Page 225 of 388
Zekeringhouder nr. 2
Locatie Minizekering Omschrijving
F1 10 A rood Controller buitenverlichting op aanhanger
F5 15 A blauw Controller buitenverlichting verlichting
(bestuurderskant)
F6 15 A blauw Controller buitenverlichting verlichting
(passagierskant)
F7 10 A rood TTM startkabel accuvoeding
Op de steun van de verdeeleenheid zekeringen/
relais in de bagageruimte bevindt zich een
maxizekeringshouder voor de elektrisch be-
diende achterklep en een ATO/Uni-Val zeke-
ringshouder voor het hifi-audiosysteem.
Locatie Maxizekering Omschrijving
F01 30 A groen Elektrisch bediende achterklep
Locatie ATO/Uni-Val-zekering Omschrijving
F02 25 A transparant Hifi-audiosysteem
223
Page 226 of 388

WIELEN VERWISSELEN EN
GEBRUIK VAN DE KRIK
WAARSCHUWING!
• Probeer geen wiel te verwisselen aan de
zijde van de auto waar ander verkeer
langs rijdt. Ga ver genoeg van de weg af
staan om ongelukken te voorkomen bij
gebruik van de krik of het verwisselen
van een wiel.
• Het is gevaarlijk om u onder een opge-
krikte auto te bevinden. De auto kan van
de krik glijden en op u vallen. Dit leidt
tot ernstig letsel. Zorg er daarom voor
dat u met geen enkel lichaamsdeel on-
der een opgekrikte auto komt. Als u
werkzaamheden onder de auto moet uit-
voeren, zet deze dan op een hefbrug.
• Start de motor niet en laat deze niet
draaien zolang de auto door een krik
wordt ondersteund.
WAARSCHUWING!
•De krik is uitsluitend bedoeld als gereed-
schap om banden te verwisselen. Gebruik
de krik niet om de auto voor onderhouds-
werkzaamheden omhoog te brengen. De
auto mag alleen op een stevige en vlakke
ondergrond worden opgekrikt. Vermijd
een gladde ondergrond.
Plaats van krik en reservewiel
Indien aanwezig bevinden de krik en het
gereedschap zich in het opbergvak achter,
onder het reservewiel.
Plaats van krik en gereedschap
1 — Krik
2 — Uitlijningspen
3 — Kruissleutel
4 — Noodtrechter
5 — Schroevendraaier
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
224
Page 227 of 388
1. Open de achterklep.
2. Til de afdekking met behulp van de laad-
vloergreep omhoog.3. Verwijder de bevestiging waarmee het re-
servewiel vast is gemaakt en haal het
reservewiel uit het voertuig. U vindt de
krik en het gereedschap eronder.4. Haal de uitlijningspen uit het midden-
deel, draai de krik linksom en haal deze
uit de schuimplastic houder.
5. Verwijder de krik en de kruissleutel.
LaadvloergreepBevestiging van reservewielKrik en gereedschap
1 — Kruissleutel
2 — Krik
3 — Noodtrechter
4 — Schroevendraaier
5 — Uitlijningspen
225
Page 228 of 388

WAARSCHUWING!
Een losse krik of wiel kan bij een noodstop
of ongeval naar voren schieten en zo de
inzittenden ernstig letsel toebrengen. Berg
de krik en het reservewiel altijd op de
daarvoor bestemde plaatsen op. Laat de
leeggelopen (lekke) band onmiddellijk re-
pareren of vervangen.
Voorbereidingen voor het opkrikken
1. Parkeer de auto op een stevige en vlakke
ondergrond, zo ver mogelijk verwijderd
van de weg. Vermijd een gladde
ondergrond.
WAARSCHUWING!
Probeer geen wiel te verwisselen aan de
zijde van de auto waar ander verkeer langs
rijdt. Ga ver genoeg van de weg af staan om
ongelukken te voorkomen bij gebruik van
de krik of het verwisselen van een wiel.
2. Schakel de waarschuwingsknipperlichten
in.
3. Trek de handrem aan.4. Zet de keuzehendel in de stand PARK
(automatische versnellingsbak) of in de
stand REVERSE (handgeschakelde
versnellingsbak).
5. Zet het contact in de stand OFF.
6. Blokkeer de voor- en achterkant van het
wiel dat zich diagonaal tegenover het krik-
punt bevindt. Bijvoorbeeld, als het rech-
tervoorwiel wordt vervangen, blokkeert u
het linkerachterwiel.
OPMERKING:
Laat geen passagiers in de auto zitten wan-
neer deze wordt opgekrikt.
Instructies bij opkrikken
WAARSCHUWING!
Neem de volgende waarschuwingen in
acht bij het verwisselen van een band, om
persoonlijk letsel of schade aan de auto te
voorkomen:
• Parkeer de auto op een stevige en vlakke
ondergrond, zo ver mogelijk verwijderd
van de weg, voordat u de auto opkrikt.
• Schakel de waarschuwingsknipperlich-
ten in.
• Blokkeer het wiel dat zich schuin tegen-
over het te vervangen wiel bevindt.
• Trek de handrem stevig aan en zet de
transmissie in de stand PARK.
• Start de motor niet en laat deze niet
draaien zolang de auto door een krik
wordt ondersteund.
• Laat niemand in de auto zitten zolang
deze door een krik wordt ondersteund.
• Begeef u niet onder de auto wanneer
deze door een krik wordt ondersteund.
Als u werkzaamheden onder de auto
moet uitvoeren, zet deze dan op een
hefbrug.
Wiel geblokkeerd
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
226
Page 229 of 388

WAARSCHUWING!
•Gebruik de krik alleen op de aangegeven
plaatsen en alleen om de auto op te krik-
ken voor het verwisselen van banden.
• Wees uiterst voorzichtig als u de band
moet verwisselen op of langs de weg.
• Om de reservebanden, plat of opgebla-
zen, veilig op te bergen, moeten ze met
het ventiel naar beneden gericht worden
opgeborgen.
LET OP!
Probeer niet om de auto op te krikken op
andere plaatsen dan de aangegeven plaat-
sen in de instructies voor het opkrikken
van deze auto.
1. Verwijder het reservewiel, de krik en de
wielsleutel.
2. Als de auto aluminium wielen heeft met
een sierdop die de wielmoeren bedekt,
moet u met de wielsleutel de dop voor-
zichtig loswrikken voordat u de auto
opkrikt.
3. Voordat u de auto opkrikt, draait u met de
wielsleutel de wielmoeren van het wiel
met de lekke band los, zonder de wiel-
moeren te verwijderen. Draai de wielmoe-
ren één slag linksom terwijl het wiel nog
op de grond staat.
4. Plaats de krik onder het krikpunt dat zich
het dichtst bij de lekke band bevindt.
Draai de krikschroef rechtsom totdat de
bovenkant van de krik stevig aangrijpt inhet krikpunt op de dorpelbalk, waarbij de
bovenkant van de krik in de uitsparing in
de dorpelbekleding wordt gecentreerd.
Waarschuwingssticker
Krikpunten
Krikpunt achter
227
Page 230 of 388

5. Krik de auto niet verder op dan nodig is
om de lekke band te verwijderen.
WAARSCHUWING!
Als u de auto hoger opkrikt dan noodzake-
lijk, zal hij minder stabiel staan. De auto
kan van de krik glijden en zo ernstig letsel
veroorzaken. Krik de auto slechts zo ver op
als nodig is om het wiel te verwijderen.
6. Verwijder de wielbouten en de band.
7. Verwijder de stelpen van de krik en
schroef de pen in de wielnaaf als hulmid-
del bij het monteren van het reservewiel.8. Monteer het reservewiel.
LET OP!
Monteer het reservewiel met het ventiel
naar buiten gericht. De auto kan bescha-
digd raken als het reservewiel op een ver-
keerde manier wordt gemonteerd.
OPMERKING:
• Installeer geen sierdop of wieldop op
het compacte reservewiel.
• Raadpleeg de paragrafen "Compact re-
servewiel" en "Reservewiel voor beperkt
gebruik" onder "Banden — algemene
informatie" in het hoofdstuk "Service en
onderhoud" in het instructieboekje voor
meer waarschuwingen, voorzorgsmaat-
regelen en informatie over het reserve-
wiel, het gebruik en de werking ervan.
9. Monteer de wielbouten en draai ze licht
aan.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de auto door de op
de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielmoeren pas definitief wor-
den vastgezet als de auto weer vast op de
grond staat. Als u deze waarschuwing niet
opvolgt, kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
10. Laat de auto zakken tot op de grond door
de slinger linksom te draaien.
11. Zet de wielbouten stevig vast. Duw de
moersleutel aan het einde van de hendel
omlaag voor meer hefboomwerking. Trek
de wielbouten in stervolgorde aan totdat
iedere wielbout twee keer aangetrokken
is. Raadpleeg de paragraaf "Aanhaalmo-
menten voor velgen en banden" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor
het juiste aanhaalmoment voor de wiel-
bouten. Als u twijfelt of de moeren goed
zijn vastgezet, laat dit dan bij uw dealer
of een bandenservicebedrijf nog eens
controleren met een momentsleutel.
Krikpunt vóór
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
228
Page 231 of 388

12. Plaats de krik op de schuimplastic hou-
der en open deze tot deze vastzit. Als
deze eenmaal in positie is geplaatst,
draait u deze rechtsom om deze te ver-
grendelen. Plaats de uitlijningspen weer
in de middelste opening om de krik vast
te zetten.
WAARSCHUWING!
Een losse krik of wiel kan bij een noodstop
of ongeval naar voren schieten en zo de
inzittenden ernstig letsel toebrengen. Berg
de krik en het reservewiel altijd op de
daarvoor bestemde plaatsen op. Laat de
leeggelopen (lekke) band onmiddellijk re-
pareren of vervangen.
Origineel wiel monteren
1. Monteer het originele wiel op de as.
2. Breng de resterende wielbouten aan met
het schroefraadeinde naar het wiel ge-
richt. Draai de wielbouten licht aan.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat het voertuig door de
op de krik uitgeoefende kracht verschuift,
mogen de wielbouten pas definitief wor-
den vastgezet als het voertuig weer vast op
de grond staat. Als u deze waarschuwing
niet opvolgt, kan dit ernstig letsel tot ge-
volg hebben.
3. Laat de auto zakken tot op de grond door
de slinger linksom te draaien.
4. Zet de wielbouten stevig vast. Duw de
moersleutel aan het einde van de hendel
omlaag voor meer hefboomwerking. Trek
de wielbouten in stervolgorde aan totdat
iedere wielbout twee keer aangetrokken
is. Raadpleeg de paragraaf "Aanhaalmo-
menten voor velgen en banden" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor het
juiste aanhaalmoment voor de wielbou-
ten. Als u twijfelt of de moeren goed zijn
vastgezet, laat dit dan bij uw dealer of een
bandenservicebedrijf nog eens controle-
ren met een momentsleutel.5. Laat de krik zakken tot deze vrij is. Verwij-
der de wielblokken. Bevestig de moersleu-
tel op de krik en berg deze in de opberg-
ruimte voor het reservewiel op. Zet het
geheel met de aanwezige bevestigings-
middelen vast. Zet de handrem vrij voor-
dat u met de auto gaat rijden.
6. Controleer na 40 km (25 mijl) het aan-
haalmoment van de wielbouten met een
momentsleutel om ervoor te zorgen dat
alle wielbouten goed tegen het wiel
aanliggen.
EC verklaring van conformiteit
1. Ondergetekende, Francesco Andretta, als
vertegenwoordiger van de fabrikant, ver-
klaart hierbij dat de hieronder beschreven
machine voldoet aan alle relevante bepa-
lingen van:
• De EG-richtlijn 2006/42/EG betref-
fende machines
229
Page 232 of 388

2. Beschrijving van de machine.
a) Generieke benaming: schaarkrik (Mar-
tinetto)
b) Functie: heffen van motorvoertuig
c) Model-
coded) Com-
merciële
informa-
tie modele) Type e) Werk-
last
B1 (521) Renegade LVS10 1250 kg
M1 (551) Compass
(kompas)LVS11 1500 kg
MP (552) Compass
(kompas)LVS12 1500 kg
226 Fiat Toro LVS13 1500 kg
3. Fabrikant(1):
Proma S.p.a.
Rua Haeckel Ben Hur Salvador,
101 Bairro Cinco Contagem MG
Brazilië
Fabrikant(2):
Proma S.p.a.
Viale Carlo III, Traversa Galvani
81020 - San Nicola la Strada (Caserta)
ITALIË
4. Rechtspersoon die gemachtigd is het
technisch bestand samen te stellen:
Proma S.p.a.
Viale Carlo III, Traversa Galvani
81020 - San Nicola la Strada (Caserta)
ITALIË5. Verwijzingen naar geharmoniseerde nor-
men: -
6. Andere normen of specificaties: ISO
8720
7. Uitgevoerd op: Caserta
8. Datum: 25-01-2016
OPMERKING:
Deze verklaring vervalt als technische of ope-
rationele wijzigingen zijn aangebracht zonder
toestemming van de fabrikant.
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
230