Page 241 of 410
LET OP!
Probeer niet om de auto op te krikken op
andere plaatsen dan de aangegeven plaat-
sen in de instructies voor het opkrikken
van deze auto.
1. Haal de reserveband, de krik en het ge-
reedschap uit de opbergruimte.2. Draai de wielmoeren één slag linksom los
(maar verwijder ze niet), terwijl het wiel
nog op de grond rust.
3. Monteer de krik en het krikgereedschap.
4. Voor de vooras plaatst u de krik op de
carrosserieflens, net achter de voorband,
zoals aangegeven door het driehoekige
hefpuntsymbool op de dorpelrand.Krik de
auto pas op als u zeker weet dat de krik
stevig is bevestigd.
Waarschuwingssticker
Krik en gereedschap gemonteerd
Krikpunten
239
Page 242 of 410

5. Voor een achterband plaatst u de krik in
de sleuf op de steun van de sjorhaken
achter, net vóór de achterband (zoals aan-
gegeven door het driehoekige hefpunt-
symbool op de dorpelrand).Krik de auto
pas op als u zeker weet dat de krik stevig is
bevestigd.
LET OP!
Krik de auto NIET op bij de dorpelrand aan
de kant van de carrosserie. Zorg ervoor dat
de krik op de juiste plaats aan de binnen-
kant van het paneel is geplaatst. Als de
procedure niet goed wordt gevolgd, kan
schade aan de auto ontstaan.6. Krik de auto op door de krikschroef
rechtsom te draaien. Breng de auto zover
omhoog dat de band net loskomt van de
ondergrond en er voldoende speling is om
het reservewiel te monteren. De voertuigs-
tabiliteit blijft maximaal als de band zo
laag mogelijk boven de grond blijft.
WAARSCHUWING!
Als u de auto hoger opkrikt dan noodzake-
lijk, zal hij minder stabiel staan. De auto
kan van de krik glijden en zo ernstig letsel
veroorzaken. Krik de auto slechts zo ver op
als nodig is om het wiel te verwijderen.
7. Verwijder de wielmoeren en het wiel.
8. Monteer het reservewiel aan de auto en
breng de wielmoeren aan, met de conus-
vormige zijde naar het wiel toe. Draai de
moeren licht aan.
Krikpunt vóór
Krikpunt achter
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
240
Page 243 of 410

LET OP!
Monteer het reservewiel met het ventiel
naar buiten gericht. Het voertuig kan be-
schadigd raken als het opblaasbare reser-
vewiel op een verkeerde manier wordt ge-
monteerd.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
9. Laat de auto zakken door de krikschroef
linksom te draaien en verwijder de krik en
wielblokken.
10. Zet de wielmoeren stevig vast. Duw de
moersleutel aan het einde van de hendel
omlaag voor meer hefboomwerking. Trek
de wielmoeren in stervolgorde aan totdat
iedere moer twee keer aangetrokken is.
Raadpleeg de paragraaf "Voorgeschreven
aanhaalmomenten" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor het juiste
aanhaalmoment voor de wielmoer. Als u
twijfelt of de moeren goed zijn vastgezet,
laat dit dan bij uw dealer of een banden-
servicebedrijf nog eens controleren met
een momentsleutel.11. Laat de krik weer zakken tot de sluit-
stand en leg de krik en het gereedschap
weer op hun plaats in de opbergruimte
van schuim.
12. Verwijder de kleine middendop en berg
de band veilig op in de laadruimte.
Reserviewiel/-band monteren
Reservewiel
241
Page 244 of 410

13. Laat het aluminium wiel en de band zo
snel mogelijk repareren, bevestig het re-
servewiel stevig met de speciale vleugel-
moer en een aanhaalmoment van 5 Nm
(3,7 ft-lbs), leg de krik en het gereed-
schap weer op hun plaats in de opberg-
ruimte van schuim en vergrendel het
achterste laadvloerpaneel.
OPMERKING:
Rijd niet meer dan 80 km (50 mijl) en niet
sneller dan 80 km/u (50 mph) als het reser-
vewiel is gemonteerd.
WAARSCHUWING!
Een losse krik of wiel kan bij een noodstop
of ongeval naar voren schieten en zo de
inzittenden ernstig letsel toebrengen. Berg
de krik en het reservewiel altijd op de
daarvoor bestemde plaatsen op. Laat de
leeggelopen (lekke) band onmiddellijk re-
pareren of vervangen.
Origineel wiel monteren
1. Monteer het originele wiel op de as.
2. Breng de overige wielmoeren aan met het
conusvormige uiteinde van de moer in de
richting van het wiel. Haal de wielmoeren
licht aan.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
3. Laat de auto zakken tot op de grond door
de slinger linksom te draaien.
4. Raadpleeg de paragraaf "Voorgeschreven
aanhaalmomenten" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor het juiste
aanhaalmoment voor de wielmoeren.5. Controleer na 40 km (25 mijl) het aan-
haalmoment van de wielmoeren met een
momentsleutel om ervoor te zorgen dat
alle moeren goed tegen het wiel
aanliggen.
Verklaring van conformiteit
1. Ondergetekende, Tony Fabiano, als verte-
genwoordiger van de fabrikant, verklaart
hierbij dat de hieronder beschreven ma-
chine voldoet aan alle relevante bepalin-
gen van:
• De EG-richtlijn 2006/42/EG betref-
fende machines
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
242
Page 245 of 410
2. Beschrijving van de machine.
a) Generieke benaming: krik
b) Functie: heffen van auto
d) Auto-
modelc) Model-
codef) Werk-
laste) Type
krik
Jeep
®
CompassMK 1200 kg
max.FGMF1
Jeep Che-
rokeeKL 1000 kg
max.FGLF1
Jeep
WranglerJK 1000 kg
max.FGLF2
Jeep
Grand
CherokeeWK 1700 kg
max.FGLF3
3. Fabrikanten (1):
FlexNGate Seeburn, een divisie van Ventra
Group Co
P.O. Box 1170, 65 Industrial Road, Totten-
ham, ON CANADA L0G 1W0
4. Fabrikanten (2):
FlexNGate Querétaro Ventramex, S.A. de C.V
Av. Manantiales No. 3
Parque Industrial Bernardo Quintana, El
Marqués Querétaro C.P. 76249 – Mexico5. Rechtspersoon die gemachtigd is het
technisch bestand samen te stellen:
FlexNGate – Barcelona
Avda de la Riera, 7-9
Sant Just Desvern, Barcelona, SPANJE
08960
6. Verwijzingen naar geharmoniseerde nor-
men: PF-12074
7. Uitgevoerd in: Bradford, ON CANADA
8. Datum: 09-30-2015
243
Page 246 of 410
Duitse vertaling
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
244
Page 247 of 410

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de
krik
Ter aanvulling van het handboek voor gebruik
en onderhoud waarbij dit supplement hoort,
worden hieronder enkele aanwijzingen gege-
ven over het juiste gebruik van de krik.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de slinger bij gebruik vrij
kan draaien zonder dat u met uw hand over
de grond schuurt.
Ook de bewegende delen van de krik, de
"wormschroef" en koppelingen kunnen let-
sel veroorzaken: raak ze niet aan. Reinig
de krik grondig als er vet aan zit.
LET OP!
De krik is een hulpmiddel dat uitsluitend
is ontworpen voor het verwisselen van een
wiel, in het geval van een lekke band of
een beschadigde band van de auto waarin
deze is aangebracht of op auto's van het-
zelfde model. Ieder ander gebruik, bijv.
het opkrikken van andere automodellen of
LET OP!
andere zaken, is ten strengste verboden.
Gebruik hem nooit voor het uitvoeren van
onderhoud of reparaties onder de auto of
om zomerbanden te vervangen door win-
terbanden om omgekeerd. Begeef u nooit
onder de opgekrikte auto. Als er werk-
zaamheden onder het voertuig nodig zijn,
neemt u contact op met erkende dealer.
Onjuiste plaatsing van de krik kan ertoe
leiden dat de auto valt: zet de krik alleen
op de aangegeven plaatsen. Gebruik de
krik niet voor lasten die groter zijn dan die
op het label. Start de motor nooit terwijl de
auto is opgekrikt. Als de auto verder wordt
opgekrikt dan nodig, kan het geheel min-
der stabiel worden, met het risico dat de
auto plotseling met kracht valt. Krik de
auto daarom alleen zo ver als nodig voor
het vervangen van het (reserve)wiel.
Onderhoud
• Zorg ervoor dat er zich geen vuil ophoopt op
de "wormschroef".
• Zorg dat de "wormschroef" altijd gesmeerd
is.• Pas de krik nooit aan.
Gebruik de krik nooit:
• Bij temperaturen lager dan -40 °C.
• Op een zanderige of modderige onder-
grond.
• Op een ongelijke ondergrond.
• Op steile wegen.
• Onder extreme weersomstandigheden: on-
weer, tyfoons, orkanen, sneeuwstormen,
stormen, enz.
STARTEN MET
STARTKABELS
Als de accu van uw voertuig leeg is, kan de
motor met behulp van een set startkabels en
een accu in een ander voertuig of met een
draagbare snellader weer worden gestart. Bij
onjuist gebruik kan het starten met startka-
bels gevaarlijk zijn. Houd u daarom zorgvul-
dig aan de hier beschreven procedures.
245
Page 248 of 410

WAARSCHUWING!
Probeer het voertuig niet met startkabels
te starten wanneer de accu bevroren is. De
accu kan hierdoor openscheuren of explo-
deren, met kans op persoonlijk letsel.
LET OP!
Gebruik geen draagbare snellader of een
andere lader met een systeemspanning
groter dan 12 volt. Dit kan schade toebren-
gen aan de accu, startmotor, dynamo of
het elektrische systeem.
OPMERKING:
Bij gebruik van een draagbare snellader moe-
ten de door de fabrikant geleverde bedie-
ningsvoorschriften en vereiste voorzorgmaat-
regelen worden uitgevoerd.
Voorbereiding voor het starten met
startkabels
De accu van uw auto bevindt zich onder de
voorstoel aan passagierszijde. Om het voer-
tuig te starten met startkabels, bevinden zich
onder de motorkap externe accupolen.
WAARSCHUWING!
• Pas op voor de radiateurventilator wan-
neer de motorkap is geopend. Als het
contact is ingeschakeld, kan deze venti-
lator op elk moment gaan draaien. Er
WAARSCHUWING!
bestaat gevaar voor letsel door draaiende
ventilatorbladen.
• Verwijder alle metalen sieraden zoals
ringen, horloges en armbanden die on-
bedoeld elektrisch contact kunnen ma-
ken. Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
• Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw
huid en ogen kan branden en ze produ-
ceren waterstofgas dat ontvlambaar en
explosief is. Houd open vuur of vonken
uit de buurt van de accu.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de losgekoppelde kabeluitein-
den elkaar of het voertuig niet raken totdat ze
goed zijn aangesloten voor het starten met
startkabels.
1. Trek de handrem aan, zet de automati-
sche versnellingsbak in de stand PARK en
zet de contactschakelaar in de stand
OFF/LOCK.
2. Schakel de verwarming, de radio en alle
overbodige stroomverbruikers uit.
Plaatsen voor starten met startkabels
(+) — Positieve hulppool
(-) — Negatieve hulppool
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
246