OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde van de sleutel-
houder (zijde tegenover de noodsleutel) te-
gen de toets ENGINE START/STOP om de
contactschakelaar te bedienen.
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendeltoets op
de sleutelhouder om het portier aan de be-
stuurderszijde te ontgrendelen of druk twee-
maal binnen vijf seconden om alle portieren
en de achterklep te ontgrendelen.
Alle portieren kunnen worden geprogram-
meerd om te worden ontgrendeld bij de eer-
ste druk op de ontgrendeltoets. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" in het instructie-
boekje voor meer informatie.OPMERKING:
Als het voertuig wordt ontgrendeld met de
sleutelhouder en er binnen 60 seconden
geen portier wordt geopend, worden de por-
tieren weer vergrendeld en het alarmsysteem,
indien aanwezig, ingeschakeld. Om de hui-
dige instelling te veranderen raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in het
hoofdstuk "Multimedia" van het instructie-
boekje voor meer informatie.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu-
telhouder om alle portieren en de achterklep
te vergrendelen.
Als één of meer portieren geopend zijn, of als
de achterklep open is, worden de portieren
vergrendeld. De portieren zullen automatisch
weer ontgrendelen als de sleutel in de passa-
giersruimte is gebleven, anders blijven de
portieren vergrendeld.
Extra sleutelhouders programmeren
Een sleutelhouder kan worden geprogram-
meerd door uw erkende dealer.
Verzoek om extra sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouders uit de
auto en vergrendel alle portieren wan-
neer u de auto zonder toezicht achter-
laat.
• Zet het contact altijd in de stand OFF.UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer. Deze
procedure bestaat uit het programmeren van
een 'blanco' sleutelhouder voor de elektro-
nica van het voertuig. Een blanco sleutelhou-
der is een exemplaar dat niet eerder is gepro-
grammeerd.
OPMERKING:
• Als de Sentry Key startonderbreker moet
worden gerepareerd, dient u alle sleutels
van de auto naar de erkende dealer mee te
brengen.
• De sleutels moeten worden voorzien van
een correct geslepen baard om op de sloten
van het voertuig te passen.
OPMERKING:
Zwarte sleutels (6.4L) moeten worden ver-
vangen door zwarte sleutels, en rode sleutels
(6.2L) moeten worden vervangen door rode
sleutels.CONTACTSCHAKELAAR
Keyless Enter-N-Go — Contact
Met deze functie kan de bestuurder de con-
tactschakelaar bedienen door op een toets te
drukken, zolang de sleutelhouder zich in de
passagiersruimte bevindt.
Keyless Push Button Ignition biedt verschil-
lende standen, die worden aangeduid door
een label en door een lampje dat gaat bran-
den wanneer de stand is gekozen. Deze stan-
den zijn OFF, ACC, RUN en START.
OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na het indruk-
ken van een toets niet reageert, is de batterij
van de sleutelhouder mogelijk bijna leeg of
leeg. Als dit het geval is, kan de contactscha-
kelaar ook op een andere manier worden
bediend. Druk de voorzijde (zijde tegenover
de noodsleutel) van de sleutelhouder tegen
de toets ENGINE START/STOP om de con-
tactschakelaar te bedienen.
START/STOP-contactschakelaar
19
•Motor kan niet meer worden gestart na XXXX
mijl DEF laag Vul snel— Dit bericht ver-
schijnt als het rijbereik van de DEF lager is
dan 500 mijl en DEF moet worden bijge-
vuld binnen het weergegeven aantal kilo-
meters. Het bericht wordt op het display
weergegeven tijdens het starten met de
huidige toegestane kilometerstand en gaat
vergezeld van één enkel geluidssignaal. Het
resterende aantal kilometers kan worden
opgevraagd via de lijst "Berichten" in het
display van de instrumentengroep.
•Motor kan niet meer worden gestart na XXXX
mijl Vul DEF bij— Dit bericht verschijnt als
het rijbereik van de DEF lager is dan
311 mijl. Het wordt ook weergegeven bij
249 mijl, 186 mijl en 124 mijl. Continue
weergave begint bij 124 mijl. DEF bijvullen
is vereist binnen het aantal weergegeven
kilometers. Het bericht wordt op het display
weergegeven tijdens het starten met de
bijgewerkte kilometerstand en gaat verge-
zeld van één enkel geluidssignaal. Vanaf
100 mijl wordt het resterende bereik per-
manent weergegeven tijdens het rijden met
het voertuig. Er klinken ook geluidssignalenals de resterende afstand 75, 50 en 25 mijl
bedraagt. Het controlelampje DEF laag
brandt permanent tot er DEF is bijgevuld.
•Motor kan niet meer worden gestart Vul DEF
bij— Dit bericht verschijnt als het rijbereik
van de DEF lager is dan 1 mijl. Er moet DEF
worden bijgevuld, anders kan de motor niet
meer worden gestart. Het bericht wordt op
het display weergegeven tijdens het starten
en gaat vergezeld van één enkel geluidssig-
naal. Het controlelampje DEF laag brandt
permanent tot er een hoeveelheid DEF is
bijgevuld van ten minste 7,5 liter
(2 gallon).
Waarschuwingsberichten voor Diesel Exhaust
Fluid (DEF)
Er kunnen diverse berichten worden weerge-
geven als het voertuig detecteert dat het
DEF-systeem is gevuld met een andere vloei-
stof dan DEF of storingen van componenten
of manipulatie van het systeem heeft waarge-
nomen.Als het DEF-systeem onderhoud vereist, wor-
den de volgende waarschuwingen weergege-
ven:
•Service DEF System See Dealer (Onderhoud
DEF-systeem Raadpleeg dealer)- Dit bericht
wordt weergegeven wanneer de storing voor
het eerst wordt gedetecteerd en telkens
wanneer het voertuig wordt gestart. Het
bericht gaat vergezeld van één enkel ge-
luidssignaal en het storingslampje gaat
branden. Wij adviseren u naar uw dichtst-
bijzijnde erkende dealer te gaan en uw auto
direct te laten controleren. Als dit niet bin-
nen 30 mijl wordt verholpen, gaat het voer-
tuig naar de volgende waarschuwingsfase
en verschijnt het bericht "Engine Will not
restart in XXXmi Service DEF See dealer"
(Motor kan niet meer worden gestart na xxx
mijl Onderhoud DEF Raadpleeg dealer).
•Incorrect DEF Detected See Dealer (Verkeerde
DEF gedetecteerd Raadpleeg dealer)- Dit
bericht verschijnt als het DEF-systeem
heeft gedetecteerd dat er verkeerde vloei-
stof in het DEF-reservoir is gedaan. Het
bericht gaat vergezeld van één enkel ge-
luidssignaal. Wij adviseren u naar uw
dichtstbijzijnde erkende dealer te gaan en
75
uw auto direct te laten controleren. Als dit
niet binnen 30 mijl wordt verholpen, gaat
het voertuig naar de volgende waarschu-
wingsfase en verschijnt het bericht "Engine
Will not restart in XXXmi Service DEF See
dealer" (Motor kan niet meer worden gestart
na xxx mijl Onderhoud DEF Raadpleeg dea-
ler).
•Engine Will Not Restart in XXX mi Service DEF
See Dealer (Motor kan niet meer worden ge-
start na XXX mijl Onderhoud DEF Raadpleeg
dealer)— Dit bericht wordt voor het eerst
weergegeven als de gedetecteerde storing
niet na 30 mijl is verholpen. Het wordt ook
weergegeven bij 250 mijl, 186 mijl en
124 mijl. Onderhoud van het systeem is
noodzakelijk binnen de weergegeven kilo-
meterstand. Het bericht wordt bij het star-
ten weergegeven op het display in de in-
strumentengroep met de bijgewerkte
kilometerstand en gaat vergezeld van één
enkel geluidssignaal. Vanaf 124 mijl wordt
het resterende bereik permanent weergege-
ven tijdens het rijden met het voertuig. Er
klinken ook geluidssignalen als de reste-rende afstand 75, 50 en 25 mijl bedraagt.
Wij adviseren u naar uw dichtstbijzijnde
erkende dealer te gaan en uw auto direct te
laten controleren.
•Engine Will Not Restart Service DEF See Dea-
ler (Motor kan niet meer worden gestart On-
derhoud DEF Raadpleeg dealer)— Dit be-
richt verschijnt wanneer een gedetecteerde
storing in het DEF-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De
motor kan niet meer worden gestart tenzij u
uw voertuig bij uw erkende dealer laat con-
troleren. Dit bericht wordt weergegeven bij
minder dan 1 mijl voordat de motor niet
meer kan worden gestart en telkens wan-
neer de auto wordt gestart. Dit bericht
wordt permanent weergegeven. Het bericht
gaat vergezeld van één enkel geluidssig-
naal. Het storingslampje blijft permanent
branden. Wij raden u ten zeerste aan naar
uw dichtstbijzijnde erkende dealer te gaan
als dit bericht verschijnt terwijl de motor
draait.
•Engine Will Not Restart Service DEF See Dea-
ler (Motor kan niet meer worden gestart On-
derhoud DEF Raadpleeg dealer)— Dit be-
richt verschijnt wanneer de gedetecteerdestoring niet wordt verholpen nadat het be-
richt Engine Will Not Restart Service DEF
See Dealer (Motor kan niet meer worden
gestart Onderhoud DEF Raadpleeg dealer)
is weergegeven bij de volgende start. De
motor kan niet meer worden gestart tenzij u
uw voertuig bij uw erkende dealer laat con-
troleren. Het bericht gaat vergezeld van één
enkel geluidssignaal. Het storingslampje
blijft permanent branden. Als het bericht
wordt weergegeven en u kunt de motor niet
starten, adviseren wij u uw voertuig onmid-
dellijk naar uw dichtstbijzijnde erkende
dealer te laten slepen.
OPMERKING:
• Het kan tot vijf seconden duren voordat de
meter actueel is nadat een liter of meer
Diesel Exhaust Fluid (DEF) is getankt. Als
er sprake is van een storing met betrekking
tot het DEF-systeem, kan het zijn dat de
meter de werkelijke stand niet bijwerkt.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
• De DEF-meter wordt mogelijk ook niet on-
middellijk na het vullen bijgewerkt als de
temperatuur van de DEF-vloeistof lager is
dan -11 °C (12 °F). De DEF-
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
DE MOTOR STARTEN —
BENZINE
Doe het volgende voordat u uw auto start: stel
uw stoel in, stel de binnen- en buitenspiegels
in, doe uw veiligheidsgordel om en verzoek
eventuele passagiers ook hun veiligheidsgor-
del om te doen.
WAARSCHUWING!
• Breng het voertuig altijd eerst volledig
tot stilstand voordat u het verlaat, zet de
automatische versnellingsbak altijd in
de stand PARK en trek de parkeerrem
aan.
• Zorg er altijd voor dat de Keyless Ignition
Node in de stand "OFF" staat. Verwijder
daarna de sleutelhouder uit het voertuig
en vergrendel het voertuig.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Kinderen zonder toe-
zicht achterlaten in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk. Kinderen
of derden lopen dan het risico op ernstig
of zelfs dodelijk letsel. Waarschuw kin-
WAARSCHUWING!
deren dat ze niet aan de handrem, het
rempedaal of de schakelhendel mogen
komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
Automatische versnellingsbak
De schakelhendel moet in de stand NEU-
TRAL of PARK staan voordat u de motor kunt
starten. Trap het rempedaal in voordat u naar
een rijstand schakelt.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken
indien de volgende voorzorgsmaatregelen
niet in acht genomen worden:
• Schakel niet vanuit REVERSE, PARK of
NEUTRAL naar een van de rijstanden bij
een hoger motortoerental dan stationair.
• Schakel alleen naar PARK als de auto
volledig stilstaat.
• Schakel alleen naar of uit REVERSE, als
de auto volledig stilstaat en de motor
stationair draait.
• Voordat u naar een versnelling schakelt,
moet u het rempedaal stevig intrappen.
Normaal starten
Motor inschakelen met de knop ENGINE START/
STOP
1. De schakelhendel moet in de stand PARK
of NEUTRAL staan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u
één keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
155
3. Het systeem neemt het dan over en pro-
beert de auto te starten. Als de auto niet
start, wordt de startmotor automatisch na
10 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u nog-
maals op de knop.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE START/
STOP (motor aan/uit)
1. Zet de schakelhendel in de stand PARK
en druk vervolgens kort op de knop EN-
GINE START/STOP (motor aan/uit).
2. Het contact keert terug naar de stand OFF.
3. Als de schakelhendel niet in de stand
PARK staat (terwijl het voertuig stilstaat)
en één keer op de knop ENGINE START/
STOP wordt gedrukt, selecteert de trans-
missie automatisch de stand PARK en
wordt de motor uitgeschakeld. Het con-
tact blijft echter in de stand ACC (NIET destand OFF). Verlaat een auto nooit als
deze niet in de stand PARK staat, omdat
de auto dan kan wegrollen.
4. Als de schakelhendel in de stand NEU-
TRAL staat en de rijsnelheid lager is dan
8 km/h (5 mph), wordt de motor uitge-
schakeld als één keer op de knop START/
STOP wordt gedrukt. Het contact blijft in
de stand ACC.
5. Als de rijsnelheid hoger is dan 8 km/h
(5 mph), moet de knop ENGINE START/
STOP twee seconden ingedrukt worden
gehouden (of drie keer achtereen kort
worden ingedrukt) om de motor uit te
schakelen. Het contact blijft in de stand
ACC (NIET de stand OFF) als de motor
wordt uitgeschakeld wanneer de trans-
missie niet in de stand PARK staat.
OPMERKING:
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld en het contact gaat in de stand OFF na
30 minuten zonder activiteit als het contact
in de stand ACC of RUN (motor draait niet) is
blijven staan en de versnellingsbak in PARK
staat.Functies van knop ENGINE START/STOP — rem-
pedaal NIET ingetrapt (in de stand PARK of
NEUTRAL)
De ENGINE START/STOP knop werkt het-
zelfde als een contactslot. Deze heeft drie
standen: OFF, ACC en RUN. Om het contact
in een andere stand te zetten zonder het
voertuig te starten en om de accessoires te
kunnen gebruiken, volgt u de onderstaande
stappen:
1. U begint met het contact in de stand OFF.
2. Druk eenmaal op de knop ENGINE
START/STOP om het contact in de stand
ACC te zetten (de instrumentengroep
geeft "ACC" weer).
3. Druk nogmaals op de knop ENGINE
START/STOP om het contact in de stand
RUN te zetten (de instrumentengroep
geeft "ON/RUN" weer).
4. Druk een derde keer op de knop ENGINE
START/STOP om het contact in de stand
OFF te zetten (de instrumentengroep
geeft "OFF" weer).
STARTEN EN RIJDEN
156
Automatische versnellingsbak
Start de motor met de schakelhendel in de
stand PARK. Trap het rempedaal in voordat u
een rijstand inschakelt.
Normaal starten
Let op de lampjes op het instrumentenpaneel
tijdens het starten van de motor.
OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen
1. Trek altijd de handrem aan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u
één keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
OPMERKING:
Een vertraging voor het starten van maxi-
maal vijf seconden is mogelijk onder zeer
koude omstandigheden. Het controle-
lampje "Wachten met starten" gaat bran-
den tijdens het voorgloeien. Als het con-
trolelampje "Wachten met starten"
uitgaat, slaat de motor automatisch aan.
LET OP!
Als het controlelampje "Water in brand-
stof" blijft branden, START de motor NIET
alvorens het water uit de brandstoffilters
af te tappen om schade aan de motor te
voorkomen. Raadpleeg de paragraaf
"Brandstof aftappen/
waterscheidingsfilter" in het hoofdstuk
"Service en onderhoud" in het dieselsup-
plement voor meer informatie. Dit vindt u
in de online informatie voor de eigenaar.
3. Het systeem schakelt automatisch de
startmotor in om de motor te starten. Als
de auto niet start, wordt de startmotor
automatisch na 25 seconden
uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u nog-
maals op de knop.
5. Controleer of het waarschuwingslampje
oliedruk gedoofd is.
6. Zet de handrem vrij.
AANBEVELINGEN VOOR
INRIJDEN
3.6-liter en 5.7-liter motoren
De aandrijflijn (motor, transmissie, koppeling
en achteras) in uw nieuwe auto vereist geen
lange inrijperiode.
Rijd de eerste 500 km (300 mijl) rustig. Na
de eerste 100 km (60 mijl) kunt u het beste
een snelheid tot 80 à 90 km/u (50 à 55 mph)
aanhouden.
Terwijl u met constante snelheid rijdt, draagt
nu en dan kort accelereren met plankgas,
binnen de grenzen van de geldende verkeers-
regels, bij aan een goed inrijdproces. Accele-
reren met plankgas in een lage versnelling
kan echter schadelijk zijn en moet worden
vermeden.
De motorolie, transmissievloeistof en smeer-
middel voor assen die in de fabriek zijn aan-
gebracht, zijn van hoogwaardige kwaliteit en
energiebesparend. Houd bij het verversen
van de olie, vloeistof en smeermiddel reke-
ning met het te verwachten klimaat waarin de
auto wordt gebruikt. Raadpleeg de paragraaf
STARTEN EN RIJDEN
158
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT
Het Uconnect-systeem geeft u via scherm-
toetsen toegang tot instellingen voor door de
klant programmeerbare functies, zoals Dis-
play (scherm), Voice (spraakbediening),
Clock (klok), Safety & Driving Assistance (vei-
ligheid en rijhulp), Lights (verlichting), Doors
& Locks (Portieren en sloten), Auto-On Com-
fort (comfort automatisch aan), Engine Off
Options (opties voor uitgeschakelde motor),
Suspension (ophanging), Compass (kompas),
Audio, Phone/Bluetooth (telefoon/
Bluetooth), Radio Setup (radio-instellingen),
Restore Settings (instellingen herstellen),
Clear Personal Data (persoonlijke gegevens
wissen) en System Information (systeemin-
formatie).
Druk op de toets SETTINGS (Uconnect 4) of
de toets "Apps" (Uconnect 4C/4C NAV) onder
in het aanraakscherm en druk vervolgens opde toets "Settings" (instellingen) om het
scherm Settings (instellingen) te openen. Om
een instelling te selecteren, bladert u om-
hoog of omlaag tot de gewenste instelling
wordt gemarkeerd en drukt u op deze instel-
ling totdat naast de instelling een vinkje ver-
schijnt, waarmee wordt aangegeven dat de
instelling is geselecteerd. De volgende
functie-instellingen zijn beschikbaar:
• Display
(scherm)• Engine Off
Options (opties voor
uitgeschakelde mo-
tor)
• Units (eenheden) • Camera
• Voice
(spraakbediening)• Suspension
(ophanging)
• Clock (klok) • Audio
• Safety & Driving
Assistance (veiligheid
en rijhulp)• Phone/Bluetooth
(telefoon/Bluetooth)
• Mirrors & Wipers
(spiegels en ruiten-
wissers)• Accessibility
(toegankelijkheid)• Lights (verlichting) • Radio Setup
(radio-instellingen)
• Doors & Locks
(portieren en sloten)• Restore Settings
(instellingen
herstellen)
• Auto-On Comfort
& Remote Start (com-
fort automatisch aan
en starten op afstand)• Clear Personal Data
(persoonlijke gege-
vens wissen)
• Compass (kompas) –
indien aanwezig• System Information
(systeeminformatie)
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
349