Page 41 of 308

39
Afgelegde afstand
(km of miles)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Teller van het Stop & Star t-
systeem.
(minuten/seconden of uren/minuten)
Een teller registreert hoe lang de STOP-stand
tijdens een traject in totaal is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Dimmer dashboardverlichting
U kunt de lichtsterkte van de verlichting van
het dashboard en het touchscreen handmatig
aanpassen aan het omgevingslicht.
Werkt alleen als de verlichting van de auto is
ingeschakeld (dagrijverlichting uitgezonderd)
en in nachtstand.
Twee knoppen Touchscreen
F Selecteer in het menu Instellingen
de optie
" Lichtsterkte ".
F
S
tel de lichtsterkte af door de pijlen te
gebruiken of de cursor te bewegen.
De helderheid kan verschillend worden
ingesteld voor de dag en de nacht.
Druk, ter wijl de verlichting brandt, op
knop A om de dashboardverlichting en de
sfeerverlichting sterker te laten branden of op
de knop B om de verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Datum en tijd instellen
Zonder audiosysteem
U kunt de datum en tijd via het display van het
instrumentenpaneel instellen.
F
H
oud deze knop ingedrukt.
F
D
ruk op een van deze knoppen
om de te wijzigen instelling te
selecteren.
F
D
ruk deze knop kort in om te
bevestigen.
F
D
ruk op een van deze knoppen
om de instelling te wijzigen en
bevestig dit nogmaals om de
nieuwe instelling op te slaan.
1
Instrumentenpaneel
Page 42 of 308

40
Met audiosysteem
F Druk op de knop MENU om het hoofdmenu
te openen.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om het menu
"Persoonlijke instelling – configuratie" weer
te geven en druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om het menu
"Configuratie beeldscherm" weer te geven
en druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" om de regel
"Datum en tijd instellen" te selecteren en
druk ver volgens op OK.
F
D
ruk op de knop " 7" of " 8" om de
parameter die u wilt veranderen te
selecteren en bevestig door op de knop OK
te drukken.
F
S
tel de parameters één voor één in en
bevestig met de knop OK.
F
D
ruk op de knop " 5" of " 6" en ver volgens
op de knop " OK" om het vakje " OK" te
selecteren en bevestig of druk op de knop
" Te r u g " om te annuleren.
Met CITROËN Connect
Radio
F Selecteer het menu
Instellingen .
F
Sel
ecteer " Systeemconfiguratie ".
F
Sel
ecteer " Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum" of "Tijd".
F
S
electeer de indeling van de weergave.
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Met CITROËN Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
S
electeer het menu
Instellingen .
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de
secundaire pagina te openen.
F
Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ". F
S
electeer het tabblad "
Datum" of "Tijd".
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met "
OK".
Aanvullende instellingen
U kunt:
-
D e weergave-indeling voor de datum en de
tijd (12 H/24 H) wijzigen.
-
D
e regelfunctie voor de zomertijd/wintertijd
activeren of deactiveren.
-
D
e GPS-synchronisatie in- of uitschakelen.
Instrumentenpaneel
Page 43 of 308

41
Afstandsbediening
Algemeen
De sleutel kunt u gebruiken om de centrale
vergrendeling via het slot te bedienen om de
auto te ontgrendelen of vergrendelen.
Het biedt u ook de mogelijkheid om de motor te
starten of te stoppen.De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld/ontgrendeld als
bijvoorbeeld de afstandsbediening of de
centrale vergrendeling defect is of als de accu
leeg is enz.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de Noodprocedures.
Uitklappen van de sleutel
Afhankelijk van de uitvoering heeft de
afstandsbediening de volgende functies:
-
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
v
ergrendelen/ontgrendelen van de achterklep,
-
v
ergrendelen/ontgrendelen van de
brandstofvulklep
-
d
e verlichting extern inschakelen,
-
in
klappen/uitklappen van de buitenspiegels
-
in
schakelen/uitschakelen van het
alarmsysteem,
-
l
okaliseren van de auto,
-
s
tartblokkering van de auto.
Gebruik onder normale omstandigheden bij
voorkeur de afstandsbediening.
Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het
volgende worden gedaan:
-
ontgrendelen/vergrendelen/
supervergrendelen van de auto,
-
in
schakelen/uitschakelen van het
mechanische kinderslot,
-
in
schakelen/uitschakelen van de airbag
vóór aan passagierszijde,
-
v
ergrendelen van de portieren
(noodprocedure),
-
a
anzetten van het contact en starten/
afzetten van de motor. Uitvoering zonder Keyless entr y and star t
F
D ruk op deze knop; de sleutel wordt
uitgeklapt.
Druk om de sleutel in te klappen eerst op deze
knop; zo voorkomt u beschadiging van het
mechanisme.
Uitvoering met Keyless entr y and star t
F
T
rek aan deze knop ter wijl u de sleutel uit
de houder haalt.
Houd deze knop uitgetrokken voordat u de
sleutel weer terugplaatst.
2
Toegang tot de auto
Page 44 of 308

42
Ontgrendelen van de auto
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto is ontgrendeld voor uitvoeringen
zonder een alarm,
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld (bij de
overige uitvoeringen).
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk op deze knop.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop
wordt gedrukt, knipperen de richtingaanwijzers
enkele seconden om aan te geven dat:
-
d
e auto is vergrendeld bij de uitvoeringen
zonder alarmsysteem,
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld bij de
andere uitvoeringen. Als een van de portieren of de achterklep
niet goed is gesloten, wordt de auto
niet vergrendeld. Als uw auto echter is
uitgerust met het alarmsysteem, wordt
dit na ongeveer 45
seconden volledig
ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld
en de portieren en de achterklep
gesloten blijven, wordt de auto na
ongeveer 30
seconden automatisch
weer vergrendeld. Als het alarmsysteem
ingeschakeld was, wordt dit automatisch
weer opnieuw ingeschakeld.
De vergrendelfunctie deactiveert ook de
toets van de centrale vergrendeling op het
dashboard.Supervergrendeling
F Druk op de vergrendelknop om de auto te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden
nogmaals op deze knop om de
supervergrendeling van de auto
in te schakelen.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers tijdens het de tweede keer
indrukken van de vergrendelknop aan dat de
supervergrendeling is ingeschakeld. Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werkt de
portierontgrendeling in het interieur niet.
Ook de toets van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht.
F
D
ruk op deze toets.
De parkeerlichten en het dimlicht gaan
gedurende 30
seconden branden.
Als u binnen die tijd nogmaals op de knop
drukt, schakelt de verlichting onmiddellijk uit.
Toegang tot de auto
Page 45 of 308

43
Keyless entry and start
De elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
afstandsbediening.
Ontgrendelen van de auto
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt
binnen de detectiezone A , kunt u de auto
ontgrendelen door uw hand op de achterzijde van
de portiergreep van een van de voorportieren te
leggen of door de schakelaar voor het openen van
de achterklep in te drukken.
Het gedurende enkele seconden
knipperen van de richtingaanwijzers geeft
aan dat:
-
d
e auto is ontgrendeld (uitvoeringen
zonder alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is uitgeschakeld
(overige uitvoeringen).
Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te houden. Vuil (vocht, stof, modder, zout...) op de
binnenzijde van de portiergreep kan de
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde
van de portiergreep met een doek de
detectie niet verbetert, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal,
hogedrukspuit...) kan door het systeem
worden beschouwd als een verzoek de
auto te ontgrendelen.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is of als een van de elektronische
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als bij het vergrendelen van de auto een
van de portieren of de achterklep niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld.
Als uw auto echter is uitgerust met een
alarmsysteem, wordt dit na ongeveer
45
seconden volledig ingeschakeld.
Als de auto per ongeluk wordt ontgrendeld
en de portieren en de achterklep
gesloten blijven, wordt de auto na
ongeveer 30
seconden automatisch weer
vergrendeld.
Het alarm (indien aanwezig) wordt
automatisch opnieuw ingeschakeld.Systeem dat het ontgrendelen, vergrendelen en
starten van de auto mogelijk maakt ter wijl u de
elektronische sleutel gewoon op zak houdt.
2
Toegang tot de auto
Page 46 of 308

44
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen
in de auto) de auto nooit, zelfs niet voor
een korte tijd, zonder de elektronische
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal van de auto als
de elektronische sleutel van het Keyless
entry and start-systeem zich binnen een
van de detectiezones bevindt ter wijl uw
auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van de
elektronische sleutel en de accu van de
auto ontladen raken, wordt het systeem in
de standby-stand geschakeld nadat het
21 dagen niet is gebruikt. Druk op een van
de knoppen van de afstandsbediening of
plaats de elektronische sleutel in de lezer
en start de motor om het systeem weer te
activeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het star ten met het
Keyless entr y and star t-systeem.Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
F Druk, als de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, met een vinger
op de portiergreep (bij de merktekens)
van een van de voorportieren of op de
vergrendelknop op de achterklep (rechts).
De auto kan niet worden vergrendeld als
een van de sleutels is achtergebleven in het
interieur van de auto.
Het gedurende enkele seconden branden
van de richtingaanwijzers geeft aan dat:
-
d
e auto is vergrendeld (uitvoeringen
zonder alarmsysteem),
-
h
et alarmsysteem is ingeschakeld
(overige uitvoeringen).
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling
is ingeschakeld, werkt de
portierontgrendeling in het interieur niet.
Ook de knop van de centrale
vergrendeling, op het dashboard, werkt
dan niet meer.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich iemand
in de auto bevindt.
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, met een vinger
op de portiergreep (bij de merktekens)
van een van de voorportieren of op de
vergrendelknop op de achterklep (rechts).
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals
op de voorste portiergreep of op de
vergrendelschakelaar van de achterklep
(rechts) om de super vergrendeling in te
schakelen.
Toegang tot de auto
Page 47 of 308

45
Sleutels, afstandsbediening,
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar het
CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code
van de sleutel en de transponder opzoeken
en een nieuwe bestellen.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Noodprocedures
De auto volledig
ontgrendelen/vergrendelen
met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- b
atterij afstandsbediening leeg,
-
s
toring van de afstandsbediening,
-
i
n een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u ook de batterij van
de afstandsbediening vervangen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u het probleem
mogelijk verhelpen door de afstandsbediening
te resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij
een noodgeval de toegang tot de auto voor
de hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is
een systeem met een groot bereik. Het
is raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het
zicht van uw auto. De afstandsbediening kan
dan onbruikbaar worden en moet in dat geval
opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren
als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als
het contact uitstaat. Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless
entry en start-systeem werkt in sommige
gevallen niet correct in de nabijheid van
elektronische apparatuur: telefoon, laptop,
sterke magnetische velden, enz.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te ver wijderen en aan
het stuur wiel te draaien om het stuurslot te
activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door het CITROËN-netwerk
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn
waarmee de auto kan worden gestart.
2
Toegang tot de auto
Page 48 of 308

46
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
klinkt de sirene bij het openen van het
portier. De sirene stopt als het contact
wordt aangezet.
Als uw auto is uitgerust met het
alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de
sleutel.
Zonder centrale vergrendeling
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
- storing van de centrale vergrendeling,
-
a
ccu losgekoppeld of ontladen.
Als de centrale vergrendeling niet werkt,
moet de accu worden losgekoppeld om de
achterklep te kunnen vergrendelen zodat
de auto volledig is vergrendeld.
Bestuurdersportier
F Steek de sleutel in het portierslot.
F D raai de sleutel in de richting van
de voorzijde van de auto om deze te
ontgrendelen, of in de richting van de
achterzijde om de auto te vergrendelen.
F
D
raai binnen 5 seconden de sleutel
nogmaals richting de achterzijde van de
auto om de super vergrendeling van de auto
in te schakelen.
Bij uitvoeringen zonder alarmsysteem geeft het
gedurende enkele seconden knipperen van de
richtingaanwijzers aan dat de procedure goed
is uitgevoerd. F
D
raai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om deze te
vergrendelen, of in de richting van de
voorzijde om de auto te ontgrendelen.
Overige portieren
Ontgrendelen van een portier
F T rek aan de binnenportiergreep van het
portier.
Vergrendelen
F
O
pen de portieren.
F
C
ontroleer of het kinderslot van de
achterportieren niet geactiveerd is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek. F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel zonder te forceren in het
gat en beweeg, zonder de sleutel te draaien,
de pal zijwaarts richting de binnenzijde van
het portier.
F
V
er wijder de sleutel en breng de zwarte dop
aan.
F
S
luit de portieren en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.De batterij vervangen
Als de batterij ver vangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
Toegang tot de auto