Page 193 of 388

Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
is bedoeld om de bestuurder te helpen bij
fileparkeren en insteekparkeren door een ge-
schikte parkeerplaats aan te wijzen,
hoorbare/visuele instructies te geven en het
stuurwiel te bedienen. Het actieve parkeer-
hulpsysteem ParkSense is een semi-
automatisch systeem, omdat de bestuurder
het gaspedaal, de schakelhendel en de rem-
men zelf moet bedienen. Afhankelijk van de
door de bestuurder gekozen parkeermanoeu-
vre, kan het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense insteekparkeren en fileparkeren
aan beide zijden (bestuurders- of passagiers-
zijde).
OPMERKING:
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
controleert automatisch standaard op voer-
tuigen aan de rechterzijde.Gebruik de rich-
tingaanwijzer naar links om te zoeken naar een
parkeerplaats aan de linkerzijde.
Raadpleeg het instructieboekje voor meer
informatie.WAARSCHUWING!
• Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het obsta-
kel bevindt dan de achterkant van de
auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de
WAARSCHUWING!
trekhaak detecteren en abusievelijk aan-
geven dat er een obstakel achter de auto
aanwezig is.
LET OP!
• ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoep-
randen worden mogelijk tijdelijk of hele-
maal niet gedetecteerd. Op kleine af-
standen worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
• Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u ge-
bruik maakt van ParkSense.
191
Page 194 of 388

RIJSTROOKDETECTIE
Werking van rijstrookdetectie
Het rijstrookdetectiesysteem werkt bij snel-
heden van meer dan 60 km/u (37 mph) en
onder de 180 km/u (112 mph). Het rijstrook-
detectiesysteem maakt gebruik van een voor-
uitkijkcamera om rijstrookmarkeringen te de-
tecteren en meet de positie van het voertuig
binnen de markeringen.
Wanneer beide rijstrookmarkeringen zijn ge-
detecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat (geen richtingaanwijzer inge-
schakeld), geeft het rijstrookdetectiesysteem
een voelbare waarschuwing op het stuurwiel,
alsmede een visuele waarschuwing op het
display in de instrumentengroep om de be-
stuurder erop te wijzen binnen de rijstrook-
markeringen te blijven.
De bestuurder kan de voelbare waarschuwing
op elk moment handmatig uitschakelen door
aan het stuur te trekken.
Wanneer slechts één rijstrookmarkering is
gedetecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat (geen richtingaanwijzer inge-schakeld), geeft het rijstrookdetectiesysteem
een visuele waarschuwing via het display in
de instrumentengroep om de bestuurder erop
te wijzen op de rijstrook te blijven. Als slechts
één rijstrookmarkering is gedetecteerd, wordt
geen voelbare waarschuwing gegeven.
OPMERKING:
Wanneer aan de bedrijfsomstandigheden is
voldaan, controleert het rijstrookdetectiesys-
teem of de handen van de bestuurder aanwe-
zig zijn op het stuurwiel en geeft het een
visuele waarschuwing en een geluidssignaal
weer als de handen van de bestuurder niet
zijn gedetecteerd op het stuurwiel. Het sys-
teem wordt geannuleerd als de bestuurder
zijn handen niet aan het stuur heeft.
Rijstrookdetectie in- of uitschakelen
De standaardstatus van rijstrookdetectie is
"Off" (uit).
De knop LaneSense bevindt zich op het scha-
kelpaneel onder het Uconnect scherm.Om het rijstrookdetectiesysteem in te scha-
kelen, drukt u op de toets LaneSense om het
systeem in te schakelen (LED gaat uit). Het
bericht "Lane Sense On" (rijstrookdetectie
ingeschakeld) verschijnt op het display in de
instrumentengroep.
Om het rijstrookdetectiesysteem uit te scha-
kelen, drukt u eenmaal op de toets Lane-
Sense om het systeem uit te schakelen (LED
gaat aan).
Waarschuwingsknop rijstrookdetectieSTARTEN EN RIJDEN
192
Page 195 of 388

OPMERKING:
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door de rijstrookdetectie
automatisch de systeemstatus (ingeschakeld
of uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie
De rijstrookdetectie geeft de huidige afwij-
king van de rijstrook aan via het display in de
instrumentengroep.
Basisdisplay in de instrumentengroep
— indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingeschakeld,
zijn de rijstrookmarkeringen grijs wanneer
geen van beide rijstrookgrenzen zijn gedetec-
teerd en is het verklikkerlampje van de rij-
strookdetectie
continu wit.
Links verlaten van rijstrook — alleen linker
rijstrook gedetecteerd
• Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, is het verklikkerlampje van de rij-
strookdetectie
continu wit wanneer
alleen de markering van de linker rijstrook
is gedetecteerd en is het systeem gereed
voor het geven van visuele waarschuwingenop het display in het instrumentenpaneel
wanneer onbedoeld de rijstrook wordt ver-
laten.
• Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering van wit naar grijs, blijft
de dunne linker lijn continu wit en veran-
dert de kleur van het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie
van continu wit
naar knipperend geel.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde ge-
drag voor het rechts verlaten van de rijstrook,
wanneer alleen de rechter rijstrookmarkering
is gedetecteerd.
Links verlaten van rijstrook — beide rijstroken
gedetecteerd
• Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, verandert de kleur van de rijstrook-
markeringen van grijs in wit om aan te
geven dat beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd. Het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie
is continu groen wan-
neer beide rijstrookmarkeringen zijn gede-
tecteerd en is het systeem gereed voor hetgeven van visuele waarschuwingen op het
display in het instrumentenpaneel en een
voelbare waarschuwing in het stuurwiel als
een rijstrook onbedoeld wordt verlaten.
• Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarkering
en de dunne linker lijn in continu wit. De
kleur van het verklikkerlampje van de rij-
strookdetectie
verandert van continu
groen naar continu geel. Op dit moment
wordt kracht op het stuurwiel in de tegen-
overgestelde richting van de grens van rij-
strook uitgeoefend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij-
strook wordt genaderd, draait het stuurwiel
naar rechts.
• Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering van wit naar grijs, blijft
de dunne linker lijn continu wit en veran-
dert de kleur van het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie
van continu geel
193
Page 196 of 388

naar knipperend geel. Op dit moment wordt
kracht op het stuurwiel in de tegenoverge-
stelde richting van de grens van rijstrook
uitgeoefend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij-
strook wordt genaderd, draait het stuurwiel
naar rechts.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde ge-
drag voor het rechts verlaten van de rijstrook.
Premium display in de instrumenten-
groep — indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingeschakeld,
zijn de rijstrookmarkeringen grijs wanneer
geen van beide rijstrookgrenzen zijn gedetec-
teerd en is het verklikkerlampje van de rij-
strookdetectie
continu wit.
Links verlaten van rijstrook — alleen linker
rijstrook gedetecteerd
• Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, is het verklikkerlampje van de rij-
strookdetectie
continu wit wanneer
alleen de markering van de linker rijstrook
is gedetecteerd en is het systeem gereedvoor het geven van visuele waarschuwingen
op het display in het instrumentenpaneel
wanneer onbedoeld de rijstrook wordt ver-
laten.
• Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering geel, blijft de dunne lin-
ker lijn continu geel en verandert de kleur
van het verklikkerlampje van de rijstrookde-
tectie
van continu wit naar knipperend
geel.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde ge-
drag voor het rechts verlaten van de rijstrook,
wanneer alleen de rechter rijstrookmarkering
is gedetecteerd.
Links verlaten van rijstrook — beide rijstroken
gedetecteerd
• Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, verandert de kleur van de rijstrook-
markeringen van grijs in wit om aan te
geven dat beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd. Het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie
is continu groen wan-
neer beide rijstrookmarkeringen zijn gede-tecteerd en is het systeem gereed voor het
geven van visuele waarschuwingen op het
display in het instrumentenpaneel en een
voelbare waarschuwing in het stuurwiel als
een rijstrook onbedoeld wordt verlaten.
• Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarkering
en de dunne linker lijn in continu geel. De
kleur van het verklikkerlampje van de rij-
strookdetectie
verandert van continu
groen naar continu geel. Op dit moment
wordt kracht op het stuurwiel in de tegen-
overgestelde richting van de grens van rij-
strook uitgeoefend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij-
strook wordt genaderd, draait het stuurwiel
naar rechts.
• Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de linker dikke
rijstrooklijn geel en blijft de linker dunne
lijn continu branden. De kleur van het ver-
klikkerlampje van de rijstrookdetectie
verandert van continu geel naar knipperend
STARTEN EN RIJDEN
194
Page 197 of 388

geel. Op dit moment wordt kracht op het
stuurwiel in de tegenovergestelde richting
van de grens van rijstrook uitgeoefend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij-
strook wordt genaderd, draait het stuurwiel
naar rechts.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde ge-
drag voor het rechts verlaten van de rijstrook.
Status van rijstrookdetectie wijzigen
Het rijstrookdetectiesysteem heeft instellin-
gen om de intensiteit van de voelbare waar-
schuwing (laag/gemiddeld/hoog) en de ge-
voeligheid van de waarschuwingszone (vroeg/
gemiddeld/laat) te configureren via het
scherm van het Uconnect systeem. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
OPMERKING:
• Het systeem geeft geen voelbare waarschu-
wing op het stuurwiel als een veiligheids-
systeem wordt geactiveerd. (ABS, TCS,
ESP, FCW, enz.).• Bij gebruik van de richtingaanwijzers en de
waarschuwingsknipperlichten worden de
waarschuwingen ook onderdrukt.
PARKVIEW
ACHTERUITRIJCAMERA
Symbolen en berichten op het display
Wanneer de schakelhendel in de achteruitrij-
stand staat, kunt u een beeld op het scherm
bekijken van de achterzijde van uw auto. Het
beeld van de ParkView-achteruitrijcamera
wordt weergegeven op het Uconnect-display, in
het middendeel van het instrumentenpaneel.
Als het Uconnect-display wazig is, reinig dan
de cameralens aan de achterkant van de auto
boven de kentekenplaat achteraan.
Raadpleeg de paragraaf "ParkView achteruitrij-
camera" in het hoofdstuk "Starten en rijden" in
uw instructieboekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten altijd voorzichtig ach-
teruit rijden, ook wanneer gebruik wordt
gemaakt van de ParkView achteruitrijca-
WAARSCHUWING!
mera. Controleer het gebied achter de auto
altijd zorgvuldig, kijk naar achteren en wees
bedacht op voetgangers, dieren, andere
voertuigen, obstakels en dode hoeken, voor-
dat u achteruitrijdt. Blijf oplettend tijdens
het achteruitrijden. Anders bestaat er een
risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
LET OP!
• Om voertuigschade te voorkomen mag
ParkView alleen worden gebruikt als par-
keerhulp. De ParkView camera kan niet
elk obstakel of voorwerp zien.
• Om voertuigschade te voorkomen moet u
langzaam rijden bij gebruik van Park-
View, zodat u tijdig kunt stoppen als een
obstakel wordt waargenomen. Het is
raadzaam om tijdens het achteruitrijden
over uw schouder te kijken, ook wanneer
u gebruik maakt van ParkView.
195
Page 198 of 388
BRANDSTOF TANKEN
Het doploze brandstofsysteem maakt gebruik
van een klep die op de vulleiding van de
brandstoftank is geplaatst; deze wordt auto-
matisch geopend en gesloten bij het
plaatsen/uitnemen van het vulpistool. In be-
paalde landen is het doploze brandstofsys-
teem zo ontworpen dat het tanken van de
verkeerde soort brandstof wordt voorkomen.
1. Ontgrendel de brandstofvulklep door op
de ontgrendelknop op de sleutelhouder of
de ontgrendelknop op het bekledings-
paneel van het bestuurdersportier te
drukken.
2. Open de brandstofvulklep door op de bui-
tenste rand van de vulklep te drukken.3. Er zit geen vuldop onder de brandstofvul-
klep. Het systeem wordt afgedicht door
een afsluitklep in de leiding.
4. Steek het tankpistool volledig in de vullei-
ding; het tankpistool duwt de afsluitklep
open en houdt de klep open tijdens het
tanken.
BrandstofvulklepVulprocedure
STARTEN EN RIJDEN
196
Page 199 of 388

5. Vul de tank met brandstof en wanneer het
tankpistool "klikt" of wordt afgesloten, is
de brandstoftank vol.
6. Wacht tien seconden voordat u het tank-
pistool verwijdert om de brandstof uit het
pistool te laten lopen.
7. Verwijder het tankpistool en sluit de
brandstofvulklep.
Brandstof bijvullen met een jerrycan in noodge-
vallen
De meeste jerrycans kunnen de afsluitklep
niet openen. Een trechter wordt bijgeleverd
waarmee u de afsluitklep kunt openen zodat
u in noodgevallen brandstof kunt bijvullen
met een jerrycan.
1. Pak de trechter uit de opbergruimte van
het reservewiel.
2. Steek de trechter op dezelfde manier in de
vulleiding als het tankpistool.3. Zorg ervoor dat de trechter volledig is
geplaatst zodat hij de afsluitklep
openhoudt.
4. Giet de brandstof in de trechter.
5. Verwijder de trechter uit de vulleiding,
reinig hem voordat u hem terug plaatst in
de opbergruimte voor het reservewiel.OPMERKING:
• Onder bepaalde koude omstandigheden,
kan de brandstofvulklep mogelijk niet wor-
den geopend door ijsvorming. Als dit ge-
beurt, druk dan licht op de brandstofvul-
klep om het ijs te breken ontgrendel
vervolgens brandstofvulklep met de ont-
grendelknop in de auto. Probeer de klep
niet los te wrikken.
• Wanneer het mondstuk aan de vulslang
klikt of afsluit, is de brandstoftank vol.
WAARSCHUWING!
• Houd alle rookgerei en vuur uit de buurt
van het voertuig wanneer de tankdop is
verwijderd en u de tank vult.
• Vul nooit brandstof bij wanneer de motor
draait. Dit is in de meeste landen een
overtreding van de brandveiligheidsvoor-
schriften en hierdoor kan het storings-
lampje gaan branden.Vulprocedure
197
Page 200 of 388
WAARSCHUWING!
• Er kan brand ontstaan als u een jerrycan
vult met benzine terwijl deze in de auto
staat. Dit kan leiden tot brandwonden.
Zet een jerrycan altijd op de grond tij-
dens het vullen.
Noodontgrendeling voor brandstofvulklep
Wanneer u de brandstofvulklep niet kunt ope-
nen, kunt u gebruikmaken van de noodont-
grendeling van de tankklep.
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de hoedenplank indien
aanwezig.
3. Verwijder met de punt van uw sleutel het
klepje van de ontgrendelkabel in het rech-
ter bekledingspaneel.
4. Pak de ontgrendelkabel vast en trek hem
voorzichtig omhoog om de brandstofvul-
klep te ontgrendelen.OPMERKING:
De bevestiging van de kabel kan breken als er
te veel kracht wordt uitgeoefend.5. Druk op de buitenste rand om de brand-
stofvulklep te openen.
Grendel van de bandstofvulklep
Brandstofvulklep
STARTEN EN RIJDEN
198