Alleen de medewerker van de alarmcentrale
kan op afstand het gesprek beëindigen en,
indien nodig, de auto terugbellen via het
Emergency Call-systeem. Zodra het gesprek
is beëindigd, kunt u nog steeds contact op-
nemen met de alarmcentrale om extra infor-
matie te geven door nogmaals op de knop te
drukken.
SOS-Emergency Call gebruiken
Houd de SOS-Emergency Call-knop enkele
seconden ingedrukt. De LED naast de SOS-
knop knippert één keer en blijft dan branden
om aan te geven dat de oproep is geplaatst.
OPMERKING:
Er is een vertraging van 10 seconden voordat
het gesprek wordt geplaatst, voor het geval
dat de SOS-Emergency Call-knop per onge-
luk wordt ingedrukt. Het systeem zal een
gesproken waarschuwing geven dat een
noodoproep wordt gedaan. Om de oproep te
annuleren, drukt u de SOS-Emergency Call-
knop nogmaals in.Zodra er verbinding is tussen het voertuig en
de alarmcentrale zal het SOS-Emergency
Call-systeem de volgende belangrijke voer-
tuiginformatie doorgeven aan de alarmcen-
trale:
• Indicatie dat de inzittende een SOS-
Emergency Call heeft gedaan.
• Het chassisnummer (VIN).
• De laatst bekende GPS-coördinaten van het
voertuig.
U kunt vervolgens met de alarmcentrale spre-
ken om te bepalen of extra hulp nodig is.
De SOS-Emergency Call heeft voorrang boven
andere geluidsbronnen. Deze worden ge-
dempt. Als u een telefoon hebt verbonden via
Bluetooth wordt deze losgekoppeld en weer
gekoppeld aan het einde van de SOS-
Emergency Call. Gesproken aanwijzingen be-
geleiden u tijdens de SOS-Emergency Call.
Als er verbinding wordt gemaakt tussen de
alarmcentrale en uw auto, kan de medewer-
ker van de alarmcentrale gesprekken en ge-luiden in uw voertuig opnemen zodra er ver-
binding is. Door gebruik te maken van de
dienst gaat u ermee akkoord dat deze infor-
matie wordt gedeeld.
Beperkingen van het SOS-Emergency Call sys-
teem
Als het contact in de stand RUN wordt gezet,
voert het Emergency Call-systeem een routi-
necontrole uit. Tijdens deze controle brandt
gedurende ongeveer drie seconden een rood
lampje. Dit signaal moet niet worden verward
met een foutmelding. In geval van een storing
blijft het rode lampje branden. Als het SOS-
Emergency Call-systeem een storing detec-
teert, kan het volgende gebeuren op het mo-
ment dat de storing wordt gedetecteerd:
• De LED naast de knop SOS-knop blijft rood
branden.
• Het Emergency Call-systeem wordt gevoed
door zijn eigen niet-oplaadbare batterij om
ervoor te zorgen dat het blijft werken, zelfs
als de accu leeg is of losgekoppeld is.
Wanneer de systeembatterij leeg is, geeft
het display in de instrumentengroep een
speciaal bericht weer, anders dan berichten
223
Locatie Patroonzekering Microzekering Omschrijving
F40 – 10 A rood Hoogteverstelling daglichtlampen / koplampen
F42 – 20 A geel Claxon
F44 – 10 A rood Diagnosepoort
F45 – 5 A geelbruin Gateway voor cyberveiligheid
F49 – 10 A rood Geïntegreerd centrale deel/klimaatregeling
F50 – 20 A geel Luchtveringregelmodule/slipdifferentieel - indien aanwe-
zig
F51 – 15 A blauw Contactschakelaarmodule/startcontact zonder sleutel/
vergrendeling stuurkolom
F53 – 20 A geel Aanhanger – Linker richtingaanwijzer/remlicht — indien
aanwezig
F56 – 15 A blauw Extra inhoud (alleen dieselmotor)
F57 – 20 A geel NOx-sensor
F58 – 15 A blauw HID-koplampen links — indien aanwezig
F59 – 10 A rood Ontluchtingspomp (alleen dieselmotor)
F60 – 15 A blauw Transmissieregelmodule
F61 – 10 A rood Transmissieregelmodule / PM-sensor (alleen dieselmotor)
F62 – 10 A rood Koppeling airconditioning
F63 – 20 A geel Bobines (benzine), ureumverwarming (diesel)
F64 – 25 A transparant Brandstofverstuivers/aandrijflijn
F66 – 10 A rood Zonnedak/schakelaars voor passagiersramen/regensensor
F67 – 15 A blauw CD/DVD/Bluetooth handsfree-module — indien aanwezig
F68 – 20 A geel Motor achterruitwisser
F69 – 15 A blauw Voeding bermlicht — indien aanwezig
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
234
De fabrikant raadt aan deze onderhoudsbeur-
ten te laten uitvoeren bij de dealer waar u de
auto heeft aangeschaft. De monteurs bij de
dealer kennen uw auto het beste en hebben
toegang tot informatie van fabrieksgetrainde
specialisten, originele onderdelen van Mopar
en speciaal ontworpen elektronisch en me-
chanisch gereedschap waarmee kostbare re-
paraties in de toekomst kunnen worden voor-
komen.
De onderhoudsbeurten moeten worden uitge-
voerd zoals aangegeven in dit hoofdstuk.
OPMERKING:
• Onder geen beding mogen de intervallen
voor olieverversing groter zijn dan
20.000 km (12.500 mijl) of 12 maanden,
afhankelijk van wat eerst komt.
•Koelsysteem doorspoelen en koelvloeistof
verversen na 120 maanden of 240.000 km
(150.000 mijl), afhankelijk van wat eerst
komt.Bij elke tankstop
• Controleer het motoroliepeil ongeveer 5 mi-
nuten nadat de volledig warmgedraaide
motor is uitgezet. Controleer het oliepeil als
de auto op een vlakke ondergrond staat. De
meting is dan nauwkeuriger. Vul alleen olie
bij wanneer het oliepeil zich onder het
merkteken ADD of MIN bevindt.
• Controleer het ruitensproeiervloeistofpeil
en vul zo nodig vloeistof bij.
Eens per maand
• Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen. Rou-
leer banden bij de eerste tekenen van on-
gelijkmatige slijtage, zelfs voordat de indi-
cator voor olie verversen gaat branden.
• Inspecteer de accu, reinig de poolklemmen
en zet ze zo nodig vast.
• Controleer de vloeistofniveaus van het koel-
vloeistofreservoir en de hoofdremcilinder
en vul indien nodig vloeistof bij.• Controleer de werking van alle lampen en
andere elektrische onderdelen.
Bij elke olieverversing
• Motoroliefilter vervangen.
• Remslangen en -leidingen controleren.
• Controleren op de aanwezigheid van water
in de brandstoffilter/
waterafscheidereenheid.
• AdBlue-tank volledig vullen.
Bij elke tweede olieverversing
• Brandstoffilter vervangen.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
SERVICE EN ONDERHOUD
268
Onderhoudsschema — Dieselmotor
Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt):12.500
25.000
37.500
50.000
62.500
75.000
87.500
100.000
112.500
125.000
137.500
150.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120 132 144
Kilometers
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
140.000
160.000
180.000
200.000
220.000
240.000
Motorolie verversen en oliefilter vervangen. (*)
AdBlue-tank volledig vullen. X X X X X X XXXXXX
Banden rouleren X X X X X X XXXXXX
Als u met de auto rijdt onder één van de volgende
omstandigheden: stoffige wegen of terreinrijden.
Motorluchtfilter controleren en zo nodig vervan-
gen.XXXXXXXXXXXX
Remvoeringen inspecteren en indien nodig vervan-
gen.XXXXXXXXXXXX
Uitlaatsysteem inspecteren. X X X X X X X
Homokinetische koppelingen controleren X X X X X X
Visuele controle uitvoeren van: carrosserie, bo-
demplaatbescherming, pijpen en leidingen (uitlaat
- brandstof - remmen), rubberdelen (hoezen, bus-
sen, manchetten enz.)XXX X X X
Wielophanging vóór, spoorstangeinden en stofhoe-
zen inspecteren en indien nodig vervangen.XXX X X X
Remvloeistof om de 24 maanden verversen bij
gebruik van DOT 4-remvloeistof. (**)XXX X X X
269
VLOEISTOFINHOUD NIET-SRT
U.S. Metrisch
Brandstof (ongeveer)
Alle motoren24,6 gallon 93,1 liter
AdBlue-tank8 gallon 30,3 liter
Motorolie met filter
3,6-liter motor (SAE 0W-20, API-gecertificeerd) 6 quart 5,6 liter
5,7-liter motor (SAE 5W-20, API-gecertificeerd) 7 quart 6,6 liter
3.0-liter dieselmotor (SAE 5W-40 synthetisch, ACEA A3/B4 of API CJ-4/SM) 8 quart 7,7 liter
Motorkoelsysteem*
3.6-liter motor (Mopar motorkoelvloeistof/antivries 10 jaar/150.000 mijl-formule) 10,4 quart 9,9 liter
5.7-liter motor (Mopar motorkoelvloeistof/antivries 10 jaar/150.000 mijl-formule)
– Zonder trekhaakset15,4 quart 14,6 liter
5.7-liter motor (Mopar motorkoelvloeistof/antivries 10 jaar/150.000 mijl-formule)
– Met trekhaakset16 quart 15,2 liter
3.0-liter dieselmotor (Mopar motorkoelvloeistof/antivries 10 jaar/150.000 mijl-
formule)12 quart 11,4 liter
* Inclusief verwarming en koelvloeistofreservoir gevuld tot aan MAX-peil.
VLOEISTOFINHOUD SRT
U.S. Metrisch
Brandstof (ongeveer)
24,6 gallon 93,1 liter
Motorolie met filter
6.2-liter motor (SAE 0W-40, synthetisch, API-gecertificeerd, MS-12633) 8,3 quart 7,8 liter
TECHNISCHE SPECIFICATIES
316
Component Vloeistof, smeermiddel of origineel onderdeel
Motorolie — 3,0-liter dieselmotor Wij raden het gebruik aan van 5W-40synthetischemotorolie zoals Mopar die voldoet aan FCA-
materiaalnormen MS-10902 of FCA 9.55535-D3, en de ACEA A3/B4- of API CJ-4/SM-
motoroliecategorie is vereist.
Motoroliefilter Wij raden het gebruik aan van Mopar motoroliefilters.
Bougies Wij raden het gebruik aan van Mopar bougies.
Brandstofkeuze 3,6-liter motor Minimum octaangetal 91
Brandstofkeuze - 5.7-liter-motor Minimum acceptabel octaangetal 91 - Octaangetal van 95 aanbevolen
Brandstofkeuze - 3,0-liter dieselmotor Cetaan 50 of meer (minder dan 10 ppm zwavel)
AdBlue Mopar dieseluitlaatvloeistof (API-gecertificeerd) (DEF) of een gelijkwaardig product dat voor de
ISO-norm 22241 API-gecertificeerd is. Gebruik van vloeistoffen die niet voor de ISO-norm
22241 API-gecertificeerd zijn, kan leiden tot schade aan het systeem.
Chassis
Component Vloeistof, smeermiddel of origineel onderdeel
Automatische versnellingsbak Gebruik uitsluitend MOPAR ZF 8&9 Speed ATF vloeistof voor automatische versnellingsbakken of
een vergelijkbaar middel. Als niet de juiste vloeistof wordt gebruikt, kunnen de werking of de
prestaties van de transmissie worden beïnvloed.
Tussenbak – één versnelling (Quadra-Trac I) Wij raden het gebruik aan van Mopar NV 247/245 tussenbakvloeistof.
Tussenbak – twee versnellingen (Quadra-Trac
II)Wij raden het gebruik aan van Mopar ATF+4 vloeistof voor automatische versnellingsbak of een
gelijkwaardig gelicentieerd ATF+4 product.
Asdifferentieel (voor) Wij raden het gebruik aan van Mopar synthetisch smeermiddel voor tandwielkasten en assen SAE
75W-85 (API-GL5).
Asdifferentieel (achter) – met elektronisch be-
perkt slipdifferentieel (ELSD)Wij raden het gebruik aan van Mopar R GL-5 synthetisch smeermiddel voor assen SAE 75W-
85 met frictieverbeteraar.TECHNISCHE SPECIFICATIES
318
MULTIMEDIA
CYBERVEILIGHEID..........325
TERREINRIJDENPAGINA'S — IN-
DIEN AANWEZIG...........326
Statusbalk terreinpagina's.........326
Voertuigdynamiek..............327
Vering.....................327
Hellingshoek en rol — indien aanwezig .328
Accessoiremeters..............328
Selec-Terrain — indien aanwezig.....329
TIPS BEDIENINGSELEMENTEN EN
ALGEMENE INFORMATIE......330
Stuurbedieningselementen
geluidsinstallatie..............330
Ontvangstkwaliteit..............330
Verzorging en onderhoud..........330
Beveiliging tegen diefstal.........331
UCONNECT 4 MET 7-INCH DIS-
PLAY.....................331
Overzicht Uconnect 4...........331
Menubalk slepen en neerzetten......333
Radio.....................334
Android Auto — indien aanwezig.....335Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................337
Apps — indien aanwezig..........338
UCONNECT 4C/4C NAV MET 8,4-
INCH DISPLAY..............338
Overzicht Uconnect 4C/4C NAV.....338
Menubalk slepen en neerzetten......340
Radio.....................341
Android Auto — indien aanwezig.....342
Integratie Apple CarPlay — indien
aanwezig...................346
Apps — indien aanwezig..........348
INSTELLINGEN VAN
UCONNECT................349
BEDIENING IPOD/USB/
MEDIASPELER.............350
Audio-aansluiting (AUX)..........350
USB-poort..................350
Bluetooth Streaming Audio........351
UCONNECT REAR SEAT ENTER-
TAINMENT (RSE) SYSTEEM — IN-
DIEN AANWEZIG............351
Beginnen...................351
Dual Video Screen (systeem met twee
videoschermen)...............353
Blu-ray-speler................353
Games spelen................355
NAVIGATIESYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG................356
Volume van gesproken aanwijzingen van het
navigatiesysteem wijzigen.........356
Nuttige plaatsen vinden..........358
Een locatie vinden door de naam in te
voeren.....................358
Gesproken bestemming invoeren in één
stap......................358
Uw thuisadres instellen..........358
Home.....................359
Een tussenstop invoegen..........360
Een omleiding volgen............360
Kaartupdate.................360
UCONNECT PHONE..........361
Uconnect Phone (Handsfree bellen met
Bluetooth)..................361
MULTIMEDIA
323
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem .363
Algemene telefoonopdrachten
(voorbeelden)................366
Microfoon uitschakelen (of inschakelen)
tijdens gesprek...............367
Actieve gesprekken doorverbinden tussen
handset en voertuig............367
Telefoonboek.................367
Tips voor spraakbediening.........367
Het volume wijzigen............367Do Not Disturb (niet storen) gebruiken .368
Binnenkomende SMS-berichten.....368
Handige tips en veelgestelde vragen voor
het verbeteren van de Bluetooth-prestaties
met uw Uconnect systeem.........369
SNELLE TIPS VOOR SPRAAKHER-
KENNING UCONNECT........370
Introductie Uconnect............370
Aan de slag..................371
Basisspraakcommando's..........372
Radio.....................372Media.....................372
Phone (telefoon)...............373
Beantwoording gesproken
tekstberichten................374
Klimaatregeling...............375
Navigatie (4C NAV).............375
Siri Eyes Free — Indien aanwezig. . . .376
Do Not Disturb (niet storen)........376
Android Auto — indien aanwezig.....377
Apple CarPlay — indien aanwezig. . . .377
Meer informatie...............378
MULTIMEDIA
324