70
Voorruitverwarming
Bij koud weer ver warmt deze functie de gehele
voorruit en het gedeelte langs de voorruitstijlen.
Zonder dat u daar voor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze
functie er voor dat de ruitenwisserbladen
sneller loskomen van de voorruit als ze zijn
vastgevroren en dat opeenhoping van sneeuw
door de werking van de ruitenwissers wordt
voorkomen.
Inschakelen/Stoppen
F Druk nogmaals op deze toets om de functie weer uit te schakelen; het lampje van de
toets gaat uit.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als
de motor wordt afgezet.
Achterruitverwarming
Aan/Uit
F Druk op deze toets om de achterruit en, afhankelijk van de uitvoering, de
buitenspiegels te ontwasemen. Het lampje
van de knop gaat branden.
De achterruitver warming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te voorkomen.
F U kunt de achterruitver warming ook eerder uitschakelen door nogmaals op de knop te
drukken. Het lampje van de knop gaat uit. Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend
bij draaiende motor.
Verlichting bagageruimte
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.
Er zijn verschillende verlichtingstijden:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-
i
n de energiespaarstand (eco-mode): ongeveer
30
seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
F Druk bij draaiende motor op deze toets; het lampje van de toets gaat branden.
Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0
°C.
Ergonomie en comfort
120
Starten/afzetten van de
motor met de sleutel
Contactslot
Stand Contact
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-mode:
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft.Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
Bij het afzetten van de motor is de
rembekrachtiging niet meer actief.
Starten van de motor
Parkeerrem aangetrokken:
F
A uto's met een handgeschakelde
versnellingsbak : zet de versnellingshendel in
de neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
F
A
uto's met een automatische transmissie : zet
de selectiehendel in de stand N of P en trap het
rempedaal volledig in.
F
S
teek de sleutel in het contactslot; het systeem
herkent de code.
F
O
ntgrendel het stuurslot door tegelijkertijd aan het
stuur wiel en aan de contactsleutel te draaien.
In bepaalde gevallen is veel kracht
nodig bij het draaien aan het stuur wiel
(bijvoorbeeld als de wielen niet rechtuit
st a a n).
Het contactslot heeft 3 standen:
- stand 1 (Stop) : sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2 (Contact aan) : stuurslot ontgrendeld,
aanzetten van het contact, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3 (Star ten) .
F Auto's met een benzinemotor : activeer
de startmotor door de sleutel in stand 3 te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef
hierbij geen gas. Laat de sleutel los zodra
de motor draait. F
A
uto's met een dieselmotor
: draai de
sleutel in stand 2 (aanzetten van het
contact) om de motor te laten voorgloeien.
Wacht tot dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel is gedoofd en
activeer dan de startmotor door de
sleutel in stand 3 te houden tot de
motor is aangeslagen. Geef hierbij
geen gas. Laat de sleutel los zodra
de motor draait.
Onder winterse omstandigheden blijft het
verklikkerlampje langer branden. Als de
motor warm is, gaat het verklikkerlampje
niet branden.
Als de motor niet direct start, zet dan het
contact af. Wacht even alvorens opnieuw
te starten. Als de motor ook na een aantal
pogingen niet aanslaat, probeer dan niet
langer de motor te starten: de startmotor
en de motor zouden beschadigd
kunnen raken. Neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de motor bij gematigde temperaturen
niet stationair warmdraaien, maar rijd zo
snel mogelijk weg zonder de motor veel
toeren te laten draaien.
Rijden
121
Laat de motor nooit draaien in een
onvoldoende geventileerde, afgesloten
ruimte: verbrandingsmotoren stoten
gevaarlijke gassen, zoals koolmonoxide,
uit. Kans op vergiftiging met dodelijke
afloop!
Laat onder extreem koude
omstandigheden (temperaturen lager dan
-23 °C) de motor gedurende 4 minuten
stationair draaien alvorens weg te rijden.
Deze handelswijze komt de goede werking
en de duurzaamheid van de mechanische
onderdelen van de auto, motor en
versnellingsbak ten goede.
Motor afzetten
F Breng de auto tot stilstand.
F D raai bij een stationaire motor de sleutel
naar stand 1 .
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
raai om het stuurslot te vergrendelen aan
het stuur wiel tot het blokkeert.
Zet de voor wielen in de rechtuitstand
alvorens de motor af te zetten.Dit
vergemakkelijkt het ontgrendelen van het
stuurslot. F
C
ontroleer of de parkeerrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op een
helling staat.
Zet nooit het contact af voordat de
auto volledig tot stilstand is gekomen.
Als de motor wordt afgezet, worden
ook de rembekrachtiging en de
stuurbekrachtiging uitgeschakeld: u zou
dan de controle over de auto kunnen
verliezen.
Als u de auto verlaat, neem dan de sleutel
mee en vergrendel de auto.Eco-mode
Na het afzetten van de motor (stand 1- Stop )
kunt u nog gedurende maximaal 30 minuten
gebruikmaken van een aantal functies,
zoals het audio- en telematicasysteem, de
ruitenwissers, het dimlicht en de plafonniers.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de Eco-mode .Sleutel vergeten
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2
(Contact)
van het contactslot blijft staan,
zal het contact na een uur automatisch
worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1 (Stop)
en ver volgens opnieuw in de stand 2
(Contact) om het contact weer aan te
zetten.
Starten/afzetten van de
motor met Keyless entry
and start
Starten van de motor
F Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand.
F
T
rap, ter wijl de elektronische sleutel zich
in de auto bevindt, het koppelingspedaal
volledig in.
6
Rijden
123
Contact aanzetten (zonder
te starten)
F Druk op de knop "START/STOP": de verlichting
en lampjes van het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor wordt gestart.
F Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.
Het contact kan worden aangezet door, ter wijl
de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem zich in de auto bevindt,
zonder pedalen in te trappen op de knop
"START/STOP" te drukken.
U kunt dan ook de verschillende voorzieningen
gebruiken (radio, verlichting enz.).
Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.
Sleutel niet herkend
Noodprocedure voor het starten
Op de stuurkolom bevindt zich een
noodsleutellezer waarmee de motor kan
worden gestart als het systeem de sleutel niet
waarneemt in de detectiezone of als de batterij
van de elektronische sleutel leeg is.
F
Z
et bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel
in de neutraalstand en trap het
koppelingspedaal volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie de stand P en
trap ver volgens het rempedaal stevig in.
F
D
ruk op de toets " START/STOP".
De motor wordt gestart. F
H
oud de afstandsbediening tegen de lezer.
Noodprocedure voor het afzetten van de motor
Noodprocedure voor het
uitschakelen van de motor
Uitsluitend in noodgevallen kan de motor
geforceerd worden afgezet (zelfs tijdens het
rijden).
Houd de knop "START/STOP" ongeveer drie
seconden ingedrukt.
Het stuurslot wordt dan ingeschakeld zodra de
auto stilstaat. Als de elektronische sleutel niet wordt herkend
of zich niet meer in het detectiegebied
bevindt, verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel als een portier wordt
gesloten of bij een poging om de motor af te
zetten.
F
H
oud om het afzetten van de motor te
bevestigen de knop " START/STOP"
ongeveer drie seconden ingedrukt.
Als de elektronische sleutel niet werkt, neem
dan contact op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
6
Rijden
172
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, interieurverlichting, enz.
gecombineerd maximaal veertig minuten
gebruiken.
Inschakelen van deze modus
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode
is ingeschakeld en de actieve functies worden
in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10
minuten
worden voortgezet via het Bluetooth-systeem
van het audiosysteem in uw auto.
Eco-mode afsluiten
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken, Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu
.
Houd u aan het maximale
aanhangergewicht dat is vermeld op
het kentekenbewijs van uw auto, op het
constructeursplaatje en in de rubriek
Technische gegevens
van dit boekje.
Ook bij gebruik van accessoires
zoals een fietsendrager of een
op de trekhaakkogel bevestigde
bagagekoffer moet de maximaal
toegestane kogeldruk in acht worden
genomen.
Houd u aan de regelgeving in het land
waar u zich bevindt. -
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Praktische informatie
1
CITROËN Connect Nav
GPS-navigatie – Applicaties
– Multimedia-autoradio –
Bluetooth
®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
3
Menu's
3
Gesproken commando's
5
N
avigatie
1
1
Online navigatie
1
3
Applicaties
16
Radio
21
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
2
2
Media
23
Telefoon
2
5
Instellingen
29
Veelgestelde vragen
3
2De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto
en
aangezet contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
mode .
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
CITROËN Connect Nav
38
Instellingen
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het instellen van de bassen en hoge tonen
wordt de instelling van de equalizer opgeheven.
Als u de instelling van de equalizer wijzigt,
worden de instellingen van de bassen en de
hoge tonen gereset. De instelling van de equalizer is gekoppeld aan
de bassen en hoge tonen.
Wijzig de instelling van de bassen en de
hoge tonen of de equalizer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Bij het veranderen van de balans wordt de
geluidsverdeling uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de geluidsverdeling
worden de instellingen van de balans
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de
balans.
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen. Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen
de audio-instellingen worden aangepast
aan verschillende geluidsbronnen, die
hoorbare verschillen kunnen genereren bij het
veranderen van de bron.Controleer of de audio-instellingen zijn
afgestemd op de geluidsbron die u gebruikt.
Het is raadzaam de audiofuncties (Bass:,
Treble:, Balans) in de middelste stand te zetten,
de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de
functie Loudness in de stand "Actief " te zetten
bij gebruik van de CD-speler en in de stand
"Inactief " bij gebruik van de radio.
Na het afzetten van de motor wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de
accu dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.Zet het contact aan om de laadstroom van de
accu te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen. De datum en tijd kunnen alleen worden
ingesteld als u de synchronisatie met de
satellieten deactiveert.Menu instellingen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "Tijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
CITROËN Connect Nav
1
CITROËN Connect Radio
Multimedia-autoradio –
Applicaties – Bluetooth®-
telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
3
Menu's
4
Applicaties
5
R
adio 6
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
8
M
edia 9
Telefoon
1
1
Instellingen
16
Veelgestelde vragen
1
8De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto
en
aangezet contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
mode .
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
CITROËN Connect Radio