Page 25 of 308

23
GrootlichtPermanent. U hebt de lichtschakelaar naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren
om de mistverlichting uit te schakelen.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
+
of
Grootlichtassistent Permanent. De functie is geactiveerd via
het menu Auto/Rijden van het
touchscreen.
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ". De camera aan de bovenzijde van de voorruit
regelt het overschakelen naar grootlicht of dimlicht
afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de
verkeerssituatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Grootlichtassistent.
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Blauwe verklikkerlampjes
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 308

24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Op het display weergegeven waarschuwings-/verklikkerlampjes Intrappen van
het rempedaal Permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Trap bij een auto met elektronisch gestuurde
versnellingsbak het rempedaal in om de motor te
starten terwijl de selectiehendel in de stand N staat.
Bij een auto met automatische transmissie moet u bij
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
de stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in
te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Knipperen. Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Instrumentenpaneel
Page 27 of 308
25
Meters
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Bij draaiende motor:
- i n zone A : de temperatuur is in orde,
-
i
n zone B : de temperatuur is te hoog;
dit lampje en het centrale STOP -lampje
gaan branden op het instrumentenpaneel,
in combinatie met een melding en een
geluidssignaal.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus
.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 308

26
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelBrandt tijdelijk, bij het
aanzetten van het
contact.De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1000 tot
3000
km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand
(in kilometers of mijlen) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende
kilometers (in kilometers of mijlen) en tijd tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is minder dan
1000
km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de resterende afstand tot
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
g
eeft een waarschuwingsmelding de resterende
kilometers en tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan
te geven dat uw auto zeer binnenkort aan een
onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing wordt weergegeven als het einde
van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Onderhoudsindicator
Instrumentenpaneel
Page 29 of 308

27
De weergegeven afstand (in kilometers
of mijlen) wordt berekend op basis
van het aantal afgelegde kilometers
en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
OnderhoudssleutelKnippert en
brandt vervolgens
permanent, bij het
aanzetten van het
contact.Het onderhoudsinterval is
overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan.
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
+ Knippert en
brandt vervolgens
permanent, bij
het aanzetten van
het contact, in
combinatie met het
verklikkerlampje
Service.Het onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
g
eeft de kilometerteller de afgelegde afstand sinds
het overschrijden van het onderhoudsinterval aan.
De waarde wordt voorafgegaan door het teken "-".
-
g
eeft een waarschuwingsmelding aan dat het
onderhoudsinterval is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt gegeven wanneer het
onderhoudsinterval in tijd is overschreden.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 308

28
CHECK
Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert,
zet dan het contact af en:
F
D
ruk op deze knop en houd deze ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen.
F
L
aat de knop los als het display =0
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal vijf minuten. Het op nul
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opvragen van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven. F
D
ruk op deze toets.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
Motorolieniveaumeter
(Afhankelijk van de uitvoering.)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Te weinig olie
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt,
wordt het motorolieniveau niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het motorolieniveau controleren met de
peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven.
Dit wordt op het display weergegeven door de
melding "
Olieniveau correct ".
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau " op
het instrumentenpaneel wordt weergegeven, duidt
dit op een storing in de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 31 of 308

29
CHECK
F U hebt toegang tot de informatie via het menu Rijden/Auto door
het selecteren van " Rijfuncties"
en vervolgens " Diagnose". Tijdens het rijden wordt de melding elke
300
km weergegeven zolang er geen vloeistof
wordt bijgevuld.
Het minimumniveau is bereikt; vul zo snel
mogelijk vloeistof bij.
We adviseren u niet meer dan 10 liter AdBlue
bij te vullen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
®, het SCR-
systeem en in het bijzonder het bijvullen
van AdBlue
®. Actieradius kleiner dan 600 km
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden herhaald zolang er geen AdBlue
is bijgevuld.
Vul zo snel mogelijk vloeistof bij om te
voorkomen dat het reservoir helemaal leeg
raakt en de motor niet meer gestart kan
worden.
Niet starten van de motor bij een
te laag AdBlue®-niveau
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Actieradius groter dan 2400 km
Als het contact wordt aangezet, wordt er geen
informatie over de actieradius weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Druk op deze knop om de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Met touchscreen Actieradius tussen 2400 en 600
km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat
het verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld: "NO START IN 1500 km" of " Vul
AdBlue bij: Starten geblokkeerd over 1500
km")
die aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog
kunt rijden met de resterende hoeveelheid
vloeistof. Als het contact wordt aangezet, gaat dit
verklikkerlampje knipperen, in combinatie met
een geluidssignaal en de melding “(bijv.: "NO
START IN 300
km" of " Vul AdBlue bij: Starten
geblokkeerd over 300
km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid vloeistof.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
Storing in verband met een te laag AdBlue®-
niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat dit
verklikkerlampje knipperen, in combinatie met een
geluidssignaal en de melding "NO START IN 0
km"
of " Vul AdBlue bij: starten geblokkeerd".
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 308

30
Het AdBlue®-reser voir is leeg: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem.
Om de motor weer te kunnen starten moet
het reser voir met minimaal 4
liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking tot
het bijvullen.
Als een storing in het SCR-
emissieregelsysteem wordt
gedetecteerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100
km is gereden nadat
de storing in het SCR-regelsysteem is
bevestigd. Laat het systeem controleren
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als een storing wordt gedetecteerd In het geval van een tijdelijke
storing verdwijnt de waarschuwing
tijdens de volgende rit na controle
van de zelfdiagnose van het SCR-
emissieregelsysteem.
Tijdens de toegestane rijfase (tussen 1100
en 0 km)
Tijdens het rijden wordt de melding elke 30 seconden
w eergegeven zolang de storing in het SCR-
emissieregelsysteem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven zodra
het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Deze verklikkerlampjes gaan branden in
combinatie met een geluidssignaal en de
melding "Storing emissieregeling". Als een storing met het SCR-systeem is
bevestigd (na 50
km) en de storingsmelding
permanent wordt weergegeven, gaan
de verklikkerlampjes ONDERHOUD en
motordiagnose branden en knippert het
verklikkerlampje AdBlue in combinatie met
een geluidssignaal en een melding (bijv.:"NO
START IN 300 km" of "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die
aangeeft hoeveel kilometer u nog kunt rijden
met de resterende hoeveelheid vloeistof. Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet,
gaan deze verklikkerlampjes branden en
gaat het verklikkerlampje AdBlue knipperen,
in combinatie met een geluidssignaal en de
melding "NO START IN 0
km" of "Storing
emissieregeling: Starten geblokkeerd".
U hebt de limiet van de geautoriseerde
rijfase overschreden: het
startblokkeringssysteem voorkomt dat de
motor opnieuw kan worden gestart.
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer worden
gestart.
Instrumentenpaneel