – afzetten van de motor 1 21
Diefstalbeveiliging
126
Handbediende parkeerrem
1
26
Elektrische parkeerrem
1
26
Hill Start Assist
1
30
Handgeschakelde 5-versnellingsbak
1
30
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
1
31
Automatische transmissie
1
31
Schakelindicator
135
Stop & Start
1
35
Snelheidslimietherkenningssysteem
138
Snelheidsbegrenzer
142
Programmeerbare snelheidsregelaar
1
44
Adaptieve cruise control
1
47
Snelheden opslaan
1
54
Active Safety Brake met Distance Alert en
intelligente noodremassistentie
1
55
Actief Lane Departure Warning System
1
58
Dodehoekbewaking
1
61
Vermoeidheidsherkenningssysteem
164
Parkeerhulp
165
Visiopark 1
1
68
Park Assist
1
70
Bandenspanningscontrolesysteem
175Compatibiliteit van brandstoffen 1
78
Brandstoftank 179
Tankbeveiliging diesel
1
80
Sneeuwkettingen
180
Trekhaak
181
Trekhaak met afneembare kogel
1
82
Ec o - mode
18
4
Allesdragers/Imperiaal
184
Onder de motorkap
1
85
Motoren
18 6
Niveaus controleren
1
86
Controles
1
89
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 1 91
Onderhoudstips 1 94
Brandstoftank leeg (diesel)
1
95
Boordgereedschap
195
Bandenreparatieset
196
Reservewiel
199
Een lamp vervangen
2
03
Een zekering vervangen
2
09
12
V-accu
2
11
Slepen
2
14Afmetingen
216
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
217
Identificatie 224
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Toegang tot aanvullende video's
Index
Audio en telematica
Bluetooth-audiosysteem
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC) en
antispinregeling
(ASR) Knippert.
De DSC/ASR wordt geactiveerd als
er sprake is van verlies van grip of
koersstabiliteit.
Permanent.
Dit duidt op een storing in het
ESP-/ASR-systeem. Voer (3) uit.
+
Storing
noodremassistentie
(met elektrische
parkeerrem)Permanent, in
combinatie met de
weergave van de
melding "Storing
parkeerrem". De noodremfunctie werkt niet
optimaal.
Als automatisch vrijzetten niet beschikbaar is, gebruik
dan handmatig vrijzetten.
Actief Lane
Departure Warning
System Permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of in de wachtstand gezet.
Knippert.De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder
dat de richtingaanwijzer is ingeschakeld.Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+
+
Hill Start Assist
Permanent. Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Instrumentenpaneel
158
Als de camera de aanwezigheid
van een voertuig of een voetganger
hebben bevestigd, knippert dit
lampje (gedurende ongeveer
10 seconden) als de functie ingrijpt
op het remsysteem.
Bij auto's met een automatische transmissie
begint de auto weer te rijden nadat deze door
het automatische noodremsysteem tot stilstand
is gebracht. Houd het rempedaal ingetrapt als
u
dit wilt voorkomen.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan de motor afslaan als de
auto door het automatische noodremsysteem
tot stilstand wordt gebracht.
De bestuurder kan op elk gewenst moment
de controle over de auto weer overnemen
door een ferme stuurbeweging te maken
en/of het gaspedaal in te trappen.
Als de functie in werking is, kunnen
er lichte trillingen voelbaar zijn in het
rempedaal.
Als de auto volledig tot stilstand is
gekomen, blijven de remmen automatisch
1
tot 2
seconden geactiveerd.
Actief Lane Departure
Warning System
Het systeem detecteert met behulp van een
camera aan de bovenzijde van de voorruit
rijstrookmarkeringen en bermranden van
de weg (afhankelijk van de uitvoering)
en corrigeert de koers van de auto door
de bestuurder te waarschuwen zodra
overschrijding van de rijstrookmarkering of
bermrand (afhankelijk van de uitvoering) dreigt.
Dit systeem is met name nuttig op snelwegen
en autowegen.
Voorwaarden voor de
werking
De snelheid van de auto moet liggen tussen
65 km/h en 180 km/h.
De bestuurder moet beide handen aan het
stuurwiel houden.
De koersafwijking moet plaatsvinden zonder
dat de richtingaanwijzers worden ingeschakeld.
Het ESP-systeem moet ingeschakeld en
storingsvrij zijn.
Dit systeem is een hulpmiddel voor de
bestuurder die echter te allen tijde zijn
aandacht op het verkeer moet blijven
vestigen. De bestuurder behoudt onder alle
omstandigheden de controle over de auto.
Het systeem assisteert de bestuurder
uitsluitend als de auto ongewild de rijstrook
dreigt te verlaten. Het systeem heeft geen
invloed op de afstand tot de voorligger, de
snelheid en de remwerking.
De bestuurder moet altijd beide handen
aan het stuur wiel houden zodat hij kan
ingrijpen zodra het systeem dit niet
meer kan (bijvoorbeeld wanneer er geen
rijstrookmarkeringen meer op de weg zijn
aangebracht).
Zorg er voor dat u
de verkeersregels in acht
neemt en iedere twee uur een pauze neemt.
Storing
In het geval van een storing in het systeem wordt
u gewaarschuwd door het continu branden van dit
verklikkerlampje, in combinatie met de weergave
van een melding en een geluidssignaal.
Als deze waarschuwingslampjes
gaan branden nadat de motor is
afgezet en weer gestart, raadpleeg
dan altijd het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om
het systeem te laten controleren.
-
D
e rijsnelheid moet liggen tussen 10
en
85
km/h wanneer een bewegend voertuig
wordt gedetecteerd.
Rijden
227
Laden accu....................................................213
Lampen ............... .......................................... 204
Lampen vervangen
...............................203-207
Lane Departure Warning System (LDWS)
.....21
LED-verlichting
...................................... 83, 204
Lekke band
............................................ 19 6 -19 9
Lendensteun
................................................... 5
6
Lendensteun, verstelling
................................. 5
6
Lichtschakelaar
......................................... 81, 8 3
Lokaliseren van de auto
..................................42
Luchtfilter (vervangen)
..................................189
Luchtrecirculatie ......................................... 71-73
Luchttoevoer (bediening)
...........................71-73Naafdop
.........................................................203
Neerklappen achterstoelen
......................58-60
Niveau brandstofadditief diesel
............18 9 -19 0
Niveau koelvloeistof
..........................28-30, 188
Niveau remvloeistof ....................................... 18 8
Niveau ruitensproeiervloeistof ................88, 188
Niveaus controleren
.............................. 18 6 -188
Noodbediening achterklep
.............................. 43
Noodbediening portieren
................................ 42
N
oodoproep
.............................................. 92-93
Noodprocedure starten
................................. 212
Noodremassistentie (BAS)
..................... 9 4, 157
Nulstelling dagteller
........................................ 29
N
ulstelling onderhoudsindicator
..................... 28
Matten
..................................................... 6 3, 123
Meldingen ........................................................ 30
Menu
............................................................... 12
Menustructuren display
.................................. 12
Menu's (audio)
........................................ 4-5, 4-5
Milieu
......................................................... 44, 78
Mistachterlicht
................................... 2
5, 81, 207
Mistlampen vóór ...........................81, 86 - 87, 207
Monteren allesdragers
........................... 18
4 -185
Motor
..................................................... 218 -223
Motordiagnosesysteem
.................................. 17
Motoren
.................................................. 217-2 2 3
Motorkap
............................................... 185 -18 6
L
N
M
Oliefilter (vervangen) .................................... 189
Olieniveau ........................................ 3
0, 187-188
Oliepeilstok
...................................... 30, 187-188
Olieverbruik
............................................ 187-188
Onderhoudscontroles
..................................... 28
Onderhoudsindicator
...................................... 28
Ontdooien .................................................. 5 4 , 74
Ontgrendelen
.............................................
37- 3 9
Ontgrendelen van binnenuit
...........................46O
Koelvloeistoftemperatuurmeter ................28-30
Koplampen ............................................ 205-207
Koplampverstelling
......................................... 87
Krik
................................................................ 19 9Motorkapsteun
......................................185 -18 6
Motorolie
................................................187-188
Motorolieniveaumeter
.....................................30
Motorolieniveau, controle
...............................30
Motorruimte
...............................
....................18 6
M P3 (CD)
..............................
............................9
Multifunctioneel display (met autoradio)
...........4Ontluchten brandstofsysteem
.......................195
Ontwasemen
...................................................74
Ontwasemen achter
..................................53, 75
Opbergvakken
...........................................63, 67
Openen achterklep/achterdeuren
...................37
Openen brandstofvulklep
............................. 17
9
Openen motorkap ...................................18 5 -18 6
Openen portieren ............................................ 37
Opslaan van de snelheid
....................... 15
4 -15 5
Overzicht zekeringen
............................. 2 0 9 - 2 11
Park Assist
...............................
.....................170
Parkeerhulp achter
....................................... 165
Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen
..... 16
5
Parkeerhulp vóór
........................................... 166
Parkeerlichten
................................... 81, 83, 206
PEUGEOT Connect Nav
................................... 1
PEUGEOT Connect Radio
............................... 1
P
lafonniers
...................................................... 80
Portieren sluiten
........................................ 38, 40
Profielen
.................................................... 16, 31
Programmeerbare verwarming
..........49, 76 -78
Pyrotechnische gordelspanners
............102-103
P
.
Trefwoordenregister